Translate

15 november 2014

de intocht

"Jeetje, hoe zie jij er dan uit?" zei Anja geschokt tegen Bert.
Bert zat onder de butsen en blauwe plekken en was later dan normaal op zijn werk deze maandagochtend.
"Ben je in het weekend soms weer gevallen?" riep Anja er een beetje lachend achteraan, terwijl Bert zich op zijn werkplek installeerde. Bert was een fanatiek crosscountry fietser en het gebeurde de laatste tijd regelmatig dat ie onderuit ging. Volgens Anja had dat te maken met zijn leeftijd; volgens Bert was het gewoon een combinatie van toeval en pech.
Bert nam een slok uit het plastic bekertje koffie dat Anja voor hem op zijn bureau had gezet.
"Ja, die zal nu wel koud zijn. Je bent ook zo laat. Maar vertel eens, wat is er gebeurd? Heb je gevochten?" lachte Anja.
"Ja," zei Bert zacht.
"Hè? Wat? Heb je gevochten?" reageerde Anja verbaasd. Bert mocht dan leiden aan zelfoverschatting door te denken dat hij op zijn leeftijd nog als een wilde door de bossen kon crossen, maar Bert was geen vechtersbaas. Bert was feitelijk een hele rustige man, gek op zijn gezin en helemaal weg van zijn twee kleinkinderen.
"Nou, vertel dan!" riep Anja ongeduldig.
Bert zuchtte.
"Ik was afgelopen zaterdag met de kleinkinderen bij de intocht van Sinterklaas," zei hij besmuikt.
"Dat meen je niet!" zei Anja ongelovig en sloeg haar hand voor haar mond.
"Ja, toch wel," zei Bert schuldbewust. "Ik wilde de kleintjes laten zien hoe het vroeger ging met Sinterklaas, zoals ik het ken."
"En je had de kleinkinderen mee? Dat is dom Bert. Echt dom! Is met hen alles goed?"
"Ja, die mankeren niks. Dat moest er nog bijkomen." En hij schudde meewarig zijn hoofd.
"En vond je dochter het goed dag je ze meenam?" vroeg Anja nieuwsgierig.
"Die had ik het natuurlijk niet verteld."
"En je vrouw?"
"Die wist ook van niks."
"Bert!" riep Anja ontsteld.
"Ja, ik weet het, ik weet het. Ik had het niet moeten doen, maar het was allemaal zo onschuldig vroeger. Ik dacht...."
"Ja Bert, vroeger! Hoe dom kan je zijn? Het is toch al lang niet meer zo. Vroeger is voorbij Bert! Vroeger kon je ook door de bossen crossen zonder te stuiteren," zei Anja bozig.
Bert bleef stil en keek wat verweest voor zich uit.
"Weet je," begon hij met een zucht, "ik dacht dat het wel los zou lopen. Ik had Anneke en Lisa verteld dat ik naar de megabakker zou gaan met de kinderen. Gewoon, om Sinterklaas daar uit de taart te zien komen, zoals we dat tegenwoordig doen. Dat de bakkers, wit van het meel, met hun vrolijke bakkersmutsjes en schortjes een sinterklaastaart bakken waar Sinterklaas dan, als bij toverslag, ineens uit stapt. Om dan vervolgens door heel het land, samen met de bakkers, snoep en cadeautjes te komen brengen. Maar ik geloof daar niet in Anja. Ik heb daar nooit in geloofd."
"Bert, je bent een volwassen man!"
"Ja maar, ik kan mijn jeugd toch niet vergeten!? Hoe mooi was het niet dat we samen langs de kade stonden te trappelen van de kou, te wachten op de stoomboot, met al die Pieten, waar je toch een beetje bang voor was. Maar als je snoep wilde, moest je je angst overwinnen en op zo'n Piet afstappen en om snoep vragen. Het educatieve element wat daarin zat, is nu toch helemaal weg! Dat slappe gedoe van tegenwoordig, dat is louter gericht op de commerciële kant. Dat heeft geen enkele relatie meer met onze geschiedenis!"
"Dus ben jij naar zo'n illegale intocht gegaan! Met je kleinkinderen!"
"Ja. En het begon heel rustig, bijna net zoals vroeger."
"En waar was het dan? Ik zou niet eens weten waar zo'n intocht wordt gehouden."
"Ja, via via had ik gehoord dat de intocht in de industriehaven zou worden gehouden. Nou, er waren toch een twintigtal mensen met kinderen. Er werden liedjes gezongen. Ook die van de stoomboot. En toen kwam er een klein jachtje aan varen, met Sinterklaas en drie Zwarte Pieten. Ja het leek in de verste verte niet op hoe het vroeger ging, maar toch schoot ik vol."
"En de kinderen?"
"Die vonden het maar raar! Die vroegen maar steeds waar sinterklaas bleef. Ze herkenden hem niet eens, zo met die baard en die tabberd. Dus had ik niet in de gaten dat achter ons busjes met oproerpolitie waren aangekomen om de bijeenkomst uit elkaar te slaan. Ik kreeg een paar flinke tikken. De kinderen lieten ze met rust. Maar Sinterklaas en de Pieten werden hardhandig gearresteerd en meegenomen. De kinderen huilen natuurlijk. Ik snel terug naar huis. Hoop gedoe thuis natuurlijk. Lisa boos. Hoe ik het in mijn hoofd haalde om haar kinderen mee te nemen naar die shit. Ze heeft ze meteen opgehaald en meegenomen."
"En wat zei Anneke?"
"Die vroeg of ik dement geworden was. Ze is uiteindelijk wel meegegaan naar de dokterspost, want die hoofdwond wilde maar niet stoppen met bloeden."
"Jezus Bert! Vind je het zelf ook niet oerstom?"
"Maar wie heb ik dan in godsnaam kwaad gedaan?"
"Je weet dat discriminatie verboden is! Daar staan zware straffen op. Je mag van geluk spreken dat je niet ook bent opgepakt!"
"Maar ik discrimineer toch niet! Ik wilde gewoon...."
Bert maakte zijn zin niet af.
"Ik begrijp dit land niet meer! Waarom hebben we ooit de democratie vervangen door de menocratie?"
"Zodat ook minderheden hun recht kunnen halen. Dat is op zich wel goed toch?"
"Ja maar het pakt helemaal verkeerd uit! Dan weer is het homohuwelijk toegestaan, dan weer is het verboden. Euthanasie, abortus, omdat die christelijke minderheid aan de macht is, is het alweer tijden verboden! Waar zit de winst?"
"Pas je nou gewoon aan Bert, dat heb je je hele leven gedaan. Waarom moet je nu, op je vijfenzestigste, ineens tegendraads en rebels worden? Dat past niet bij je! En het is bovendien zinloos. Het brengt alleen maar ongeluk, dat zie je nu toch ook wel in?"
Bert bleef stil.
"Hoe is het nou met Anneke en Lisa?"
"Ach, zondag zijn we weer gewoon naar de meubelgigant gegaan. Gewoon zoals het hoort. En ik heb moeten beloven dat ik niet meer zulke rare dingen zou doen."
"Dat lijkt me inderdaad wel het minste!"
"Hoe bedoel je?"
"Nou, als ik Anneke was had ik je ook je fiets afgepakt," zei Anja stellig.
"Daarom is het maar goed dat wij niet getrouwd zijn," lachte Bert.
"Nee," zei Anja lachend, "dat was nooit lang goed gegaan!"
"En toch werken we al weer zo'n zeven maanden goed samen," zei Bert.
"Dat is waar," beaamde Anja. "Wat dat betreft is het jammer dat we over drie maanden weer moeten switchen."
"Ja, da's ook zoiets waar ik maar niet aan kan wennen, iedere tien maanden verplicht een andere klus en andere collega's," zei Bert treurig.
Anja lachte.
"Je wordt echt tegendraads Bert! En je moet nog vijftien jaar!"

Salvatore Cocco
15 november 2014

24 oktober 2014

afscheidsappje

Ik kreeg een appje van je, zag ik
Het was een boodschap van belang
Je wilde nooit meer met mij praten
En wist dat eigenlijk al heel lang
Nu zit ik naar mijn phone te staren
Mijn duim rust op het toetsenbord
Zal ik dan maar op zenden drukken
Nu het toch nooit meer wat wordt

Ik schreef een hilarisch afscheidsappje
Ik lig dubbel als ik 'm lees
Maar voor jou, mijn beste dame
Is het lezen vast geen feest

Wat fijn dat jij het mij uitmaakt
Ik was blij toen ik het las
De reden dat ik je niet voor ging
Omdat de seks nog gratis was
Maar echt goed was dat nu ook niet
Ik voelde mij vaak necrofiel
Je kan ook beter maar niet praten
Dan klink je als een randdebiel

Ik schreef een hilarisch afscheidsappje
Ik lig dubbel als ik 'm lees
Maar voor jou, mijn beste dame
Is het lezen vast geen feest

Je muffe parfum ga 'k niet missen
Net zo min je okselgeur
En waar ik ook fijn van verschoond blijf
Die zware putlucht uit je scheur
En als jij zelf aan 'visagie' deed
Werd het een kleuter kleurplaat
Als jij dan ook nog 'leuk' gekleed ging
Durfde ik niet mee op straat

Ik schreef een hilarisch afscheidsappje
Ik lig dubbel als ik 'm lees
Maar voor jou, mijn beste dame
Is het lezen vast geen feest

Maar er zit twijfel in mijn duim bij
Het typen van haast ieder woord
Ik hoop niet dat je het je aantrekt
En dan denkt aan zellufmoord
Niet dat ik je ooit ga missen
Maar het is niet wat ik wil
Geeft maar gedoe en handenschudden
En je hebt geen codicil

Ik stuur je een laatste afscheidsappje
Met een selfie ook erbij
Hierop sta ik breed te lachen
En die tranen zijn van blij

Gr. Salvatore

09 oktober 2014

100 meter stilliggen

Beste Mark,


Sporten is goed voor je. Je voelt je er beter door, je wordt er vrolijk van, het werkt stress verlagend, het geeft je energie, je valt er van af, het verlaagt de kans op kanker en het is vooral leuk. En met 'sporten' bedoel ik natuurlijk niet, met een bord friet op schoot naar Studio Sport zitten kijken. Nee, ik bedoel echt zélf sporten. Want dat is zó belangrijk, vindt ook jouw regering. We bewegen immers veel te weinig en weinig bewegen is, als je de deskundigen erover moet geloven, een grotere bedreiging voor ons welzijn dan asbest, klimaatverandering en IS bij elkaar! Daarom lopen er dure campagnes om iedereen aan het sporten te krijgen. Op campagnefoto's zie je louter fris ogende, lachende mensen met een superfiguur. Maar helaas is dat allemaal niet de waarheid, want, zoals bij iedere reclamecampagne, is ook deze sportcampagne één grote leugen!


Vorige maand deed ik mee aan de Posbankloop, als toeschouwer welteverstaan. Een hardloopwedstrijd over een afstand van 6,2 of 15 kilometer voor liefhebbers. En ik doe niets af aan de prestatie die iedere individuele deelnemer daar heeft neergezet - ik doe het ze niet na -, maar ik zag niet louter fris ogende, lachende mensen met een superfiguur over de finish komen. In tegendeel. In een alles overheersende wolk van onfrisse lichaamsgeuren zag ik veel blubberende lichamen met natte plekken, van pijn verwrongen gezichten en pezige hinkelaars. Het waren juist de mensen langs de kant die fris oogden en lachten. Anders gezegd, die realiteit is voor mij geen stimulans om dit nu zelf ook te willen.


Voor zover je het nog niet door hebt, ik ben geen sporter. Ik hou van bier en pils en van vaak, veel en lekker eten! Al die campagnes om mij aan het sporten te krijgen, zijn een zondige verspilling van tijd en geld. (Ik wilde hier eigenlijk schrijven 'zondige verspilling van gemeenschapsgeld', maar dat vind ik zo'n raar woord, gemeenschapsgeld. Als je na bewezen diensten een prostituee betaald, dán pas spreek je van gemeenschapsgeld. Maar ik dwaal af.) Verspilling dus van tijd en geld, omdat al die campagnes gemaakt zijn door sportliefhebbers. Die kunnen allemaal beamen (tussen haakjes: hier staat, be-amen en niet 'biemen') hoe fijn je je na het sporten voelt, hoeveel energie het je geeft, hoe je erdoor ontspant, hoe vrolijk je ervan wordt. Maar ik, welke sport ik ooit ook beoefende en dat waren er velen kan ik je melden, heb nog nooit ook maar iets van die euforie mogen ervaren. Nooit, never, nada, jamais! Dus alles wat er over sporten wordt beweerd in die campagnes en door sportfundamentalisten, het blijkt allemaal niet waar! Althans, het gaat niet op voor mensen zoals ik, de ongelovigen, de mensen zonder roeping, de dwaze luiaards, die men juist aan het sporten wil krijgen. Mensen die al die positieve effecten van sporten wél ervaren, die sporten al lang. Die hoef je niet meer te motiveren! Die hebben geen dure campagnes nodig. Maar als je mij aan het sporten wil krijgen, moet je toch echt met iets beters komen. Kortom, die campagnes zijn zonde van het geld. Toch?


Ik word trouwens ook niet geholpen door een fanatieke instructeur. "Je kunt het!" is voor mij een aanmoediging om te bewijzen dat ik het niet kan! Een als stimulans bedoeld "Doorgaan!" is voor mij juist het signaal om het bijltje er definitief bij neer te gooien. Nee, als het om sporten gaat, is mijn ambitie een bodemloze put. Als je denkt dat je het laagste punt hebt bereikt, kan het toch nog lager.


De sportpropaganda heeft zelfs een averechts effect op mensen zoals ik, want alles wat blijkbaar voor veel mensen wél geldt, geldt voor mij en mijns gelijken he-le-maal niet! Ik ervaar geen euforie na een sportprestatie. Integendeel, ik denk, waar ben ik in godennaam mee bezig? Bij mij werkt sport niet stressverlagend. Integendeel, ik sta nagelbijtend op de klok te turen als ik weer aan de beurt ben! Sporten geeft mij geen energie. Integendeel, ik ben de hele avond geen 2,2689 eurocent (voormalig stuiver) meer waard! Dus ook het verhaal dat sporters betere seks hebben, kan wat mij betreft regelrecht naar de Efteling worden gestuurd. Misschien kunnen die er iets leuks mee in het sprookjesbos.

Heus, in de dagen voorafgaand aan een sportactiviteit, zoek ik naar excuses om niet te hoeven. Ik grijp alles aan. "Nee, ik kan niet, want ik moet de goudvissen nog water geven." Tijdens het sporten denk ik voortdurend aan mogelijkheden die voortijdig stoppen zouden kunnen verklaren. "Ja, zonder lenzen op de hometrainer is echt te link." En direct na afloop ben ik alweer bezig met de smoesjes voor de volgende keer. "Nee, dan kan ik niet, want de AH heeft dan de chocoladepieten in de aanbieding."

Hoe denk je types zoals ik ooit te bewegen te gaan bewegen als de boodschap hen niet beweegt?


Dan komt de wetenschap om de hoek. Tal van wetenschappelijke onderzoeken zouden hebben aangetoond hoe goed sporten is voor een mens. Maar, waarom? Waarom zou ik mezelf 30 keer moeten kunnen opdrukken of 15 kilometer in 1,5 uur moeten kunnen afleggen? Ik heb voor ieder apparaat een afstandsbediening en dankzij stuurbekrachtiging kan ik een vrachtwagen besturen met mijn pink! En zijn het niet diezelfde onderzoekers, die ons aanbevelen baby's dan weer op de zij, dan weer op de buik en dan weer op de rug te laten slapen ter voorkoming van wiegendood? Wat weten deze wetenschappers nu echt zeker? Nee, van die wetenschappelijke onderzoeken raak ik ook niet onder de indruk. Kappen dus met die onzin. Besteed het vrijvallende geld maar fijn aan de ouderenzorg.


Groetjes, Salvatore


24 augustus 2014

het einde

Onze vakanties zijn echte zon, zee, strand vakanties. En ofschoon we niks bijzonders doen en geen spectaculaire dingen beleven, heb ik nu toch al drie jaar lang, elke vakantiedag een verhaaltje geschreven. Dat zijn, inclusief deze, dus 24 verhaaltjes. 24 verhaaltjes over niks. Eigenlijk wilde ik er dit jaar al mee stoppen, maar ik heb er toch een trilogie van proberen te maken. Dit is echter wel het aller aller allerlaatste vakantieverhaaltje. Dan is het echt op. Neem nou zo'n dag als gisteren. Ja, het was een heerlijke dag, maar meer kan ik er eigenlijk ook niet over zeggen. Vaak verzin ik er wel van alles bij of vergroot ik kleine dingen enorm uit, maar ik merk dat als ik dat blijf doen, ik na drie vakanties in herhaling ga vallen. Dus streep eronder. Het was leuk om te doen, leuk om alle reacties te lezen - waarvoor dank -, maar nu is het klaar.


Vandaag hebben we 2500 kilometer afgelegd. Van deur tot deur hebben we daar zo'n 9 uur over gedaan. Gemiddeld hebben we dus ruim 277 kilometer per uur afgelegd. Dus toen ik op het vliegveld van Kos rustig aan de koffie dacht te zitten, ging ik feitelijk met grote snelheid voorwaarts! Knap!

Nou ja, rustig aan koffie zat.... Iedereen die mij een beetje kent, snapt wel dat ik tijdens het reizen nooit rustig aan de koffie zal zitten. En daar is ook alle reden toe mensen! Jazeker wel. Want als ik wel rustig aan de koffie ga zitten, gaat het mis. Op de heenweg zát ik rustig aan de koffie. En mijn reisgenoten met mij. En toen, toen ineens galmden onze namen door Schiphol. Hè? Hoorden we dat nou goed?

"Willen Linda Cocco, Leon Cocco en Salvatore Cocco zich met spoed naar gate D47 begeven. U houdt uw vlucht op!" klonk het weer door Schiphol.

Ja, dat waren toch echt onze namen. Maar we vliegen toch pas om 18:15 uur. En het is nu pas 17:45 uur!

Desalniettemin - wat een heerlijk woord is dat toch; blij dat ik het nu eindelijk een keer kan gebruiken; ach, ik gebruik het gewoon nog een keer. Dus, desalniettemin spoedden wij ons naar de gate. Daar heerste grote stilte. Er stond niemand. Geen rij, niks. Alleen twee grondstewardessen.

"Maar we vertrekken toch pas om 18:15 uur?"

"Ja, maar boarding time is 17:15 uur. Dat staat met grote letters op uw ticket. Heeft u die niet bekeken? Nu houdt u de vlucht op!" zei de stewardess pinnig. En ze was nog lelijk ook!

We renden de slurf in. Wat een toestand!  Zitten alle mensen al kant en klaar op hun plaatsen, komen wij op het laatste moment binnenvallen. En we zitten nog vrij achterin ook, zitten ze ons allemaal aan te kijken. Zo van, zij zijn het dus, de sukkels, waardoor we nu te laat vertrekken!  Dat gaat allemaal van onze duurbetaalde vakantie af! Maar wat schetste onze verbazing? We konden gewoon achterin de rij aansluiten. Iedereen was nog druk bezig met alles uit- en in te pakken. We hielden de vlucht helemaal niet op! En we waren ook niet de laatsten, want direct na ons kwamen nog drie andere mensen hijgende en puffend de bocht om gerend.


Ik verbaas me er altijd over dat zodra het lampje 'seatbelts on' uit gaat diverse mensen ineens van alles uit de klep boven ons hoofd nodig hebben. Leg wat je nodig hebt toch gewoon voor je onder de stoel! Da's toch veel handiger dan dat geklep. Twee rijen voor mij zat een vrouw, die heb ik de hele vlucht alleen maar van de zijkant gezien. Dan weer dit, dan weer dat. De stewardess kon er steeds niet langs. Ging ze weer zitten, stond ze weer op. Nee, dan ga ik toch een stuk relaxter op reis, al met al, al zeg ik het zelf.


In de auto vroeg Leon of de verwarming aan mocht. We waren weer in Nederland. Heerlijk!


24 augustus 2014

Salvatore Cocco

bootje varen

Weet je wat het ook is? Ik kan geen twee dingen tegelijk. Nee maar echt. Ik kan geen boek lezen en tussendoor zelf een verhaal schrijven. Dat trekken mijn hersens niet. Dan gooien ze alles door mekaar. Is Linda de baas van een misdaadsyndicaat en ben ik Miss Marple. Loopt zij schietend door de haven van Kos, terwijl ik de moord in bar B-52 probeer op te lossen. Kortom, het is óf lezen óf schrijven. Datzelfde geldt trouwens ook voor werk. Er zijn mensen die werk en privé heel goed door elkaar heen kunnen doen, maar mij lukt dat niet. Ik houd werk en privé graag zo gescheiden mogelijk. Thuiswerken vind ik dan ook he-le-maal niks. Ik neem het strijkgoed toch ook niet mee naar het werk? Nou dan!


Voor deze laatste dag hadden wij een cruise geboekt, de drie eilanden tour. Die tocht hadden wij vijf jaar geleden ook al eens gemaakt. Dat was toen heel relaxt en na al die drukte van de afgelopen dagen, konden we wel wat rust gebruiken. Duh!

De tour was precies zoals Linda en ik het ons herinnerden. Helemaal flex en zeer goed verzorgd. Een prima lunch met een souvlaki, lekkere salade en tzatziki. En tussendoor schalen met in stukken gesneden en verkoelend vers fruit. Sinaasappel, watermeloen, nectarines, pruimen, appel, noem maar op. En dan naar een blue lagoon-achtige baai van een onbewoond eiland om even te zwemmen. Kan je vanaf de boot, hup, zo de zee in duiken, naar de kust zwemmen, even klimmen en dan van een tien meter hoge rots springen. Leon heeft dat natuurlijk een paar keer gedaan. Hij vond het ook een kei leuke afsluiter jonguh!


Enig nadeel, op zee hebben ze geen schaduw. Niet dat ik bang ben te verbranden, maar ik heb last van zonneallergie. Dat is ooit eens begonnen toen ik ergens in de twintig was. Daarvoor nooit last gehad, maar sindsdien is het elke zonvakantie raak. Wat ik ook doe of laat, welke tests de crèmetjes ook allemaal hebben doorstaan en hoe hoog de prijs ook is, het helpt allemaal voor geen meter. Door niet in de zon te gaan zitten kan je de schade nog enigszins beperken, maar ook dan komt het uiteindelijk toch opzetten. Wie een gouden tip voor me heeft, mag een keer mee op vakantie.

Na de bootreis zaten met name mijn scheenbenen vol vurig rode vlekjes en bultjes. Het ziet er niet erg appetijtelijk uit, maar ik zie het zelf toch niet dus dat is geen hinder. Bovendien, eenmaal terug in Nederland is het snel genoeg weggetrokken, en draag ik toch geen korte broek. Nee, het is vooral de soms gekmakende jeuk. Dat is echt killing. Soms zou je zo graag je nagels in je vlees willen planten om eens effe grondig te krabben, maar je weet dat dat de jeuk alleen nog maar heftiger en de vlekjes vuriger zou maken. Dus het blijft bij af en toe zachtjes wrijven en soms, om jezelf eens flink te verwennen, ietsje meer druk aanbrengen. Ooaah, zalig!


Na onze heerlijke cruise voor een laatste keer nog door Kos-stad cruisen. Wat is het toch een heerlijk eiland! En dan te bedenken dat het eiland maar 34.000 inwoners telt, terwijl er op een zonnige dag wel twee keer zoveel toeristen rondlopen. Nog één keer heerlijk eten. Een heerlijke verse tomaat-komkommer salade vooraf, met, ja, tomaat en komkommer. Of verse paddestoelen in roomsaus met, ja, verse paddestoelen. Of een mixed gyros met, ja, gyros. Of een lekkere musaka, met.... Ja, wat zit daar eigenlijk precies in? Nou, het is in ieder geval allemaal heerlijk!


Aan het eind van de dag nog een laatste keer naar bar B-52. Nog één laatste Mojito. Nou, twee dan. En dan afscheid nemen van Fania. Een schatje is het. Leon bleef nog iets langer, want die was zo tussendoor ook een beetje met Fania naar het strand geweest en wezen stappen in bar-street. Tja. En dan nog even het verhaaltje afmaken van de vorige dag, toen ik bijna de hele dag een beetje chagrijnig was. Zo maar, om niks eigenlijk. Een mens zit raar in elkaar. Maar dan toch echt slapen. Morgen vroeg op, want om 7:25 uur komt de bus. Nog mazzel dat het hier een uur later is dan thuis.


24 augustus 2014

Salvatore Cocco


schaduw

Het gekke is, als ik thuis 's morgens uit bed stap, staat mijn haar echt alle kanten op. Heus, alle windstreken worden bediend. En er is geen land mee te bezeilen. Dan moet ik het eerst wassen, handdoekdroog wrijven en dan van onderaf aan alles opnieuw opzetten. Anders zit het nergens naar. Ik heb geen bad hair day, ik heb een bad hair life. Maar goed, het gekke is dus, dat als ik hier 's morgens uit bed stap, mijn haar nog gewoon netjes zit! Da's toch apart of niet dan! Ik hoef er alleen maar met een vochtige hand doorheen en ik kan zo, hup, aan de bacon and eggs. Ik denk dat ik thuis voor het slapen gaan, ook maar een paar mojito's achterover druk.


Oh, over drukken gesproken, dit is ook heel bijzonder. Thuis moet ik....

Ja wacht, dit wordt misschien wel een beetje een vies praatje, dus als je net wat zit te eten of snel last hebt van je maag, kan je dit beter skippen en doorgaan naar de volgende alinea.

Dus wat ik zeggen wilde, thuis moet ik altijd iedere morgen, een half uur nadat ik het bed uit ben gestapt, naar de wc voor een grote boodschap. Nou, zeg maar gerust de weekend boodschappen! En dat dus iedere dag. Maar hier, hier gaat alles anders. De eerste dag moest ik dan vier keer een waterig beetje, maar sindsdien ben ik nog maar twee keer geweest. Ik heb nu al twee dagen geen papier in het mandje hoeven te deponeren. Want je weet dat hier in Griekenland, het papier niet door de wc mag worden gespoeld, want anders krijg je verstopping. Nou, ik heb dus ook verstopping en ik heb toch echt geen papier doorgeslikt. En als ik dan bedenk wat ik hier allemaal eet en wat ik thuis iedere dag door het riool spoel, dan vraag ik me af, waar blijft al die shit? Waar zit dat opgehoopt? Dus misschien, als straks die chocoladefabriek flink aan het werk gaat en de gehele bestelling in een keer aflevert, misschien blijk ik dan helemaal geen pens te hebben gekregen van al dat lekkere eten en drinken. Allemaal duimen draaien mensen.


Deze vakantie is anders dan anders. Dat komt niet alleen omdat Leon mee is, maar ook omdat we meteen in het eerste weekend zijn vertrokken. Ik hou ervan om thuis eerst in vakantiestemming te geraken en dán pas te vertrekken. En daarna nog een week thuis. Dus week thuis, week weg, week thuis. Maar nu is het week weg, week thuis, week thuis. Dat voelt totaal anders. En hoewel we hele relaxte, lekkere dagen hebben, heb ik nog geen tijd gehad om een boek te lezen. Ik heb er twee meegenomen, maar ik kom er gewoon niet aan toe. En ik weet niet hoe dat kan, want doen de hele dag niks anders dan een beetje aan het water hangen, bier drinken en gyros eten. Ben ik misschien lui geworden? Nog te beroerd om uit de ogen te kijken? Dat kan wel kloppen, want ik lig de hele halve dag onder de parasol te maffen. Met de ogen dicht. Raar toch?


"Ik wil vandaag in de schaduw hoor," zei ik zeurend.

"Ja, daar lag je gisteren toch ook in," zei Linda verwonderd.

"Nee, gisteren lag jij de hele tijd in de schaduw. Ik lag met mijn hele hebben en houen in de volle zon!"

"Dan had je het bedje moeten verschuiven."

"Ja eh...," zei ik verongelijkt. "Maar vandaag wil ik dus in de schaduw."

"Ja is prima, maar ik ook."

"Nou, dan pakken we ieders wel een eigen parasol," zei ik kwaad. "Ga jij lekker vooraan liggen, ga ik achteraan bij het gangpad. Ook goed."

"Wat doe je toch moeilijk? We moeten nog ontbijten!"

Misschien was ik chagrijnig. Ja ik weet ook niet waarom - alweer niet -, maar het komt voor. Al denk ik zelf dat het niet aan mij ligt, maar aan al die anderen in de wereld die er altijd alles aan doen om mij het leven zo zuur mogelijk te maken! Stelletje dwarsliggers! 


Nee, ik wilde niet naar Helena's Beach, dat vond ik ongezellig. En nee, ook niet naar Artemis Heaven, met die harde boenke boenke muziek. En ook niet naar dat miezerige strandje ernaast. Oké, bij Petros Beach dan maar, maar niet vooraan en ook niet ergens in het midden. Een beetje achteraan. Precies, bij het gangpad in de buurt. Daar lig je pas goed.


"Ik heb zin koffie. Hebben ze hier ook koffie?"

"Ja, als je bediening had gewild, had je bij Artemis Heaven moeten gaan liggen," zei Linda. "Hier moet je het zelf halen."

"Mmm."

"Nou, ik loop wel even naar de kar," zei Linda.

Bij Petros Beach stond altijd een kar waar je van alles en nog wat kon krijgen, tegen hele redelijke prijzen. Kantina, stond er op de kar. En in de kar stond Maria. Niet de heilige maagd - zo zag ze er ook niet uit, eerder Maria Magdalena -, maar een vriendelijke vrouw van begin zestig die snel en vakkundig al je bestellingen, live voor je ogen, vers bereidde.

"Nou, wat voor koffie wil je?"

"Ja eh, koffie zonder suiker."

"Nee, ik bedoel cappuccino, gewone koffie, een latte....?"

"Oh, maakt me niet uit, wat ze hebben, koffie is koffie."

"En als ze geen koffie hebben, wat wil je dan? "

"Ik wil gewoon koffie en anders niks!"

Linda weg en kwam even later terug met koffie. IJskoffie. Er was niks anders en koffie is koffie, toch?


"Ik lig weer in de zo'n hoor!" zeurde ik. Een streep zonlicht gleed over de onderste helft van mijn benen.

"Nou, schuif je bedje dan op."

"Ja dat gaat niet want ik sta hier vast tegen de parasol aan!"

Zuchtend stond Linda op en verschoof haar bedje.

"Zo goed?"

"Mmm." Ik kreeg een simpel 'ja' er niet uit vandaag.


"Jezus!"

"Wat is er?" vroeg Linda verschrikt.

"Ja nou lig ik weer ik de zon!"

"Man! Pak dan dat bedje op en wandel!"

"Ja, ik blijf aan het schuiven hier."

"De zon draait schat!"

"De aarde draait lieverd!"

"Wat heb jij vandaag? Ben je chagrijnig?"

"Nee, hoezo?"


"Linda?"

"Ja."

"Gaan we zo?"

"Het is pas half drie! Waarom?"

"Ja, ik lig weer in de zon, kijk dan!"

"Weet je wat jij moet doen, je moet ónder je handdoek gaan liggen. Heb je nergens last van. En anders ga je maar in het appartement zitten. Zo gezellig ben je nou ook weet niet vandaag!"


Zo'n dag was het. We leken Bert en Ernie wel. Pas tijdens het eten vrolijkte ik weer wat op. Wat een mixed gyros al niet kan doen.


23 augustus 2014

Salvatore Cocco

22 augustus 2014

de wandeling

Er zijn mensen en die hebben een hond, maar er zijn ook mensen en die hebben geen hond. Maar iedereen weet wel dat een hond soms enorm kan schooien. Zit je lekker aan je bakkie met een gebakkie, staat die hond naar je te loeren, met z'n tong. Ah, doe mij ook een stukkie, toe, toe, toe! Ik krijg dan bijna geen hap door mijn keel.

Nou, hier in Kos hebben we de bedelmus! Zit je lekker buiten te ontbijten, komt die mus aanvliegen met zijn vriendjes. Gaat die vlak voor je op de grond zitten en maar naar je omhoog kijken, met van die oogjes die vragen, ga je dat allemaal alleen opeten? Als het te lang duurt, gaat ie op de rand van de vrije stoel bij je aan tafel zitten. De schooier! En loop je zonder nadenken even naar binnen om nog een kop koffie te tappen, kom je terug, is alles weg! Met bord en al! Of zou dat het werk zijn van de serveersters? Krijgen die ook nooit wat te eten?


Kos is eigenlijk gewoon een Nederlandse enclave. Overal waar je gaat, hoor je Nederlands op straat. Vandaar ook al die fietspaden natuurlijk. Bij ons hotel wappert als eerste de Griekse vlag, natuurlijk, dan komt de Europese vlag, voor de zekerheid denk ik, maar dan hangt daar toch echt de Nederlandse driekleur te stralen in de zon. Het verbaasde me dan ook niet in de hotelbar André Hazes en zijn lallende meezingers aan te treffen. Daarom zaten wij liever in bar B52.


We besloten de boom van Hypocrates maar weer eens op te zoeken. Wat meer beweging dan het in de ligstand zetten van het strandbedje is ook wel eens fijn. In mijn herinnering was de boom ergens bij de minaret op het koffieplein. Vanaf ons hotel maximaal 30 minuten sloffen. Da's nog wel te doen bij 36 graden in de schaduw,

"Zullen we via de haven lopen," vroeg Linda.

Dat leek mij een uitstekend idee. Het is ietsje om, maar de haven is altijd leuk. Dus wij sloegen linksaf naar de het strand, om langs de kustlijn bij de haven te komen. En om maar meteen iedere illusie weg te nemen, dit was precies de juiste route. Niks aan de hand.

Zodra we bij het strand aankwamen, werden we toegeroepen door Johanna van Helen's Beach.

"You want Nice beds. I have Nice beds for you."

"No we eh, want to wander a little. Thank you."

"You can also wander acros the Beach here," schreeuwde ze ons nog achterna, maar wij liepen stug door.

Bij Petros Beach riep de oude Petros zelf ons toe.

"Nice bed, my friend. From Holland? We have orange parasols."

"No thank you very much,"

"Next time you come here yes, my friend!" riep Petros ons achterop.

Toen we bij Tarzanbeach voor de 4000ste keer werden uitgenodigd om plaats te nemen op "the best beds in town" was onze enige reactie, rechtsafslaan, terug de stad in, weg van de kust.


Voor, achter, bij en naast en om het koffieplein, nergens vonden we de beroemde boom van Hypocrates.

"Dan hebben ze hem verplaatst," concludeerde ik.

"Ja hoor, een 3000 jaar oude olijfboom, die hebben ze echt niet verplaatst," zei Linda.

"Het kan ook zijn dat ik het me verkeerd herinner, maar hier staat ie in ieder geval niet, meer."

"Zullen we dan eerst even een kopje koffie doen voor we verder lopen," stelde Linda voor.

"Nee, ik wil eerst die hypocriete boom vinden. Die moet hier toch in de buurt zijn, als ze hem niet hebben omgezaagd."

"Kijk dan even op het kaartje," zei Linda kalm, maar ik bespeurde toch enig ongeduld in haar stem.

En omdat het, objectief gezien, best een slim idee was, haalde ik de kaart tevoorschijn. Inderdaad, de boom stond niet bij het koffieplein, maar een eindje verderop bij de ingang van het oude fort. En ook daar stond een minaret. Dus mijn geheugen werkt feitelijk nog best goed.


Het was inmiddels te laat voor koffie, maar een Radler en een verse sinaasappelsap waren een welkome vervanging. Wat een genot. Daarna zijn we nog even door een Griekse hoop puin gelopen. Een archeologische vindplaats noemen ze dat hier. Nou er staan nog geen twee stenen recht op elkaar, maar goed. En daarna zijn we wat kleins gaan eten achter het koffieplein, onder een grote, oude olijfboom. Als ik Hypocrates was geweest, was ik hier gaan zitten denken, in plaats van bij dat oude fort. Logisch.


Het was al vanaf dag één raak. Recht tegenover ons appartementencomplex zat bar B52. Dus vóór het slapen gaan, namen we daar nog een afzakkertje, of twee, of drie, of vier. Het hotel was dichtbij. En Fania stond in de bediening. Ze was Servisch en zat daar op de hotelschool. Ze liep hier stage met nog twee andere klasgenoten. Eigenlijk hadden ze een plek in een hotel zouden krijgen, maar, zoals dat hier gaat in Griekenland, dat liep net even anders. Dus nu stond ze in bar B52.

"Ik ben doodop," zei ik toen we richting ons appartement sjokten.

"Ja, ik ook," zei Linda.

"Jullie zijn watjes!" zei Leon. "Jullie gaan één ochtendje wandelen en zijn vervolgens de hele dag geen cent meer waard. Gezellig!"

"Nou, één drankje dan. Vooruit."

Maar dat ene drankje kwam blijkbaar met nieuwe energie, want uiteindelijk verlieten we het etablissement pas om drie uur 's nachts, joviaal kalinigta roepend. En nou vermoed ik dat dat komt door die verse munt in de mojito's.


22 augustus 2014

Salvatore Cocco


het wonder van Kos

De ene dag is de andere niet. Met deze tegelwijsheid wilde ik eigenlijk dit verhaal beginnen, maar bij nader inzien zie ik daar toch maar van af.


Het was tien voor negen en ik zat eenzaam in de lobby van het hotel. De auto zou om negen uur worden afgeleverd en ik ben graag op tijd. Ook tijdens de vakantie. Een van mijn vele afwijkingen. Maar gelukkig was er wifi, en waar wifi is ben je nooit alleen. Kijk, met die spreuk ga ik dit verhaal beginnen. Waar wifi is, ben je nooit alleen. Hoewel, met een Nokia 6300 heb je niks aan wifi, maar wie heeft nou nog een Nokia 6300? Ja, thuis ligt er nog een, tussen de andere dode mobieltjes. Waarom ik die krengen bewaar, begrijp ik zelf ook niet. Om te gebruiken als de iPhone stuk gaat? Maar die gaat niet stuk. Bovendien wil je dan toch niet meer met een Nokia worden gezien? Maar goed, eerlijk is eerlijk, het waren de iPhones van de digitale oudheid. Compact, degelijk en zeer betrouwbaar. Maar ik dwaal af. Het was dus inmiddels negen uur, maar nog geen auto. Op zich is dat geen wonder, want we zitten op Kos. Griekenland. Als je hier de 20ste augustus, om negen uur afspreekt, zegt dat meer iets over datum dan over het tijdstip. Als je mazzel hebt, want soms bedoelen ze dan gewoon in de maand augustus ergens. En als het gaat om het aflossen van hun schulden in Europees verband bedoelen ze waarschijnlijk deze eeuw nog ergens denk ik, of de volgende. Maar ik dwaal weer af. Ondertussen was het tien over negen en nog geen auto te zien.

Half tien was het toen er een koddige, dikke, bezwete, oude Griek de lobby in kwam rennen. Aangezien ik de enige lobbyist was, liep hij rechtstreeks op mij af.

"You want car?" vroeg hij.

"Yes."

"I'm sorry I'm late."

"I know."

"Sorry, but traffic. I had to run."

"No one should run with these temperatures," zei ik venijnig. Maar de Griek lachte zijn tanden bloot.

"Can you see me running," zei hij lachend. En toen had ik hem al vergeven. Hij vroeg geen borg, want een man met humor is altijd eerlijk, zei hij. Foutje, bedankt!


Het leek Leon wel leuk om naar een waterpark te gaan. We zitten op een eiland, overal om ons heen, water. Bij ieder hotel een zwembad vol, water. Maar goed, wij naar het waterpark. Nou ja, waterparkje. Een paar hoge, snelle glijbanen én ... een golfslag bad! En wat was het heerlijk in dat golfslagbad. Het water was lekker, ook als je het binnenkreeg, geen vissen, geen schelpen en grind waar je je overheen moest werken, geen drab waar je in wegzakte, geen zand aan je voeten als je eruit liep, wat een genot! En de golven, die kwamen precies op het afgesproken tijdstip. Zoveel beter dan de zee! Maar helaas was het aantal glijbanen en de fearfactor ervan te klein. We bleven maar een paar uur.


's Middags even met de auto naar Zia, het hoogste bergdorpje van Kos. Het dorpje zelf stelt niet zoveel voor. Één straatje met dezelfde winkels als overal. Alleen de prijzen lagen hier een stuk lager! Belangrijke les: hoe hoger, hoe lager! In Zia heb je al een Ray-Ban zonnebril voor 5 euro, met hoesje! Daar betaal je bij ons in het laagland toch al snel het tienvoudige voor.

Het mooiste van Zia is echter de weg er naartoe. Haarspeldbochten en prachtige uitzichten. Een soort Posbank maar dan anders.


Vijf jaar geleden waren we ook in Kos en nog steeds is het een heerlijk eiland, maar toch is er wat veranderd. Er staat veel leeg. De proppers, die je hun restaurant of bar willen binnenloodsen, proberen elkaar op een agressieve manier de loef af te steken. Niet zelden hebben we proppers van elkaar beconcurrerende restaurants zien bekvechten, daar lusten de honden geen brood van. En dan moet jij nog eten. Bovendien is het authentieke er een beetje af. In alle cafés draaien ze dezelfde moderne dreunmuziek. Alleen in kleine winkeltjes waar ze cd's verkopen, wil je nog weleens die lekkere, originele Griekse volksmuziek horen van mannen als Theodorakis en de zijnen. Ik heb het idee dat ook hier de horecamaffia de scepter zwaait. Dan komen er van die types op een motor aangereden, vloeken wat, halen de kassa leeg, plegen een schreeuwerig telefoontje en stappen weer op hun motor.

Maar ach, als toerist heb je daar weinig last van. De meeste Grieken zijn nog altijd even vriendelijk en aardig. En op het koffieplein werken nog steeds dezelfde aardige obers als vijf jaar geleden. Thank you very much!


Zittend aan een heerlijke cappuccino op het koffieplein zie ik naast ons in een straatje twee mannen van middelbare leeftijd lopen met een klein hondje. Echte Kossenezen, denk ik. En homo's ook. Dat leidt geen twijfel. Ze staan een beetje met elkaar te praten als het hondje ongemerkt gaat zitten en midden in de drukke winkelstraat een drol neerlegt. Paniek bij de Kossenezen! De man die de riem vasthoudt, zoekt in zijn zakken maar vindt niet wat hij nodig heeft. Hij roept druk gebarend iets naar zijn vriend die vervolgens met naar buiten zwaaiende benen op een drafje naar een restaurantje huppelt. Hij komt terug met een flinke dot papier en servetten. Ik denk nog, die gaan die drol oppakken. Netjes. Homo's hè. Maar nee! Het kontje van het beestje moest worden afgeveegd. Het diertje blijft er ook echt voor staan. Pas als het hondenbipsje fris is opgewreven, gooit de man het papier over de het poepje en raapt het met een vies gezicht op om vervolgens het hele zaakje in de dichtstbijzijnde prullenbak te proppen. Zijn vriend, die het hondje aan de lijn heeft, praat en gebaart weer heftig. Maar zijn vriend blijft met een vies gezicht staan kijken, met de handen vooruit gestoken zwaaiend alsof hij ze schoon wilde schudden. Dan rent hij het restaurant in, waarschijnlijk om zijn handen te wassen. Ondertussen maakt het hondje weer aanstalten om er eens fijn voor te gaan zitten. Maar de riemhouder heeft het nu door en geeft een klein rukje aan de riem. Al moet je nog zo nodig, er wordt hier niet op straat gepoept!

Hoe het verder gaat, weet ik helaas niet, want mijn zicht wordt geblokkeerd door een groep waggelende, rood verbrande Engelsen. 


Kos staat bekend als fietseiland. En je ziet er ook heel veel mensen fietsen. Kos is ook een van de weinige plekken op deze wereld waar ze speciaal voor de fietsers fietspaden hebben aangelegd! Net als in Nederland. Nou ja, niet net als in Nederland natuurlijk. Want ze hebben wel fietspaden aangelegd, maar geen stoep! Voetgangers lopen daarom op de fietspaden, zodat de fietsers zich door drommen wandelaars heen moeten zien te wurmen. Dat hele verkeer is trouwens naatje. Ook auto's, scooters en quads rijden kris kras door elkaar en langs elkaar. En keihard ook. Verkeersregels zijn er om aan je laars te lappen en een groen verkeerslicht betekent net zoveel als een rood verkeerslicht: niets. Rechts heeft alleen voorrang als links het niet neemt. Een toetertje hier en een claxonnetje daar en we lossen het samen wel op. Dat er niet dagelijks doden vallen is het wonder van Kos.


21 augustus 2014

Salvatores Coccos


20 augustus 2014

begeleid advies

Hoe het werkt, is me een raadsel. Zo denk je nog dat je nooit meer zult schrijven en gooi je alles weg, en zo ben je ineens aan je derde verhaaltje bezig. Nou ja, het zijn eigenlijk geen verhalen. Ik maak schetsen met woorden. Vaak lijkt het wel of dat 'vertellen' geheel buiten mij om gaat. Dat ik slechts de handen heb die de letters tikken, maar dat iemand anders me het verhaal influistert. Maar wie zou dat kunnen zijn? Zeus?


Leon wilde nog even chillen in het appartement, maar wij wilden naar het strand besloot Linda. Nu is er in Kos zoveel strand en zijn er zoveel bedjes, dat het eigenlijk nergens echt druk is. De uitzondering op de regel was Artemis Heaven. Er draaide hippe lounge muziek, boem, boem, boem, boem, en er liepen frisse jongens en meiden om bestellingen te halen en brengen. En de bedjes, die waren gratiz jonguh! Dus daar gingen we liggen. En wat denk je, wie lag daar vlak voor ons, terwijl Leon met zijn luie hoofd nog in het appartement lag te rotten? Inderdaad, de nieuwe Notting, meisje Fania! Strak, blond en bruin! Prima schoondochter materiaal, maar ja. Slaap maakt meer kapot dan je lief is.


Wat me opvalt aan zo'n strand is dat er vaak clubjes zijn. Mensen die iets met elkaar gemeen hebben, gaan bij elkaar liggen; zoeken elkaar op. Dat gaat waarschijnlijk onbewust, want vaak kennen ze elkaar helemaal niet, maar toch liggen ze bij elkaar in de buurt. Zo is er helemaal vooraan, vlak bij het water, de afdeling walrussen. Allemaal stevig gebouwde medemensen, zeg maar gerust dikkerds, die niet al te ver over het hete zand kunnen lopen om uiteindelijk vederlicht als een ballon op zee te kunnen dobberen. Die liggen dus vooraan. Daar net achter liggen dan vaak de ouders met kinderen. Niet pal aan het water, maar dichtbij genoeg om de kinderen goed in de gaten te kunnen houden en snel ter plaatse te zijn als de kids onverwacht maritieme problemen ondervinden.

Helemaal rechts, tegen de rieten afscheiding aan, zitten de sportscholers. Allen vanuit een minderwaardigheidscomplex flink gaan trainen, maar nooit helemaal écht zelfverzekerd geworden. Wel gespierd en bruin, maar toch een beetje veilig aan de rand.

In het begin, bij de ingang bedoel ik dan, liggen de macho's en macha's. De jongens en meiden die er goed uit zien, zelfverzekerd zijn, die  alles willen checken wat het strand op komt en een zo lang mogelijke afstand willen afleggen naar de zee om hun goddelijke jonge lichamen te kunnen showen aan iedereen die niet zo'n lichaam heeft.  Steeds vaker hebben die jongens een baard en een kort, hoog paardenstaartje of knotje. In het middenstuk liggen dan de plukjes gewone jongens en meisjes, groepjes vrienden of vriendinnen, maar ook de Lone Rangers. Zij hebben vaak niet het perfecte lichaam van een macho of macha, maar zijn al blij dat ze niet bij de dikkerds vooraan hoeven te liggen.

Linda en ik liggen aan het plankieren gangpad. In de sectie 'kijk ons nog eens leuk meedoen'. Prima plekken overigens.


Zoals de meesten onderhand wel weten, ben ik meer een zwembadgast dan een strandfiguur. Maar ja, omdat ik geen zin heb om in alle vroegte al zwembadbedjes te confiskeren door het weinig subtiel plaatsen van een handdoek, ben ik tegenwoordig wel verplicht om naar het strand te gaan. De volgende keer kunnen we net zo goed een hotel zónder zwembad boeken. En met die strandbedjes en parasols is het nog goed te doen ook, het strand. Maar de zee blijft toch een downer. Het water is op zich heerlijk verfrissend zolang je er maar in zit en het niet binnen krijgt. En er drijft ook altijd wel van alles in rond. Vooral aan het begin. Daar waadt je door verschillende natuurlijke materialen van veelal onbekende oorsprong. Brrr! En dan over het bloedhete zand terug naar je bedje. Zit je tot aan je knieën weer onder het zand. En je droogt ook zo korrelig op. Je huid voelt aan als schuurpapier, want je zit onder het zout. Ik vind dat maar niks. Ik ben toch geen hardgekookt ei!


Wat de hostess eigenlijk als eerste zou moeten vertellen aan iedere vakantieganger: maak geen oogcontact met loslopende verkopers of muzikanten, want dan raak je ze niet meer kwijt. Wij waren inmiddels door ervaring wijs geworden, maar Leon kende deze ongeschreven regel nog niet en knikte vriendelijk naar iedereen. Dus toen we rustig een kopje koffie dachten te drinken, verschenen er aan ons tafeltje achtereenvolgens rozenverkopers, doven met spongebob-lampjes, verkopers van Afrikaans houtsnijwerk, violisten en gezondheidsadviseurs. Gezondheidsadviseurs? Jazeker! Een bruin getint jongetje van een jaar of elf met een oude versleten accordeon om de nek, kruiste Leons blik en kwam aan ons tafeltje staan om een partijtje vals te spelen. Het klonk echt nergens naar; er was geen enkele melodie in te ontdekken. Ik trok mijn portemonnee om de knaap af te kopen terwijl Leon lachend een sigaret op stak. De jongen stopte met de herrie en nam de euro in ontvangst, richtte zich tot Leon en sprak belerend: "No good, smoking no good, you quit yes." Hij lachte er niet bij, dit was een serieuze zaak. Al trekkend aan zijn lawaaizak verdween de jongen om andere tafelgasten van een begeleid advies te dienen, ons toch enigszins overdonderd achterlatend.


Ik zeg het wel vaker, ik ben eigenlijk 10 jaar te vroeg geboren. Daardoor heb ik een aantal zaken nooit zelf meegemaakt. Zo ben ik nooit op een schuimparty geweest, heb ik nooit in de ballenbak gezeten en heb ik nooit een laserpen in mijn bezit gehad. En laten ze er daar nou met bosjes mee rond lopen. Dus ik maak oogcontact en het werkt direct. De man laat me direct de vele leuke mogelijkheden zien die deze pen biedt.

"How much?" vraag ik.

"Ten euro's," zegt de knaap.

"Seven," zeg ik.

"No can not do no," zegt hij spijtig.

"Then not," zeg ik en gooi mijn handen in de lucht.

"Mister," zegt hij dan en tikt me op de arm.

"Eight. Is minimum," zegt hij serieus. Ik doe of ik dit aanbod nog moet afwegen en las een korte pauze in. Dan besluit ik zijn aanbod te accepteren.

Hij pakt lachend een nieuwe pen voor mij, doet er nieuwe batterijen in en test hem voor me uit. Hij werkt prima. Ondertussen pak ik mijn portemonnee en trek er een briefje van tien euro uit.

Hij geeft mij de pen en ik geef hem de tien euro. Als hij mij de twee euro wil teruggeven, zeg ik joviaal lachend "You keep the change" en loop met mijn eerste eigenste echte laserpen op zak het straatje in. Ach, het gaat om het spel.


20 augustus 2014

Salvatore. Cocco

19 augustus 2014

lopen maar

Daar zat ik dan. In de vroege ochtend. De iPad op schoot en tikken maar. Een verhaaltje schrijven over onze avonturen gisteren. Maar het wilde niet. Het was weliswaar een keurig verslag van de gebeurtenissen, maar het was niet leuk! Ben ik het schrijven verleerd? Zit het werk nog te veel in mijn lijf? Of ben ik gewoon niet grappig meer? Ik drukte op delete en weg was het hele verhaal. Dit jaar dan maar geen vakantiekroniek. Ik was er vooraf al bang voor. Er zaten nog te veel andere dingen in mijn hoofd. Bovendien, het begon op werk te lijken, een verplichting. "Oh leuk, gaan jullie op vakantie? Ik vind die verhaaltjes altijd zo leuk!" Ja ja. Nou, dit jaar dus niet! En misschien wel nooit meer! Ik ga weer gewoon foto's maken!


Het ontbijt was heerlijk en voedzaam. Spek en ei met ei en spek! En een half schijfje tomaat voor de kleur. En nog een keer een bordje, nu met een croissant erbij. Mmmm! Maar het viel niet lekker. Dat had ik eigenlijk meteen in de gaten. Als iets niet goed valt, is mijn oplossing, gewoon flink dooreten! Dus toen Linda en Leon op een terras een slush puppy bestelden, nam ik een hamburger. Ja, gewoon een simpele classic, met tomaat, ui, sla, kaas en mayo. En friet. Met mayo. En dat begon me toch te borrelen in mijn darmen. De mayo ging een reactie aan met het spek en er kwam een chemische verbinding tot stand tussen de burger en het ei. Terwijl het voornemen was om rustig terug naar het hotel te slenteren, spoorde ik iedereen aan om er een tandje bij te zetten.

"Wat loop je toch te jagen?" riep Linda die net in een winkel met tassen wilde verdwalen.

"Ja, luister eens naar je vrouw," stookte Leon.

"Mijn darmen! Ik moet ontzettend nodig!"

"Alweer? Je bent vanmorgen ook al...."

"Leuk gesprek, maar ik moet nu echt rennen!" onderbrak ik Linda en met samengeknepen billen klom ik de trap op naar ons nieuwe appartement op de eerste etage. Het bleek behoorlijk lastig deze hindernis, met samengeknepen billen en onder grote druk, geheel foutloos te nemen. Slipperend kwam ik boven. Ik duwde de kaart in de gleuf, rende naar de pot, trok mijn broek omlaag en ontspande.

De details zal ik jullie besparen, maar het geluid dat hierbij vrijkwam, deed Linda en Leon zich afvragen of ze de Bedrijfshulpverlening van het hotel moesten inschakelen. En toen ik opgelucht de deur van de wc opendeed en de kamer in liep, was de geur die ik meebracht inderdaad een ontruiming waard.


Aan het strand - de zwembadbedjes waren reeds allen behanddoekt - stond recht tegenover ons, een meter of twintig verderop, een jongeman in z'n eentje een beetje rond te kijken. Als je hem zo zag staan, zou het niet zeggen, maar het waren de kleine bewegingen en gedragingen die hem verraadden. Hij was..., ja hoe zeg je dat tegenwoordig zonder iemand te beledigen. Als het woord negerzoen al als kwetsend kan worden ervaren, hoe noem je dan iemand die niet helemaal goed is, zonder op iemands gevoelige, lange tenen te gaan staan? Een geestelijk gehandicapte, een minder begaafd iemand, iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt? Geen idee, maar zo'n jongen was het dus.

Hij frunnikte steeds aan de pijpen van zijn zwembroek en draaide die dwangmatig naar binnen toe omhoog. Hij keek rond, maar keek tegelijk nergens naar. Hij stond en keek in het niets, zo leek het.

Een klein stukje verderop zaten vier jongens van ongeveer dezelfde leeftijd, rond de twintig, onder de parasol een potje te kaarten. Hij liep er naar toe en ging dicht achter een van de jongens staan. Toen duwde hij met zijn wijsvinger op de rug van de jongen. De jongen draaide zich om en ik zag dat ze sprekend op elkaar leken. Broers, misschien wel een tweeling. De een goed, de ander beter. De kaartende jongen stond op en gaf zijn broer een knuffel. Zijn kaartvrienden keken hier niet van op. Een van de jongens tikte op een bedje, gebarend dat hij erbij moest komen zitten. Hij maakte zich los uit zijn broers knuffel en ging zitten. Een andere jongen reikte hem een flesje drinken aan. Ik kon ze niet verstaan, maar ze zeiden wat en lachten. Het kaartspel werd hervat. Met zijn vieren. Maar de jongen met een achterstand zat er wel bij, in de schaduw, met drinken en zijn broer altijd dichtbij voor een knuffel.


Na het douchen had Leon rode balletjes. Ja, ik bedoel, gehaktballetjes in tomatensaus. Voor ons is de maaltijd vaak hét hoogtepunt van de dag. Gelukkig was ik voldoende hersteld om weer normaal helemaal los te gaan. En wat is Griekenland dan toch een heerlijk land. Wat is dat eten allemaal lekker! Leon had dus köfte, Linda smulde van de tzatziki en ik genoot van de saganaki. En dat waren nog slechts de voorgerechten! Mmmm! Echt, alles smaakt hier lekkerder. De sla, de tomaten, de sinaasappels, zelfs de uien! Dit is genieten mensen! Jamas!


Linda was moe, van het tassen kijken denk ik, en ging naar bed. Leon en ik doken nog even bar B52 in. Die stoeltjes daar zitten me toch lekker!  En die bediening.... Het meiske dat er rond liep was super vriendelijk en sprak net zo vrolijk Engels als vorig jaar meisje Notting. Hè gezellig. Doe nog maar een Mojito!

"Ik ga effe pissen," zei Leon en weg was ie en bleef ie. Heeft die jongen een blaasinhoud van vijf liter of zo? Maar ik zag hem staan kleppen met de nieuwe Notting. Nou ja!

"Goodbey Leon," zei ze toen we een uurtje later ook ons bed nodig hadden.

"Ze heet Fania," zei Leon koeltjes.


19 augustus 2014

Salvatore Cocco


18 augustus 2014

de kuul

Het klinkt misschien kinderachtig, maar voor iedere reis ben ik toch altijd een beetje zenuwachtig. Reizen, ik vind het maar een hoop gedoe. Je koffer inpakken en maar hopen dat je helder genoeg bent om niks te vergeten. Dan naar Schiphol toe. Je weet nooit of je file krijgt onderweg, dus bijtijds vertrekken. En voor die tijd nog wel even de auto nalopen. Olie, water, koelvloeistof, remvloeistof, bandenspanning, benzine niet te vergeten én natuurlijk het reservewiel nog even checken. Oh nee, ik heb geen reservewiel meer. Ik heb een spuitbus. Hoe check je die eigenlijk? Hoe weet je dat die spuitbus nog op druk is en dat ie zal werken als je hem nodig hebt? Geen idee! Nou ja, anders bel ik de ANWB wel. Ik heb tenslotte vakantie!


Met Leon achterin reden we weg. Afgezien van een flinke bui - wat is het toch heerlijk om uit Nederland te vertrekken als het koud is en regent - verliep de reis naar Schiphol voorspoedig. Blindelings reed ik naar Langparkeren. Ik zocht een slagboom uit en deed het raam een klein stukje open om de creditcard in te voeren. Dat werkt altijd prima. Behalve vandaag dan. Het ging niet!  Nog eens proberen. Nee!

"Wat doe je allemaal?" vroeg Linda.

"Ja, hij pakt het pasje niet," riep ik geïrriteerd.

"Ach, hoe kan dat nou?"

"Ja eh...."

Ik draaide het raampje nog wat verder open. Het regende nu flink naar binnen. Mijn arm was meteen tot aan mijn schouder door en door nat. Nog een keer proberen. Nee!

"Misschien moet je op het knopje drukken?"

Ik drukte op het knopje en kreeg een kaartje. Ja, dat was niet de bedoeling. Wij hadden, met korting, gereserveerd met de creditcard. Ik draaide het pasje nog eens om en probeerde het opnieuw. Nee, weer niet. Zenuwachtig trok ik het pasje uit de automaat en liet het vallen. Nu moest ik de deur open doen om het te pakken. En het regende dat het een aard had. Ik was nu echt doornat! Wat is het toch heerlijk om uit Nederland te vertrekken als het koud is en regent.

"Ik pak een andere boom," zei ik met trillende stem en daar werkte alles wel zoals verwacht. Relax, vakantie.


Op Schiphol is het eerste wat ik doe, de bagage off droppen. En tegenwoordig kan je ook dat helemaal zelf doen. Je zet je koffer in een kooi, je scant je instapkaart, er wordt een label uitgeworpen, die plak je om het handvat zoals je dat de dames in hun mooie pakjes altijd hebt zien doen, dan druk je op ja, het hek gaat dicht en weg is je koffer! Net een magische act van Hans Klok. Er staat alleen geen windmachine bij. Super relaxed!

En zoals de hotdog hoort bij Ikea, zo hoort de Whopper bij Schiphol. Ik laat geen enkele gelegenheid voorbij gaan om op Schiphol een dubbele Whopper met kaas te scoren, of, zoals die op Schiphol heet, a double Whopper with cheese. Die is echt lekker! Linda en Leon wilden ook wel een Whopper, alleen Linda geen dubbele en Leon geen kaas. Dus als volleerd whopperist ga ik soepel een Whopper met kaas, een dubbele Whopper met kaas en een dubbele Whopper zonder kaas bestellen, terwijl Linda ondertussen met gevaar voort eigen leven op slinkse wijze een tafel ontfutselt aan een gezin met drie kinderen.

"Een enkele Whopper met kaas, een dubbele Whopper met kaas en een dubbele Whopper zonder kaas."

Zo dat kwam er soepeltjes uit. Oefening baart kunst. De meneer achter de balie tikt driftig op zijn schermpje. Zo'n soepele bestelling, dat zal hem deugt doen, dat maakt hij hier met al die toeristen meestal wel anders mee. Als hij klaar is met tikken, kijkt hij me aan en vraagt:

"Geen menu?"

Nee, geen menu nee, want anders had ik dat wel besteld hè. Die man moet toch gemerkt hebben dat dit een duidelijke, goed doordachte, foutloze bestelling was?

"Geen drinken," vraagt het meneertje vanachter zijn veilige balie. Nee, want anders had ik wel drinken besteld, dus!

"Hier opeten," vraagt dan die baliemedewerker ten overvloede. Nee, invriezen graag! Ik verzamel whoppervariaties! Ja natuurlijk hier opeten! Relax!


Als we na een verder wederom voorspoedige reis, met lieve kindertjes in het vliegtuig en een zeurende oude man in de transferbus, aankomen op onze bestemming is het al 23:30 uur lokale tijd. Een vriendelijke receptionist ontvangt ons, checkt ons in en overhandigt ons de sleutel, de afstandsbediening én ... de code van de free wifi.

We zijn moe en slepen onze koffers achter ons aan, die, om ons dwars te zitten denk ik, te pas en te onpas omvallen. Dat doen ze anders nooit.

"Als we maar niet zo'n trap op moeten," zeur ik en wijs naar een trap die naar appartementen op de eerste verdieping leidt. Maar nee hoor, we hoeven geen trap op. We moeten een trap af! Hè? Een trap áf?

Ons appartement was gelegen in het souterrain. Ja, schitterend hoor, maar toch een beetje gek om op je balkon te zitten met het gras op ooghoogte.

Linda en Leon waren het er snel over eens, wij wilden een ander appartement. Wij wilden niet in deze kuil leven! Wij waren niet voor niets ooit uit onze holen gekropen en rechtop gaan lopen!

Maar ik heb dan wel een grote bek, als het puntje bij het paaltje komt, heb ik geen zin in gedoe. Gelukkig is Linda dan van het soort dat onbevangen en voortvarend de zaken ter hand neemt. Met ferme pas liep zij naar de receptie om triomfantelijk terug te keren met de mededeling dat wij morgen een ander appartement zouden krijgen. We moesten dan wel die trap op, maar alles beter dan deze kuul!

Om het te vieren gingen we met herwonnen moed toch nog even een drankje doen bij bar B52. Een paar uur later kropen we terug onze kuil in. En geslapen dat we hebben in die kuil! Heerlijk!


Salvatore Cocco

18 augustus 2014

09 augustus 2014

effe een tweet versturen

@lalalalinder: Vroeger zei men 'Oh wat leuk dat je in de krant staat, ik ga hem kopen'. Nu klagen mensen dat je een linkje stuurt dat €0,29 kost.


Deze tweet kwam ik tegen door een retweet van iemand die ik volg. Via via dus. En op Twitter uiteraard. Een van de vele nieuwe mogelijkheden om met elkaar te communiceren. Nou ja, communiceren; het medium heeft natuurlijk zo zijn beperkingen. Als je gewoon echt met elkaar praat - in real life om het maar eens in goed Nederlands te zeggen - dan zie je iemands gezichtsuitdrukking, zijn houding en gebaren en je hoort de intonatie en modulatie van de stem. Daar kan geen emoticon of smiley tegenop! Nee, bij Twitter moet je het vooral hebben van "het woord". Bovendien moet je zeer efficiënt formuleren, want je hebt maar plaats voor maximaal 140 tekens, inclusief spaties en alles! Kortom, er is feitelijk en letterlijk geen enkele ruimte tot nuancering. Terwijl woorden in een echt gesprek, juist door het non-verbale deel, soms een andere, zelfs tegenovergestelde betekenis kunnen krijgen, kan dat met enkel geprinte tekst helemaal verkeerd overkomen.


Maar twitteren heeft ook voordelen natuurlijk. Zo is het medium zeer geschikt om een breed publiek te bereiken. Door retweets van je volgers kan je in principe de hele wereld over gaan. Zo kan je in theorie meer mensen bereiken dan met enig ander oud medium.

En, vroeger, als je in de kroeg stond bijvoorbeeld, kon het zijn dat iemand je vertelde dat Piet had gehoord van Petra, dat Pim dit of dat had gezegd over Paco. Omdat je de informatie via via kreeg, kon je er eigenlijk nooit zeker van zijn of het wel klopte. Door de mondelinge overlevering kon de informatie danig zijn veranderd of ingekleurd. Met een retweet overkomt je zoiets niet. Je krijgt een retweet wel via via, maar het is wel altijd precies de tekst die een ander schreef. Alleen, ja, je mist dan nog de context. Maar, geen nood, op Twitter kan je de link van de retweet volgen en precies zien wat eraan vooraf ging. Da's dan wel weer mooi. Extra mooi is, dat je er ook rechtstreeks op kan reageren. Je hoeft die persoon niet eens te kennen of te volgen. Binnen de beschikbare 140 tekens per tweet kan je eruit gooien wat je wil en naar wie je wil en wel meteen!


In het echte leven gaat dat heel anders. Stel dat ik die Pim uit het voorbeeld van hiervoor in het echte leven van repliek wil dienen op wat hij over Paco heeft gezegd, dan moet ik hem toch eerst zelf opzoeken. Vervolgens moet ik vragen of het klopt dat hij dit of dat heeft gezegd over Paco. Hij zal vragen hoe ik daar nou bij kom en ik moet uitleggen dat Piet mij vertelde dat hij van Petra had gehoord dat hij, Pim, dit of dat over Paco had gezegd. Dan kan Pim zeggen dat dit helemaal niet waar is en helemaal uit zijn verband is gerukt, en dan wordt het voor mij nog een hele toer om ooit de waarheid te achterhalen. Op Twitter heb je daar dus allemaal geen last van. Heerlijk! Of toch niet?


Als ik vroeger in de krant stond, kocht ik een aantal exemplaren en gaf die aan mensen die echt in mij en mijn doen en laten geïnteresseerd waren. Andere bekenden riepen: "Oh wat leuk dat je in de krant staat, ik ga hem kopen!", maar dat was natuurlijk obligaat en geheel vrijblijvend. Nooit zou ik weten of ze die krant ooit echt zelf kochten of het artikel bij mijn ouders, zus, nicht of neefje hadden gelezen of in de krant van de buren of in de bibliotheek of gewoon helemaal niet. Ook niet belangrijk. Het deed er ook helemaal niet toe. Het had allemaal iets vrijblijvends en niet dwingends.

Het wordt toch anders als je een link op Twitter plaatst. Dan bereik je niet alleen je familie, vrienden en kennissen, maar via hen ook anderen. Mensen die zij kennen, maar die jij zelf totaal niet kent. En via hen weer mensen die nog verder van je weg staan. Zoals gezegd, in theorie kan zo'n linkje de hele wereld overgaan.

Als zo'n totale onbekende nu op zo'n link klikt en er dan 29 eurocent voor moet betalen, is het niet zo gek dat zo iemand denkt: "Ja da's lekker, ik ken die gozer niet eens, waarom zou ik daar dan eerst lid voor moeten worden van zo'n site en dan ook nog eens €0,29 betalen. Dat ga ik niet doen!" En dat begrijp ik! En van al die mensen zijn er ook een paar die hun gedachten direct in woorden omzetten en gelijk op reply tikken. Op Twitter kan dat. In het echte leven niet, maar op Twitter wel. Dus logisch dat ik dan van totaal onbekende mensen reacties krijg als: "Is het niet gratis.", "Verdien je hieraan of zo?", "En jij denkt dat ik hiervoor ga betalen?". Ik begrijp dat wel. @lalalalinder blijkbaar niet. Maar ja, leg dit dan maar eens uit in 140 tekens.


Salvatore Cocco


01 mei 2014

de stad

Schrijfcursus tip 1: begin een verhaal nooit met woorden als 'ik' en 'toen'.

Toen ik de badkamer uit kwam, brak ik zowat mijn nek over de drempel. Vandaag was 1,5 centimeter blijkbaar een niet foutloos te nemen hindernis, want enkele ogenblikken later lag ik languit in de slaapkamer.
"Wat doe je?" vroeg mijn vrouw vrolijk lachend.
"Ik check de kwaliteit van het laminaat," bromde ik om duidelijk te maken dat ze zich met haar eigen moest bemoeien. Het is maar goed dat ik niet aan hardlopen doe, anders had ik komende week weer moeten laten schieten, dacht ik en wreef over mijn pijnlijke knieën, terwijl ik moeizaam overeind krabbelde. Misschien moet ik toch eens stoppen met die shotjes.

Schrijfcursus tip 2: in een kort verhaal is geen ruimte voor uitvoerige beschrijvingen, zijpaden en flashbacks.

Gisteren was ik met "de jongens" wezen stappen. Dat had me twee dingen geleerd. Één, het werd nu toch echt tijd dat we stopten onszelf nog langer "de jongens" te noemen, want alle meiden spraken ons tegenwoordig met 'u' aan. Twee, de taxi was een onbetaalbaar vervoermiddel geworden. En toch had ik de chauffeur nog een ruime fooi gegeven. Tja, als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan. Die spreuk is vast bedacht door een man van middelbare leeftijd. Of een vrouw natuurlijk. Eenmaal binnen - de sleutel bleek uiteindelijk toch te passen - deponeerde ik de shoarma keurig in de wc-pot. Niet zittend, maar knielend, ondertussen geluiden uitstotend die in een Godzilla-film niet zouden hebben misstaan. Kijkend naar het resultaat vroeg ik me af of ik überhaupt had gekauwd. Snel trok ik door en kroop op handen en voeten zachtjes de trap op. Zachtjes, is een relatief begrip, want op de overloop stond mijn zoon mij slaperig op te wachten.
"Jezus, ik dacht dat er werd ingebroken!"
"Nee, ik ben het maar. Ga maar weer slapen," dacht ik te zeggen.
Mijn zoon keek me verwonderd aan.
"Laat maar, ik ga weer naar bed. Rustig aan!" en hij verdween achter zijn kamerdeur.
Tijdens het tandenpoetsen schoot de borstel een keer of drie uit mijn mond. Ik spoelde en spoog een keer op mijn schoen. Hoe dat nou toch kon?
In onze slaapkamer lag mijn vrouw rustig te slapen. Ik trok mijn schoenen uit, instappers, en zette ze in de hoek.
"Jezus, ik schrik me dood!" zei mijn vrouw. "Kan het ook wat zachter?"
Ik ging op bed liggen en zag mijn vrouw op en neer wiebelen. Deed ik dat? Gezellig kroop ik tegen haar aan. Meteen duwde ze me weg.
"Je stinkt naar bier!" zei ze met een vies gezicht.
Ik pakte een flesje bier en gooide dat over haar heen.
"Jij ook!" zei ik.
Maar dat laatste dacht ik alleen maar. In werkelijkheid draaide ik me om en werd voor mijn gevoel direct daarna met hoofdpijn wakker. De zon scheen. Helaas.

Schrijfcursus tip 3: voorkom herhalingen; daar zit de lezer niet op te wachten.

"Zo, gister naar de stad geweest?" klonk de stem van de onzichtbare buurman vanachter de hederahaag.
Man, bemoei je met je eigen zaken, dacht ik met dichtgeknepen ogen tegen de felle zon. Maar ik zei:
"Ja."
"Ik hoorde je thuiskomen vanacht."
Hoe kan hij mij nou hebben horen thuiskomen! Hij slaapt altijd met het raam dicht en daaroverheen een rolluik!
"Of nou ja, vanacht. Het was meer vanmorgen, geloof ik," ging hij verder.
Oh ja, die man is altijd al om zes uur op en het was ondertussen bijna half zeven eer de taxi mij afzette. Werkeloos en nog steeds om zes uur op. Dan begrijp je het toch niet helemaal!
"Ja."
"Katertje?"
"Ja."
"Toch weer te veel gedronken zeker?"
"Ja."
"Hoe ouder je wordt, hoe slechter je er tegen kan."
"Ja."
"Vroeger, kon je dagen achter elkaar doorhalen, maar tegenwoordig is één avond al funest."
"Ja."
"Nee, ik ben ermee gestopt."
"Mmm," bromde ik voor wat variatie en kon mij niet voorstellen dat de man ooit uit was geweest. Met wie was hij dan gegaan? Je zag er nooit iemand anders dan zijn schoonmoeder. En stappen met je schoonmoeder is net zoiets als koolraap. Het lijkt op friet, maar dat is het niet!
"Voor mij alleen nog maar een frisje."
Nou dan sluit jij jezelf toch lekker op in de vriezer. Heb jij je frisje, dacht ik.
"Vorige week wilde Lie uit, maar ik zei, ik rij wel."
De man korte alles af. Buurman werd buur, Nissan werd Nis, zelfs zijn vrouw's naam Lia werd afgekort naar Lie. En omdat ze ook nog eens langer was dan hij, werd ze in de buurt Lee Towers genoemd. Zijn eigen naam had ik hem echter nooit horen afkorten. Rodney.
Zal ik vragen waar ze vorige week heen zijn geweest?
"Waar zijn jullie heen geweest?"
"Leuk dat je dat vraagt. Naar het spoorwegmuseum. Echt een aanrader!"
"Oh leuk," loog ik en vroeg me af of dat museum wel op de afgesproken tijden open zou zijn.
"Ja, schitterend! Ze hebben er ook zo'n oude hondskop staan weet je wel en...."
"Zeg, sorry, maar ik moet naar binnen, de telefoon gaat."
"Ik hoor niks."
"Doei."
"Eh... ja."

Schrijfcursus tip 4: zorg voor vaart in je verhaal.

Ik schoof de hordeur snel achter me dicht en plofte met een zucht op de bank. Ontsnapt! Hier blijf ik de rest van de dag zitten, besloot ik, en liet me opzij vallen. Liggen! Nog beter! Oogjes toe. Effe helemaal niks. Geen gezeur, geen gedoe, heerlijk!
"Eten!"
Ik schrok van mijn eigen vrouw! Dat gaat lekker. Wat riep ze nou? Eten? Nu al? Ik keek op de klok. Half zeven al! Hoe kan dat nou?
"Je lag lekker te snurken, met de schuifdeuren open," zei ze opgewekt.
"De hordeur zat dicht," zei ik toonloos, slaap uit mijn ogen wrijvend.
Bloemkool, met verse worst en aardappels. Het staat in mijn top 10, maar vandaag even niet. Nog voor ik goed en wel aan tafel zat, hing ik alweer boven de pot. De wc-pot, wel te verstaan.
"Ik heb de tuindeur maar even dicht gedaan. Mijn hemel!" zei mijn vrouw liefdevol.
"Ik zet wel even een bordje weg. Misschien wil je straks nog wat eten."
"Ja, da's goed," zei ik half boerend en plofte weer op de bank.
De stad, dacht ik, dat is toch ook een raar woord. Dat wordt ook maar overal voor gebruikt. Als je gaat stappen, waar ik nu even niet aan moet denken, zeg je dat je naar de stad gaat. Maar als je gaat winkelen, ga je ook naar de stad. Terwijl dat toch echt iets anders is. Winkelen, daar heb ik nooit zin in, stappen alleen vandaag even niet.
Het was al bijna negen uur toen de magnetron 'ping' zei en ik met tegenzin een paar hapjes bloemkool naar binnen propte.
"Ik denk dat ik maar naar bed ga, dat wordt toch niks meer vandaag."
"Nou, tot morgen dan. Slaap lekker," was de wens van mijn vrouw.
Één avondje stad, daar heb ik tegenwoordig dagen plezier van.

Schrijfcursus tip 5: zorg voor een uitgewerkt einde met een goede clou. Schrijf nooit 'einde'!

Einde!

Salvatore Cocco
1 mei 2014