Translate

20 januari 2018

privé gesprek

Sjonge jonge, wat zijn wij met z’n allen toch gesteld op onze privacy. Bedrijven krijgen de meest absurde regels opgelegd. Als je je collega, die ongelukkig ten val is gekomen, een bloemetje wilt sturen namens het bedrijf, moet je met de bloemist al concrete afspraken maken over hoe deze leverancier met het adres van de ongelukkige omgaat. Je moet vastleggen dat de bloemist het adres alleen voor de levering van dit boeket gebruikt en dat het adres daarna wordt vernietigd door de bloemist in kwestie. Liever nog vraag je eerst toestemming aan de brekebenerigre collega of het akkoord is dat het privéadres eenmalig wordt afgegeven voor het toesturen van een bloemetje. Lekker spontaan. Daar gaat je verrassing. En dat akkoord moet dan wel schriftelijk worden vastgelegd uiteraard, zodat men het bij eventuele geschillen weer boven water kan toveren. Dus heel veel gedoe om onze privacy te bewaken. Maar ondertussen delen mensen wel hun hele hebben en houwen op Facebook en voeren ze in openbare ruimtes uitvoerig de meest private telefoongesprekken.

Zo passeerde ik laatst in de stad een mij verder onbekende jongeman van begin 20 die voor een winkel met damesmode onbeschaamd luid stond te telefoneren. Het kostte geen enkele moeite hem al vanaf enige afstand te verstaan. Het ontbrak er nog maar aan dat hij de telefoon op de speaker had staan (wat ik overigens in de bus al eens heb meegemaakt). Met een licht lokaal accent riep hij tegen de telefoon:

“Weet ik toch niet jongen! Een meter of zo, hoe lang zijn ze normaal gesproken? … O, nou, 50 centimeter dan. Ik heb geen ervaring met baby’s. … Nee, natuurlijk heb ik dat niet gevraagd, wat kan mij het schelen hoelang zo’n ding is. … Kan wel zijn, maar ik heb er niet naar gevraagd. … Ja en dat weet ik ook niet! Gewoon normaal, schat ik, kilo of 10, weet ik veel. … Ja, gezond ja, dat wel, met alles erop en eraan. … Ja, het is rot voor je. Dat snap ik. Daarom dacht ik, ik bel toch even.”

En dat was de trigger! Wat was hier gaande? En vooral door die laatste zin, werd ik gretig en hebberig nieuwsgierig. Ik wilde meer weten. Dus stelde ik mij onopvallend op bij de etalage.

“Nee, dat je het niet van een ander hoort, bedoel ik. … Ja, weet ik veel, van iemand. Je kent toch wel iemand? … Niet. … Ik weet dat je geen contact meer hebt. Maar had je het liever niet willen weten dan? … Je komt ‘r misschien straks ergens tegen en dan overvalt het je allemaal zo ineens. … Ja, waar, waar, weet ik veel, in de stad of zo. … Daar kom je niet meer. … Nee, da’s ook waar natuurlijk. Friesland is niet naast de deur. Maar je bent toch niet om haar zo’n eind weg was gaan wonen? … Wel. … Maar het was toch je werk en dat het toen best goed uitkwam of zo? … Niet. … Werkloos. … Al meer dan twee jaar nu! Wat gaat de tijd dan hard hè? … Voor jou niet nee, nee, dat kan, maar, ja ik dacht het veel korter geleden was. … Ja, dat is ook weer zo, en dan natuurlijk die negen maanden zwangerschap er nog een bij. … Ja ja. … Ja, ik ben nooit zo goed in rekenen geweest, dus. Maar het voelt als gisteren haha! … Bij jou ook nog steeds. … Toch! … In de put. … Somber. … O, antidepressiva ook. … Wanneer heb je me dat dan verteld? … Meteen toen al? … Ja dat kan, ik was toen druk geloof ik, ging veel langs me heen, denk ik. … Nee, zolang toch niet? … Hebben we elkaar al een jaar niet gesproken? … Nou dat … Nee, maar … Nou ja, slecht nieuws, slechts nieuws eh. … Ja, voor jou wel ja, maar daarom belde ik ook, dat je het wist.”

Er begon zich in mijn hoofd wel een beeld af te tekenen van wat er in grote lijnen gebeurd kon zijn. Aan de toon van de jongeman kon ik horen dat hij ondertussen geïrriteerd begon te raken. Naar zijn eigen idee had hij een goede daad willen verrichten, maar dat werd door zijn gesprekspartner aan de andere kant van de lijn niet zo ervaren.

“Nee, nee, dat snap ik nou. Ja sorry dan. … Nou moet je wel ophouden hoor! Dat jij er naar twee jaar nog steeds stuk van bent, dat kan ik toch niet weten. … Ik dacht die zit daar lekker in Friesland tussen de meren, die kruipt zo af toe op een hitsige Friesin, die het z’n kosje gekoch. … Nee, zo ben je niet, maar zo had je wel toch wel kunnen worden? …  Nou … Nee, maar … Ja, nee, het is mijn schuld!? Hou op! … Ik denk dat we beter kunnen stoppen tot jij weer normaal doet en dan hoor ik je wel een keer en anders maar niet.”

En kwaad drukte hij de telefoon uit, in zichzelf vloekend. Een meisje kwam met plastic tassen uit de winkel en liep naar ‘m toe.
“En wat zei die?” vroeg ze.
“Ja, eh, hij was blij dat ie het wist. Maar eh, het is een watje hoor, een moeilijk figuur. Ik denk dat ik ‘m niet meer bel.”
“Dat deed je toch al nooit?”
“Nee, maar nou zeker niet meer. Heb je alles?”
“Ja,” zei ze en samen liepen ze weg.

Ik stond nog even in gedachten voor de etalage toen ik op de schouder werd getikt door een dame met naamkaartje. Elvira stond erop.

“Meneer,” begon ze, “u staat nu al een hele tijd naar die pop met die BH te staren, kan ik u misschien helpen, wij zijn dat wel gewend hoor.”

06 januari 2018

als je het zo bekijkt is het eigenlijk best positief

Als je de berichten op Facebook of Twitter leest, zou je denken dat Nederland een soort derde wereld land is, gedomineerd door in luxe levende asielzoekers, terwijl de originele Nederlander zelf in schrijnende armoede leeft en iedere vorm van fatsoenlijke zorg moet ontberen. Hoe vaak hoor je niet: "Het gaat beter met Nederland, maar de mensen merken het nog niet in hun portemonnee." Wat een onzin! Als ik zie wat we allemaal weer hebben uitgegeven aan Sinterklaas, Kerst en vuurwerk, dan denk ik, het gaat hartstikke goed met Nederland! Er is iets anders aan de hand. We zijn een land van afgunstige zeiksnorren geworden. Natuurlijk, het kan altijd beter, maar sjonge, kijk eens om je heen?! Hoe positief!

Als je echter de positieve kant van het leven wilt zien, moet je wel zelf op zoek naar de juiste feiten. En die liggen niet voor het oprapen. Wat er mis is vindt je meteen, maar wat er goed gaat niet. Dat is blijkbaar niet de moeite van het vermelden waard. Dus heb ik eens wat uitgezocht en feiten verzameld. En mijn bevindingen zijn positief.

Als ik het Verenigd Koninkrijk alvast maar even buiten beschouwing laat, telt de Europese Unie op dit moment 27 lidstaten. Nederland is met op dit moment zo'n 17,2 miljoen mensen het zevende land qua inwonersaantal. Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Polen en Roemenië zijn groter, de andere 20 landen zijn allemaal kleiner. Dus zo klein als we vaak denken is Nederland helemaal niet. Positief!

Als je in Nederland voor minimaal 12 uur per week betaald werk hebt, word je geregistreerd als "werkend". Als je zo rekent werken er in Nederland ruim 4,6 miljoen mannen en 3,8 miljoen vrouwen. Die 8,4 miljoen werkende Nederlanders verdienen dus samen het geld om alle Nederlanders in relatieve welvaart te laten leven. Die 8,4 miljoen werkende Nederlanders zorgen samen voor een goede gezondheidszorg voor iedereen, een goed wegennet, een goede handelsbalans, goede scholing, goed eten, leuke vakanties en een lekkere bak koffie. Positief!

Als je in Nederland parttime wil werken is dat meestal geen probleem. Vooral de Nederlandse vrouw is een groot fan van parttime werken. Zo werken jonge vrouwen gemiddeld 29 uur per week, terwijl mannen van dezelfde leeftijd gemiddeld 37 uur werken. Nergens anders in Europa is dat verschil zo groot. Logisch dus wel dat vrouwen in Nederland gemiddeld meer tijd besteden aan het huishouden. Positief!

Als je de gemiddelde Nederlandse werkweek bekijkt, schrik je toch een beetje. De gemiddelde werkweek telt slechts 20 uur. In een land als Zweden, waar we ons graag mee vergelijken, ligt dat gemiddelde boven de 24 uur. Zelfs de werkende Spanjaarden, Kroaten, Italianen en Grieken maken meer uren. Maar in dat lage aantal uren presteren Nederlanders wel relatief veel en dat is dan weer ... positief!

Als je dus alles bij elkaar optelt offert zo'n beetje de helft van alle Nederlanders zichzelf op door gemiddeld 20 uur in de week keihard te werken, om zo de andere helft en zichzelf een goed leven te bezorgen. En als je ons leven vergelijkt met hoe de meeste mensen in andere landen leven, dan mag je zonder overdrijving spreken van een zeer goed leven. En dat allemaal dankzij die 8,4 miljoen uitermate productieve Nederlanders. En dan wordt er nog gezegd dat solidariteit niet meer bestaat. Nou, niets blijkt minder waar en dat is dan toch weer hartstikke ... mooi!

kan je kaas invriezen

Er zijn mensen die er een hekel aan hebben, maar ik hou ervan. Boodschappen. Ja, niet om ze te doen, maar om ze te hebben. O, wat heb ik graag boodschappen in huis. Heel veel boodschappen. Het liefst ook van alles een flinke voorraad, gewoon voor het geval dat, ja, dat je onverwacht een aantal weken thuis zit opgesloten, maar je voldoende gel en mesjes hebt om je toch iedere dag glad te kunnen scheren. Jammer genoeg bestaan er ook bederfelijke boodschappen. Gelukkig kan je die meestal invriezen, voor het geval dat, ja, dat wittebrood ineens verboden wordt door de gezondheidsmafia en jij dan toch nog weken dagelijks weekendbollen naar binnen kunt werken. Maar, en ja, dit is vreselijk, er zijn ook boodschappen die én bederfelijk zijn én niet ingevroren kunnen worden. Er zijn mensen die zeggen dat je in principe alles kan invriezen, maar ontdooi een ingevroren verse aardbei en je krijgt een compleet andere vrucht. Nee, je kan iets pas goed invriezen als je het na ontdooien ook als zodanig herkent, zowel qua vorm als qua smaak. Dus ook het ouderwetse "inmaken" biedt hier geen oplossing, want daarmee veranderen vorm en smaak significant. Dat brengt mij bij de vraag: kan je kaas invriezen?

Kijk, ik wil niet zonder kaas komen te zitten. En als ik zeg kaas, bedoel ik belegen kaas aan een stukje. Zo'n onhandige driehoek. Zo'n stuk dat je met een kaasschaaf niet kan schaven en waar je met een mes geen gelijke blokjes van kan snijden. Dat bedoel ik dus met kaas. Maar ja, dat is wel kaas die je niet ruim op voorraad kan hebben. Na een week of twee zitten er toch vaak al groene plekjes op zo'n kaas. Ja, die kan je er dan wel met minimaal een centimeter eromheen wegsnijden, maar met zo'n raar gat erin is voor mij de lol van zo'n stukkie kaas er toch af. Dus dit soort kaas op voorraad houden, dat gaat niet. Vandaar mijn vraag: kan je kaas invriezen?

Is het trouwens kan of kun? Ik kan de regels niet precies maar volgens mij ken beiden. Als ik echter op mijn gevoel af ga, klinkt 'kan' toch meer als een mijmerende retorische vraag, "Kan men ooit vreedzaam met elkaar leven?", en klinkt "kun" toch meer als een soort opdracht, "Ach lieverd, kun jij de kippen even op de vaas zetten?". Ik hou het daarom maar op de vraag: kan je kaas invriezen?

Nou, daar lopen op internet de meningen danig over uiteen, kan ik je melden. Zoek op “invriezen kaas” en je vindt heel veel informatie over kaas in het algemeen en kaas in het bijzonder, maar nooit een simpel, doch uiterst doeltreffend, ja of nee. Het is een “nee tenzij” of een “ja mits”. Men is het er over eens dat zachte kazen als brie niet zijn in te vriezen. Harde kazen als parmezaan laten zich volgens de meesten wel goed invriezen. Maar zo’n fijn stukje belegen kaas, daar wordt men het niet over eens. Veel mensen zeggen van niet, maar een minstens evenzo grote groep zegt dat het prima gaat. Tja, blijf ik toch mooi zitten met de vraag: kan je kaas invriezen?

Zoals zo vaak zal ik het dus weer zelf moeten uitzoeken. Zelf ervaren of het kan of niet. Zelf mijn nek uitsteken om deze prangende vraag beantwoord te krijgen. En van de regering hoef je op dit gebied ook al niks te verwachten. Nee, die denkt ook, zoek het lekker zelf uit! Ik zal dus zelf tijd en geld moeten steken in kwalitatief wetenschappelijk onderzoek om deze vraag ooit afdoende beantwoord te krijgen. En eigenlijk is dat ook wel goed zo. Immers, de beste leerschool is toch altijd nog "ervaring".

Groetjes, Salvatore