Translate

24 februari 2017

is het hier nog wel veilig

Wilders wordt al 12 jaar op een, zeker voor Nederlandse begrippen, extreem hoog niveau beveiligd. Hij is nooit alleen. Voor ruim 3 miljoen per jaar, staat er, als hij een grote boodschap gaat doen, nog een beveiliger aan de toiletdeur te luisteren. Maar, is dat nu allemaal echt nodig? Ik weet het niet. Ik kan dat niet beoordelen.
Ja, zegt men, dat is nodig, want Wilders staat op de dodenlijst van zo'n beetje alle extremistische islamitische terreurorganisaties, dus.... Maar is dat ook echt zo? Ik weet het niet; ik heb nog nooit zo'n lijst gezien. En is het echt erg om op zo'n lijst te staan? Wie staan er nog meer op en worden die ook zo extreem beveiligd? Is er ooit een poging gedaan een aanslag te plegen op de mensen die op zo'n dodenlijst staan? Ik weet het niet.
Ik vertrouw er dan maar op dat de regering het allemaal wél weet en er dus goed aan doet om al dat belastinggeld uit te geven aan de beveiliging van Wilders en dat die beveiliging goed en adequaat is. En blijkbaar vertrouwt Wilders de regering zelf ook, want je hoort 'm er eigenlijk nooit over. Tenminste, tot voor kort, maar hierover straks meer.

Als je als leek erachter probeert te komen hoe groot die terreurdreiging nu feitelijk is, kan je dat eigenlijk alleen maar doen door het tellen van gelukte terreuraanslagen. Van de aanslagen die zijn verijdeld of die nog staan gepland, heb ik immers geen weet. Omdat me dat best een hele klus lijkt, ben ik eerst maar eens begonnen met het tellen van de aanslagen van vorig jaar in Nederland. Na alles goed te hebben uitgeplozen, kwam ik in totaal uit op 0 aanslagen met 0 doden. En dat is al jaren zo! Is dat nu puur mazzel of worden we al met al dan toch goed door onze regering beveiligd? Even verder kijken dan maar.

Binnen de EU waren er vorig jaar terreuraanslagen in Ierland (1 dode), Groot-Britannië (2 doden), Duitsland (2 doden), België (35 doden) en Frankrijk (89 doden). In totaal 129 doden vooral door de verschrikkelijke aanslagen in Nice en Zaventem. 129 onschuldige mensen! Dat zijn er 129 te veel! Daar zou je geliefde maar tussen zitten, je zoon of dochter. Vreselijk.
Toch ... even ter vergelijking, in diezelfde EU-landen komen jaarlijks ruim 25.000 mensen onnodig en onschuldig om in het verkeer. En, hoe vreselijk ook, in de EU plegen jaarlijks zo'n 60.000 mensen zelfmoord. Dus statisch gezien ben je een groter gevaar voor jezelf, dan welke extremistische moslim dan ook.

Daar tegenover staat dat in Islamitische landen het dodental door moslimterrorisme wel vele malen hoger ligt. Alleen al in Turkije vielen vorig jaar door aanslagen 264 doden. Da's al meer dan in de hele EU.  En in Irak vielen door aanslagen van vooral IS zeker 3873 doden! Ja, er gaat wel degelijk een serieuze dreiging van uit van die moslimterroristen, alleen treffen zij toch vooral de moslims zelf! In de EU is het, zo blijkt uit de feiten, nog steeds heel erg veilig! Zou dat dan toch komen doordat we de beveiliging in Nederland en in de EU feitelijk gewoon goed geregeld hebben allemaal? Natuurlijk kan altijd alles beter, maar vooralsnog lijkt het goed te werken. Het kan toch niet allemaal en alleen maar mazzel zijn?

Terug naar Wilders en zijn beveiliging. Die was tot nog toe goed, want ook Wilders zelf klaagde er niet over. Nou, en als Wilders er niet over klaagt, dan zit het echt wel goed, durf ik te beweren. Maar dat werd toch een beetje anders toen in de media werd gemeld dat een beveiliger van Wilders vertrouwelijke informatie had gelekt. Het ging daarbij bovendien ook nog eens om een Nederlander met een migratie-achtergrond uit een niet-westers land, of, zoals je het in dit geval ook zou kunnen noemen, een Marokkaan.
Als je echter alle beschikbare, openbare informatie doorspit, kom je erachter dat niet echt een beveiliger van Wilders was. Ja, de man had er wel mee te maken, maar deed allerlei voorwerk. Hij liep dus niet bij Wilders in de buurt of zo. Wel had de betreffende beveiliger toegang tot informatie waarover wij, gewone burgers, niet beschikken, zoals het dienstrooster. Maar of hij deze informatie ook heeft gelekt, moet nog blijken. Voor zover ik het nu heb kunnen nagaan, gaat het vooral om informatie die voor criminele (waarschijnlijk drugs gerelateerde) activiteiten interessant kunnen zijn. Er is dus geen reden om aan te nemen, dat de veiligheid van Wilders hierdoor ooit in het geding is geweest. En dat is ook precies wat de regering zegt. Maar kunnen we de regering wel vertrouwen?

Er zal de komende tijd wel weer veel meer informatie over deze zaak en over de beveiliging van Wilders in de media komen. Politici zullen dit graag gebruiken in deze campagnetijd om de regeringspartijen zwart te maken en zelf beter voor de dag te komen. Wilders zelf is daar al mee begonnen. Hij zegt campagneactiviteiten af. Maar doet hij dit vanwege zijn veiligheid of toch louter uit electorale overwegingen?

Ik denk namelijk dat we de regering wel kunnen vertrouwen. Juist op dit gebied. De regering heeft er geen enkel belang bij om hierover te liegen. Bovendien, door er niet over te klagen, heeft Wilders dat blijkbaar zelf ook altijd gevonden. De juistheid van de regeringsinformatie op dit punt, wordt ook nog eens ondersteund door onder meer alle hierboven opgesomde feiten. In de EU en in Nederland zijn we bijzonder veilig gebleken. Dus tot nog toe klopt de werkelijkheid, precies met wat altijd is beweerd. De feiten spreken in dit geval in het voordeel van de regering. Dus waarom zouden we op dit punt dan nu de regering niet vertrouwen? Daar is toch geen aanleiding voor? Dus waarom alles wat officiële instanties ons melden, in twijfel trekken?

Groeten, Salvatore

12 februari 2017

the city that never sleeps

Ik ben een slechte slaper. Alleen tijdens de puber- en dienstplichttijd was het tijdelijk anders, maar daarvoor en dus ook nu nog kom ik slecht in slaap en ben ik doorgaans vroeg weer wakker. En ik kan er eigenlijk helemaal niet goed tegen. Als kind raakte mijn hele auto-immuunsysteem in de war als ik een paar avonden laat naar bed was geweest. Werd ik letterlijk ziek van vermoeidheid, met koorts en al. Gelukkig is dat nu niet meer zo. Nu zijn het enkel dikke blauwe wallen en kleine rooie oogjes die mij treffen. Maar dat zie ik zelf alleen 's ochtends bij het scheren, dus veel last heb ik er niet van.

Misschien is dat wel de reden, waarom ik heel mijn leven zo graag naar New York wilde. New York staat immers bekend als The City That Never Sleeps, de stad die nooit slaapt. Dat werd echter, toen ik er voor het eerst was, best een beetje een teleurstelling. De meeste winkels gingen toch gewoon om 18:00 uur dicht, net als bij ons. Tegenwoordig zijn veel winkels nog tot een uur of 8, 9 's avonds open, net als bij ons, maar ook die gaan uiteindelijk gewoon dicht. Zelfs de kraampjes met hotdogs, pretzels, geroosterde pinda's or whatever zijn 's avonds geheel uit het straatbeeld verdwenen. Oh ja, als je om twee uur 's nachts naar een kapper wil, kan je er vast wel een vinden die nog open is. En als je om half vijf 's ochtends wil bankdrukken, kan je vast wel een sportschool vinden die nog open is. Maar dat zijn dan toch de uitzonderingen die de regel bevestigen. Nee, er wordt wel degelijk geslapen in New York. Alleen niet door mij, want ik slaap er net zo goed als thuis, nauwelijks, dus dat is mooi.

Die nacht had ik weer een slechte slaap over me. Na twee uur in slaap gevallen en half zes was ik alweer klaar wakker. Terwijl mijn vaste reisgenote nog een kast bij elkaar aan het zagen was, stond ik in de badkamer met een brede grijns al mijn tanden op te poetsen. Ik schreef een briefje, voor als ze onverhoopt naar mij op zoek zou gaan, dat ik even een blokje om was.

Een blokje om is hier echt geen straf. Een blokje om is vanuit ons hotel een wandeling om The Empire State Building. Hoe heerlijk om vrijwel overal waar je loopt in deze stad, de punt van dat prachtige gebouw te kunnen zien! Dus nam ik opgewekt de lift naar beneden. Slecht slapen in New York is toch meer een zegen, dan slecht slapen thuis. In de lobby van het hotel haalde ik een coffee-to-go en ging.

Het was stil op straat. Nou ja, in de verte hoorde ik vuilniswagens die hun laatste ronde deden, vrachtwagens die hun spullen kwamen leveren. Want dat gebeurt hier 's nachts. En natuurlijk hoorde ik sirenes en nog meer sirenes, want de sirenes van brandweer, politie en ambulances hoor je hier de hele dag door. Maar toch, voor New Yorkse begrippen was het stil. Er liep ook bijna niemand op straat, terwijl je in de dagsituatie haast omver wordt gerend door keurig geklede dames en heren op fel gekleurde gymschoenen.

Met het hotel achter mij en coffee-to-go in de hand, vroeg ik mij af of ik links of rechtsaf zou slaan. Ik koos voor rechts. Dat leek mij voor deze ochtend wel gepast. Wat een genot! Er liepen op dit tijdstip bijna geen mensen op straat. De eerste mens die ik die ochtend passeerde, hoorde ik vriendelijk "goodmorning" zeggen. Ik was zo verbaasd, dat ik niks terug zei. Hier, in New York, stad van miljoenen, wenste men elkaar gewoon vriendelijk goedemorgen. Ja, 's middags was dat geen doen meer met al die drukte, maar nu, in de relatieve rust van de vroegte, leek het wel een vriendelijk dorp. Ik genoot ervan. Wat een heerlijke wandeling. Af en toe een slok van de koffie, af en toe een vriendelijk goedemorgen en af en toe een blik omhoog naar The Empire State Building. Ik zag hoe de uitbaters hun winkels openden. Ik zag hoe het stadsleven langzaam op gang kwam. Ik zag de kiosken open gaan, ik zag iemand de krantenautomaten vullen, ik zag mensen hun foodtrucks opbouwen, ik zag ex-verslaafden in fluoriserende gele hesjes de parkjes papiervrij prikken, ik zag een cola-truck, ik zag een brandweerauto, ik zag zwervers hun plaatsen innemen, ik zag de eerste forensen rennen. Wat een stad!

Op Herald Square bij Macy's, kocht ik bij een kiosk nog een cappuccino-to-go. Een eindje verderop in de straat, ging ik met de rug tegen de muur onder een afdakje staan om een sigaret te roken. Rust, koffie, sigaretje, the Empire State Building in beeld, ik voelde me volmaakt gelukkig. Op dat moment zag ik vanuit mijn ooghoek iets op mij af komen. Ik draaide mijn hoofd en zag een grote zwarte man in mijn richting rennen. Hij hield iets kleins in zijn hand. Vlak voor mij stopte hij en zei: "Yo bro, do you have a light?"
Rokers zijn zeldzaam in New York. Wat motorrijders onder elkaar hebben, hebben rokers in New York ook.
"Of course," zei ik en gaf hem mijn aansteker.
Hij stak zijn sigaret aan, nam een hijs en gaf mijn aansteker terug.
"Thanks man," sprak hij dankbaar, "I needed that." en hij inhaleerde diep.
"Are you visiting?" vroeg hij.
Ik vertelde dat ik uit Nederland kwam en een paar dagen in New York was. Hij vertelde in Brooklyn te wonen met zijn gezin. Hij reed op de vrachtwagen, die een eindje verder in de straat dubbel geparkeerd stond. Een ZZP-er zouden wij dat noemen, met zijn eigen vrachtwagen. Hij had moeilijke jaren achter de rug, maar tegenwoordig ging het weer beter. De toeristen kwamen weer volop en er moest dus veel worden rondgereden, opgehaald en bezorgd. Als het weer meezat zou hij zondag met vrouw en kinderen naar Coney Island gaan. Het eerste uitje in twee jaar. Het kon weer!
Hij rookte nog een sigaret en we praatten nog wat. Toen ook deze sigaret aan het eind kwam, gaf hij me een hand en zei: "Have a good life bro, and come back as often as you can! It's a great city!" Toen rende hij weg naar zijn vrachtwagen en reed de straat en mijn leven uit.
Ik nam nog een laatste slok lauwe koffie, wierp de beker in een trashcan en liep terug naar het hotel. Het was inmiddels te druk om nog goedemorgen te zeggen tegen iedereen, maar de brede glimlach op mijn gezicht moet veelzeggend zijn geweest.

Salvatore Cocco
mei 2016