Translate

19 november 2017

lachen geblazen

Humor is de hoogste kunstvorm die er bestaat, aldus Theo Maassen, en dat ben ik volledig met hem eens. Humor ís de hoogste kunstvorm die er bestaat. Met mooie muziek kan je mensen aan het huilen maken, maar je kan ze er niet mee laten lachen. Kwak een paar emmers verf op het doek en je hebt moderne kunst, maar doe je ditzelfde met woorden dan krijg je hooguit een onbegrijpelijk gedicht, maar zeker geen grap. Logisch, want humor is de hoogste kunstvorm die er bestaat. Daar moet je voor werken, over nadenken, aan slijpen, in schrappen. Nee, humor is niet makkelijk, humor is moeilijk, want humor is de hoogste kunstvorm die er bestaat!

Ik hou van humor, vooral geestige humor, waar je om kan lachen. Vind ik leuk. Humor waar je moeite voor moet doen. Humor die ergens over gaat. Humor die nergens over gaat. Humor die eigenlijk niet kan, maar je toch besmuikt doet lachen. Harde humor. Humor die pijn doet. Humor te flauw voor woorden. Ik hou van alle humor. Tenminste, van alle geconstrueerde humor. Dus gewoon iemand filmen die een doodsmak maakt, of iemand met een lulverhaal in de maling nemen, vind ik geen humor. Humor is niet gemakzuchtig, want humor is de hoogste kunstvorm die er bestaat.

Er zijn ook mensen bij wie het humor-gen geheel ontbreekt. Vaak gaat dat gepaard met een overactief zuurpruimchromosoom. Een veel voorkomend lichamelijk kenmerk van deze afwijking zijn de lange tenen. Bij mannen gaat dat vaak gepaard met een kort lontje. Daar rust nog altijd een taboe op; mannen spreken er niet graag over. Ook omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van humor. Zelfs als het humor-gen geheel ontbreekt, iets wat overigens bij vrouwen vaker voorkomt, kan men met de juiste begeleiding toch nog een heel acceptabel niveau bereiken. Iemand die echter opgroeit in een sterk religieuze omgeving zal significant minder snel gevoel voor humor ontwikkelen. Dat komt omdat het relie-gen meestal gekoppeld is aan het in Nederland veel voorkomende betweters-eiwit. Het betweters-eiwit breekt het relativeringsvermogen af en staat de ontwikkeling van realiteitszin in de weg. Er is nog veel onderzoek nodig, maar uiteindelijk zullen wetenschappers een testmethode ontwikkelen waarmee al in een vroeg stadium van de zwangerschap kan worden vastgesteld of het humor-gen aanwezig is of niet, zodat tijdig kan worden ingegrepen.

Eten is belangrijk. (Ja, dit is even iets heel anders.) Als je niet eet, ga je dood. Ja, je gaat sowieso dood, maar als je niet eet, bespoedig je dat lot. Aangezien ik hier geen enkel risico wil lopen, heb ik mezelf aangeleerd om goed te eten. Een bord nasi werk ik in 5 minuten naar binnen, maar als het moet, kan ik er ook langer over doen.
Drinken is trouwens nóg belangrijker. Dus heb ik mezelf gedwongen goed te leren drinken. Uit lijfsbehoud. Een flesje bier sla ik dan ook zo achterover. Maar als het niet anders kan, neem ik ook gerust een flesje vino rosso.
Nou zijn er mensen die beweren dat sporten belangrijk is voor een lang en gezond leven. Hele volksstammen hebben dat geloof overgenomen. Ze rennen of fietsen op druilerige zondagochtenden in hordes over dijken en straten. Door hun oortjes of hip koptelefoontje wordt hen constant ingefluisterd hoe goed ze bezig zijn. Maar ja, als je als een gek over drukke dijken en straten rent of fietst, neem je een onverantwoord groot extra risico! Niet alleen liggen talrijke blessures op de loer, maar ook de voorwielen van de recreatieve automobilist. En dan heb je als fietser toch weinig bescherming van zo'n kek hellumpie. En de reflectoren in je kleding beschermen je ook al niet tegen de impact. Nee, dan ineens blijkt sporten je toch geen onsterfelijkheid te brengen.
Bovendien, als je niet sport, blijf je ook gewoon leven. Het is echt niet hetzelfde als met eten en drinken. Ik ken mensen die nooit hebben gesport en toch oud zijn geworden, maar ik ken niemand die door leeft zonder eten en drinken. Dus eten en drinken zijn echt vele malen belangrijker voor een lang en gezond leven dan sporten. Dat zijn de naakte feiten. Maar feiten tellen tegenwoordig niet meer; het draait allemaal om het gevoel. Dus het gevoel dat je goed bezig bent, is belangrijker geworden dan daadwerkelijk goed bezig zijn. Noem het ouderwets, ik hou me nog altijd graag vast aan de feiten. Dus sport ik helemaal niet, maar eet en drink alles wat los en vast zit, voor een lang en gezond leven.

En? Hoe vond je dit stukje tekst? Is het humoristisch? Nou, ik zal eerlijk zijn, of je het nou leuk vind of niet, maar zonder dat je het weet, heb je meegedaan aan een test. Als je namelijk, bij het lezen ervan niet één keer hebt geglimlacht, dan ben jij mogelijk bepalend voor wat er gebeurd in ons land. Ik zal je uitleggen hoe dat zit.

Volgens schattingen heeft zo'n 10 tot 15 procent van de mensen weinig tot geen gevoel voor humor. Deze mensen zijn dan ook extreem ontevreden over hun leven. Ze hebben geen humor om het te relativeren. Ze klagen over van alles en nog wat. De regering, zwarte piet, hun collega's, de zorg, hun loon, maakt niet uit wat het is, ze zijn er ontevreden over. Ze voelen zich overal het slachtoffer van en nemen alles, en vooral zichzelf, veel te serieus. Daar kunnen ze niks aan doen, want ze hebben geen humor. Het zijn wel mensen met vaak hele harde stemmen. In bussen of treinen, hoor je deze types vaak overal bovenuit. Ze weten precies hoe ze ergens bezwaar tegen moeten maken of een klacht over kunnen indienen. Allemaal dingen, die ik dan weer niet weet. En ze laten geen moment voorbijgaan om hun ongenoegen kracht bij te zetten. Daarmee overvleugelen zij de stille, tevreden meerderheid. Maar ja, deze mensen komen niet in actie, want die hebben humor. Die relativeren zichzelf en hun omgeving. Beslissers, zoals het management in een bedrijf of de regering van ons land, horen dan alleen die schreeuwers, die maximaal 15% humorloze ontevreden zwartkijkers. En op die schreeuwers wordt dan nieuw beleid gebaseerd. Maar ja, wat je ook doet, die types blijven altijd ontevreden. Het zijn geboren zuurpruimen, groot gebracht met karnemelk en zuurdesembrood. En zo is onze democratie verworden tot de dictatuur van de schreeuwende minderheid. Nou als dat niet grappig is, dan weet ik het niet meer!

Groetjes,
Salvatore

05 november 2017

e-terreur

Je mag er 50, maar ik rijd er nooit harder dan hooguit 40. De rotonde die er ligt, is er namelijk een van het type dat de snelheid er flink uit haalt. Bovendien staat in het midden een afzichtelijk lomp object van staal en beton dat iedere keer weer mijn aandacht opeist. Wat is het? Wat betekent het?

Die dag reed ik hooguit 35. Bij het naderen van de rotonde remde ik zelfs nog iets en keek goed om mij heen. Links zag ik, ver weg nog, een oude vrouw op een fiets, maar verder niemand. Dus liet ik mijn auto rustig de rotonde op rollen. Juist op dat moment, schoot de oude vrouw op haar fiets met hoge snelheid voor mij langs. Ik moest vol in de ankers. En weg was ze alweer met haar e-bike! Op mijn netvlies gloeide nog een echo van haar boze blik.

Wat een verraderlijk krengen zijn dat zeg! Oude vrouwen. Ja, op e-bikes dan. Oude vrouwen op e-bikes. Ze zien er zo onschuldig uit, maar het zijn gevreesde snelheidsduivels en onverbeterlijke wegmisbruikers. Erger nog dan tieners met opgevoerde snorscooters, terroriseren zij voet- en fietspaden. Waar auto's keurig stoppen, rijden zij op zebrapaden overstekende voetgangers zonder pardon van de sokken. Vaak ook nog onder luid gebel, daarmee zeggend "aan de kant, lelijke ondergeschikte, ik ben er". Zij razen als een wervelwind door het voetgangersdomein. Rollatorhouders weten vaak niet eens wat hen zo heeft doen wankelen. Zij herinneren zich alleen een vage streep en veel wind. O ja, en een bel.
En ze komen van alle kanten. Rijden op volle snelheid, aan de verkeerde kant van de weg, tegen alle fietsend verkeer in. Want hoog gezeten op hun e-bike, gelden voor hen geheel andere regels. De ruimte komt hen toe; zij zijn heersers in het verkeer. Beschermd door de wet.

Hoe anders was dat nog maar vijf jaar geleden. Toen vroeg je je nog af hoe het kon dat iemand die zo langzaam fietste nog rechtop bleef staan. In de tijd dat zij overstaken, had een heel peloton kunnen passeren, een circusoptocht en een militaire colonne. Dát waren nog eens tijden! Helaas, ligt dat ver achter ons. Wij, verstandige weggebruikers, automobilisten die duidelijk laten weten wat we gaan doen en die knipperen als we afslaan, wij, wij zullen ons moeten realiseren dat, als wij niets doen, deze militante groep e-bikers ons eens zo prettige verkeersleven voor altijd zal vergallen. Vergeleken met hen zijn de beruchte motorclubs slechts gezellige sjoelverenigingen. Willen wij ooit weer allen prettig van de weg gebruik kunnen maken, zullen wij uit onze gemakkelijke voorstoelen moeten komen. Daarom zeg ik: Nette weggebruikers aller landen, verenigt U! Roep deze e-terreur van ouwe vrouwen een halt toe! Kom uit uw voorstoel en strijd, strijd voor een begaanbare weg en betrouwbaar verkeer. Stop de e-terreur!

Groetjes,
Salvatore

04 november 2017

#MeToo

Dat Ria zuinig was op haar spullen zag je meteen. De jas die ze droeg, stamde nog uit de jaren ‘80, net als haar kapsel. Haar onderkinnen verraadden een calorierijk bestaan. Rond haar bovenbenen namen de bloemen op haar legging groteske vormen aan. De indrukwekkende mix van alcohol en zweet bleef na haar voorbijgaan nog minutenlang hangen. Zij stapte nergens onopgemerkt binnen. Nee, je kon je niet voorstellen dat zij ooit door iemand seksueel geïntimideerd zou worden, en toch werd kleine Johan door haar juist daarvan beschuldigd. Hij was, zoals zij aan de vertrouwenspersoon had gemeld, op de trap voor haar gaan staan en had verlangd dat ze hem een kus gaf. Door stevig te gaan staan - ze kon ook niet anders- en resoluut te roepen "Ga weg!" - dat had ze geleerd op een, wat ons betreft onnodige, tweedaagse zelfverdedigingscursus - had Johan zich teruggetrokken.
Nu is Johan twee koppen kleiner en 100 kilo lichter dan Ria. Dat daar ook maar enige dreiging van uit kon gaan, was nieuw voor ons. Johan had eigenlijk alle kwaliteiten in huis om pispaaltje te worden, maar omdat hij zo ongelofelijk aardig en vriendelijk was, werd hij de meest populaire collega van de hele afdeling. Als hij er niet was, werd ie gemist.
Echter, met alle commotie in de pers over seksuele intimidatie, vond de directie dat zij niet anders konden dan de aanklacht heel serieus nemen en Johan, hangende het onderzoek, per direct te schorsen. Onder het mom van "waar rook is, is vuur" ging op andere afdelingen al snel het verhaal rond dat die kleine Johan een vieze vuile funzigert bleek. Ze hadden 'm tenslotte niet voor niets geschorst, toch?

Tijdens een tweede gesprek met de vertrouwenspersoon, een week later, bleek het allemaal toch iets anders te liggen. Ria had, naar eigen zeggen, signalen opgevangen dat Johan haar wel leuk vond. Hij was altijd als enige zo vriendelijk tegen haar. Ja, Johan was tegen iedereen vriendelijk. Maar zij had dat anders opgevat en hem gevraagd eens samen wat te gaan eten in snackbar Het Holletje. Johan had daar, volgens Ria dan, nogal denigrerend op gereageerd door dat niet eens te willen overwegen, maar direct te zeggen dat ie daar geen zin in had. En dat terwijl Het Holletje toch goed aangeschreven stond in de buurt. Gekrengt door de afwijzing had ze het intimidatieverhaal verzonnen en daar had ze achteraf toch spijt van.
De schorsing van Johan werd opgeheven. Het verhaal van Ria werd echter nooit breed bekend gemaakt. Ria moest in bescherming worden genomen, vooral tegen haarzelf. Voor velen bleef Johan daarom nog altijd de vieze vuile funzigert. Hij werd door grote delen van de organisatie met de nek aangekeken en nam een half jaar later ontslag. Hij kon de blikken niet meer aan. Ria kocht een nieuwe jas; ze was van verdriet meer gaan eten en nog eens 20 kilo aangekomen.

Ja, zo kan het dus gaan tegenwoordig. En ik word daar heel onrustig van. Onrustig én onzeker. En dat allemaal door de tsunami aan meldingen en berichten met of naar aanleiding van de hashtag MeToo (#MeToo).

Het begon allemaal met de beschuldigingen aan het adres van de bekende Hollywood producent Harvey Weinstein. Van verschillende kanten werd hij beschuldigd van jarenlange seksueel machtsmisbruik. Inmiddels wordt hij door meer dan vijftig vrouwen beticht van seksuele intimidatie, aanranding of verkrachting en weten we dat hij in minstens 8 eerdere zaken een schikking heeft getroffen. Naar het schijnt was dit gedrag van hem in die kringen een publiek geheim. Velen wisten ervan, maar iedereen hield zijn mond, want ja, hij kon je maken en breken in die wereld. Om die zwijgcultuur de nek om te draaien werd de hastag #MeToo geïntroduceerd. En dat is goed. Het moet maar eens afgelopen zijn met deze vorm van machtsmisbruik, intimidatie of nog erger. Maar inmiddels weet ik niet meer wat ik aan moet met al die verhalen die er nu zijn losgekomen met de hashtag MeToo. De ene aanklacht is nog vager dan de ander en vaak ook nog langer geleden dan de ander. Ik weet niet of de aantijgingen waar zijn, of dat de klager nog een rekening te vereffenen heeft. En erger nog, ik weet soms niet eens of de aanklacht zelf wel zo erg is? Ja, als het gaat om verkrachting of aanranding is er geen discussie. Maar bij poging tot of bij intimidatie dan weet ik soms gewoon niet wat ik hoor.

"Deze toen 26-jarige persoon ging 32 jaar geleden bovenop me liggen met seksuele bedoeling, maar ik wist te ontvluchten. Ik was toen 14 en als enige overgebleven na een feestje en op de slaapkamer terecht gekomen."
Als het waar is, heel erg, maar hoe ga je dit bewijzen, 32 jaar na dato? En het roept ook nogal wat vragen bij me op. Wat doe je als 14-jarige op een feestje van iemand van 26? Hoe zit dat? Waar waren je ouders of verzorgers dan? En hoe kwam je dan op die slaapkamer? Waar ben je heen gevlucht? En hoe kon je het als 14-jarige jongen winnen van een op seks beluste 26-jarige man? En waarom hebben we daar nooit eerder iets van gehoord? Ik begrijp het gewoon niet.

"Ik ben 15 jaar geleden door dit figuur in mijn kont geknepen en eis genoegdoening!"
Ik ben ook weleens in mijn kont geknepen, gewoon in een café, door een mij onbekende dame, terwijl ik op weg was naar de wc. Niks aan de hand toch? Eigenlijk wel een soort van compliment. Of ben ik dan heel gek bezig? Ja, het hoort natuurlijk niet en zeker als er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie moet je zeer terughoudend zijn. Tuurlijk. Maar geeft zoiets je na 15 jaar nog recht op genoegdoening, lees: schadevergoeding?

"In 1987 legde deze mens een hand op mijn been, als gevolg waarvan ik daarna zes maanden heb geworsteld met een post traumatisch stress syndroom!"
Wacht, dus als je bij iemand een hand op een been legt tijdens een gesprek, is dat dan seksuele intimidatie? Mijn hemel, dan staat me nog heel wat te wachten!

Ik beken. Ik heb weleens mijn ontblote achterwerk uit het autoraam gestoken om een andere groep jongens te laten weten hoe onze groep over hen dacht? Nu vraag ik me af, leven die jongens nog? Stonden er niet toevallig ook meisjes bij? En kunnen ze me daarvoor nu alsnog aanklagen?
Ik beken, dat als we met vrienden in de bioscoop zaten, met een doos popcorn op schoot, het zo maar kon gebeuren, dat je ineens in je kruis werd gegrepen. Door een van je vrienden. Vloog die hele doos popcorn door de zaal. Lachen! Ja, zo ging dat. Net zoals je elkaar soms de armen blauw bonkte. Uit vriendschap. Ik heb daar geen PTSS aan overgehouden, maar leuke herinneringen. Maar gold dat voor iedereen in die groep? Kan ik daarvoor alsnog worden aangeklaagd?
Dit maakt mij allemaal erg onrustig en onzeker. Ben ik wel normaal eigenlijk? Heb ik, onbedoeld, anderen seksueel geïntimideerd? Machtsmisbruik gepleegd? Ik vind van niet, maar daar kan een ander anders over denken. Kan ik dan nog dergelijke aanklachten verwachten? Kan ik daar alsnog voor worden vervolgd? Was dan heel mijn leven één grote aaneenschakeling van foute acties en ongepast gedrag? Ja, en dan moet je weten, dat ik Zwarte Piet ook altijd al leuk vond, dus nog racistisch erbij ook!?

Moet ik me anders gaan gedragen? Kan ik nog het secretariaat oplopen onder het vrolijk uitroepen van "goedemorgen duifjes"? Moet ik me op verjaardagen en met nieuwjaar maar beter beperken tot een laf handje in plaats van zoenen? Ja, ik wil het immers niet nog erger maken dan het nu al is, gelet op mijn verleden van handopleggen, mooning en kruizengrijperij!

Waar ligt de grens? Wanneer is iets nog leuk en wanneer wordt het vervelend? Bestaan er nog wel geintjes of is alles meteen kwetsend, ongepast, intimiderend, seksistisch en racistisch? Blijk ik dan uiteindelijk toch die witte man te zijn die overal schuldig aan is? Dat schreeuwt dan toch om een nieuwe hashtag? De hashtag "jij ook", of beter in het Engels "you too", nog beter als hashtag #u2. Dat is 'm! Of beledig ik met deze nieuwe hashtag dan weer een heel andere groep misschien?

Groetjes,
Anoniempje

23 september 2017

De Kroon

Lang geleden schreef ik, ter ere van het edele vak der smoelensmederij, een kort dichtwerkje in een vorm die raakt aan het sonnet. Zonet echter, bedacht ik, dat deze beroepsgroep wel wat meer verdient dan een lullig rijmpje. Dat kwam zo.

Maanden geleden, het was een saaie zondagmiddag, riep mijn echtgenote ineens vanuit de keuken, alwaar zij aan de keukentafel de administratie op orde bracht: "Nou jongen, het wordt wel weer eens tijd!" Ik stond al halverwege de trap naar boven toen ze vervolgde met: "Het is al twee jaar geleden dat we voor controle bij de tandarts zijn geweest."
Ja, zo gaat dat blijkbaar als iets niet meer verplicht is. Dan verwordt het tot zoiets als de Europese verkiezingen. Een keer in de vier jaar, en als het dan zover is, ga je nog niet. Toch zijn wij doorgaans best precies in die dingen, maar de tandarts was er blijkbaar helemaal bij ingeschoten. Ja, dat kan natuurlijk. Ook wij zijn niet perfect.

Oh, hier moet ik even een zijsprongetje maken. Ik snap niet waarom imperfectie vaak wordt uitgelegd als iets waaruit zou blijken dat je "mens" bent. Vergissen is menselijk. Toch? Maar eerlijk, als je naar honden kijkt of katten of dieren in het algemeen, moet je toch ook constateren dat die zich veel vaker vergissen? In het dierenrijk viert imperfectie hoogtij. Kijk maar naar al die "schattige"  dierenfilmpjes op Facebook. Een kat die de overkant niet haalt, een hond die de hordeur niet ziet, een leeuw die naast zijn avondmaal springt, een giraffe die zijn hoofd stoot en ga zo maar door. Nee, als fouten maken menselijk is, zijn alle dieren ook menselijk!
"Nee," zei iemand me laatst, "dat zie je verkeerd. Dat menselijk is niet in vergelijking met dieren, maar in vergelijking met onze almachtige en onfeilbare Schepper." Maar dat begreep ik al helemaal niet! Ik mag toch hopen dat enge ziektes en alles vernietigende natuurrampen in Zijn schepping toch op z'n minst berusten op een vergissing, een foutje, en niet bewust zijn gemaakt door onze liefhebbende Vader. Maar goed, ik dwaal weer af. Terug naar de tandarts.

Nu vind ik ieder half jaar naar de tandarts gaan ook best veel. Niet dan? Er zijn goede vrienden die ik minder vaak zie. Dat neemt niet weg, dat wij er na twee jaar best wel weer eens een bezoekje aan konden wagen.

Wij hebben trouwens wel een hele leuke tandarts. Een jonge vrouw nog, net moeder geworden, rustig, begripvol en ze verstaat haar vak. Nou ja, voor zover ik dat kan beoordelen natuurlijk, want ik heb nooit wat. Ik ga er dan ook altijd opgewekt naar toe. Zonder enige vrees. Immers, ik heb nooit wat.
Dat was vroeger wel anders. Vroeger had ik altijd wat. Iedere keer als ik bij de schooltandarts kwam, was er wel iets. Ik denk dat hij kiezen uit voorzorg plombeerde. Nou, dan toch hulde aan de schooltandarts, want nu heb ik, juist misschien daardoor, dus nooit meer wat. En met al die kwikkleurig glimmende kiezen, maakte ik tijdens mijn tienerjaren in iedere discotheek de blitz, dus nogmaals dank daarvoor. Ook de ziekenfondsbeugel die ik kreeg aangemeten was een groot succes. Ik kon alleen nog maar biefstuk en vla eten, want al het andere bleef wel ergens aan, onder of achter zitten. Mijn tanden zijn er niet mooi recht van geworden, maar verder was het een prima ding. Ja, je moet niet op alle slakken zout leggen, zeg ik altijd maar, zeker tegen de mensen die spijkers op laag water zoeken.

Hoe dan ook, goed gemutst en vol vertrouwen nam ik dus plaats in die bruine, lederen fauteuil met een plastic hoes om de hoofdsteun. Het was weliswaar doorzichtig plastic, maar met mijn arendsogen zag ik 'm toch meteen.

Ik vind dat trouwens wel een dingetje hoor, bij de tandarts, die stoel. Zo noemen we dat ding toch, een stoel? Maar het is helemaal geen stoel, want zodra je zit, klapt het hele ding achterover. En dan wordt er gevraagd of je lekker zit. Maar je zit niet. Je ligt! Je ligt bij de tandarts. Je ligt zelfs zover achterover, dan je koude voeten krijgt en een kop als een olifant. Al je bloed stroomt naar het laagste punt, ja, en dat is dan je hoofd, als je bij de tandarts zit.

Dus ik lig in die stoel, met mijn mond open. Ze kijkt en checkt en krabt, verplaatst het licht nog eens, kijkt nog meer, maar vindt natuurlijk niks. Dus moeten er foto's worden gemaakt. Nee, dan hoef je niet rechtop te gaan zitten, je blijft liggen, met een groot ding in je mond. De camera wordt tegen je wang aan gezet. En dan rent iedereen de kamer uit. Je blijft eenzaam en alleen achter. Dan hoor je rrrrrrt en daar is ze weer, onze tandarts. De camera gaat weg, ze haalt het ding uit je mond en geeft het aan de assistente. Die doet er iets mee en slechts luttele ogenblikken later zie je op het scherm een röntgenfoto van een halve onderkaak met kiezen. Het zal de mijne wel zijn, althans, daar ga ik maar vanuit, want zoiets herken je niet meteen als, kijk, dat is de mijne!
Nou, ze had toch wat gevonden. Onder die grote vulling, zat een beginnend gaatje. zei ze en wees iets aan. Ik keek, maar zag niks. Maar ja, dan hum je toch maar bevestigend, want ja, je wil niet al te dom overkomen. Ja, daar moest nu toch echt wel een kroon op. Ze zou me een offerte sturen, en als het me wat leek, kon ik via de assistente een afspraak maken voor die kroon.

Da's wel een raar ding van deze tijd. Een offerte. Alsof je keus hebt. Heb ik die dan? Heb ik keus? Kon ik ergens anders een andere offerte laten maken? En dan toch nog gaan voor ... een vulling? Of juist helemaal niets laten doen? Kon ik werkelijk zelf kiezen? En had ik dan nog wel kiezen? Jaha, dat is de vraag. Want zelf kiezen lijkt leuk, maar is het ook goed voor je kiezen, of krijg je het dan juist voor de kiezen? Heel eerlijk, ik vond het allemaal veel te ingewikkeld. Wel modern, maar heeft het zin? Nee, vind ik. Als zij vind dat ik een kroon moet, dan neem ik een kroon. Ik vertrouw haar, zij is goed, en dat is dan de kroon op haar werk en op mijn kies.

Enfin, ik moest dus een afspraak maken. En als ik ergens slecht in ben, dan is het wel in het maken van afspraken. Het is dat ik op mijn werk iemand heb die dat voor me doet, anders was er niks van mij terecht gekomen.

Eigenlijk is het niet het maken van een afspraak, maar het feit dat het telefonisch moet gebeuren. Al heel mijn leven heb ik een vreselijke hekel aan telefoneren. Ik kan het niet goed uitleggen, ook niet voor mezelf. Ik weet dus niet waarom ik het zo erg vind om te bellen, maar het is wel zo. Als ik tegenover je sta, kan ik aardig uit mijn woorden komen, maar aan de telefoon sla ik gewoon helemaal dicht of, en dat gebeurt ook regelmatig, het loopt uit op ruzie. Veel marketeers die via de telefoon hun product aan je denken te kunnen slijten zijn daar inmiddels het slachtoffer van geworden. Ik word ook niet meer gebeld door die lui. Ik denk dat het zich rond spreekt. Beter! Ook chatten is niet aan mij besteed. Eigenlijk komt het erop neer, dat als ik je niet in je ogen kan kijken, ik niet met je kan praten. Mailen of appen gaat echter wel prima. Maar ja, dan kan je er even rustig voor gaan zitten. Kan je rustig bedenken wat je tikt, en nog even overlezen en aanpassen voor je het verstuurt. Dat ligt me beter. Dus als ik via een webformulier een afspraak kan maken, is het zo gepiept, maar als ik moet bellen of chatten, dan haak ik af.

Net voor het aflopen van de geldigheid van de offerte trok ik de stoute schoenen aan.

Het zijn zulke erge stoute schoenen, dat ik er altijd een flinke tijd over doe om ze te vinden om aan te trekken. En die stoute schoenen, die  zitten ook nog eens zeer ongemakkelijk ook. Maar goed, ik moet flink zijn. Doorzetten.

Ik belde en, ik kan trots melden dat de afspraak snel en zonder ruzie met de assistente tot stand kwam.

Ja, wat voor de één een eenvoudige actie is, is voor de ander iets om trots op te zijn. Alleen zal die één dat waarschijnlijk nooit snappen. Maar geloof me, voor mij is het voeren van een telefoongesprek, waarvoor en met wie ook, altijd een dingetje. Ik begrijp het zelf ook niet. Zelfs mijn psycholoog wordt knettergek van me.

Maar gisteren was het dan zover. Ik kreeg mijn kroon. Een noodkroon.

Noodkroon? Of is het nootkroon? Een kroon als een noot. Beetje zwakjes dus. Een noot waar geen muziek in zit. En dus vervangen moet worden door een echte kroon. Ja, ik denk dat het nootkroon is. Want van nood is geen sprake. Ik heb gebeld! Alles is keurig gepland, voorbereid en afgesproken. Dus noodkroon kan het eigenlijk niet zijn. Maar dat is het natuurlijk wel. Belachelijk, maar waar.

De behandeling liep voorspoedig, maar het is wel een gedoe hoor, zo'n kroon. Je "zit" dus op die belachelijke stoel. Je wordt verblind door die lamp en je moet bijna een uur lang je mond dichthouden. Dat wil zeggen, je mond staat open, maar praten is onmogelijk. De tandarts en haar assistente zitten er met beide handen in, dan nog een soort hoge drukspuit erbij, een vloeistofzuiger, een boormachine, een bak cement, tampons en een pikhouweel. En dat dan een uur lang!

Maar terwijl de tandarts en haar assistente fijn aan het fröbelen zijn met lijmpistolen, kleurenwaaiers en Play-Doh heb je alle tijd om na te denken. En ik dacht aan de middeleeuwen. Wat ben ik blij dat ik nu leef en niet in de middeleeuwen! Dan had ik er nu heel anders bijgelegen. Als ik nog had geleefd, want mensen van mijn leeftijd waren sowieso al zeldzaam in de middeleeuwen. Ik was dan nu waarschijnlijk vastgebonden op een stoel met een klem tussen mijn kaken. Een barbier (slager/kapper/kwakzalver) had met een roestige tang en zonder verdoving geprobeerd mijn kies te trekken. Het is niet onwaarschijnlijk dat deze niet helemaal kon worden verwijderd en ik na dagen van pijn en heftige ontstekingen alsnog aan bloedvergiftiging zou overlijden. En nu lig ik hier, weliswaar wat ongemakkelijk, maar zonder pijn, met twee vakbekwame mensen die zorgen dat mijn kies juist behouden blijft. Hoe komt het dan toch dat mensen zo bang zijn voor tandartsen? Zou dat nog steeds een overblijfsel van de middeleeuwen zijn? Dan wordt het tijd om daar verandering in te brengen!

En zo kwam het dus dat ik vond dat deze beroepsgroep wel eens wat meer positieve aandacht mag krijgen.

Het gaat tegenwoordig wel de hele tijd over onderwijzers, maar laten we eerlijk zijn, iedere normale ouder beschikt zelf ook over die basisschoolkennis, dus als het niet anders kan, kunnen we dat onze kinderen ook zelf wel bijbrengen. Maar er dreigt ook een ernstig tekort aan tandartsen. Dat is natuurlijk veel erger! Want zelf hebben we die kennis niet. Dan gaan we uiteindelijk weer terug naar de middeleeuwen. Moet je met een pijnlijke kies een beroep doen op je buurman, "omdat ie zo handig is met de heggenschaar". Daarom kies ik volmondig voor de tandarts. Laat die rupjes nooit genoeg van een onderwijzers maar lekker in hun eigen sop gaar koken. En tegen jonge mensen die nog moeten beginnen zou ik willen zeggen, kies toch niet voor zo'n suffe basisschool. Dat heb je al gehad; daar ben je klaar mee. Nee, kies voor het edele tandartsvak! Want tandartsen hebben de toekomst. 

Leve de tandarts! Hoera! Hoera! Hoera!

Groetjes, Salvatore

10 september 2017

de cursus

Werken is voor de dommen, hoor je weleens zeggen. En ik denk dat dat klopt, want, sjonge, wat heb ik van mijn werkgever een boel verplichte cursussen moeten volgen. Ik moet dan toch echt wel heel dom zijn, want anders had ik die opleidingen vast niet allemaal nodig gehad. De meeste trainingen waren overigens het gevolg van een door de vakbonden behaalt onderhandelingsresultaat. Die vonden de werknemers blijkbaar zo oerstom, dat ze er in plaats van meer geld, een fijne training bij regelden. Bedankt jongens!

Het nut van al die opleidingen is echter maar klein. Mensen leren op het werk het meest, zo'n 70%, in de praktijk. Slechts 10% van de kennis en vaardigheden komt uit scholing. En die overige 20% halen we uit feedback, waaruit mijns inziens tevens blijkt dat het geven van feedback ook vaak wordt overschat. Ja, de praktijk blijkt toch verreweg de allerbeste leerschool.
De grote adviesbureaus verdienen echter goud geld aan al die dure opleidingen, dus die hebben er geen belang bij om deze boodschap actief uit te dragen. En managers, waarschijnlijk bang voor hun eigen positie, wijken niet graag af van 'de norm', dus die blijven gewoon trainingen voor hun mensen bestellen. En vakbonden willen hun onderhandelingspositie behouden, dus die geven het ook niet graag op. Kortom, tegen beter weten in worden er nog steeds bergen geld aan zinloze trainingen verspild. Schokkend, maar waar.

Om toch een beetje tegemoet te komen aan de eigen vrije wil van mensen, had men bij ons, enige jaren geleden, voor de zoveelste verplichte trainingsronde het zogenoemde FEBO-model bedacht. Dan kon je zelf kiezen, net als bij de FEBO uit de automatiek, welke training je wilde volgen. Ongeveer dezelfde vrijheid als mogen kiezen uit de guillotine, het vuurpeloton of ophanging.
In het aanbod zat ook de training 'non violent communication'. Ik las dat de Amerikaanse psycholoog Marshall Rosenberg hiervoor een communicatiemodel had ontwikkeld dat was gebaseerd op het naleven van de eigen principes, het absoluut niet willen kwetsen en het rekening houden met ieders belang. Nou, wat mij betreft, appeltje eitje. Ik leef geheel volgens mijn eigen principes, ik ben er in de regel niet op uit om anderen te kwetsen en ik gun bovendien vrijwel iedereen het allerbeste. Dus koos ik de makkelijke weg en schreef me in.

Nou, dat ging goed mis! Waar ik geen rekening mee had gehouden, was met de totale afwezigheid in dit model van het concept 'humor'. Of op z'n minst, het ontbreken van enig gevoel daarvoor bij de trainer. Al bij binnenkomst ging het mis. Ik zag een collega zitten die ik ook al bij eerdere trainingen volgens dit FEBO-model was tegengekomen, dus ik zei zuchtend: "Nee hè!" Tja, dat is de manier waarop Frits en ik met elkaar omgaan. We hebben groot respect voor elkaars kwaliteiten, mogen elkaar ook erg graag, want, we hebben dezelfde HUMOR. Maar de trainer herkende de ironie totaal niet! Die greep het direct aan als een mooi voorbeeld voorbeeld van hoe het NIET hoorde. Frits zei nog gniffelend: "Nou hoor je het ook eens van een ander!", maar ook dat pikte de trainer niet op. Het werd een heel ding voor hem. Ik zou Frits bewust hebben gekwetst en de rest van de cursisten zouden zich hierdoor heel ongemakkelijk hebben gevoeld. Dat iedereen riep "Nee echt niet, want zo doen ze altijd!" hoorde de man niet eens. Hij zat helemaal vast in zijn eigen waarheid! Overigens wel geheel conform de theorie van het model. Ik dacht hem te kunnen bevrijden door te zeggen dat ik zijn opmerking, dat ik Frits opzettelijk zou hebben gekwetst, zelf ook als zeer kwetsend ervaarde, maar daar wilde hij niet aan. Ik had dat achteraf misschien ook beter niet lachend kunnen zeggen. Dat deed misschien wel afbreuk aan de impact ervan. Achteraf. Maar goed, de toon was gezet en dan moest de cursus nog beginnen.

We kregen oefengesprekjes. Ik speelde dan een manager, die in een toneelstukje, een andere cursist, die een medewerker speelde, moest ontslaan. Oh, wat heb ik een hekel aan die leervorm. Men doet altijd net alsof het echt is, maar het is natuurlijk niet echt. Iedereen weet ook dat het niet echt is. Het is en blijft een toneelstukje, met publiek. Misschien zijn er mensen die er wel iets van opsteken, maar ik heb er niks aan. Helaas zijn er maar weinig trainers die daar rekening mee willen houden als ik ze dat zeg. Ik wil best kijken en observeren en feedback geven als ik anderen daarmee help, maar laat mij niet acteren. Maar nee, ik moest gewoon meedoen. Tja, en als je mij laat acteren, ja, dan acteer ik ook echt. Dus in mijn gesprekje zei ik tegen mijn tegenspeelster: "Nou beste Miranda, je weet zelf, we waarderen je zeer en we kunnen niet zonder je. Maar, vanaf maandag gaan we het toch proberen! Tot ziens!"
De groep lachte, maar de trainer ontplofte! Hij kon er de humor niet van in zien. Hij gaf, beter dan ik dat ooit zou kunnen, prachtig weer wat 'non violent communication' precies NIET is. Hoe ik het in mijn botte hersens haalde om dit zo te zeggen, of ik dan helemaal geen gevoel in mijn donder had, en dat ik beter kon stoppen als ik niet serieus wilde zijn. Dus ik stond op en wilde inderdaad gaan om de man te ontlasten, maar hij sommeerde me weer te gaan zitten en te voelen hoe het was als er dit tegen je werd gezegd.
Het toneelstukje moest dus nóg een keer worden opgevoerd, alleen was ik nu degene die ontslagen werd en Miranda de manager die het mij met mijn eigen woorden zou moeten vertellen. Nou, daar zaten we dan weer, tegenover elkaar. Miranda begon al een beetje te giegelen, want die kende mij natuurlijk ook.
"Nou, Salvatore," begon ze, terwijl ze haar gezicht met moeite in de plooi hield, "we kunnen eigenlijk niet zonder je, maar maandag gaan we het toch proberen."
"Oké," sprak ik opgewekt, "tot dinsdag dan maar!"
Een ouwe mop, maar toch weer goed voor een lach. Maar niet bij de cursusleider. Hij liep vuurrood aan en kon geen woord meer uitbrengen. Hij keek alleen maar naar me. Als blikken konden doden, was ik niet meer geweest. Maar ik weet dat blikken niet kunnen doden, dus keek ik vrolijk glimlachend terug.
"Ik stel voor dat we even een korte koffiebreak inlassen," zei de trainer na een lange stilte. Hij had zichzelf kunnen herpakken.
"Ja goed idee. Doen we. Werd tijd," mompelde de groep en ging weg.
Ik stond ook op, maar toen iedereen weg was en hij en ik alleen in het cursuslokaal achterbleven, liep ik naar de man toe, schoof een stoel bij en ging tegenover hem zitten. En eerlijk, ik vond het op dat moment oprecht rot voor hem dat ik zijn 'les', hoe beroerd gegeven ook, zo had verstoord. Ja, ik had me gedragen als een puber. Weliswaar had ik me er door hem toe laten uitlokken, maar het voelde toch niet goed. Dus ik zei:
"Ik wil je mijn excuus aanbieden voor het verstoren van je training. Eerlijk. En ik wil me de rest van de cursus positief opstellen, observeren en meedoen met discussie, maar laat me dan geen dingen meer doen die ik niet wil."
Het duurde even, maar toen koos ook hij eieren voor zijn geld, stak zijn hand uit en zei: "Akkoord. En ik heb mijn dag niet vandaag." Ik moest dat waarschijnlijk opvatten als een soort excuus van zijn kant. En ja, het kon natuurlijk dat ie zijn dag niet had, al betwijfelde ik eerlijk gezegd of er überhaupt dagen waren waarop ie z'n dag wel had. Maar goed, ik schudde zijn hand, tegen de groep zeiden we dat we het hadden uitgepraat en ik hield me de rest van de training koest en pleegde geen humor meer. Hij vinkte, als tegenprestatie, mijn trainingstegoedbon af. En ik had toch iets geleerd, namelijk, non violent communication, is niet mijn ding!

Ach, ik weet zelf ook wel, dat ik geen makkelijke leerling ben. Ik moet altijd heel veel moeite doen om me te voegen naar de wensen van de trainer. De ene keer gaat me dat beter af dan de andere keer. Oh, ik zou een boek vol kunnen schrijven met opleidingsverhalen. Misschien zou het mooi leermateriaal zijn voor mensen die cursussen geven. En wie weet, als ik ze niet meer verplicht hoef te volgen, schrijf ik dat boek ook nog wel keer: Lesgeven voor Dummies.

Groetjes, Salvatore

02 september 2017

8 - Einde

Of je nou een week gaat, 11 dagen, twee weken of een maand, uiteindelijk komt toch de dag dat je de terugreis moet aanvaarden. God zij dank! Want, eerlijk is eerlijk, het was heerlijk, en de dagen zijn om gevlogen, maar geen reis is zo fijn als de terugreis. En we hadden de perfecte vliegtijd. Half 11 in de ochtend, dus om 8 uur werden we voor ons hotel opgehaald. Geen gedoe met de kamer een dag verlengen of de koffers achterlaten en nóg een dag doelloos aan het zwembad hangen en douchen in een gemeenschappelijke schimmelhoudende douche. Nee, gewoon opstaan, inpakken en gaan! Met vreugde zette ik die laatste avond de wekker. Olé!

De dag die eraan vooraf ging lagen we heerlijk rustig van het constante ruisen der golven en de glimmende zon te genieten. Naast ons installeerde zich een Spaanse familie van 7 personen op 2 bedjes. Vader, moeder, tante, oma, een chagrijnig pubermeisje, een adhd-jongetje van 8 en een dik meisje van 6. Met al die extra lettergrepen in hun taal werd dat een drukte van belang. Gelukkig herkenden ze een andere Spaanse familie een eindje verderop, dus die kwamen er gezellig naast liggen, met nog eens 5 druktemakers op 2 bedjes! De verhouding Spanjaarden versus bedjes was nu gelijk aan de verhouding lettergrepen versus medeklinkers. Maar gek genoeg, aan het strand, liggend op mijn bedje, met de ogen dicht, vind ik dat lawaai heerlijk om bij weg te dommelen. Het werd een heerlijke middag. Hoewel, in dat adhd-joch had wel een dubbele dosis ritalin gemogen.

Van de andere kant, tegenover ons zat een Engels gezin met een meisje van 9 en een jongen van 5. Hij, dat jongetje, zat in een rolstoel, met wielen van Cars. Hij kon zijn benen wel bewegen, maar ze waren niet krachtig genoeg om hem te dragen. Zijn zusje was heel lief voor hem en speelde met hem. Natuurlijk ging ze zelf wel de zee in. Het jongetje kon alleen de zee in als zijn stoer getatoeëerde vader 'm droeg en hem tot schaterlachen bracht door 'm door het water te slepen. Tja, laat dat adhd-joch dan maar lekker druk zijn.

En thuis, thuis viel regen, regen, regen, terwijl wij lekker in de zon zaten. Mooi, zal je denken, precies zoals jij het graag hebt toch? Maar ja, vandaag was ook de crematie van de vader van die vriendin van ons, waar we niet bij kunnen zijn. Liever hadden we daar nu in regen gelopen. Oh, we vermaken ons best, daar gaat het niet om, het is wat het is en we zijn nu eenmaal hier, maar onze gedachten zijn daar.

Ja, zo gaat dat. Alles is relatief. Natuurlijk is het heerlijk dat we ons de luxe van een vakantie kunnen veroorloven, en tegelijkertijd leert het ons ook, dat er zoveel meer belangrijker dingen in het leven zijn. Zo hebben vakanties een dubbel nut. Dat had ik me eigenlijk nooit zo gerealiseerd.

In de ochtend van de vertrekdag ging om 7 uur de wekker. Koffers waren al gepakt, alleen nog ff douchen en aankleden. Fijn, een lange broek en schoenen. Heerlijk. Ik kon me nu al verheugen op Schiphol. We klagen dan wel veel, vaak en graag, maar wat is Nederland toch een heerlijk land. Alles netjes schoon, goed geregeld, lekker een kroket uit de muur trekken. Wel gepast betalen, want ondanks de grote technische vooruitgang, krijg je uit de automatiek, het te veel betaalde bedrag nog steeds niet terug. Lekker Nederlands.

7 - Regen

Aan het begin van de vakantie leken de weersvooruitzichten voor Torremolinos minder gunstig dan die voor Huissen. En dat kan natuurlijk niet. Als je op reis gaat wil je zelf zon en warmte en moet het thuis liefst regenen en waaien, zodanig dat de wintercollectie van zolder moet worden gehaald. Of ben ik de enige die zo denkt?
Hoe dan ook, om een lang verhaal nu eens kort te maken in plaats van andersom, dus een kort verhaal knetter lang te maken, de praktijk bleek gunstiger. Niet dat het in Nederland die week koud en regenachtig was, maar in Torremolinos gelukkig ook niet. Een heerlijke 30 graden bij een lekker koud biertje met een wolkje.

Ik wist het niet, maar ze bestaan echt. Holbewoners. Ik bedoel, hotelbewoners, ook wel hotellisten genoemd. Hotellisten zijn mensen die de hele vakantie het hotelterrein niet afkomen, anders dan voor vertrek. Zij slapen er, ontbijten er, liggen er aan het zwembad, doen mee met het animatieteam, aquajoggen er, lunchen er, zonnen er, eten van het avondbuffet, zitten nog in zwemkleding vooraan bij de schuifdeurvertolking van Mamma Mia en beleven grote vreugde aan het zorgwekkende optreden van de Spaanse versie van Jan en Zwaan, hangen vervolgens nog een paar uur aan de bar, totdat ze struikelend hun kamer proberen te vinden, wat meestal nog lukt ook. En dat dag in, dag uit! Groot respect heb ik voor die mensen. Ik wou dat ik zo snel tevreden was. Nee, ik zou dat nog geen dag volhouden. Dus hulde en niets dan lof voor de hotellist! Ik voel een standbeeld aankomen.

"Die Spanische sprache, meine Damen und Herren, wird, meine Damen und Herren, auf der ganse Welt, auf der ganse Welt, meine Damen und Herren, gesprochen. Vielen dank!"

De Spaanse taal is wel een geweldige taal hoor. Waar wij in het Nederlands overal graag extra medeklinkers toevoegen (bijvoorbeeld het woord herfst), geven de Spanjaarden er de voorkeur aan extra lettergrepen toe te voegen. Neem bijvoorbeeld het woord 'vastgoed', da's 5 medeklinkers met maar 2 lettergrepen. In het Spaans is dat 'inmobiliaria', ook 5 medeklinkers maar met maar liefst 8 lettergrepen! Als je het zelf natelt, blijken het er 7 te zijn, maar ik overdrijf altijd graag een beetje in mijn verhalen.
De Spanjaarden zijn sowieso heel creabea met hun taal. Op het woord mercado (markt/winkel) heb ik veschillend, speelse varianten gezien. Mercadona, mercadette, mercadaria. Ook de pizzeria's waar je hier over struikelt, willen zich met een kunstzinnige naam onderscheiden van die gewone. Dus zag ik een pizzerie, pizzaria pizzarette, pizzerona en pizzorante. Dat eet toch een stuk lekkerder.

"No, lady's and gentlemen, Spain is not, is not the country, lady's and gentlemen, not the country, where people, most speaking, lady's and gentlemen, most speaking, lady's and gentlemen, Spanish. More people speaking Spanish, lady's and gentlemen, more people, speaking Spanish, in, lady's and gentlemen, for example, for example, lady's and gentlemen, for example, the United States, lady's and gentlemen, the United States, of America. Thank you very much!"

6 - Engeland

Hoe het kan, weet ik niet, maar mijn haar lijkt zwarter hier. Of nou ja, minder grijs dan thuis in ieder geval. Ik heb echt minder gel nodig om er nog wat te maken. En het lijkt niet alleen zwarter, het groeit ook sneller. Stond ik voor de spiegel, zag ik ineens een enorm lange haar uit mijn wenkbrauw steken. Geen wonder dat de gemiddelde mediterrane vrouw een geloofwaardige hipster zou kunnen neerzetten. Echt, die haar was 'huge', wel 10 centimeter lang! Nou ja, je weet wel dat door mannen gemeten centimeters meestal geen betrouwbaar resultaat opleveren. Maar twee centimeter was ie zeker. En ik had mijn beautycase ook niet bij me, dus daar stond ik dan, met die haar. Goede raad was duur, want ja, zo kon ik de straat niet op. Mensen zouden me maar verwarren met een 'local' en me in het Spaans aanspreken. Gedoe! Nee, die haar moest weg en wel meteen, nu, subiet, onmiddellijk, heute potverdomme. Wacht, Linda neemt altijd een EHBO-koffer mee op vakantie. Ik weet ook niet waarom, want zo'n stuntel is ze nou ook weer niet, maar daar zit waarschijnlijk wel een schaartje in. De EHBO-koffer bleek een klein tasje met wat paracetamol, pleisters én een schaartje. Hoera! Maar wat een waardeloos schaartje bleek dát. Het knipte helemaal niet. Dat was natuurlijk zo'n veiligheidsding waar je alleen maar mee kan knippen na een driedaagse BHV-training. Nou, toen heb ik mijn buik maar ingehouden om dichterbij de spiegel te kunnen komen en de lange haar met akelige precisie tussen de andere wenkbrauwharen gekamd. Gelukkig stond er weinig wind, anders had ik er nog gel in moeten smeren ook. En ik was er juist zo zuinig mee.

Ach, we waren toch in de buurt, dus zijn we er maar naar toe gegaan. Engeland. Dat wil zeggen, Gibraltar. Een stukje Engeland in Spanje. Met de bus gingen we, want zelf rijden in Spanje staat gelijk aan zelfmoord. Echt niet te geloven. Dacht je dat ze in Griekenland of Italië als gekken reden, nou, vergeleken met hier is dat daar een ritje in de draaimolen. Echt als gekken. En de verkeersboetes zijn nog wel belachelijk hoog. Voor rijden zonder gordel krijg je zo maar 200 euro. En dan heb je niks gedaan! Maar de gemiddelde Spanjaard trekt zich daar geen fluit van aan. Die rijdt alsof ie alleen op de wereld is. Eigenlijk net zoals ie over de boulevard loopt. Dus wij gingen met de bus. Dus moest de wekker worden gezet. Tijdens je vakantie de wekker zetten, voelt toch een beetje hetzelfde als jezelf helemaal moeten uitkleden bij de dokter, voor een verstopt oor. Heel ongemakkelijk. Maar ja, wie wat wil zien, moet vroeg opstaan, zei mijn moeder eigenlijk nooit.

Gibraltar is een soort van Apenheul, vermomd als belastingparadijs, bovenop het drielandenpunt. Zoiets. De apen zijn wild, net als de shoppende vrouwen. Mijn hemel, want gingen die dames tekeer. De mijne gelukkig niet. Die had al eerder een leuk wit jurkje met paarse bloemen gekocht voor 995 euro! Ik bedoel 9,95 euro. Was effe de komma vergeten. Zo zie je maar weer hoe belangrijk het gebruik van de komma is. Punt.
Vanaf Gibraltar is het maar een half uurtje varen naar Afrika. Je kan Afrika zo zien liggen. Dus in één vakantie zagen wij zowel Spanje, Engeland als Afrika. Nou, voor een gepassioneerd thuisblijver vind ik dat nogal wat. Foei.

Wat echter niet onvermeld kan blijven, is de bijzondere verteltrant van onze reisleider in de bus. Gelukkig werd hij op locatie vervangen door een iemand met een meer traditionele manier van spreken.
Onze reisleider sprak 7 talen, zei ie, maar vandaag zou hij zich beperken tot het Engels en het Duits, want er zaten Ingelish spiekinge piepels in de bus en er zaten Doits spreggende Loite in der Boes. Hij sprak zijn talen met een vet Spaans accent en na iedere komma of punt volgde een lange stilte. Hij overviel je ook graag. Zat je rustig in de bus, ietwat te dommelen, het was tenslotte onmenselijk vroeg, kwam hij ineens keihard door de speakers knallen!

"In Spain, lady's and gentlemen, we have, lady's and gentlemen, we have, lot's of, we have lot's of olive trees. Lots of olive trees, ladies and gentlemen. And eh, Spain eh, Spain, lady's and gentlemen, is, ladies and gentleman, an important, very important, Spain is, lady's and gentlemen, an important maker of the product, ladies and gentlemen, olive oil. Olive oil. From all the olive oil in the world, Damen und Herren, eh ladies and gentleman, from all the olive oil in the whole world, lady's and gentlemen, Spain is making, Spain is making, lady's and gentlemen, from the whole world production, thirty procent. Lady's and gentlemen, thirty procent! So that is, lady's and gentlemen, this is, very very very, lady's and gentlemen, much. Much. Thank you. Jetz auf Duits, meine Damen und Herren." En dan kwam, dames en heren, het hele verhaal, in onverstaanbaar Duits, dames en heren, nog een keer voorbij.

Toen wij die avond uitgeteld op bed nog effe de mail lagen te checken en dat soort dingen, sprak ik hardop voor me uit: "And now, lady's and gentleman, we are going to sleep, lady's and gentlemen,  because, lady's and gentlemen, because we have an enormous eh, enormous amount of, lady's and gentlemen, sleep. Much of sleep! Danke schön!"

Nawoord: De spiegel in de badkamer van het hotel was licht getint. Daardoor leek mijn haar donkerder. Dat viel me pas op toen ik thuis in de spiegel keek en ik ook een stuk minder bruin bleek. Oplichters!

01 september 2017

5 - Una paggera poepoeros papieras

Je kan je misschien voorstellen, met al dat eten en drinken, dat er aan stoelgang geen gebrek is. Hoewel er door hotel of pension altijd ook toiletpapier beschikbaar wordt gesteld, haal ik zelf altijd una paggera poepoeros papieras extra. Immers, twee, soms drie keer per dag moet ik een even gaan zitten. En met plezier, kan ik je zeggen, wat het brengt altijd verlichting. Dat is niet de hele vakantie zo. De eerste twee dagen is er altijd sprake van enig oponthoud, vertraging. Het zal wel psychies zijn. De spanning van de reis of zo. Maar die eerste dagen wil het gewoon niet, is er sprake van, zeg maar, een uitgesteld verlangen. En vooral die tweede dag ga je het zelf ook goed merken. Je hebt het gevoel dat je helemaal vol zit. Alsof ze je met een fietspomp hebben opgeblazen. Een ballon. Een michelinmannetje. Bol punt com.
Maar uiteindelijk komt het allemaal goed, en ik kan je zeggen, dat maakt dan ook echt wat in je los. Alsof achter je rug de 'stampede' uit The Lion King is losgebarsten. Ben altijd bang dat de pot niet groot genoeg is. Dat ik tussentijds moet doortrekken. En vervolgens maar bidden, vooral in Griekenland, dat het riool het aan kan. Ja, je bent tenslotte in het buitenland. Daar is dat spul allemaal toch van mindere kwaliteit dan thuis, denk ik. Maar het gaat altijd goed en de opluchting is minstens net zo groot als de ontluchting. Giga!

Vroeger deden we alle mogelijke moeite om in zo kort mogelijke tijd zo bruin mogelijk te worden. Hele dagen lagen we in de volle zon. En om een extra bruiningseffect te bereiken smeerden we ons in met pure kokosolie. Beschermingsfactor min 50. Dan lagen we uren, goed geolied in de zon te glimmen. Als je even wat te drinken ging halen, gleed je bij kans van je slippers af. Liters douchegel waren nodig om die olie er weer af te krijgen. Stond je uren te glibberen in de badkuip. En maar piepen en glijen. Dat waren nog eens tijden. Tegenwoordig liggen we zorgvuldig in de factor 30 gezet in de schaduw. Want als er geen schaduw is, gaan we er niet liggen. Nee, bruin worden is niet meer de belangrijkste vakantie opdracht. Dat is nu uitrusten, slapen, eten, drinken en poepen. We leiden het zalige leven van een baby.

Ik weet niet wat er precies gebeurd is, maar er is iets wezenlijk veranderd in Spanje. Je mag nog wel overal roken, maar de asbakken staan niet meer standaard op tafel. In de supermercado zijn geen sigaretten meer te koop, die zijn alleen nog verkrijgbaar in speciale helverlichte zaken die meer weg hebben van een antiseptische apotheek dan van een gezellig sigarenwinkeltje. Ook zie je overal zemelen en granen, speld brood en producten die met vrolijk wervende teksten worden aangeprezen als 'sin gluten.' Ja, dan wil iedereen wel een glutenintolerantie. En je ziet 's ochtends, als het nog koel en rustig is, horden Spanjaarden met oortjes in over de boulevard rennen. Er is een voor Spanje geheel nieuwe gezondheidscultus gaande. Niet dat het allemaal veel helpt, want ze hebben nog steeds dikke buiken en steken na het rennen rustig een sigaretje op om even bij te komen, maar toch, er is iets gaande. Gelukkig staat de supermercado nog wel gewoon vol met sterke drank. Ja, je hebt immers wel vakantie.

Vanochtend zorgt het weer voor een natuurlijke beschermingsfactor, bewolking. Ja, daarvoor zijn we niet helemaal hier naartoe gekomen. Die dingen hebben we thuis ook al. Maar goed, ze zijn er wel en daar verander je niks aan. Er valt zelfs een flinke druppel regen uit. Met een gezond leedvermaak kijken we vanaf ons balkon naar de reeds in alle vroegte op de ligstoelen rond het zwembad neergelegde handdoeken. Die worden nu allemaal zeiknat, haha! Maar om kwart voor elf is de wind gedraaid en vallen er gaten in het plafond. Voorzichtig komen de eerste zonnestralen tevoorschijn. En meteen is het dan ook vertrouwd Hollands benauwd. Een mooi moment om even te gaan zitten!

Voetnoot: 'Una paggera poepoeros papieras' komt uit een parodie op 'de Spaanse les' door Tosca Nietering en Arjan Ederveen. Hij staat op YouTube. Kijkon!

4 - Gestoken

Ik ben gestoken. Niet door een extremistische Catalaan, maar door een lokaal insekt. Ja, of gebeten, dat kan ook. Gestoken of gebeten. Eén van de twee. Hoe dan ook, het jeukt als een dolle en het is een zeer onooglijke flats. Op mijn hand, dus er is geen enkel kledingstuk waarmee ik het kan bedekken. Ja, handschoenen, maar die had ik niet ingepakt. En ook al zouden ze toevallig nog in mijn koffer hebben gezeten van bijvoorbeeld mijn laatste Noordpoolexpeditie, dan nog zou ik ze niet hebben aangedaan. Je loopt hier dan toch voor joker. Van de andere kant, nu lijkt het net of ik een of andere besmettelijke ziekte heb. Het is echt een smerige plek. Gillend van afgrijzen buitelen de mensen over elkaar heen het zwembad uit, als ik erin ga. Op terrasjes is er in een ruime cirkel om mij heen altijd plek. En in de supermercado laat iedereen me altijd voor. Handig wel. Ik denk dat ik er een afgietsel van maak en 'm als opplakzweer laat uitvoeren. En dan naar de sauna. Kan ik 'm naar believen ook nog op andere lichaamsdelen plakken. Eens zien hoe snel ik dan in het zweethok terecht kan. Ja, zo heeft mijn bultje nog een mooie toekomst voor de boeg.

Een Spanjaard zie je maar zelden alleen. Het zal de Marokkaanse invloed wel zijn. Je ziet ze eigenlijk altijd in groepen. Grote groepen, met oma, opa, een alleenstaande tante of oom, neven, nichten ook en kinderen met of zonder aanhang en kleinkinderen. Druk en luid pratend bewegen ze zich als één organisme over de boulevard, zich niet bewust van andere vakantiegangers. Als je zelf niet oplet, lopen ze je zo omver. Op het strand klit de hele kudde samen rond twee gehuurde strandbedjes en maar praten, praten, praten. Dat gaat me erop! Daarmee vergeleken is mijn Italiaanse familie - en die kunnen er toch ook wat van - stilletjes en introvert. En iedereen praat ook maar wanneer ie zin heeft, lijkt het. Of er nou al iemand anders aan het woord is of niet, gewoon, hup, praten! Nee, luisteren is niet hun ding. Praten is hun ding. En dat dan met een tempo en een snelheid waar Daphne Schippers jaloers op is. Nou kan ik me er met mijn Bassie-en-Adriaan-Spaans best aardig redden, maar dit gaat me echt veel te rap. Het ratelt allemaal maar door elkaar heen in volumes waar een hardstyle festival een fikse boete voor zou krijgen. Een volière vol hitsige parkieten is daarbij vergeleken een oase van stilte en rust. Maar wel gezellig, zo met de hele bubs, voor een keer.

Na vier dagen begin ik zelf overigens al aardig op mijn inheemse leeftijdsgenoten te lijken. Niet qua gedrag, maar qua omvang. Tijdens het scheren zit mijn buik me gewoon in de weg. Ik bedoel dat ik niet dicht genoeg bij de spiegel kan komen, om er zonder lenzen in te kunnen zien wat ik doe. En bukken gaat al helemaal niet meer. Gelukkig loop ik hele dagen op flipflops, want veters strikken zit er niet meer in. Ja, het gaat allemaal erg vlot deze vakantie. Ach, dat zal ook wel psychies zijn, denk ik dan maar. En die buik, die trainen we er thuis wel weer af. Ik weet alleen nog niet waarmee of hoe, want in tegenstelling tot eten, is sporten toevallig niet zo mijn ding.

In Torremolinos tref je dus vooral Engelsen, Spanjaarden en Hollanders. Geen wonder dus en compleet logisch dat je er struikelt over de pizzerias! ??? Het best lopende etablissement is echter de Burger King aan het begin van de haven. Ze staan in lange rijen tot buiten aan toe te wachten om het eetbare goud te bemachtigen. Je kan trouwens ook lekker eten in de paar Nederlandse zaakjes. Daar serveren ze vaak de bekende, oer-hollandsche gerechten als Wiener Schnitzel, Nasi Goreng en goulashsoep. Dan is de schnitzel wel gefrituurd, net als de nasi en waarschijnlijk ook de goulashsoep. Het leven is bitter, het leven is zuur, maar alles smaakt lekkerder uit de frituur! Toen ik dit versje ooit eens voorlegde aan de chefkok die zich net had uitgesloofd iets unieks op tafel te zetten, reageerde hij als door een wesp gestoken. Een groot talent, maar geen gevoel voor humor.

3 - Onmacht

Verdomme. Er is thuis iemand overleden. Was het tijdens de vorige zonvakantie een goede collega, nu is het de vader van een goede vriendin. Niet geheel onverwacht, maar toch weer veel te snel en in ieder geval veel te jong. En dan zit je daar maar, in Spanje, tussen de feestende vakantiegangers, op een onoverbrugbare afstand, een beetje machteloos te wezen. Stil zijn, is dan het enige.



Voor een geslaagde strandvakantie zijn kinderen onontbeerlijk. Je eigen kinderen, wel te verstaan. Heb je tenminste wat om handen. Een zandkasteel bouwen is dan bijvoorbeeld een prima bezigheid en volledig geaccepteerd. Maar als je dat gaat doen met onbekende kinderen van een ander, wordt er toch vreemd naar je gekeken. Ook als je als volwassen man in je eentje aan de slag gaat, loop je het risico van jaren eenzame opsluiting en gedwongen therapie. Kortom, kinderen zijn onontbeerlijk. Je eigen kinderen dus. Die van anderen zijn alleen maar lastig en lawaaiig en onuitstaanbaar.
Zo zagen we in de lobby van het hotel een kind de pas blinkend gemopte vloer onderkotsen en wegrennen. De zooi achterlatend voor de onderbetaalde schoonmaakster. Aan het strand zorgt het langs rennende spul voor bergen zand op het door jezelf zorgvuldig zandvrij gehouden bedje. Het schreeuwt en het gilt te pas en te onpas, terwijl de doodvermoeid ouders in een niet te verbreken slaapstand verkeren. Zelfs de met oma en al van het afstapje op de stenen gestuiterde baby bleef maar krijsen, terwijl het toch alleen maar was geschrokken. Er was niks aan de hand! En oma, die der hele knie had open liggen, hoorde je niet. Die was alleen maar druk met de kleine. Schuldbewust, maar onmachtig het kind tot bedaren te brengen. Nee, kinderen van vreemden kan ik missen als kiespijn. Als ik een aan een pleintje grenzende tuin zou hebben, zo'n pleintje waar kinderen graag voetballen, zou ik altijd een scherp, puntig mes bij de hand houden. Als die bal dan over de schutting komt, gaat het mes erin. In die bal, bedoel ik. Zo erg ben ik nou ook weer niet.

In werkelijkheid was het echter allemaal anders. Die oma waar ik het over had, viel inderdaad met de baby op de arm op de harde stenen vloer, maar ze mankeerde in het echt gelukkig niks. Maar oma was waarschijnlijk harder geschrokken dan de baby. Ach, wat keek ze treurig toen ze weer rechtop stond en de baby ongedeerd in de armen kon sluiten en troosten. En opa, opa zat aan de bar en dronk bier. Hij had het wel gezien, maar hij dronk bier.

En dat jongetje waar ik het over had, dat in de lobby had overgegeven, was in het echt eigenlijk heel zielig. Heus! Hij was een jaar of zes en zat met de rest van zijn familie te wachten in de lobby. Ze gingen terug naar huis. De vakantie zat er op. Echt bruin waren ze niet geworden en dik waren ze waarschijnlijk al. Engelsen. Het was een druk gezin, met oma, opa, kinderen en dus dat jochie, een kleinkind, het zoontje van de dochter. Hij was niet druk. Hij lag daar maar een beetje stil op de bank. En ineens gebeurde het. Moest ie overgeven. Zijn vader zat naast hem en was heel lief. Wreef 'm over de rug en sprak lieve woordjes. Oma kwam heel efficiënt in actie met doekjes en plastic zakken. En de dochter, de moeder van het jochie, die stond te bellen. En te bellen en te bellen en te bellen. Zelfs toen ze uiteindelijk klaar was, schonk ze haar zoontje, dat nu bijna doorzichtig was, geen enkele aandacht. En zo moest het joch aan zijn lange reis beginnen. Gelukkig had ie zijn vader nog.



Oh, en als er ooit een bal in mijn tuin terecht komt, steek ik 'm echt wel lek. ;)


2 - Eten

Wat mij betreft lijken alle Zuid-Europese landen op elkaar. Heb je er één gezien, heb je ze allemaal gezien. Ja, als ze het horen, hangen ze me in de zon te drogen, maar zeg zelf, dat is toch zo? Ach, de bergen liggen wat anders gegroepeerd en de wegen slingeren zich er wat anders doorheen, maar overal herken je dezelfde Arabische invloeden en zie je dezelfde betonnen skeletten van nooit afgebouwde hotels. Nee, door de oogharen bezien is er nauwelijks verschil tussen Griekenland, Zuid-Italië, Spanje of Portugal.
Het grote verschil zit 'm wat mij betreft in het eten. Spanje en Portugal zijn echte vislanden, Italianen overgieten vrijwel alles met tomatensaus en de Grieken, ja de Grieken, die eten me toch gevarieerd. Tzatziki, stifado, mousaka, saganaki, gyros, keftedakia, souvlaki, spanatopikapia en sirtaki. Die laatste is dan wel geen gerecht, maar als je ergens zit te eten moet het al wel raar lopen, wil het er niet op uitdraaien.
De sirtaki is natuurlijk die Griekse dans uit de film "Zorba, de Griek". Het is een soort van polonaise maar dan overdwars. Gezellig. De Grieken zelf zijn ook al zo gezellig. Met al die leuke Benny Neyman muziek. Ik ken geen ander volk ter wereld dat zo vriendelijk is als de Grieken. Daarmee vergeleken zijn Portugezen en Spanjaarden maar kleine opgewonden chagrijntjes. Om over de Fransen maar helemaal te zwijgen! Want ja, ik ben nog nooit in Frankrijk geweest, dus kan ik er beter over zwijgen. Al ik heb wel zo mijn vermoedens.

Op vakantie is eten wel een dingetje. Het hele jaar door loop je op te letten en leef je sober en beheerst om niet volledig dicht te groeien, maar tijdens de vakantie gaan alle remmen los. Vakantie is eigenlijk een soort Kerstmis, maar dan in zomer en veertien dagen lang. De hele dag heb je dat volle kerstgevoel. En na de vakantie doe je er vervolgens bijna een vol jaar over om die vakantiekilo's er weer af te krijgen. Dat is wat ik noem 'the circle of life'. Ik neem op vakantie ook altijd een ruim vallende blouze mee voor de terugreis.

Ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag. Dat zeg ik trouwens ook van de lunch en het diner, net hoe het uitkomt. Maar ik mag op vakantie graag zelf het ontbijt maken. Een soort van Engels ontbijt, met spek, ei en veel gesmolten kaas. Een caloriebom waar je de hele dag op kan teren. Al duurt dat 'teren' tijdens de vakantie niet langer dan tot een uur of elf, want dan staat er koffie met gebak op het programma.
Meestal zijn de potten en pannen in de appartementen van zichzelf al vet genoeg om er zonder toevoeging van boter in te kunnen bakken. Dat scheelt, zal je denken, maar toch worden ze door mij eerst zorgvuldig gereinigd. Net als het bestek en het servies dat we denken te gaan gebruiken. Ik ben niet vies van een beetje vet, als het maar wel mijn eigen vet is. Vet van een ander vind ik smerig. Al zullen ook hierover de meningen verschillen.

Even wat anders. Je denkt misschien - althans, ik dacht het zelf wel - dat in Zuid-Europa om zeven uur de zon al hoog aan de hemel staat te branden, maar niets is minder waar. Om zeven uur is het nog gewoon donker. Om negen uur is het er pas net zo licht als bij ons al om zes uur. Maar dan gaat het ook snel. Om elf uur kan je al niet meer met blote voeten over het strand lopen zonder de bezielende leiding van steenkolengoeroe Emile Ratelband. Blaren tot aan de enkels als je niet oppast. En 's avonds om negen uur is het alweer donker. Ja, dan stelt de Ramadan ook niet veel voor. Geen wonder dat de Arabieren hier graag vertoefden. Ja, want er hebben hier wat islamieten gewoond zeg. Zo! Nee, Wilders was gek geworden van opwinding, zoveel. Tot ver in de late middeleeuwen heersten hier sultans en sjeiks. Tegenwoordig zijn het vooral Engelsen, Hollanders en Spanjaarden zelf die Torremolinos bevolken. Ik zeg Torremolinos, omdat wij ons daar tijdelijk hebben gehuisvest. En ik zeg met opzet Hollanders, want de accenten die je hoort, komen niet uit het noorden, oosten of zuiden van ons land. Nee, het zijn voornamelijk luidruchtige drukdoeners vol kleurige plakplaatjes. Net Engelsen. Maar na de Brexit zal alles wel anders zijn.

Het concept 'lunch' is aan de Spanjaarden geheel voorbij gegaan. In Spanje kent men geen lunch. Niet zoals wij. Wij lunchen ergens tussen 12 en 2. Dan eten we iets kleins, een tosti, een uitsmijter, of brood uit een trommeltje. Nou, in Spanje niet. Daar eet je om drie uur 's middags gewoon een heel diner. Gewoon met wijn of bier en al. Rond een uur of vijf, zes wat tapas met een drankje en vanaf 9 uur 's avonds is het dan tijd voor het tweede diner! Het is heel anders dan bij ons, maar ik kan daar best aan wennen, zeg ik.

Wat overigens niet veranderd op vakantie is mijn behoefte aan koffie. Ik neem daarom altijd oploskoffie mee. Heet water hebben ze immers overal wel. En zo kan je toch altijd koffie zetten. Je hebt er wel, heel gek, twee theelepeltjes voor nodig. Dat staat ook op de pot. Twee theelepeltjes poeder voor een een normale bak. Twaalf theelepeltjes en je hebt espresso. Super handig spul.

Update: Na de vakantie bleek ik ruim 3 kilo aangekomen. In een week! Ik zeg, applaus!

1 - Vertrek

Als je boekt sta je er eigenlijk niet zo bij stil. Dan klinkt 's ochtends zeven uur vertrekken best aantrekkelijk. Ben je nog diezelfde ochtend om half twaalf in je Spaanse hotel, pik je toch mooi nog effe de hele middag en avond mee. Maar ja, je moet twee uur van te voren al op Schiphol zijn. Reken anderhalf uur rijden. Koffers in de auto tillen. Aankleden, douchen, tandenpoetsen. Kortom, je moet om twee uur 's nachts al je nest uit. Een tijdstip waarop je vroeger juist je bed ín ging, om dan vervolgens om zeven uur fris en monter naar je werk te gaan. Maar twee uur in de nacht uit bed stappen is zo simpel nog niet. Wil je nog een paar uur slapen, moet je al om negen uur de ogen sluiten. Op werkdagen, als ik op de bank naar het journaal zit te kijken, sukkel ik zo weg, maar als het moet, lukt het niet. Zal wel psychisch zijn. Net als met opstaan. Door de week heeft de wekker de grootste moeite je onder het zeil vandaan te krijgen, maar in het weekend kan je om half zeven al je bed op Marktplaats te koop aanbieden, want je bent uitgeslapen. Een mens zit raar in mekaar. Het leek me daarom verstandig pas rond half twaalf te bedde te gaan. Beetje normale tijd.

Trouwens, misschien wel leuk om even tussendoor te vertellen, dat ik dit verhaal schrijf, zoals ik dat alle groten der aarde tegenwoordig zie doen. Ik noem een Kleine Viezerik, een Brace, een BolleBof, de hele vriendenclub van Ali B. zeg maar. Gewoon rechtstreeks op mijn iPhone dus. Jaja, hip(hop) hè? Ja, het is een beetje noodgedwongen. Dat komt, mijn iPad is gestolen. Ja, erg hê. Ik vermoed door een van die vrienden van Ali, want het is niet te doen dat typen op je phone. Ik heb nu het lettertype maar op standje beeldschermvullend gezet. Dan gaat het net. Nog mazzel dat ik korte verhalen schrijf. Je zou Lord of the Rings op zo'n manier moeten schrijven. Nou, dan had Frodo die ring een stuk sneller in die grote open haard kunnen mikken, dat zeg ik je toch. Dan was het hooguit een novelle geworden, een film van 80 minuten. Maar goed, dan weet je dat ik me grote moeite heb getroost om al die letters voor je op de goeie plek te krijgen. Langzaam lezen graag.

Dus kroop ik om half twaalf onder de spreekwoordelijke wol, want we hebben een vierseizoenen dekbed. Koud in de winter, warm in de zomer. Ik ging ontspannen liggen, in een comfortabele houding en concentreerde me op mijn gesloten ogen. De stilte was overweldigend. Langzaam voelde ik me wegzakken. Nou, dat gaat best nog snel, dacht ik mezelf wakker. Hè! Dat moet ik dus niet meer doen, denken. Ik veranderde van houding. Nee, die vorige was beter, dus weer teruggedraaid. Gek genoeg was die prettige houding van net nergens meer te vinden. Zucht. Na nog wat gedraai en getrek aan het kussen, vond ik toch weer een acceptabele slaappositie. Ik concentreerde me weer op mijn gesloten ogen en zakte langzaam weg. Totdat ik op het raam hoorde kloppen. Hè, wat? Ik was weer wakker. Had ik dat nou echt gehoord of had ik het me verbeeld? Het klonk alsof er iemand op het raam klopte, alleen, we slapen boven. En uit de richting waar het geluid vandaan kwam, zit helemaal geen raam. Daar staat een muur met daarachter de badkamer. Klop klop. Daar was het weer! En ja, het was echt. Ik wist ook meteen wat het was. De vaatwasser was aangesprongen en als die water vroeg, hoorde je een slag in de waterleiding. Oké, dus ik kon weer rustig gaan liggen. Nou ja, liggen. Het werd wederom draaien en trekken en draaien totdat een min of meer geschikte slaappositie was gevonden. Hoe laat was het nu? Ik richtte me voorzichtig op om mijn slaappositie niet te verliezen en toch op de wekker te kunnen kijken. Half één! Dan heb ik nu nog maar anderhalf uur slaap tegoed. Opschieten dus en liggen!

Mensen die mij kennen of al vaker iets van mij gelezen hebben, weten dat ik een echte globetrotter ben, een reiziger in hart en nieren. Ik grijp elke gelegenheid te baat om erop uit te trekken. Alle werelddelen heb ik al bezocht, met uitzondering van Africa. En Antartica. Oh, en Australië, daar ben ik ook nooit geweest. Maar Amerika wel! Dat wil zeggen, New York. En regelmatig bezocht ik de Chinese Muur, een restaurant op de Schelmseweg, dus daarmee is Azië wat mij betreft wel afgedekt. En ik maak zelf regelmatig chili con carne, dus Zuid-Amerika kan ook van het lijstje. Nee, ik ben echt geen reiziger. Ik heb slechts 6 Europese landen bezocht en Curaçao en New York. Nou, voor een gepassioneerd thuisblijver vind ik dat toch heel wat, maar zelfs met de beste wil van de wereld zou ik dus geen top 10 kunnen samenstellen. Het reizen zit me gewoon niet in het bloed. Nergens heb je zoveel luxe als thuis. Op vakantie is het toch altijd behelpen. De douche is klein en vaak ook niet erg fris. De bedden liggen voor geen meter. Je hebt geen auto voor de deur en zelfs als je zoiets simpels als een pot pindakaas wilt scoren, is daar een goed georganiseerde expeditie voor nodig. Curaçao vormde de uitzondering. Daar hadden we drie badkamers, een auto voor de deur en een Albert Heijn om de hoek. Heel relaxed. En gek genoeg kom ik ook in New York helemaal tot mezelf. Dat voelt als thuiskomen. Heel apart. Waarschijnlijk was ik in een vorig leven Peter Stuyvesant of zo. Tja, en dan, hoe kan het ook anders, het meest relaxte Europese land, met de vriendelijkste bevolking en het lekkerste eten van allemaal, Griekenland! Dat is dan mijn top drie. En dan komt er heel lang, helemaal niks. Dus je snapt dat vakantie voor mij altijd iets dubbels heeft. Ik kijk er naar uit en ik zie er tegenop. Een afstuderend psycholoog zou aan mij een dankbaar langjarig studieobject hebben.

Het was inmiddels één uur! Al dat nadenken, je kan het niet stilzetten, helaas. Men zegt het van drank, maar vaker zijn het je eigen gedachten die meer kapot maken dan je lief is. Nog een uurtje proberen te pakken. Beter iets, dan niets. Het ritueel van draaien kon weer beginnen. Ik lag en zakte langzaam weg. Toen stond Linda op. Ja, wij slapen al enige tijd samen. Ze ging in stilte naar de badkamer. Kroop voorzichtig terug in bed, maar kon ook de draai niet vinden. Half twee zijn we er maar uit gegaan. Hadden we een half uur langer om ons voor te bereiden op de reis. Konden we lekker rustig aan doen. Da's ook fijn. Je ziet, ik ben dan wel geen reiziger, ik ben wel een geboren optimist.

18 augustus 2017

even iets proberen

Diep van binnen wil ik eigenlijk alles graag hetzelfde houden. Zo'n type ben ik. Gewoon de dingen laten zoals ze zijn. Lekker makkelijk, want daar hoef je dan niet over na te denken. Maar ja, dat lukt natuurlijk niet altijd. Of eigenlijk nooit. Alles verandert voortdurend. En dat is maar goed ook, want anders waren we nu nog gehuld in berenvellen met knotsen op vrouwenjacht gegaan. Misschien leuk voor een keer, maar Tinder is dan uiteindelijk toch een stuk gemakkelijker. Gewoon vanuit je luie stoel een lekker ding naar binnen swipen. Wat ik maar zeggen wil, veranderen, je ontkomt er niet aan, dus ook ik moet zo nu en dan iets nieuws proberen.

Men zegt weleens: wat zijn ogen zien, kunnen zijn handen maken. Nou, als je dat hoort, gaat het niet over mij. Ik ben niet zo'n Bob de Bouwer. Als kind kreeg ik eens een plastic modelvliegtuigje wat je zelf in elkaar moest lijmen. Een Messerschmitt! Het tubetje lijm dat erbij zat, bleek voor mij echter te klein om de bouw tot een goed einde te kunnen brengen. Het was al leeg voordat de vleugels er überhaupt op zaten. Ik had de hele romp rijkelijk met lijm gevuld. Stevig en massief, dat wel, maar niet de bedoeling. Ook zaten er kwastjes bij en kleine blikjes verf om het model een zeer realistisch uiterlijk te geven. Ik heb me er niet aan gewaagd en me beperkt tot het aanbrengen van enkele stickers en zelfs die zaten scheef. Nee, ik ben niet bijzonder geschikt voor dit werk. Maar ja, ik heb het wel geprobeerd.
Ik heb ook, heel triest, een broertje dood aan witten, verven en behangen. Altijd zit er wel ergens een zakker of een druiper, of een kierende naad, sluit het patroon van een baan behang onderin ineens niet meer aan, laten hoekjes los, of kan je precies zien waar ik de roller op het plafond heb gezet. Nee, klussen is niet mijn ding.
Dus ja, toen er een tuinhuisje moest komen, was het al snel duidelijk, dat laat ik plaatsen. "Lekker makkelijk," zei iedereen, "hoef je er zelf niks aan te doen." En eerlijk gezegd, dat was inderdaad de bedoeling. In de praktijk viel dat echter nogal tegen. Voordat het huisje kon worden geplaatst moest ik drie bomen omzagen, tegels en struiken uit de grond trekken, het oude huisje afbreken en wegtoveren, een heel stuk gras afsteken enz. enz. En na het plaatsen kon ik de tegels weer terug leggen, diepe gaten in de klei graven om een aantal struiken te herplaatsen, stroom aansluiten, een oplossing realiseren voor het weer laten functioneren van de waterpomp, de berg afvalhout en pallets in stukken zagen en wegbrengen enz. enz. Weken was ik bezig met de voor- en nabereidingen, terwijl de vakman het huisje zelf in slechts twee dagen had geplaatst. Achteraf had ik het misschien beter andersom kunnen doen.

Ook al weet ik dat ik niet altijd even handig ben en zie ik soms vreselijk tegen dingen op, je ontkomt er niet aan om bepaalde dingen toch zelf te doen. Ten eerste, als je alles moet laten doen, kost je dat handen vol met klauwen, en ten tweede ook. En verder, een vakman maakt de dingen standaard in standaard kwaliteit, terwijl, als je het zelf doet, je het precies op maat kan maken. En eerlijk gezegd, ben ik wel heel creatief in het bedenken van oplossingen. Voor veel problemen weet ik precies passend maatwerk te verzinnen. Uitvoeren is echter iets anders. Ik heb er vaak ook de spullen niet voor. Dan probeer je het met wat je wel hebt, maar dat werkt dan toch net niet. Een stuk laminaat recht afzagen met een decoupeerzaag gaat prima, maar een balk over een lengte van twee meter twintig doorzagen met een decoupeerzaag is andere koek. Ach, het is niet dat ik twee linker handen heb, maar ik heb er wel één. Op een schaal van 0 tot 10 geef ik mezelf voor handigheid een zeven min. De ideeën zijn altijd goed, net als de bedoeling. Dus experimenteer ik er lustig op los. Soms zelfs enthousiast. Ik ga geen uitdaging uit de weg, als ik er van te voren maar lang genoeg over kan nadenken.

Over experimenteren gesproken....

Als je mijn leeftijd hebt en je tijdens je leven een beetje om je heen hebt gekeken, is er weinig meer waar je nog nooit van hebt gehoord. Dus ik wist er wel van. Dat het bestond. Er was echter nooit een reden om me er in te verdiepen. Waarom zou ik ook? Ik ben zelf immers een man, en in mijn leven speelt het verder geen rol. Maar kennelijk is het nu ineens heel erg in. Is het in de mode. Er wordt op tv zelfs reclame voor gemaakt. Vaginale droogheid, bedoel ik. Ja, ik heb het zelf niet, nooit gehad ook, maar blijkbaar is er een markt voor. Althans, dat vermoed ik, want de makers van het betreffende crèmetje zijn druk doende het vermeende gat in de markt te penetreren. Op alle zenders en op alle tijden zijn hun reclames over vaginale droogheid op tv te zien. In een tube zit het. Vagisan heet het spul. Een crème die overigens voornamelijk bestaat uit water met lipiden. Vet dus. Water en vet. In een tube. Op zich wel knap gemaakt natuurlijk, want water en vet laten zich niet gemakkelijk mengen. Hoewel, mayonaise is op zichzelf genomen niet veel anders. Dat is ook voornamelijk water en vet. Lipiden. En Zaanse mayonaise zit ook een tube. Dus dat werkt misschien ook wel. Maar ja, ik kan het zelf niet proberen, want ik heb er geen last van. Dus dit experiment zal ik aan anderen moeten overlaten. Maar als iemand over de behaalde resultaten wil berichten, stel ik daar graag deze blogruimte voor beschikbaar. Ik hoor het wel.

18 juli 2017

hiep hiep hoera

"Gefeliciteerd kerel! Ja, goed. Leuk! En jij ook gefeliciteerd met je vent. Ben je niet eens toe aan een nieuwe? Hahaha! U ook gefeliciteerd. De kleine jong is groot geworden hè? U ook gefeliciteerd. Hey, jij ook proficiat! Ach, ik ga jullie allemaal langs. Gefeliciteerd. Gaan we kussen? Ge-fe-li-citeerd! Proficiat! Sorry! Is dat jouw tas? Nou, gefeliciteerd. Gefeliciteerd. Gefeliciteerd. Gefeliciteerd. Hallo, lang niet gezien. Ja, vorig jaar ja, ook hier. Haha. Gefeliciteerd! Gefeliciteerd. Gefeliciteerd. Zo, zat hier al iemand? Ach, ik had je helemaal niet gezien. Bijna het beste paard van stal vergeten. Gefeliciteerd! Ja, nee, alles goed. Zo, ik dacht dat ik vroeg was, maar....  Wat? Ja, koffie graag. Beetje melk. Ja, natuurlijk. Daar kom ik voor. Wat heb je? Doe maar mokka!"

En? Al enig idee waar dit over gaat? Precies! De start van een typisch Nederlandse verjaardag. Er is koffie met gebak, of een gemakkelijke variant op dit thema, de stoelen zijn een beetje een in een kring gezet en je feliciteert niet alleen de jarige, maar iedereen. Ja, echt iedereen! Ook de mensen die je niet kent.

Wat is dat voor waanzin? Waar komt die merkwaardige gewoonte toch vandaan? Net als dat drie keer zoenen? Hoe is dat ooit in de mode geraakt? In de jaren tachtig van de vorige eeuw, zo zag ik op onze trouwvideo, zoenden we elkaar nog slechts twee keer. Op iedere wang één. Dat heeft nog enige logica. Maar tegenwoordig, smak, smak en smak. Ooit kon je via een website affiches en buttons bestellen met de tekst ‘Ik zoen slechts één keer’. Het actiemateriaal vond gretig aftrek, maar ze zijn er niet in geslaagd het zoengedrag te beïnvloeden. De website is uit de lucht en de zoeners gaan lustig door met hun drieklappers. Daarom vrees ik, dat de iedereen-maar-raak-feliciteerders zich ook niet zullen bedenken.

De felicitatiedrift is de zoveelste omgangsvorminflatie. Net als een applaus. Dat kan blijkbaar nooit meer zittend worden gegeven. Hoe beroerd de voorstelling ook was, het loopt altijd uit op een staande ovatie. In geboorteadvertenties is het uitroepteken standaard geworden: ‘Geboren!’ Alsof dat zo bijzonder is? Miljarden gingen u voor! De geringste prestaties van kinderen worden bekrachtigd met het uitdelen van high fives. Hoe erg als het kind voor het eerst een drol in de pot heeft gelegd. Dan worden alle aanwezigen uitgenodigd het resultaat te bewonderen. Nee, ik wil dat niet zien! Ik ben blij dat mijn kinderen zelf hun kont af kunnen vegen. Ik heb het vaak zat half kokhalzend moeten doen; ik ben er klaar mee! Maar je durft dat niet te zeggen, want dan loop je de kans uitgemaakt te worden voor een ongevoelige, saaie en chagrijnige zak. Ja, niet in je gezicht natuurlijk, maar achteraf. Dus bij iedere verjaardag, hup, ga je dat hele rondje weer af. En als je dan een keer de moed hebt verzameld om voor de kring te gaan staan en "Allemaal gefeliciteerd!" te roepen, is er altijd wel één die zichzelf dan zo verwaarloosd voelt, dat ze klaagt: "Krijg ik ook geen kus?".

Kijk, feliciteren betekent letterlijk ‘gelukwensen’. Het is dus echt wel logisch om de jarige zelf te feliciteren en dus geluk te wensen. Maar niet de rest van de familie! De buren! De neefjes en nichtjes! Vrienden en vriendinnen. Vage kennissen en andere aanhangsels! Soms wordt ook de hond gefeliciteerd! Of de kat! Er zijn er die zelfs voor het vogelkooitje gaan staan om ook de kanarie geluk te wensen!

Maar het gaat nog verder! Ook op Facebook feliciteert iedereen iedereen met van alles en nog wat! Gefeliciteerd met je mannetje! Blegh! Gefeliciteerd met het konijn van je dochter! Gefeliciteerd met de geboorte van je buurmeisje! Gefeliciteerd met het zwemdiploma van het zoontje van je derde zwager uit zijn tweede huwelijk! Ja, er zijn er zelfs die het andersom doen en heel Facebook feliciteren. "Gefeliciteerd! Ik ben jarig!" Wat is er dan mis gegaan in je leven?

Als je iedereen met alles feliciteert, stelt zo'n felicitatie toch helemaal niks meer voor! Dan raakt het zijn hele betekenis kwijt. Dan wordt het sleets en verliest het zijn waarde, dus kappen nou! Stoppen! Niet meer doen! En als het je lukt, nou dan van harte gefeliciteerd ermee!

Groetjes, Salvatore

15 juli 2017

VidaXL


Wat ik hier schrijf zijn meestal halve waarheden of complete leugens; verhaaltjes! Wat ik je nu ga vertellen, is echter 100% waargebeurd. Wollah!

"Wat moet jij nou met een regenpak?" zullen de mensen die mij kennen zich afvragen en dat snap ik, maar toch had ik er eentje besteld. Bij VidaXL. Ik had er nooit eerder wat besteld en eigenlijk ook nooit van gehoord, maar het was een leuk regenpak, goedkoop en, dat had ik speciaal opgezocht, met 14 dagen zichttermijn en een gratis retourprocedure. Ervaringen uit het verleden hebben mij op dit punt wantrouwend gemaakt. Niet alleen webshops, maar ook gewone winkels lijken steeds moeilijker te doen als je iets wilt retourneren. Maar goed, in dit geval leek het allemaal goed geregeld. Dus dat regenpak maar besteld, voor €19,99 inclusief verzendkosten. Binnen twee dagen thuisbezorgd. Je gelooft het niet, maar toch stond het er. Dus bestelde ik dat regenpak.

Hier aangekomen met lezen, moet ik melden dat het nu belangrijk is dit helemaal uit te lezen, want anders ontgaat je de clou. Doorlezen dus.

De bestelling was nog niet de deur uit of ik kreeg een mail dat mijn betaling niet was geaccepteerd en of ik de bestelling opnieuw wilde plaatsen. Hè? Ik controleerde mijn rekening, maar het geld was er wel mooi vanaf geschreven. Stelletje oplichters, dacht ik meteen. Ja, mijn geloof in de eerlijkheid van webwinkels is gedaald tot ver onder het vriespunt.
Dus ik mail, netjes nog, naar hun klantenservice. Krijg ik binnen een dag een reactie van ze. Dat verraste mij al, zo snel. Nee, excuus, dat was een systeembug, nogmaals excuus, maar het regenpak kwam eraan! Jaja! Eerst zien.

Een dag later kreeg ik een mail van de bezorger dat het pakje onderweg was, keurig met track en tracecode. Dus ik klik op de link. En wat denk je? Die werkte niet! Onder dat nummer was geen pakje bekend. Adem in, adem uit. Direct weer in de mail geklommen en er melding van gemaakt. Weer kreeg ik snel een correct antwoord. Excuus, er was iets mis gegaan, de zending was bij hen retour gekomen, maar ze hadden het pakje direct opnieuw aangeboden bij de bezorger. De link naar de nieuwe track en trace code zat erbij. Ik klik, en wat denk je? Het werkte! Het pakje zou dinsdag worden bezorgd. En ik had 'm vrijdag besteld. Dus ondanks al dat gedoe, nog vrij snel.

En inderdaad, dinsdag werd het pakketje bezorgd. Ik was alleen niet thuis, want ik heb werk, maar ik kon zelf een tweede bezorgmoment kiezen. Dat werd, woensdagavond tussen 6 en 9. En inderdaad, woensdagavond half 7, werd het regenpak bezorgd. Maar het viel toch kleiner uit dan ik had verwacht. Ik moest toch een maatje groter hebben. Dus de gratis retourprocedure aangesproken.

Nu is het zaak om even een zijstapje te maken. Soms heb je van die dingen, dat als er iets fout gaat, er meer fout gaat. Alsof er dan een vloek op rust. Alles wat fout kan gaan, gaat dan ook fout. Ook al doe je nog zo je best, op de een of andere manier, loopt het dan toch mis. Als je er zelf direct bij betrokken bent, zit je met je handen in het haar, terwijl een ander die ermee te maken heeft, heel goed kan denken, wat een sukkels, ze kunnen het nog niet eens foutloos afwerken. Nou, met dat in gedachten lees je verder.

Dus op de site de retourprocedure aangesproken, maar dat werkte helemaal niet. Bleken het dan alsnog oplichters? Dus ik weer rechtstreeks met mijn verhaal de klantenservice gemaild. Dat ik wat had besteld, dat het kleiner was dan ik volgens hún maattabel had mogen verwachten en dat ik 'm gratis wilde retourneren en een grotere maat wilde ontvangen. Kreeg ik een mail terug of ik er misschien een ander blij mee kon maken en dat ze me dan een tegoedbon van 15 euro zouden sturen. Ik was in alle staten! Wat is dit voor onzin. Een tegoedbon van 15 euro; ik wil mijn geld terug, en wel het volledige bedrag! Dus mailde ik, nu boos, dat er wat mij betreft maar twee opties waren, retourneren en geld terug, of retourneren en een grotere maat ontvangen. Direct kreeg ik weer een mail terug.

Ik las de mail en kreeg het schaamrood op de wangen. Ik had hun mail helemaal verkeerd begrepen. Er was al zoveel mis gegaan met mijn bestelling en nu was ook nog eens de maat verkeerd, dat VidaXL iets heel anders bedoelde dan ik had begrepen. Zij wilden dat regenpak niet terug ontvangen, de kans dat er dan weer wat mis zou gaan en er gedoe zou ontstaan, vonden ze veel te groot. Slim, want, zoals ik hierboven al zei, soms lijkt er ergens een vloek op te rusten en gaat alles fout wat er maar fout kan gaan. VidaXL wilde dat voorkomen. Om het helemaal netjes en goed af te handelen, zouden ze het volledige bedrag terugstorten, en mocht ik het te kleine regenpak houden. Dan kon ik helemaal zelf beslissen of ik bij hen alsnog nog een regenpak in een grotere maat wilde bestellen. Ik kon het niet geloven. Wat een goede service! Ik had eerlijk gezegd het geloof verloren, dat er ook nog bedrijven zijn die wel deugen. Een dikke pluim voor VidaXL! Hun slogan "kan niet? echt wel!" maken ze helemaal waar! Wat ik ook had verwacht, dit niet. Top!

Dus nu heb ik een gratis regenpak. Nee, dat is niet te koop. Dat geef ik weg. Ik heb wel een nieuwe in een grotere maat besteld en dat ging wel gewoon helemaal goed. Maar dit vond ik toch zo bijzonder, dat ik het wilde delen. Dus, als je iets van je gading vindt, daar bij VidaXL, kan je dat met een gerust hart bestellen. Het bedrijf deugt!

Groet, Salvatore

03 juli 2017

druk drukker drukst

Er is altijd en overal wel ergens wat te doen. Een kermis, een braderie, een rommelmarkt, een vlooienmarkt, een kersenfeest, een maisfeest, een festival, een concert, een optreden, een voorstelling, een food festijn, een dans gebeuren en meer en nog zowat en ook zoiets. Dit alles uiteraard als aanvulling op de reeds bestaande musea, theaters, café's, kunstijsbanen en pretparken. En dat is allemaal maar goed ook, want niemand lijkt thuis nog rust te kunnen vinden. Dagelijks verschijnen er op Facebook foto's van mensen aan de drank, de vette hap en de pillen (doing doing). Allemaal de handen in de lucht, allemaal tegelijk springen, allemaal raar doen, draaien, hangen, liggen, lampjes uitblazen, door modder rennen, je groen en geel laten spuiten, zingen, handenklappen, braken, hoepelen en bootje varen. Nooit zie je een foto van iemand die rustig thuis op de bank zit. Ja, of er moet naast hem een huisdier of kind iets raars doen, maar dat is weer een geheel andere categorie. Nee, we kunnen blijkbaar niet meer gewoon thuis blijven. We investeren meer geld in ons huis dan ooit, we kopen om de haverklap nieuwe meubelstukken, ditjes en datjes, geurtjes en kaarsen en kaarsen met geurtjes, maar we zijn er nooit meer. Als we dan eindelijk vrij zijn, moeten we er een paar dagen tussen uit, een weekendje weg, een stedentrip of gewoon een hotelletje in een onbekend plaatsje. Gewoon thuis, met de voetjes op tafel, tevreden zitten zijn, lijkt niet meer van deze tijd. Een blokje kaas erbij met een beetje mosterd, het is allemaal te gewoon geworden. Maar ondertussen klaagt iedereen over dat we het zo druk hebben en dat we steeds maar moe zijn. Logisch, want naast al die uitjes, moeten we ook 100 kilometer bergop fietsen, 7 kilometer hard rennen of uren in de sportschool doorbrengen. En ondanks al die activiteit, blijven we maar zwaarder en zwaarder worden. Dus gaan we raar eten. Schrappen we koolhydraten, of vet, of suiker, of alles tegelijk. Om de gemiste noodzakelijke voedingstoffen te compenseren eten we dure voedingssupplementen in pil vorm, als drank of soms zelfs via het infuus. Is er dan niemand, die dit allemaal doet en toch weer steeds zwaarder wordt, en drukker en meer en meer vermoeid raakt, die denkt, misschien doe ik toch iets niet goed? Misschien moet het roer om? Misschien moet ik toch wat vaker thuis blijven, beetje dom zappen, flesje bier, stukje worst ... en effe geen foto's op Facebook zetten van mijn leuke actieve leven. Rust roest, zeker, maar hardlopers zijn doodlopers en wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd en zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens en eigen haard is goud waard en horen, zien en zwijgen.

Gr. Sal