Translate

24 februari 2018

ik ben niet normaal

“Doe eens normaal man!”
“Doe effe lekker zelf normaal, haha!”
Komt deze dialoog u ook bekend voor? Woorden van gelijke strekking waren in 2011 onderdeel van een debat tussen een zeker lid van de tweede kamer en de toenmalige minister president. Er werd destijds in de media schande van gesproken, zulke teksten hoorden niet in het parlement, terwijl het toch gewoon normaal Nederlands is.
Vriendinnen verzuchten onder elkaar over hun partners: “Er kan ook nooit eens iets normaal gaan.” En ouders trachten het ongewenste gedrag van hun kroost te corrigeren met: “Normaal doen! Nu!”

Maar ... wat is dat eigenlijk, normaal? Wanneer is iets normaal? Wanneer doe je normaal?

Volgens Van Dale is normaal, gewoon, volgens de regel, wat het meest voorkomt. Volgens die betekenis zijn is transgender zijn dus niet normaal. Nee, want naar schatting voelt slechts 0,6 procent van de mensen zich niet passen bij hun geboortelichaam. Dat is dus zeker niet wat het meest voorkomt. Maar wat een ophef toen men in het satirische cabaretprogramma VI dat ook als zodanig benoemde. Men sprak zelfs van discriminatie.

Ja, mensen worden vaak boos als je zoiets zegt. Zij denken dan dat je bedoelt te zeggen dat iets gek of raar of zelfs ongepast of ongewenst is. Maar dat is niet normaal! Die betekenis heeft het helemaal niet! Dat maken mensen er zelf van! Normaal is geen waardeoordeel, maar een constatering. Wat het meest voorkomt is normaal en al het andere is daarmee niet normaal. Maar is al het andere dan ook abnormaal? Nee! Nadrukkelijk, nee! Abnormaal is volgens Van Dale pas iets als het in ziekelijke richting afwijkt van de norm. Dus aan abnormaal zit wel degelijk een waardeoordeel vast.

Maar als je het zo bekijkt, dan ben ik ook niet normaal. Ik denk best vaak heel anders over dingen dan de gemiddelde Nederlander. Dan ben ik dus per definitie al niet normaal. En dan ben ik ook nog eens half Italiaans en half Nederlands. Dat is ook niet normaal. En ik vind het heerlijk om een witte snee brood met boter en pindakaas lekker in de thee met suiker en melk te dopen en dan de slap geworden boterham naar binnen te zuigen. Nou, dat is zeker niet normaal, dat is misschien zelfs wel abnormaal! Maar who cares! Maak je druk! Ik doe dat gewoon, wat een ander er ook van vind. Ik val er niemand lastig mee, en als je het niet kan aanzien, dan kijk je maar even weg. Itsa simpel!

Wie is er eigenlijk wel normaal in Nederland? We hebben alleen al 324 politieke partijen. Dat is toch niet normaal (mondiaal gezien)! En datzelfde geldt voor religies. Als je het in Nederland niet met elkaar eens bent over de hoeveelheid doopwater die de dominee gebruikt, begin je gewoon een eigen kerk. Daarom zijn er in Nederland 856 verschillende religieuze stromingen. Dat is toch ook niet normaal. Je vraagt je af, bestaat er wel zoiets als normaal? Maar ja, als niet normaal zijn de norm is, komt niet normaal zijn het meest voor en dus is niet normaal zijn in Nederland gewoon normaal! Hoera!

Groetjes, Salvatore

18 februari 2018

Zijn we ons verstand verloren?

Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen, ik ben tegen de nieuwe donorwet. Ik weet, er zijn heel veel mensen heel blij met die wet van Pia Dijkstra, maar ik hoor daar niet bij. Heus, ik wens iedereen de beste organen toe, maar daar is deze wet niet voor nodig. Verplichte registratie bij het afhalen van je paspoort, rijbewijs of stemkaart was voldoende geweest om iedereen boven de 18 in het donorregister te krijgen. Maar nee, dat was blijkbaar te simpel. Er moest een wet komen. Maar ik word eerlijk gezegd een beetje bang van die wet. Waarom? Omdat met deze wet een fundamenteel recht van de mens wordt geschonden: de integriteit van het menselijk lichaam.

Mensen zijn tegenwoordig allemaal vreselijk gesteld op hun privacy. Facebook en Google worden aangeklaagd als ze gebruik maken van jouw gegevens. Grote groepen lopen te hoop tegen de zogenaamde sleepwet, waarmee de mogelijkheden voor de overheid worden verruimd om je af te luisteren. Maar deze wet van Pia grijpt veel dieper in op ieders privacy, dan welke sleepwet dan ook! Ja, die nieuwe donorwet is gewoon doodeng.

Kijk, mijn lichaam is van mij en van mij alleen. Niemand, echt helemaal niemand, mag aan mijn lichaam komen, zonder mijn uitdrukkelijke toestemming. En dat is maar goed ook, want bijvoorbeeld die hele #metoo discussie gaat hier tenslotte ook over. Dat er dus niemand aan je mag zitten, zonder dat jij daar uitdrukkelijk toestemming voor hebt gegeven. Als je zonder toestemming toch aan iemand zit, ben je strafbaar. Maar met deze nieuwe donorwet is dat allemaal niet meer zo vanzelfsprekend. De integriteit van het lichaam wordt immers met voeten getreden. Het is door die nieuwe wet niet meer zo dat mijn lichaam ook daadwerkelijk van mij is en van mij alleen. Nee, want ik moet expliciet laten weten, dat ik niet wil hebben dat er iemand aan mijn lichaam komt. Het uitgangspunt is nu dat wél iedereen aan me mag zitten. Ik word niet automatisch door de overheid beschermd, maar ik moet die bescherming nu zelf actief regelen.

Verplaatsen we dit nieuwe principe naar de #metoo discussie, moet je, als je tenminste niet verkracht wil worden, dat van tevoren dus duidelijk zelf kenbaar maken. Doe je dat niet, mag iedereen met je doen wat hij wil. Ja, want als je niet expliciet kenbaar maakt dat je niet gediend bent van ongewenste intimiteiten, geef je inprincipe te kennen er geen bezwaar tegen te hebben. Het is daarmee dus niet meer vanzelfsprekend dat je met je poten van iemand afblijft, nee, het omgekeerde wordt vanzelfsprekend. En als je dan dood in de greppel ligt, mogen jouw nabestaanden zeggen of je dit zo had gewild.
"Nee, ze had denk ik echt geen bezwaar. Anders had ze dat toch wel laten vastleggen toch?"
"Oké, dan laten we de dader alsnog vrij."
Je kan er dankzij deze wet dus niet meer vanuit gaan dat je lichaam van jou is en van jou alleen. Nee, je moet er nu vanuit gaan dat je lichaam in principe van iedereen is. Ja, van ie-der-een, tenzij je aangeeft dat je jouw lichaam voor jezelf wilt houden. Anders gezegd, ik mag dus zomaar leeggeroofd worden, tenzij ik heel specifiek laat weten dat ik dat niet wil. Maar nee, wij vinden dat allemaal niet raar, wij vinden dat juist fijn. ???

Nogmaals, ik gun iedereen de beste organen die er zijn, maar nog nooit is bewezen dat door een wet als deze de wachtlijsten korter worden, laat staan dat er meer mensen kunnen worden geholpen. Bovendien, men had de registratie ook verplicht kunnen stellen en koppelen aan paspoort, rijbewijs of stemkaart. Dan was de integriteit van het menselijk lichaam niet aangetast geweest en had toch iedereen in het donorregister gestaan. Met deze wet begeven we ons op een zeer gevaarlijk, hellend vlak. What's next? Euthanasie, tenzij...?

04 februari 2018

hondenbezitters opgepast

Al enige tijd ben ik de trotse bezitter van een scootert. Zo’n fluisterstille, milieuvriendelijke, elektrische, snorscooter, type Holleder, dus met windscherm en spiegels. Daarmee kan ik heerlijk door de prachtigste stiltegebieden toeren zonder ooit nog te hoeven tanken bij zo’n zielig pompje. Thuis steek je de stekker in het stopcontact en klaar. Je hoeft geen helm op én, nog een voordeel, je mag van onze wetgever lekker fijn op alle fietspaden rijden. Ja zelfs op de fietspaden met verkeersbord G13, dat rechthoekige blauwe bord waar met witte letters heel duidelijk "fietspad" op staat. Ik mag daar met mijn batterijbrommer gewoon naar hartenlust op scooteren.

Er zit maar één nadeel aan al dat toeren en dat is de hondenbezitter. Die is echt vet aso! Ik wil niet alle hondenbezitters over een kam trimmen, want er zijn er ongetwijfeld ook, die zich keurig aan de regels houden, echter, tijdens mijn scooteravonturen, ben ik die hondenbezitters nog niet tegen gekomen. En de vrouwelijke hondenbezitter (veelal bazinnetje of, erger nog, moedertje genoemd) is de ergste variant. Die weten helemaal niks. Die beginnen al te keffen als ze me alleen maar zien. Dat ik moet uitkijken, dat ik ergens anders moet gaan crossen, enzovoort. Terwijl ik daar legaal op het fietspad rij en zij er illegaal losloopt! Misschien ga ik nu op heel veel lange zere teentjes staan, maar ik kan niet langer zwijgen. Het moet gezegd: hondenbezitters zijn criminele veelplegers!

Kijk, het zit zo. In de wet staan regels. Als iedereen zich daar netjes aan houdt, kunnen we met als onze verschillen toch op een prettige manier met elkaar samenleven. Zo heeft iedereen wel een paar regels waar hij of zij of het zich in bepaalde situaties aan dient te houden. Maar het schijnt hondenbezitters niet te lukken. Terwijl die regels toch niet zo moeilijk zijn.

Regel 1: Binnen de bebouwde kom moet je je hond altijd aanlijnen.

Nou, ik moet de eerste nog tegenkomen die zich hier altijd aan houdt. Overal lopen honden los. Op straten, pleinen, in perkjes en parkjes, en dus ook op fietspaden waar ik met mijn scooter wél mag rijden, maar jij níét je losse hond mag laten rennen. Meerdere malen heb ik dankzij mijn ninja reflexen en formidabele stuurmanskunst een aanrijding weten te voorkomen. Echter, in plaats van dank en verontschuldigingen, vielen mij ziektes en andere verwensingen ten deel. Hondenbezitters maken geen fouten.

Erger nog dan loslopende honden, zijn honden aan een lijn van dertig meter, zodat niet alleen de hond zelf een gevaarlijk en onvoorspelbaar obstakel vormt, maar ook de bijna onzichtbare lijn. Dankzij mijn arendsogen en goed onderhouden hydraulisch remsysteem kwamen hond en lijn steeds met de schrik vrij. Maar ook in deze gevallen, was ík de gebeten hond. Hondenbezitters creëren gewoon hun eigen werkelijkheid. En dat terwijl in dit soort situaties toch echt ook regel 2 van toepassing is.

Regel 2: Je hond mag geen overlast veroorzaken.

Misschien vallen termen als “overlast” en “binnen de bebouwde kom” voor veel hondenbezitters in de categorie “dure woorden”. Daarom zal ik het even toelichten.

Welnu, “binnen de bebouwde kom” is het gebied dat begint bij het naambordje van een stad of dorp en eindigt bij het bordje met de doorgestreepte naam. Alles daar tussenin ligt binnen de bebouwde kom. Dus ook de speelweide, de sloot met zwanen, het dorpsplein en het stadsparkje. Nergens mag je hond daar loslopen, tenzij het expliciet staat aangegeven. Hoe moeilijk kan het zijn?
Als die loslopende honden dan nog een beetje naar hun baasjes zouden luisteren, dan was het nog tot daaraan toe, maar de meeste loslopende honden zijn, en dat is al zielig genoeg, zo doof als een kwartel. Hoe hun baasje ook roept, de hond komt niet. Sommige baasjes worden daarbij zelfs zo kwaad, dat ik daar als hond ook niet naartoe zou gaan.
"Nee hij doet niks," roepen de baasjes dan als hun hond met ontblote tanden grommend op je af komt rennen. En nadat je dan bent gebeten, roepen ze verbaast: "Dat doet ie anders nooit," daarmee impliciet ook meteen jou de schuld in je sidderende schoenen schuivend.

Overlast dat is, bijvoorbeeld, als je hond in de zandbak van de peuterspeelzaal poept of voor de deur van de buren of tussen de doelpalen van het trapveldje. Goal! Als eigenaar van die hond ben je verplicht die overlast te verwijderen. Maar overlast bezorg je overigens ook door in je straat in alle vroegte naar je blaffende hond te blaffen dat ie “hier” moet komen. Al is dit niet te wijten aan de hond, maar aan zijn bezitter. En ja, ook met zo'n lange uitlaatlijn, waar anderen hun nek over breken of in verstrikt kunnen raken, bezorg je overlast. Dat snapt toch iedereen?

Hoe schattig en leuk ik de honden zelf ook vindt, de meeste baasjes verpesten het voor ons allemaal. Liever dan de hond, worden die baasjes opgesloten in de bench. Net zo lang totdat ook zij weten hoe ze zich in het openbaar dienen te gedragen.

Groetjes, Salvatore

03 februari 2018

de jongen

Hij viel me op doordat hij bijna struikelde, anders had ik hem misschien niet eens gezien. Een jongen van een jaar of twaalf. Leuke kop, met donkerblond, warrig kort haar en een rugzak om. Terwijl ik afremde om rechtsaf te slaan, zag ik het vanuit mijn ooghoek gebeuren. Hij liep gewoon op de stoep. Een keurige, vlakke stoep. Toch viel hij bijna. Struikelde over zijn eigen voeten. Hij maakte een paar ongecontroleerde snelle pasjes, zwaaide wat met zijn armen en kon nog maar net zijn evenwicht bewaren. Het gebeurde allemaal heel snel, bijna onopgemerkt. Hij liep al weer. Waggelend, dat wel. En toen drong het pas tot me door. Hij liep mank. Hij had een klompvoet en was licht spastisch. Ik zag het ook aan de stand van zijn hand. Dat beeld, plaatje, dat filmpje van amper twee seconden, het was alsof twee handen mijn keel dichtknepen. Ach, zo’n jongen. Met een leeftijd waarop je de bescherming van je jeugd gaat verliezen, de verwarrende pubertijd tegemoet gaat en die verschrikkelijke middelbare schooltijd moet doorstaan. Zou hij niet het mikpunt worden van spot en pesterijen? Zou hij echte vrienden en vriendinnen krijgen? Zou de maatschappij hem een fijn leven gunnen?
Bij het zebrapad stak hij over. Ik wachtte. Hij versnelde zijn pas om vlugger aan de overkant te zijn, om het verkeer niet onnodig op te houden. Iets wat ik zelf ook wel doe. Er zijn ook mensen die rustig doorslenteren, optimaal profiterend van wat zij zien als hun recht op voorrang. Maar nu dacht ik, doe rustig jongen, straks val je echt, ik wacht wel even. Hij viel niet. Hij stopte. Moeizaam, maar net op tijd. Van de andere kant kwam een auto waarvan de asociale berijder zijn eigen haast belangrijker vond dan deze jongen voorrang te verlenen. En ik wenste die auto een betonnen paaltje in zijn bumper toe.