Translate

14 december 2019

leugens, allemaal leugens

Soms dan lees of hoor ik ergens iets, in de bus of in de wachtkamer van de tandarts of waar dan ook, maar dan lees of hoor ik dus iets, waarvan ik denk, mmm, dat wist ik niet, nooit verwacht ook, maar is het wel waar? En dan ga ik op zoek, want ik moet er meer van weten, ik wil de feiten boven tafel krijgen, ik wil de waarheid kennen!

Dat klinkt misschien wel heel stoer, maar het komt erop neer dat ik dan hele middagen zit te internetten. Want dat is het mooie van deze tijd. Iedereen heeft tegenwoordig de grootste kennisbibliotheek ter wereld tot zijn, haar of hets beschikking. Maar buiten dat is er nog veel meer informatie beschikbaar. Jazeker. Je kan zomaar iemand volgen en in de gaten houden, zonder iemand fysiek te kennen. Je bent in staat om precies uit te vinden hoe iemands leven eruit ziet. Gewoon effe facebooken of instagrammen en je weet de meest intieme details van iemand. Heerlijk!

Om de échte waarheid te achterhalen moet je echter wel een beetje je best doen. Er staan namelijk ook veel onzin en onwaarheden op het internet. Je hebt dus meerdere, betrouwbare bronnen nodig om iets als "waar" te kunnen aanmerken. Er doet immers ook veel fopnieuws de ronde. Maar fopnieuws is van alle tijden. Ja, men wil ons soms doen geloven dat fopnieuws iets nieuws is en van deze tijd, maar dat is natuurlijk op zichzelf genomen al fopnieuws. Immers, sinds de uitvinding van taal vertellen wij elkaar verhalen die lang niet allemaal even waar of feitelijk juist zijn. Sprookjes, mythen en sagen, verhalen en legendes die vroeger maar al te graag als waarheid werden verteld en ook voor waar werden aangenomen. Nogmaals, fopnieuws is van alle tijden.
En we doen er ook allemaal aan mee, bijvoorbeeld door het delen van geruchten en het doorvertellen van roddels. Ja, we doen het allemaal, geef dat nou maar gewoon toe. Niemand is brandje schoon. Story's, Weekends en Privé's staan al jaren vol fopnieuws en dat weten we ook allemaal heus wel, maar toch vinden de bladen nog altijd gretig aftrek. Blijkbaar horen we liever een smeuïg verhaal, dan waar verhaal. Dus op zich is het vinden van de waarheid en de feiten nog best een klusje. Maar gelukkig beschik ik over een gezond verstand, over een gepaste dosis scepsis en een prettige hoeveelheid kritisch vermogen, al zeg ik het zelf, waardoor ik over het algemeen goed in staat ben om het kaf van het koren te scheiden. Neem dat maar van me aan. Geloof me op mijn blauwe ogen.

In een blog, speciaal door en voor de extremisten van de klimaat-jihad (waarvan ik de naam niet noem omdat ik er geen reclame voor wil maken), werd beweerd dat de mens van oorsprong niet is bedoeld om vlees te eten. Oorspronkelijk waren wij dus allemaal veganisten. En het klopt als je teruggaat naar de oersoep met eencelligen waaruit alles is ontstaan. Maar als je uitgaat van de reeds bestaande soorten, dat zie je dat zelfs de aller aller allereerste mensachtigen al vlees aten. En dan vraag ik mij af, waarom liegen zij? Waarom verdraaiien zij de feiten? Waarom kiezen deze mensen er bewust voor om te liegen? Nou? Denk eens na! Zeg eens! Waarom liegen deze mensen? En waarom liegen mensen in het algemeen? Zal ik het zeggen? Zal ik het antwoord geven? Nou, komt ie, een mens liegt maar om 1 (één) reden. De mens liegt om iets op te lossen. Heus, alle leugens die worden verteld, worden verteld om iets op te lossen. Curieus of niet? Je zou denken dat leugens nu juist het probleem waren, maar nee, leugens zijn juist bedoeld als oplossing. Je denkt nu waarschijnlijk dat ik gek ben, maar echt, ga het maar een goed na bij jezelf. Wanneer lieg je nou zelf? Wees eerlijk, je liegt om iets op te lossen! Ik zal je helpen met een voorbeeld.

Een vriend of vriendin is helemaal blij en enthousiast over een net gekocht hebbedingetje. Je hebt hem of haar al in lange tijd niet meer zo vrolijk en opgewekt gezien, maar jij vindt dat hebbedingetje echt spuuglelijk, totaal zinloos, van inferieure kwaliteit en getuigen van wansmaak en geldverspilling. Door dit naar waarheid te zeggen, ga je hem of haar zeker pijn of verdriet doen. Hoe los je dit dan op? Simpel, door te liegen! Je zegt dat je het mooi vindt of handig of je draait er een beetje omheen en je zegt dat het goed bij hem of haar past of dat je blij bent hem of haar zo vrolijk te zien. Maar je gaat hier niet de keiharde waarheid vertellen omdat die waarheid hier niets positiefs bengt maar eerder iets kapot maakt. De oplossing is hier dus liegen!

Nog een voorbeeld. Een simpel voorbeeld. Je bent in Maleisië aangehouden met te veel wiet in je reistas. Dat kan je jaren in een vieze cel opleveren. Dus als gevraagd wordt of dat jouw wiet is, dan zeg je (ook al is het niet waar) dat je geen idee hebt hoe die wiet in je tas is gekomen, dat iemand anders het in jouw tas moet hebben gestopt en dat je het schandalig vind dat zoiets zomaar kan gebeuren op een vliegveld in Maleisië. Toch?

Kortom, als we verwachten dat de waarheid ons niet gaat helpen, dan liegen we. Dus vandaar dat extremisten ook altijd liegen. De waarheid is voor hen veel te genuanceerd. Dat brengt hun extreme ideologie niet verder, dus de enige oplossing is dan liegen. Liegen over de vermeende veganistische oorsprong van de mens. Liegen over God of Allah. Liegen over klimaatverandering. Liegen over stikstof. En wat moet je dan als gewone, hardwerkende burger geloven? Hoe weet wie er liegt en wie de waarheid spreekt? Je hebt immers niet alle tijd om alles te onderzoeken en te factchecken. Dan mag je toch wel op je gekozen volksvertegenwoordigers vertrouwen? Dan mag je toch wel op kranten en journalisten vertrouwen? Je kan de wetenschap en wetenschappers toch wel vertrouwen? Toch?

In de VS werd in Wellington (Delaware) in 1746 Hannah Stilley geboren. Zij was de dochter van Jonathan Stille en Magdalena Vanderveer Stille. Zij trouwde op 20 december 1770 met Joseph Gorby en samen kregen ze een zoon, Richard Gorby. In 1830 wordt het gezin geregistreerd in New Castle (Delaware). Tot zover allemaal feitelijke informatie zoals vastgelegd in de administraties van de VS. Maar nu komt het. In 1840 is de toen 94-jarige Hannah gefotografeerd. Daarmee is zij de vroegst geboren mens ooit vastgelegd op foto. Althans dat lees je overal op internet. Waarom zou men hier nu over liegen? Toch ben ik het gaan uitzoeken. En wat bleek? Het is zeer onwaarschijnlijk dat de vrouw op de foto Hannah Stilley is. In 1840 werd in New York de eerste fotografie studio van de VS geopend. De foto stamt inderdaad uit die studio en uit die tijd. Hannah zou dan op 94-jarige leeftijd naar New York moeten zijn gereisd om zich daar te laten fotograferen. Waarom en hoe dan? Dat gebeurde niet in die tijd. het is dan ook zeer onwaarschijnlijk. Toch is het een nazaat van Hannah, ene Alva Gorby, die haar naam noemt bij de foto. In haar boek uit 1936 over de Gorby-familie koppelt zij Hannah echter ook al aan de verkeerde man, dus van degelijk onderzoek was geen sprake. Opvallend genoeg is er geen sterfdatum van Hannah bekend, dus was er ruimte om te speculeren. Dus als je dan een saai boek toch enige sjeu wil meegeven, is een leugentje misschien wel de oplossing, zal Alva Gorby hebben gedacht.

Maar wie is dan wel de vroegst geboren mens ooit gefotografeerd? En toen kwam ik uit bij ene John Adams, geboren op 22 januari 1745. Hij was schoenmaker en stierf op 26 maart 1849 op 104-jarige leeftijd. Hij was een lokale bekendheid temeer omdat hij in zijn sterfjaar nog een nieuw paar schoenen voor zichzelf maakte. Het is dan ook zeer aannemelijk dat zo iemand destijds op de foto is gegaan. Maar let op, ook dit is niet helemaal zeker. Het is wel waarschijnlijk.

Dus wat ik maar zeggen wil, zoek het uit!

Groetjes, Salvatore

17 november 2019

een gelukkig mens

Wat is er toch aan de hand met Nederland? Het gaat objectief gezien steeds beter. De economie groeit. We hebben met z'n allen feitelijk steeds meer te besteden. De gezondheidszorg, het onderwijs, boeren, vervoer, defensie, klimaat, milieu, kunst en cultuur, wat iedereen ook denkt of zegt, feit is, overal gaat steeds meer geld naar toe. Ja, er gaat ieder jaar fors meer geld naar de zorg. Bij de besturen van de scholen liggen nog miljarden euro's in de kluis op besteding te wachten. Boeren krijgen alleen al uit Europa gemiddeld 16.000 euro per jaar aan subsidies en dan is er nog geen koe gemolken, nog geen kool geoogst. Zelfs de advocaten krijgen er nu flink geld bij, terwijl die bij mij nu niet direct te boek stonden als noodlijdende beroepsgroep.
En toch, ondanks dit alles, lijkt iedereen alleen maar steeds meer ontevreden te zijn. Dagen waarop het Malieveld niet wordt bezet door protestanten zijn zeldzaam geworden. Zelfs automobilisten gaan nu protesteren omdat er overdag op snelwegen niet harder dan 100 mag worden gereden. Hoe treurig is je leven dan? Maar goed, de teleurstelling zit blijkbaar diep.
Soms is de ontevredenheid zelfs zo groot dat mensen er hun baan voor opzeggen. Nu draait de economie wel zó goed, dat je natuurlijk direct een andere baan hebt, maar toch. Mensen in de zorg stoppen met zorgen, boeren hangen hun zakdoek aan de wilgen, onderwijzers sturen zichzelf de klas uit. Ja, zelfs Zwarte Pieten stoppen met strooien en die bestaan nog niet eens, kun je nagaan hoe diep het zit.
Waar komt toch al die onvrede vandaan? Waarom kunnen we niet meer tevreden zijn met alles wat we wél hebben? Waarom kijken we naar altijd naar buurlanden die op één onderdeeltje toevallig beter scoren? Is het hebberigheid, afgunst, jaloezie? Of is het de zogenaamde alles is voor Bassie-mentaliteit? Of is het toch angst? Angst om te verliezen wat we hebben? Angst leidt naar woede, woede leidt naar haat, haat leidt naar lijden, aldus Yoda. Is dat het dan, lijden we zo erg dat we het mooie en het goede niet meer zien? Of zijn er gewoon veel zeikerds? Ik denk dat laatste!

Zeikerds, dat zijn van die types die hun zin beginnen met "Ik wil me nergens mee bemoeien...." om zich vervolgens overal tegenaan te bemoeien. Vaak ook nog met een passie die je niet van hen gewend bent, als het om dingen gaat die ze zelf moeten of kunnen doen. Nee, want zeikerds, die wijzen altijd naar anderen. Ik ben een zeikerd en dat komt door  JOU. Van hen krijg je alleen steun als je zelf ook zeikt. Dat vinden ze prachtig. Zeikerds klitten dan ook graag bij elkaar. Al weten ze vaak niet eens waarover ze zeiken, de handeling van het zeiken zelf geeft al voldoening voor ze. Dan trekken ze een geel hessie aan en gaan de straat op, lekker zeiken. En je zeikerig gedragen natuurlijk ook. Gewoon gaan bellen als iemand met je praat, of geen hand geven als je iemand ontmoet, nee, gewoon lekker zeikerig doen.
En nu ik zelf zo lekker aan het zeiken ben over die zeikerds merk ik dat zeiken wel oplucht hoor. Zeiken doet goed! Vrouwen wisten natuurlijk al lang hoe bevrijdend zeuren en zaniken kan werken, maar echt zeiken dat gaat nog een paar tandjes dieper. Dat werkt beter dan een uur dure therapie.
Lekker zeiken. Ja, dan gaat de druk eraf. Als je iets flink hebt afgezeken is het ineens ook minder belangrijk voor je. En we leven in zo'n politiek correct land, we moeten ons al zo inhouden, iedereen heeft lange tenen, dus je kan ook bijna niks meer zeggen, je moet het allemaal opkroppen en binnen houden en correct en netjes zijn, dan is het heerlijk om weer eens lekker overal tegenaan te zeiken, liefst anoniem op Twitter en Facebook en anders anoniem in een groep. Daarom gaan automobilisten dus naar het Malieveld; om weer eens lekker van zich af te pissen.
En wat ben je een gelukkig mens als je bij verschillende zeikgroepen hoort. Dat je een mantelzorgende boer bent, die op vrijdag praktijdlessen geeft aan leerlingboeren. Die kan mee zeiken met de boeren, mee zeiken met de zorgsector, mee zeiken met het onderwijs en mee zeiken met de automobilisten! Dat moet dan toch wel een heel gelukkig mens zijn!

Groetjes,
Salvatore

26 oktober 2019

Hoe dom ben jij eigenlijk?

Al jaren horen we over de digitale assistent die je leven makkelijker en eenvoudiger gaat maken. Je kan ermee praten, hij of zij bestelt pizza voor je, je krijgt op tijd een herinnering voor die externe afspraak enz. enz. enz.

Zoals gezegd, al jaren horen we erover. En we hebben inmiddels ook al jaren Siri, Google, Alexa, Cortana. Maar zijn die nou echt behulpzaam? Maken die mijn leven makkelijker? Nou echt niet! Ik krijg steeds de domste adviezen en voorstellen. Omdat ik gisterenochtend mijn zoon een appje stuurde, betekent dat niet dat ik iedere ochtend mijn zoon een appje stuur. Maar Siri en Google blijven mij dagen achtereen adviseren om 's ochtends mijn zoon een appje te sturen. Heel irritant! Hou er eens mee op!

Het zijn, zo stel ik vast, nog lange niet die slimme assistenten die mij het leven makkelijker en eenvoudiger maken. Nee, niets van dat alles. Integendeel! Het zijn vet irritante en domme systemen, die denken dat ik een robot ben en mij ook als zodanig behandelen. Sukkels! Want ik ben geen robot, ik ben een mens, ik ben onvoorspelbaar. Ik eet niet alle dagen spinazie! En al draai ik 13 keer achter elkaar hetzelfde liedje, dan betekent dat niet automatisch, dat ik het ook nog een 14e keer wil horen. Nee, waarschijnlijk heb ik er dan juist de balen van. En het is ook niet zo, dat ik er altijd na 13 keer de balen van krijg. De ene keer heb ik er halverwege al genoeg van en een andere keer gaan we ruim over de twintig. Het is onvoorspelbaar, want ik ben geen computer. Maar die zogenaamd intelligente systemen, die snappen mijn onvoorspelbaarheid niet. Zij kunnen er niet mee omgaan.

Ja, als ik een heel geregeld en strak georganiseerd leven zou leiden, dan.... Ja, maar wacht eens even. Als ik een heel geregeld en strak georganiseerd leven zou leiden, dan had ik die assistent natuurlijk helemaal niet nodig. Nee, want dan is altijd alles precies hetzelfde en goed gepland. Dan weet ik het allemaal zelf wel. Nee, juist als mijn leven chaotisch en onvoorspelbaar verloopt, heb ik behoefte aan hulp, tips en duidelijkheid. Juist dan zou een digitale assistent van pas kunnen komen. Maar voorlopig is dat dus nog een illusie en heel ver weg. Wat mij betreft is zelfs het begin nog niet in zicht. Sterker nog, ik denk dat het er uiteindelijk nooit van komt.

Ik hoor mensen met veel enthousiasme praten over de verschillende spraakassistenten. Je kan ze bijvoorbeeld vragen naar het weer. En dan zegt de assistent dat het regent of dat de zon schijnt. Maar dat had je natuurlijk al lang gezien toen je gordijnen open trok, naar buiten keek en dacht: "Zo te zien blijft het de hele dag regenen."
En in een gezinssituatie is zo'n ding ook heel onhandig. Zeker tijdens de drukke ochtendspits.
Vraag je je assistent naar het weer, hoor je van boven: "Wat zeg je?"
Roep jij terug naar boven: "Nee niks, ik vroeg naar het weer."
"Ja, het blijft de hele dag regenen zie ik op de app," wordt er dan naar beneden geroepen.
Jij roept terug: "Ja, daar had Siri het ook al over."
Waarop Siri vervolgens vraagt: "Wat kan ik voor je betekenen?"
"Wat!?"
"Nee niks."
"Hé?"
"Ik begrijp je niet."
"Wat zeg je nou?"
"Nee, ik had het tegen Siri."
"Wat kan ik voor je doen?"
"Je hebt betere gesprekken met dat ding, dan met mij."
"Klote weer!"
"Ik kan geen overeenkomst vinden met klote weer."

Waar komt dat enthousiasme toch vandaan? Ik moet een vraag vaak op verschillende manieren stellen, voordat zo'n stemassistent mij begrijpt. Daar word ik niet enthousiast van. Maar ik leer daardoor wel steeds beter hoe ik dingen moet formuleren, zodat de assistent mij wél begrijpt. En dan gaat het op den duur wel iets beter. Maar dat is precies de omgekeerde wereld! De slimme assistent zou juist mij beter moeten leren begrijpen en niet andersom! Ik ben de domme mens en dat ding zou de slimme assistent zijn die mijn leven makkelijker maakt, dat was de afspraak.
Er zijn vast veel mensen die erin trappen. Die denken dan, dat de assistent heeft bijgeleerd. Maar in feite hebben zij zélf bijgeleerd. Zij hebben onbewust en intuïtief geleerd hoe ze de assistent moeten bedienen. Zij zijn zonder het te weten de slaaf van de assistent geworden. Zij hebben zich aangepast aan het systeem. En ze lijken er nog blij mee ook. Nou, ik niet! Ik heb het door!

"Maar je kan ze echt van alles laten doen: je lampen aan doen, de verwarming regelen, je favoriete muziek laten spelen in de kamer waar jij bent. Echt van alles!"
Geloof het niet mensen! Het zijn pertinente leugens! Het is allemaal niet waar! Het is een Trumpje! Fake News!
Jaha, het kan wel, maar niet met de aanschaf van zo'n assistent. Nee, dan moet je eerst voor duizenden euro's aan lampen en hubs en sensoren, knoppen, motortjes en regelaars en 100% dekkende wifi in je huis laten installeren, en ja, dan, dan kan je vragen aan zo'n assistent om de gordijnen dicht te doen, als die je begrijpt. Dan kan je vragen de door de jezelf eerst handmatig samengestelde speellijst met jouw favoriete muziek af te spelen, als die je begrijpt. Maar ja, dat is niet echt intelligent, dat is juist super dom! Zo laat zo'n assistent je eerste handen vol met klauwen uitgeven, en dan doet ie iets wat je zelf ook heel makkelijk kan. Hoe moeilijk is het om zelf de gordijnen dicht te doen of een plaatje op te zetten? Bovendien, een gezellig kaarsje aansteken en een glas wijn inschenken en een blokje kaas serveren, dat gaat deze assistent nooit voor je doen! Dus, hou ermee op! Laat je niet foppen! Hoe dom ben je eigenlijk, als je hier in blijft trappen! En hoe slim is dan die assistent die je erin laat trappen?

Fijne dag nog,
Salvatore

01 september 2019

Kefalonia: Afscheid

Op de Ionische eilanden en Kefalonia in het bijzonder zijn altijd veel Engelsen. Dat heeft met de historie van deze eilanden te maken. Google het maar eens. Het leuke daaraan is dat wij hen wel, maar zij ons niet kunnen verstaan. Ha!

Over het algemeen zijn Engelsen gewoon aardig, verstandig en vriendelijk. Het gaat mis als ze in groepen opereren. De hooligans en de Brexit zijn daar sprekende voorbeelden van. Wat ik me nu ineens afvraag, mogen Engelsen ná de Brexit nog wel onze EU-stranden liggen?

Waar je ook zit of ligt, er zitten altijd wel Engelsen in de buurt. Ook wel Italianen, een enkele Fransoos, Nederlanders en incidenteel een vakantievierende Griek, maar meestal toch Engelsen. En ze komen uit alle windstreken, want je hoort de meest uiteenlopende dialecten. Heerlijk.

Onze vakantieburen waren dus ook Engelsen. Een bejaard stel. Als ik met een kop koffie voor de deur in de schaduw zat en zij gingen uit eten, riep de man vrolijk: "Cherio!" Het was soms net alsof we in een Engelse serie terecht waren gekomen. Zo grappig.
Halverwege de week kregen we nieuwe buren. Engelsen. Aardige mensen uit Nottingham. Hij, groot en stevig en een kleurrijke tattoo op zijn hele arm. Zij, klein en ... ja, typisch Engels, zoals Miss Brahms uit "Are you being served" maar dan ouder. Grappig om zo'n grote kerel steeds woorden te horen gebruiken als "lovely" and "nice". Hij zei bijvoorbeeld: "Nice place here, ain't it. Lovely pond. Why do I say pond all the time? Haha. I mean pool of course. Nice pool and fine food at the bar. Lovely!"
Op onze laatste avond zei hij: "Have a nice flight chap! We'll drink one on ya tonight." Ik zei dat wij hetzelfde zouden doen op hun, waarop zij zei: "Then you better make it an alcoholic one." En ze lachte er Engels bij.

De vakantie was fijn. Hij staat niet in de top 3, maar hoort wel bij de eerste 10. Prachtige omgeving, schitterende, ja echt schitterende uitzichten, leuke kleine plaatsjes en haventjes, leuke mensen, heerlijk eten en een fantastische accommodatie. Veel ruïnes ook, want tijdens een grote aardbeving in 1953 werd het eiland vrijwel volledig verwoest. Er staat van vóór de beving nog maar weinig overeind. Ik steek er in de grappig bedoelde vakantievlogs een beetje de draak mee door juist de omgevallen delen te laten zien. In werkelijkheid vond ik de Akropolis van Sami en het Castello van Assos best indrukwekkend. Natuurlijk was er veel omgevallen, maar er was genoeg om je de grootsheid ervan te kunnen voorstellen. En het bood wederom een magnifiek uitzicht op het ruwe, rotsige eiland en de immer azuurblauwe zee.

Door de vlogs en de rare, korte filmpjes voor Insta, heb ik niet zoveel verhaal te vertellen. Alle (creativi)tijd is in de filmpjes gaan zitten, die heel leuk waren om te maken. Allemaal gewoon met mijn mobiel, waar ik tegenwoordig ook de meeste verhalen op schrijf.
Wat geniet ik toch van al die mooie mogelijkheden. Vroeger filmde ik zonder geluid met een Super 8-cassette in de camera van 3 minuten voor 16 gulden. Dan moest het filmpje voor ontwikkelen worden opgestuurd en als het dan na 14 dagen terugkwam, moest ik letterlijk gaan knippen en plakken om het filmpje te monteren. Na de montage moest het filmpje weer worden opgestuurd om er een geluidsspoor op te laten aanbrengen. En als het filmpje dan terugkwam kon ik er geluid bij maken. Vervolgens kon je het resultaat, liefst 's avonds in het donker, aan een klein groepje mensen met een filmprojector vertonen. Nu pak je je mobiel, je filmt, je fröbelt wat met wat apps, je gooit het op Insta. Wat leven we toch in een heerlijke tijd!

"Heb je die blouse nou weer bij je? Gooi dat ding toch eens weg!" adviseerde Linda.
Ik heb namelijk een vaste reisblouse. Het is al een oude blouse, maar hij zit als gegoten. Een heerlijke blouse. Op de vakantiefilmpjes en -foto's van de afgelopen 12 jaar, zie je me vaak in die blouse. Maar dit jaar was dat voor het laatst. Want Linda had gelijk. Eigenlijk kon het niet meer. Het boord was helemaal versleten. De gaten vielen erin. Op de laatste dag van onze vakantie heb ik hem nog even aangehad. Van en naar het zwembad. En bij het inpakken van de koffer heb ik 'm netjes opgevouwen en naast de koffer gelegd. Nadat ik de koffer had gesloten, heb ik nog een keer naar de blouse gekeken en afscheid van hem genomen door hem te bedanken voor de vele jaren trouwe dienst. Met weemoed en pijn in het hart heb ik 'm voorzichtig in de afvalbak gelegd. Ik heb 'm achtergelaten op Kefalonia. En zo werd het vertrek naar huis voor het eerst toch ook een beetje een droevig afscheid. Dag fijne blouse, ik zal je nooit vergeten.

"Hè hè, het werd tijd!" constateerde Linda ongevoelig toen ze de blouse in de prullenbak zag liggen. Voor straf heb ik op het vliegveld stiekem een hap van haar worstenbroodje genomen.

Kefalonia: Twee dagen rijden

Had ik al verteld, dat het op Schiphol stikte van de muizen? Nee? Nou, op Schiphol stikte het van de muizen. Ja echt! Muizen! Na de douane, dus in niemandsland. Ja, zo slim zijn ze wel, die kleine krengen. Ik denk trouwens dat het Mexicaanse muizen waren, want ze waren zo snel als Max Verstappen op een verregend circuit. Allemaal Speedy Gonzalessen waren het. Of je nou boven liep of beneden, overal zag je ze in sneltreinvaart voorbij schieten. Vliegensvlug is in dit geval misschien toepasselijker. Maar goed.

Voor vandaag stond er weer een reis op het programma. Wij gingen er met de auto op uit. Van Lassi, niet die hond maar de plaats waar wij tijdelijk woonden, via Argostoli met de ferry over de baai naar Lixouri en dan naar Xi Beach. Vervolgens via Akrotiri en Kipoureon naar Pitani Beach en dan om de baai heen terug naar Lassi. Een rechttoe rechtaan ritje.

Het ging al mis bij de eerste splitsing. Nergens een bord te bekennen. We gokten rechts en dat bleek best een goede keuze, want even later zagen we het bord "Argostoli linksaf". In Argostoli zelf moesten we naar de haven, dus volgenden wij de pijl onder de tekst "Port". Daarmee kom je immers óf bij de haven terecht óf bij een lekker wijntje. Beiden zijn goed, wat mij betreft.
De weg - smal, druk, onoverzichtelijk en met voorbij razende brommers aan alle kanten - veranderde halverwege in eenrichtingsverkeer, dus moesten we weer kiezen. Naar boven afslaan of naar beneden afbuigen? Naar beneden leek ons een logische keuze. Een haven ligt meestal laag aan het water en niet bovenop een berg. En ja hoor, de haven kwam in zicht. Er lag een groot cruiseschip aangemeerd. Wij wisten echter dat de ferry nog ruim vóór de aanlegplaats voor cruiseschepen lag, dus moesten we terug. Alleen we konden nergens keren. Dan maar ergens links en weer links. Daar mochten we niet in. Wat bleek, de hele binnenstad van Argostoli was een doolhof met halverwege afgesloten wegen en plotseling opdoemend eenrichtingsverkeer. Meerdere keren moesten de speciale verrichtingen van het rijexamen eraan te pas komen. Keren op dezelfde weg, bochtje achteruit, hellingproef en noodstop. Alles kwam langs. Maar, en vraag niet hoe, ineens zagen we de inrit naar de ferry. Ik gooide het stuur om en kon rechtstreeks de boot op rijden en nog geen vijf minuten later zaten we al op volle zee! We hadden er precies een half uur over gedaan. De afstand, hemelsbreed, twee kilometer. Nou, dat viel dan best mee toch? 

Eraf ging ging wel soepel én de borden gaven duidelijk aan dat we linksaf moesten. Nou ja, wij waren met stomheid geslagen. Zo maar een verkeersbord op de goede plek, in Griekenland! Het is namelijk zo, dat als er al überhaupt borden staan, deze meestal verdekt zijn opgesteld. Of net achter een struik, of precies om de hoek zodat je hem pas ziet als je toevallig de goede afslag al had genomen. Bovendien, en dit is wel een dingetje, zijn ze vaak geschreven in het Grieks. Logisch natuurlijk, we zijn immers in Griekenland, maar dat Griekse schrift met die wiskundige tekens is niet te lezen. Dus het blijft een kwestie van logisch nadenken, inzicht, gokken en vertrouwen op God.
Kortom, wat je ook plant en uitzoekt, het is altijd maar afwachten of je er ooit aankomt.
Nu hoor ik de slimmerds onder de lezerts al denken, dan gebruik je toch gewoon Google Maps. Maar, lieve mensjes, dit is een berggebied. De ontvangst is bagger. 4G is sowieso niet beschikbaar en de 3G is zo traag als dikke ... advocaat. Dus wat overblijft, is ouderwets op de kaart rijden. Retro, vintage en spannend ook nog erbij.

Griekenland zou echter Griekenland niet zijn als de wegen in het echt toch net iets anders liepen dan je volgens de kaart zou mogen verwachten. Een rechte streep op de kaart, kon in werkelijkheid een haarspeldbochtige weg omhoog, langs diepe afgronden blijken. En geen vangrail te bekennen uiteraard. Dat soort onzin, daar doen ze niet aan in Griekenland. Voordeel van dit alles, de kans op een snelheidsovertreding neemt zienderogen af. Rijden in de bergen bied je wel vaak majestueuze uitzichten over het schitterende landschap. Echt prachtig! Dat dan weer wel.

Ons autootje was een klein, rood Pandaatje. Dat dingetje reed verrassend prettig. Het koppelde en schakelde fijn, de stoelen zaten lekker, de airco deed het prima en de radio speelde meestal helemaal niks, want zoals gezegd, in dit berggebied is de ontvangst zero komma zero. Alleen het vermogen was wat aan de lage kant. In het berglandschap waar wij doorheen reden, bleek dat toch een minpuntje. Aangezien achter iedere bocht een nieuwe steile helling schuil ging, kwam ik soms hele stukken niet verder dan de 1. Sterker nog, slecht af en toe kon ik naar de 2 en een hele enkele keer, heel even, de 3.
Je denkt misschien, dat als alles heuvel op gaat, het ergens ook wel weer heuvel af gaat, en je dan dus lekker kan doorschakelen. Nee! Dan moet je vol in de remmen, met de parachutes uit, om niet uit de bocht te vliegen. En uit de bocht vliegen wil je hier echt zoveel mogelijk voorkomen. Oké, in een sloot terecht komen is geen pretje, maar een zestig meter diep ravijn in duiken is toch net even lastiger te overleven. En dan zit ik ook nog eens in de auto met naast me een levende snelheidsbegrenzer, die constant roept dat ik te hard rij. Als namelijk een bord 40 aangeeft, wil dat volgens de begrenzer nog niet zeggen dat je ook inderdaad zo ontzettend keihard moet rijden. Stapvoets is volgens haar in dit landschap eigenlijk onder alle omstandigheden de beste keuze.

Toch was het een prachtige rit. Ik heb alleen niet de gave om, zoals Tolkien, de prachtige landschappen en vergezichten uitvoerig te kunnen beschrijven, maar neem van mij aan dat we prachtige panorama's hebben gezien. Zo geweldig mooi en ruig! Dan snap je wel hoe Homerus zijn verhalen kon schrijven over Odysseus en de Sirenen en cyclopen. Ja, hier zie je toch een andere schoonheid dan bij een ritje door de Flevopolder.

Ik moet eerlijk zeggen dat Pitani Beach ons tegenviel. Ja, het was een prachtig strand en prachtig gelegen tussen hoge bergwanden, dat was niet veranderd in de loop der jaren. Maar in de beschrijvingen lazen we steeds dat het nog niet zo toeristisch was. Nou, dat bleek compleet achterhaald en onjuist en nepnieuws. Het was zo'n beetje het meest toeristische stukkie strand, dat we zijn tegengekomen. Druk! Druk! Op de smalle, steile weg van en naar het strand stonden over een stuk van honderden meters lang, links en rechts auto's geparkeerd, liepen mensen bepakt en bezakt, zodat je er zelfs met onze Pinda bijna niet langs kon. Bij tegenliggers moesten wij of de ander tientallen meters achteruit om een plek te vinden waar we elkaar konden passeren. Daarom volgt nu een actuele en gratis reistip van wereldreizigers Cocco and Company: MIJDT PITANI BEACH!

Voor mijn werk, zo herinnerde ik mij ineens, moest ik nog naar Musis Sacrum. En ik was al aan de late kant, dus ik moest vlug vlug opschieten. In no time was ik er en ging ik bij collega's aan een tafeltje zitten. Iemand naast me vroeg of ik wat wilde drinken. Ik keek om en zei dat ik wel een biertje lustte en keek recht in het gezicht van Karin Bloemen. Ze lachte vriendelijk, stond op en ging speciaal voor mij een biertje halen. Ze was ook meteen weer terug en ging naast me zitten. Ik zei dat ik dat heel lief van haar vond en waar ik de moed vandaan haalde weet ik ook niet, maar ik gaf haar als dank een kus op haar wang. Ze reageerde gecharmeerd met "Oh!" en legde haar hand op de gekuste wang.
Ineens realiseerde ik me dat Linda niet wist waar ik was. Ik was vlug vlug vertrokken en ze was toen niet thuis, dus die moest ik eerst maar even appen. De ontvangst was binnen erg slecht dus liep ik naar buiten. Eenmaal buiten bleek ik in de haast zowel mijn eigen mobiel als de mobiel van Linda te hebben meegegrist. Wat dom! En nu?
Bezorgd twijfelend over wat te doen liep ik wat in het rond, toen ik me ineens realiseerde dat ik ook het vaste nummer kon bellen. Dus lopend pakte ik mijn mobiel en wilde inloggen, maar mijn vingerafdruk werd niet herkend. Hoe kan dat nou weer? Ik probeerde en probeerde, maar het lukte niet. Dan maar de code intoetsen. Maar ook die werkte niet. Wat was dit? Ik probeerde nog eens en nog eens en toen blokkeerde het hele toestel. Aargh! Ik keek op en zag dat ik ondertussen ergens op Presikhaaf liep. En het was donker en stil op straat. Ik zag alleen een groepje van drie donkere jongens op een stoepje zitten. Dit was niet goed. Maar gelukkig ben ik niet angstig uitgevallen. Ik liep recht op de jongens af en zei dat mijn telefoon was geblokkeerd en of ik even met een mobiel van hun mocht bellen. Een van de jongen vroeg stuurs om mijn mobiel dan eens te laten zien. Ik dacht nog, nou, die ben ik kwijt. Maar ja, ik wist niks anders dan gewoon  eerlijk te blijven. Ik pakte mijn mobiel en.... Hè? Het was ineens een heel andere mobiel? Met een heel raar dik beschermhoesje erom heen. Foei lelijk! De jongens stonden inmiddels om mijn heen en ik probeerde in te loggen op die vreemde mobiel. En toen zag ik dat Linda naast mij lag te slapen, de airco snorde en alles in de kamer wees erop dat dit ons vakantieadres was. Dat klopte wel. Ik pakte mijn telefoon en die werkte gewoon. Het was half 4 in de morgen. Ik droom anders nooit. Dat wil zeggen, ik herinner me nooit iets van wat ik droom, want volgens de geleerden droomt iedereen, iedere nacht. Maar hier in Griekenland is dus alles anders. Ik ging het bed uit, plassen, meteen weer aanvullen met een paar slokken water uit de fles en weer liggen. Gelukkig sliep ik meteen weer in. 

Op de tweede reisdag stonden het Meer van Melisani en de Grotten van Drogarati op het programma.
Na slechts enkele foute afslagen, kwamen we binnen de uitgetrokken ruime reistijd aan bij het Meer van Melisani. Net voordat wij het parkeerterrein opdraaiden parkeerde een grote touringcar pal voor de ingang. Het was de bus die ik eerder voor had laten gaan om van het gedruk achter mij af te zijn. Nou, dat doe ik dus ook nooit meer. Maar goed, na wat gedraai en gesteek vond ik een parkeerplaats. In de volle zon. En het was een bloedhete dag. Maar, en dat maakt het Meer van Melisani bijzonder, het is een ondergronds meer. Dus koel. Alleen bleek de rij voor de ingang langer dan de rij vorige week bij De Baron in de Efteling. Dat betekende wachten in de hakka takka burning sun! Gelukkig sleept Linda altijd en overal een jerrycan water mee naar toe, dus was echt super handig.
Het was het echter allemaal waard. Glashelder water, helemaal afkomstig van Argostoli via een ondergrondse rivier, hier verzameld in een meer, dat ondergronds doorloopt naar zee. Het meer lag in een grot met helemaal bovenin een gat waar doorheen het licht van de zon prachtige schitteringen en een fenomenaal kleurenspel verzorgde. Het bleek helaas onmogelijk dit mooi op foto of video vast te leggen. Maar wij waren er en hebben het met eigen ogen mogen zien.

Bij de Grotten van Drogarati was het dan weer heerlijk rustig. Ik moet bekennen dat ik dat in eerste instantie een beetje verdacht vond. Viel hier überhaupt wel iets te beleven? Die zorg bleek onterecht. Er was juist veel te beleven. Er was een goed gesorteerd winkeltje, een prima bar, een restaurant en er was zelfs een hele mooie free swimmingpool. Ja en dus die grotten. Drogarati is bijzonder, omdat in de grootste ondergrondse druipsteengrot de akoestiek zo mooi is, dat er regelmatig concerten worden gegeven. Enig minpuntje is, er is geen lift. Je moet via een smal, steil trapje met ongelijke treden 95 meter naar beneden. Onderweg naar beneden kom je hijgende en puffende mensen tegen die de trap oplopen. Halverwege is een rustpunt waar je even op adem kunt komen en daar was het onrustbarend druk.
Ook die grotten waren echt heel bijzonder, maar ook dit kan je niet echt goed op de foto krijgen. Eigenlijk net alles dat je hier ziet niet te filmen is. De weidsheid van de indrukwekkende panorama's zie je op een foto niet meer terug. Maar wij waren er en hebben het met eigen ogen mogen zien. Daarnaast was dit bezoekje ook op een andere manier heel indrukwekkend. De trappen op lopen ging me namelijk best heel goed af. Nou, dan ik kan dat abonnementje bij Basic Fit ook nog wel even uitstellen. Jippie!

Precies en week geleden liepen wij over de Posbank, tussen de paars bloeiende heide. Werkelijk prachtig ook! En ook dat is niet echt goed op foto vast te leggen. Maar ook daar zijn we geweest en ook dat hebben we gezien. Twintig minuten van huis.

Kefalonia: Niks doen

De volgende ochtend werd ik kwart over 6 wakker. Ik had het koud, wat niet zo gek was, want de airco stond nog op standje Noordpool. Linda was nog in diepe slaap, dus die heb ik ruw wakker laten schrikken. Nee, natuurlijk niet! Ik heb het leven lief, dus die heb ik lekker laten liggen. Ik weet echt wel wat goed voor me is. Nee, ik heb een kop koffie gemaakt en ben heerlijk in de schaduw onder de palmboom voor de deur van ons studiootje gaan zitten. Het was heerlijk stil en rustig. 100% genieten. Een enkele keer liep er iemand voorbij en die zei dan "kalimera" en ik zei dan "kalimera" terug. Ik denk dat kalimera het jongere zusje van Calimero is.

Na een klein half uurtje begon ik me toch te vervelen. Joh! Dus liep ik het grasveld op dat voor onze deur lag en een mooi uitzicht bood op de zee en een stuk van het eiland. Prachtig!
Terwijl ik daar van het uitzicht stond te genieten, hoorde ik achter me een bekend geluid dat ik toch niet helemaal kon thuis brengen. Een soort gesputter. Alsof je de tuinslang aan zet om het gras te sproeien en er nog lucht in de slang zit. Dat ie soms water, soms lucht spuit. Dat gespetter. Met dat ik dat dacht, voelde ik een koude straal water op mijn rug. Ik keek verschrikt achterom en kreeg een frisse straal water recht in mijn gezicht. Zo snel als mijn flipflops mij konden dragen, rende ik het gras af. Het was zeven uur. De automatische beregening was aangegaan.

Ik heb mezelf vervolgens met nog een kop koffie in de zon te drogen gezet en ben een beetje met mijn mobiel gaan zitten spelen. De gratis WiFi werkte wel, maar was zo traag als Peter van der Waarden, een oud-collega van me. Als je die man zag lopen, moest je altijd goed en lang kijken om te zien of ie nu voor- of achteruit liep. Hij had overigens nog best een succesvolle carrière als landmeter. Hij was namelijk als een van de weinigen in staat om met de peilstok in de hand uren lang stil te staan, zodat de anderen hun metingen konden verrichten, maar dit terzijde.

Linda, inmiddels op natuurlijke wijze ontwaakt, had ook wel zin in een hapje, dus maakte ik ons traditionele vakantieontbijt, gebakken ei met spek en een lekker glaasje melk erbij. Kneuterig. Een soort van "We zijn er bijna". Maar wel heel gezellig!


Het ging een zwembaddag worden vandaag. Dankzij alle gedoe van de afgelopen dagen zat er niet meer in. Het zwembad was heerlijk. We lagen naast een Frans stel. Hij, groot en zwaar, een soort Obelix zeg maar, en zij klein en iel, Asterix. Alleen de vlechtjes ontbraken. En verder waren er vooral veel Engelsen. Rustig, zowaar, maar daarom niet minder ordinair en lelijk. Dus Linda had niets om zich zorgen om te maken. Er viel weinig te zien, dus iedere keer als ik ging liggen, viel ik in slaap. Ik weet ook niet hoe ik dat deed, maar de dag vloog om.

En toen ... volgde het min of meer vaste avond ritueel van douchen, stad in, eten, cocktail en half dronken (van de slaap uiteraard) tandenpoetsen en naar bed. Kijk, dan ben je lekker bezig, zeg ik. Dat "Dolce fa niente", het zalige niets doen, is niks voor mij.

Kefalonia: De verloren nacht

Om de een of andere reden worden wij altijd in een vliegtuig gepropt dat die dag als eerste mag vertrekken. 4:50 uur vertrek. Ik hoop maar dat de piloot een ochtendmens is. Dus, 4:50 uur vliegen, twee uur eerder aanwezig zijn, uur en een kwartier rijden, beetje speling houden want je weet maar nooit, dus dat is 1 uur 's nachts opstaan. Nou, opstaan, wij gaan dan gewoon niet naar bed. Slapen gaat toch niet lukken. Dus keken we ook de herhaling van Jinek. Om de tijd te doden.

Op Schiphol werd ik overvallen door de stilte. Er was geen hond. Nou ja, ik wil niet overdrijven, maar het was er echt stil. Alleen bij Starbucks stond een rij. Precies waar wij de koffie wilden halen.

Wat ik niet begrijp is wat mensen toch altijd allemaal moeten doen in het vliegtuig. Ze bergen hun spullen op in de vakken boven hun hoofd, gaan zitten en zodra het lichtje "riemen vast" uit gaat, vliegen ze uit hun stoel en hebben ze van alles nodig uit de tas die ze net zo keurig hadden opgeborgen. Minuten lang blokkeren ze de doorgang voor mensen die waren vergeten te plassen voordat ze in het vliegtuig stapten. Dat blijken er ook iedere keer weer heel wat te zijn. Hoe kan dat toch? En dit ritueel herhaalt zich meerdere keren per vlucht. Stewardessen vragen steeds vriendelijk of de bagagerekplunderaars willen gaan zitten. De vluchtmeisjes moeten er immers regelmatig langs met karretjes eetwaar, prullaria en afval. Vaak gaan de bagagerekduikers gewoon met hun dikke kont voor de gangpadpassagiers staan, of ze die nou kennen of niet. Waarom doen ze de spullen die ze nodig hebben vooraf niet even apart in een plastic tasje dat je zo onder de stoel voor je kan schuiven? Heb je alles de hele vlucht bij de hand en later stop je het tasje weer in je rolkoffertje of rugzak. Hoe makkelijk wil je het hebben? Maar nee, ik ben dan natuurlijk weer te praktisch. Zucht.

Na de landing moesten we, zoals altijd, nog even op de koffers wachten. Da's altijd dringen, want iedereen wil vooraan staan. Stel je voor dat je koffer een extra rondje op de band moet maken, dat zou toch onoverkomelijk zijn, voor zowel de koffer als de eigenaar. Ik keek het gedrang vanaf een strategische positie met leedwezen aan. Toen ik mijn koffer zag verschijnen, baande ik mij onder het regelmatig uitroepen van "Personeel!" gemakkelijk een weg naar voren en plukte geroutineerd mijn koffer van de band. Vervolgens ging ik bijna ongemerkt achterwaarts en verliet de krioelende kluwen mensen. Ik nam weer mijn strategische positie in en wachtte op de volgende. Die kwam maar niet en kwam maar niet. Hoe kon dat nou weer? We hebben de koffers beiden tegelijk ingeleverd? Waarom komen ze dan niet beiden ongeveer gelijktijdig op de band terecht? Worden ze nog eens extra door elkaar gehusseld of op kleur gesorteerd?
Uiteindelijk verscheen ook de tweede koffer op de band. Er viel weinig meer te dringen. Iedereen was al zo'n beetje weg.

Voor de deur van het vliegveld stond de Sunweb hostie met een stapel enveloppen en daar zat ook onze envelop tussen. Die hadden we dus binnen. Yes! De hostie vertelde ons dat we voor de auto moesten doorlopen naar de vertrekhal. Dus dat deden wij.
We passeerden een lange rij wachtenden en begaven ons naar de vertrekhal. Maar daar stond niet de ons beloofde meneer die ons met een shuttle naar de auto zou brengen. Nee, want die meneer, dat bleek een mevrouw en die stond aan het begin van die lange rij wachtenden die we net waren gepasserd. Al die mensen wilden een auto! Wij mochten, hoera, achteraan sluiten.
Ik was inmiddels ruim 24 uur wakker, had deze ochtend nog geen koffie op en stond derhalve in de killing-mode. Toen we dan uiteindelijk aan de beurt waren, mocht alleen ik mee met de shuttle. Ik moest Linda en de koffers op het vliegveld achterlaten. Als ik dan de auto had, kon ik haar met de auto ophalen. En desgevraagd vertelde de automevrouw blij dat bij de terugreis straks alles precies hetzelfde ging, maar dan omgekeerd. Dus Linda en haar koffers bij het vliegveld uit de auto gooien, naar het verhuurbedrijf rijden, de auto inleveren en met de shuttle terug naar het vliegveld, alwaar ik met Linda en haar koffers zou worden herenigd. En ze waren vanaf 7:00 uur geopend, dus dat was geen probleem, aldus de autodoos. Ik moest nu zelfs Linda tot kalmte manen. Het was allemaal zo omslachtig en anders dan beloofd en verwacht? Ik ben echter zonder een onvertogen woord in de shuttle gestapt en heb de automuts laten leven.

De auto was trouwens een prima karretje en na een ritje van nog geen twintig minuten reden we de parkeerplaats van het hotel op. Er was nog 1 plek. Wat een geluk. Ja, voor de andere hotelgasten met auto's, want ik had in deze stemming de auto anders dwars in het midden van de parkeerplaats gezet, zodat niemand er meer in of uit had gekund, dat verzeker ik je toch.

Bij de receptie werden we allervriendelijkst behandeld. Onze kamer was nog niet klaar. Het was ook nog pas 11 uur. Maar we kregen een gratis welkomstdrankje en om 12 uur zou de kamer al gereed zijn. Nou, dat was nog te overzien.
Het werd uiteindelijk half een, maar ja, da's altijd nog flink wat eerder dan de genoemde 15:00 uur uit de folder. Dus ook die informatie klopte niet! Maar ik heb er niks van gezegd.

Nou, de studio die wij kregen, was geweldig. Nee, echt, geweldig! Locatie was goed, inrichting en voorzieningen waren goed en het was allemaal echt schoon! Niet Grieks schoon, maar Hollands schoon! Geweldig. We leefden weer helemaal op.

Het voornemen was de koffers in onze studio te droppen en dan het dorpje te gaan verkennen, te lunchen en dan om vijf uur de kennismakingsborrel van de Sunweb hostie bij te wonen voor waarschijnlijk nog meer niet kloppende info en dergelijke. Dus op het heetst van de dag, liepen wij het dorpje in. Er was weinig leven te bekennen op straat. Hier en daar zat een enkeling wat te drinken of eten, maar buiten, in de zon, liep niemand. We begrepen wel waarom, het was bloody hot! Gelukkig kregen wij zelf ook trek, dus doken we een taveerne binnen en bestelden onze eerste Griekse lunch, een Griekse salade voor de lady en een beetje Gyros voor de gentleman. Het was natuurlijk overheerlijk en overdadig. Het meegeleverde biertje sloeg echter in als een bom! 36 uur wakker en dan zo'n copieuze maaltijd, ja, dat maakt je er niet frisser op. Dus we wijzigden de plannen, liepen terug naar onze studio, gingen op bed liggen en die hostie met haar flut verhalen kon ons gestolen worden.

Die avond werden we rond een uur of 8 wakker. We hebben ons opgefrist, zijn weer wat gaan eten, hebben snel wat boodschapjes gehaald en zijn weer gaan liggen. Dus al die verhalen van mensen die beweren dat vroeg vliegen zo fijn is, omdat je dan nog de hele dag op je vakantiebestemming hebt, die informatie klopt ook al niet.


Kefalonia: Voorpret

"Waar staat dat dan?" riep ik geërgerd.
"Alle informatie staat in de Sunweb-app," zei Linda rustig, waardoor ik alleen nog maar meer geïrriteerd raakte. Waarom maakte zij zich niet druk?
Met tegenzin installeerde ik de betreffende app. Gelukkig heb ik een fijne mobiel, dus omdat ik ooit al eens op de website had ingelogd, wist mijn mobiel met een vingerafdruk precies waarmee er kon worden ingelogd, anders was dat al meteen het eerste probleem geweest. Maar geen nood, er volgde nog vele problemen.

Je merkt wel, reizen is niet mijn ding. Ik vind het verschrikkelijk dat gedoe. Als ik vakantie heb, wil ik juist GEEN gedoe. Door op vakantie te gaan, zoek je het gedoe juist op. Uiteindelijk lukt het me meestal wel om me naar de situatie te schikken, maar dat is pas nadat ik precies weet waar alles zit en hoe het werkt. Als je dan toch op vakantie moet, zou ik het liefst iedere keer op dezelfde manier naar dezelfde plek gaan. Dan zijn er geen vragen meer en is het gedoe te overzien. De leukste zonvakanties die ik mij herinner zijn dan ook de tweede keer Torremolinos en de tweede keer Zakynthos. Maar ja, mijn vaste reisgenote en de rest van de wereld die ik ken, vinden dat maar suf, twee keer naar dezelfde plek gaan. Ben ik dan geen normaal mens?

Hoewel de Sunweb-app 5 sterren scoorde in de app-store, had ik er nog niet 1 ster voor over. Geen enkel antwoord vond ik, tenminste niet op de vragen die ik had. Als ik iets wilde weten over de vlucht, moest ik inloggen op de site van Transavia. Waarom? Ik heb de reis toch niet geboekt bij Transavia? Ik heb de reis geboekt bij Sunweb, dus waarom verstrekken zij die informatie niet? Hoe moeilijk kon het zijn?
Als ik verder nog vragen had, kon ik ze stellen aan de hostess, die ons bij aankomst zou opwachten. Behalve dat ik dat nogal dreigend vond klinken, had ik al die vragen niet straks, ik had ze nu! Daar komt nog bij, dat wij geen transfer hadden geboekt, maar een auto. Hoe kregen we dan al die fijne antwoorden en het telefoonnummer van de hostess? Het was nergens te vinden, in die hele app niet. Nee, de app bevatte alleen maar standaard informatie en he-le-maal niks over mijn specifieke reissituatie. Kwaad verwijderde ik de app direct weer van mijn telefoon. Scheelde ook weer telefoongeheugen. Beter lege mb's dan zinloos gevulde mb's. Klote app.

Wij hadden dus een auto gehuurd en dat ding zou op het vliegveld beschikbaar zijn, zodat wij er zelf mee naar ons hotel konden rijden. Ja, dat wil zeggen, en dit bleek pas nádat we geboekt hadden, we zouden op het vliegveld door het verhuurbedrijf met een shuttle worden opgehaald en naar de verhuurlocatie worden gebracht, omdat de afstand, zo stond er, te ver was om te lopen. Dus vroeg ik mij af hoe dat dan op de terugreis ging. Immers, wij vlogen al om 9:05 uur. En de shuttleservice was, zo stond in de beschrijving, alleen beschikbaar tijdens de openingstijden van het verhuurkantoor en die ging pas om 9:00 uur open. Hoe kwamen wij dan van verhuurlocatie naar het vliegveld? Moesten wij kilometers in de brandende zon over Griekse wegen met onze koffers lopen zeulen? De weinige informatie die wel beschikbaar was, stelde mij nou niet direct gerust. Ook was nergens te vinden of en hoe en waar ik de auto bij het hotel kon parkeren? Hoe ging dat dan allemaal? Was parkeren er überhaupt wel mogelijk of moest je de auto ergens in de buurt in een straat zetten en je koffers vervolgens een bult van hier tot Tokyo op trekken of zo? Maar Linda maakte zich nergens druk om.
"Dat komt vast goed," vond ze.
Maar hoe kon zij dat nu denken? Waar bleek dan uit dat het wel goed zou komen? En wij waren toch niet de enigen die zoiets hadden? Waarom stond daar dan niet een paar regels over vermeld, bijvoorbeeld in al die mails die je vooraf al kreeg? Ik ben toch niet de enige die graag dingen van te voren geregeld heeft en wil weten hoe het precies zit? Toch?

Het gemakkelijkste aan reizen vind ik de koffer inpakken. Ook al gaan we over het algemeen best lang weg, acht dagen, ik ben daar altijd zo mee klaar. Ik hoor de meeste lezers al denken:
"Acht dagen, da's toch niet lang?"
Nou precies, dus hoe zinloos is dat reizen dan sowieso al?! Plus, bij die 8 dagen, komen ook nog eens twee extra in- en uitpakdagen thuis. En vóór we vertrekken moet van Linda ook het hele huis nog eens een extra beurt krijgen, zodat we in een lekker schoon huis terugkomen. Maar ons huis is helemaal niet vies! Nooit. En we zijn er niet, dus het wordt ook niet vies. Dus waarom moeten voor vertrek de wc's en de badkamer nog eens grondig onder handen worden genomen en moet er stof worden gezogen dat er nauwelijks ligt? Ik zeg, geen stress, laat gaan, maar mijn invloed is slechts beperkt.

Maar goed, dan moet uiteindelijk toch de koffer worden ingepakt. Dat vind ik nou een klusje van niks. We gaan 8 dagen, dus dat zijn 7 onderbroeken, want die ene heb je al aan. De reiskleding heb je ook al aan en die is ook geschikt voor de terugreis. Voor de warme, zonnige plekken waar we verblijven is nodig: wat zwemkleding, paar korte broeken, flipflops, enkele T-shirts, de toiletspullen, de opladers en klaar!
Hoe anders is dat dan weer voor mijn vaste reispartner. Die vindt het inpakken van de koffer maar een stressvolle bezigheid. Immers, wat kies je uit? En de keuze is reuze, een dubbele kledingkast vol. Welke van de 15 paar flipflops? Welke van de tientallen jurkjes en rokjes? Welke van de honderden shirts? Welk van de twaalf vestjes, voor als het ooit eens fris mocht worden 's avonds? Welke badkleding? En een föhn, want die op de hotelkamers zijn altijd van inferieure kwaliteit, zo is de mening. En dan nog boeken en tijdschriften, maar welke? Een en al keuzestress! En op de terugreis moet dat koffer ook weer ingepakt worden. Waar heb ik dit gelaten? Waar dat? Heb ik alles? Alle laatjes en kasten nog even checken. Ja, ik heb dat niet. Ik pak mijn koffer amper uit; ik weet precies waar alles ligt, namelijk in mijn koffer. En dan bij thuiskomst moet alles weer snel worden uitgepakt en gewassen. Dat is een dan een extra wasdag, dus druk druk druk en geen tijd voor andere dingen.
Als je daar ook nog de tijd bij op telt die je kwijt bent met het uitzoeken van een bestemming en een locatie en een hotel en het boeken zelf en het bijboeken van bagageruimte en voorkeursstoelen (want we willen wel naast elkaar zitten) en het vaak herhaaldelijk proberen digitaal in te checken voordat het lukt, dan ben, alles bij elkaar, al zes dagen kwijt, voordat je je zes dagen lang kan gaan vervelen op een plek waar je alle luxe van thuis ontbeert. Zes dagen ja, want die twee reisdagen gingen er toch ook al af? En ja, vervelen, want het keyboard, de accordeon, smart TV, me Auping, onze lekkere bank en je laptop neem je toch niet mee op vakantie? Maar goed, stress van de koffer inpakken heb ik dan weer niet. Da's tenminste iets.

Vroeger dacht ik nog dat als ik wat vaker zou reizen, ik er wel aan zou wennen. Helaas. Het went nooit. Integendeel. Naarmate ik ouder word, lijkt het alleen maar erger te worden. Ik voel steeds minder de behoefte om "er op uit te gaan". We hebben het thuis zo goed, wat zou ik dan buiten de deur nog vinden? Ik hoef niet in een andere omgeving te zijn om te kunnen ontspannen. Sterker nog, ik raak juist gespannen van die andere omgeving! Ik kijk wel uit naar de vakantie - de aaneengesloten periode van drie weken niet werken -, maar niet naar de daarmee onvermijdelijk gepaard gaande vakantiereis. Tot op de dag van vertrek word ik er ook liever niet aan herinnerd. Ik weet dat we gaan, maar ik verdring dat het liefst zo lang mogelijk. Waar het voor de meeste mensen voorpret is, is het voor mij voorstress. Ik hoef niet regelmatig al die mailtjes te ontvangen. Ja, Sunweb, TUI, Corendon of welke andere reismaffia dan ook, daar doe je mij geen plezier mee. Je hoeft mij er niet aan te herinneren dat ik die reis heb geboekt. Ik probeer dat juist te vergeten. En het is heus niet zo, dat ik ergens eind augustus ineens thuis op de bank bedenk, dat ik eigenlijk ergens in Portugal had moeten zitten of zo. Och, vergeten erheen te vliegen. Dat gaat echt niet gebeuren. Ik ben immers niet alleen.

Ik zou weleens willen weten, hoe anderen dat doen. Hoe lukt het ze om er naar uit te kijken?
"De vakantie begint al met de reis er naar toe," hoor ik mensen vaak zeggen.
Hoe dan? Leg mij dat eens uit! En waarom moet ik mijzelf altijd tegenover iedereen verantwoorden, terwijl de anderen dat tegenover mij nooit hoeven? Als er weer eens mensen vol trots vertellen dat ze een drieweekse reis door India gaan maken, waarom hoeven zij dan niet uit te leggen wat in hemelsnaam hun motivatie is om zoiets alleen al te bedenken, laat staan ook daadwerkelijk te gaan doen? En als je echt wil weten hoe het daar is, neem een abonnement op de National Geographic Channel. Dan zie en weet je alles, zonder risico op knokkelkoorts of groepsverkrachting. En wat nou, andere omgeving. De meeste mensen weten niet eens hoe de straat achter hun woning eruit ziet, maar reizen wel de hele wereld rond om iets anders te zien. Loop een keer een blokje om en er gaat een wereld voor je open! En cultuur snuiven is mooi, maar je kan ook contact leggen met je buitenlandse buren. Nee, ik begrijp echt helemaal niets van die reislust. Avontuur? Ach, hou toch op! Alles is al ontdekt en uitgebreid gedocumenteerd. En een georganiseerde reis die je van hotel naar hotel brengt, is nou niet echt avontuurlijk te noemen. Zelfstandig met een tentje op safari door leeuwrijk Afrika, dát is avontuur, maar daar hoor je ze niet over. Nee, dan moet er ineens wel een hele groep dragers en jagers mee, met ervaring en grote geweren.

Ik zou wel willen dat ik er een beetje van had, van die reislust. Dat ik niet al halverwege de vakantie hoef te denken:
"Nog maar drie nachtjes slapen en dan gaan we gelukkig weer naar huis."
Nee, het is geen heimwee. Dat denken veel mensen, maar dat is het niet. Het is gewoon dat er geen fijnere plek op aarde is, dan ons eigen huis. Heerlijk is het daar! Daar hebben we jaren voor en aan gewerkt. Alles is naar onze hand gezet. Ik vind er alles wat mijn hartje begeert. Waarom zou ik daarvan weggaan, juist op het moment dat ik er drie weken aaneengesloten van kan genieten? Als iemand me nu eens goed zou kunnen uitleggen aan de hand van feiten, waarom reizen iets toevoegt, iets wat ik misschien al die jaren over het hoofd heb gezien, dan zou mij dat misschien kunnen helpen. Maar ik heb die mens nog nooit ontmoet. Ik ontmoet alleen maar mensen die mij raar vinden en moeilijk en ingewikkeld. Die gemeenplaatsen uiten als, je maakt nieuwe, onvergetelijke herinneringen. Ja, met in ondiep water duiken, maak je ook onvergetelijke herinneringen, maar zit je daar op te wachten? Ik ontmoet eigenlijk alleen maar mensen waaraan ik moet uitleggen waarom ik niet van reizen hou. Alsof reizen de norm is, want reizen is toch leuk? Hoe heeft dat zo ineens kunnen gebeuren? Toen ik klein was, was thuisblijven de norm. Kon je de hele zomervakantie fijn met al je vriendjes spelen, want niemand ging op vakantie. Heerlijk! Waarom is dat veranderd? Omdat het kan? Is dat de reden? Omdat het kan? Stop dan ook eens een stok in je hol en ga daarmee rondlopen! Waarom? Omdat het kan!

De dag voor vertrek heb ik altijd zo'n onbestemd gevoel. Het is vergelijkbaar met de spanning voor een proefwerk waarvoor je niet hebt geleerd. Angst, is het eigenlijk. Pure angst. En waarvoor? Nou ja, lees dat stukje hierboven dan nog maar eens. De mens lijdt het meest, van het lijden dat hij vreest. Zo zit ik in elkaar en hoe ik ook mijn best doe, het verandert nooit. Het zit diep in mij verankerd, het is wat het is, het is wie ik ben. Apart, misschien voor anderen, maar voor mij, heel normaal, logisch en verstandig. Ik weet namelijk niet beter. Dat is zoals ik op vakantie ga. Altijd. Alleen het valt vrijwel niemand op. Als jij niet hebt wat ik wel heb, zul je het waarschijnlijk nooit begrijpen, maar nu weet jij in ieder geval dat het bestaat, dat er ook mensen zijn zoals ik.

De hele dag probeer ik dat zenuwachtige gevoel zoveel mogelijk te negeren, maar daar word ik niet perse gezelliger van. Maar ondanks dat alles, ga ik wel. Iedere keer weer. Soms kan ik er zelfs niet van slapen of is het de eerste gedachte als de wekker afgaat. Zo'n 14 dagen voor de reis, is het vrijwel nooit weg uit mijn hoofd. Maar, nogmaals, ik ga wel. En zolang we met ons tweeën zijn, blijf ik ook gewoon gaan. Dat is de grootste bijdrage aan de relatie die ik kan leveren. Trouw zijn, gaat me makkelijk af, maar reizen kost me extreem veel opoffering en wegcijfering. Het is het mooiste cadeau dat ik mijn lieffie kan geven.

De hele tijd niets doen, dat is niet mijn ding. Ik verveel me snel en heb ook nog eens geen geduld. Na een kwartier in een vliegtuigstoel slaat de verveling al toe. En je kan geen kant op. Het is niet dat je zegt, ik ga even op de vleugel zitten. Dus verre vluchten, zoals naar Curaçao, zijn een verschrikking. Het is dat Curaçao en New York zoveel te beiden hebben, dat ik de reistijd accepteer als een gegeven. Maar 8 uur in een vliegtuig zitten om ergens in de Dominicaanse Republiek in een ressort op het strand vast te liggen, NOOIT! 4 uur vliegen is de absolute max! Alles wat langer vliegen is, heb ik van mijn lijstje geschrapt (met Curaçao en New York dan als de uitzondering die de regel bevestigen).
Ik ervaar dit ongeduld overigens niet alleen bij vakanties en vliegen. Ik ben toch een echte filmliefhebber, maar films die langer duren dan twee uur moeten wel ontzettend goed zijn, wil ik me er plezierig mee vermaken. Ik moet een film dan wel heel erg graag in de bioscoop willen zien, eer ik er naartoe ga. En ondanks dat ik die films fantastisch vind, meestal denk ik toch, als ie een half uur korter was geweest, had ik 'm nóg beter gevonden.
Dus dat heerlijke niets doen, duurt bij mij nooit langer dan een half uur. In die zin zijn vakanties op zich al een uitdaging. Dus ga ik maar wat doen. Vakantieverhalen schrijven of grappige filmpjes maken. Niet omdat het kan, maar omdat het moet! Als je me vraagt hoe de vakantie was, zal ik zeggen "leuk" en vertel ik je de mooie verhalen. Maar het is net als de tijd die ik voor mijn nummer bij de Marine heb doorgebracht, leuk, maar ik had ook zonder gekund.
Door het schrijven van verhalen en het maken van maffe vlogjes, wordt een vakantie best goed te doen, want wanneer heb ik meer tijd voor die flauwekul dan op vakantie? En zo ontdek ik, op de dag voor vertrek, eindelijk ook een soort van iets positiefs aan de vakantie. Maar het spannende gevoel in mijn maag verdwijnt er jammer genoeg niet mee.

13 augustus 2019

de dood van de gladiolen

Laatst - het was een bloedhete zomermiddag en nooit eerder waren in ons land hogere temperaturen gemeten dan die dag - lag ik onbeweeglijk stil op de bank in een zonverduisterde woonkamer met de plafondventilator op standje straaljager. Ook in deze relatief koele 29,7 graden Celsius leidde iedere beweging tot stromende beken op mijn gezicht, rivieren over mijn rug en watervallen onder mijn oksels. In het meertje tussen mijn bilnaad was ruimte voor een drietal schoeners en een skûtsje. Zo'n dag was het. De enige beweging die ik mijzelf toestond was het met de duim indrukken van de "volgende" toets op de afstandsbediening. Zo zapte ik langs alle, op basis van hoge maandelijkse kosten, door Ziggo beschikbaar gestelde kanalen en kwam ik terecht bij de in volle gang zijnde Tour de France.

Ik kijk nooit naar de Tour de France. Ook niet naar de Giro of de Fuelta trouwens. Ik begrijp de spelregels niet en die rijders al evenmin. Wat een stel masochisten is dat! Met twee gebroken benen en een schouder dislocatie fietsen deze figuren gerust nog 120 kilometer door. Dat is toch de zuiverste vorm van zelf mutilatie! Het gekke is, geen van deze types wordt ooit meegenomen voor langdurige opname in een gesloten kliniek. Nee, ze worden juist door hordes Barry Stevensachtige types aangemoedigd om vooral door te gaan! Hoe is dat mogelijk? Waarom vinden zij het mooi om te zien hoe iemand helemaal kapot gaat? En waarom gaat zo'n renner, vrijwillig, door zo'n hel? Alleen om door een paar malloten te worden toegejuicht? Hoe zijn al deze mensen, zowel sporters als supporters, zo gemankeerd geraakt? Wat is er in vredesnaam mooi aan soms zelfs letterlijk de dood of de gladiolen?

Uit ervaring weet ik dat sportliefhebbers geen enkel negatief woord over sport kunnen velen. Niet dat zij een adequaat weerwoord hebben, dat niet, maar ze willen simpelweg niet over de negatieve kanten van sport nadenken. Waarschijnlijk vind men mijn vragen en waarnemingen te confronterend.  Maar ja, omdat zoveel mensen blijkbaar dezelfde afwijking hebben, wordt het als normaal geaccepteerd. Maar het is niet normaal om te genieten van zoveel horror. Vind je wel dan?
Eens vroeg een fan mij of ik wel goed bij mijn hoofd was. Een terechte vraag. Volgens de fan was het namelijk duidelijk dat ik geen verstand had van wielrennen, anders zou ik niet zo dom over zijn sport praten. Dat wielrenners de nieuwe gladiatoren zijn en de fans wel over een ongezonde hoeveelheid sadomasochisme moeten beschikken om er geamuseerd naar te kunnen kijken, wees de fan resoluut als onzin van hand. Ik zou een karikatuur maken van zijn sport. Ik zou een enkel incident eruit gepikt hebben en daar mijn oordeel op hebben gebaseerd. Maar er gaat geen tour, geen race voorbij zonder serieuze gewonden. "Hij heeft een knieblessure opgelopen," is verhullende taal voor iemand die tijdens een doodsmak zijn kniegewricht heeft blootgelegd. Ja, en dan wordt mij verweten een vertekend beeld te schetsen.

Het zou volgens hen in werkelijkheid allemaal erg meevallen in de edele wielersport. Maar in dat korte zapmomentje zag ik een massasprint die opvallend veel gelijkenis vertoonde met de wagenrennen uit de historische klassieker Ben Hur. Ik zag hoe een renner tegen een ander aan duwde, zodat deze laatste pijnlijk ten val kwam en werd overreden door twee andere renners, die daardoor zelf ook het asfalt kusten. Ik zag hoe nog meer renners over de gevallenen heen reden om op hun beurt ook hun vel aan de straat te moeten afstaan, waar dan weer nieuwe renners overheen buitelden en zo voort en zo voort. Binnen enkele seconden lag daar een kermende kluwen mensen, alsof het getekend was door Albert Uderzo van de Asterix en Obelix stripreeks. Wanhopig probeerden enkelen op te staan, anderen trokken hun fiets uit een spaghetti van lichtmetalen frames en velgen. Ze wilden zo snel mogelijk hun fietstochtje voortzetten. De tragere renners die achterop kwamen, waren kennelijk gewaarschuwd, want die reden met een ruime slinger om de krioelende stapel heen. Niemand stapte af om te helpen. En de commentator riep enthousiast dat dit alles een voordeel was voor Van Kruisoord van de Raboploeg, die hierdoor zou inlopen op Hinoy die nog ergens tussen die armen en benen moest liggen. Sorry, dat ik het toch allemaal zo fout zag en verkeerd interpreteerde.

Groetjes

26 juli 2019

hulp gevraagd bij vinden van de eigenaar van deze film



Tussen een zending oude geluidsbanden, trof ik een super 8 film aan. Wellicht willen de mensen de film toch graag terug. Daarom ben ik op zoek naar de eigenaren. Als je enig idee hebt, laat het me dan weten en help de film terug te brengen naar de eigenaar of iemand die erop staat.

07 juli 2019

Fuck Festivals

Het mooie van ouder worden is, dat je nog niet dood bent. Ik wil wel 120 worden. Als ik mijn humor maar niet verlies. Want als je je humor verliest, is het tijd om te gaan. Pas als je niet meer kan lachen om jezelf en al het andere leed op de wereld, kan je beter het tijdelijke met het eeuwige verruilen. Zo redenerend lopen er dus nog flink wat rond waarvan je denkt, wordt het niet eens tijd? Maar, en dat is de andere kant, er zijn dus ook veel mensen die veel te vroeg zijn gegaan. Een enkeling zelfs door eigen handelen. Dat vind ik altijd maar moeilijk te verteren. Hoe kan zoiets, zeker als iemand nog over al zijn humor beschikt? Immers, humor houd je staande in een wereld vol verdriet, zou je denken. Hoe kan het dan toch zover komen? Maar ik denk dat ik er nu een verklaring voor heb. Naar mate je ouder wordt, leer je jezelf namelijk steeds beter kennen en dat kan veel duidelijk maken. Daarom denk ik, misschien hebben mensen die ondanks hun humor toch voor een einde kiezen iets over zichzelf ontdekt, waar ze niet mee kunnen leven. Kan toch? Ook ik ontdek steeds vaker dingen over mezelf waarvan ik denk, mwah. Maar ja, dan maak ik er een grapje over en is het weer goed. Voor mij dan, want de rest van de wereld heeft er mijn hele leven lang last van. Dat op zich is al humor. Ja toch? Niet dan?

"Yes! Het festivalseizoen is weer begonnen!" hoor ik het afgelopen decennium steeds vaker blij om mij heen. En het klopt. Weliswaar zijn er het hele jaar door overal activiteiten, maar vanaf het vroege voorjaar tot het late najaar, komt er ineens een enorme hoos aan braderieën, markten, kermissen, evenementen, feesten en festivals bij. Dan barst het echt los! Soms zelfs meerdere festivals, braderieën en evenementen tegelijkertijd in één stad of dorp. En ze zijn allemaal druk! Je moet wel over een enorm talent beschikken om iets kunnen te organiseren waar niemand op af komt. En als je dan denkt, dat de meubelboulevards er maar stilletjes bij liggen, heb je het mis. Ook die zijn iedere keer weer overvol. Leeg zijn kerken en woonhuizen, maar voor de rest zit alles berstens vol.
Zelfs ziekenhuizen. Waar normaal gesproken mensen een pest hekel hebben aan bijvoorbeeld de tandarts, als je live het trekken van een kies en het boren van een gat kunt meemaken, zullen ze massaal toestromen. Als hij 5 euro entree heft, kan de tandarts dat zeiljacht in no time aflossen. Maar ik, naarmate mijn leeftijd vordert, heb steeds minder trek om aan die hype van weg weg weg mee te doen.
Ik heb een heerlijk huis. Echt heerlijk. Maar vanwege mijn werk breng ik het grootste deel van de week elders door. En zelfs als er niet wordt gewerkt, zijn er altijd wel dingen die buitenshuis moeten gebeuren, zoals op visite gaan, uit eten, borrelen met vrienden, boodschappen doen, even naar de Gamma.... Allemaal leuk hoor en ik doe ze met plezier en geniet ervan. Dat is niet het punt. Het punt is, dat als ik thuis ben, ik ook graag thuis ben. Dan zoek ik niet opnieuw naar alweer een buitenshuisse activiteit. Waar heb ik anders dat fijne huis voor als ik er nooit ben? Ik ben al vaak genoeg weg weg weg. Daar hoeft niet nog meer weg weg weg bij. Het zal toch niet zo zijn, dat mensen op festivals allemaal geen fijn huis hebben? Ja, van thuiswonende jongeren of bewoners van studentenflats kan ik het nog begrijpen, maar volwassenen met een eigen, door henzelf gekozen en ingericht huis? Het gekke is, dat juist mijn logische thuisblijven door de meute als "eigenaardig en saai" wordt aangemerkt, terwijl hun onlogische eigen-huis-vermijdingsgedrag "gewoon" wordt gevonden. Daar zie ik dan gelukkig wel weer de humor van in.

Een andere reden om festivals te mijden als de hel, zo heb ik ontdekt, is de muziek. Ik ben gek op muziek, maar dan wel "mijn" muziek. Boenke boenke boenke boenke, daar hou ik niet van, maar dat wordt tegenwoordig wel overal gedraaid, want leuke lokale bandjes zie je nog maar zelden op dit soort "feestjes". Meestal staat er een MJ; een mp3-jockey. Dat trekt uiteraard ook het boenke-boenke-boenke-boenke-publiek aan. En ik heb nu eenmaal niks met die mensen en hun (pu)pillen. Ik raak niet in trance van dat prehistorische gebonk en het zweept mij ook niet op. Ondanks 20 bier, ben ik daar gewoon te nuchter voor. Het kan me hooguit irriteren, maar dan lees ik liever even wat reacties op Twitter. Raak ik ook geïrriteerd en het kost me geen 80 euro of meer entree.
Bovendien, op zo'n festival klinkt de muziek altijd ruk! Ja, ook op PinkPop, de muziek klinkt ruk. Ik heb thuis een geweldige installatie en geweldig speakers en een geweldige koptelefoon met noise-canceling. Dan hoor je de muziek gedetailleerd, precies zoals die is bedoeld. Prachtig. Op zo'n festival hoor je vooral bassen en vervormd hoog! Het midden valt helemaal weg. Praatjes tussendoor zijn dan ook vaak totaal onverstaanbaar. En met twintigduizend man voor je en tienduizend man achter je, is er wel heel veel noise te cancelen. Daar moet de band dan schreeuwerig overheen decibellen, waardoor je trommelvliezen dreigen te scheuren en om dat te voorkomen draag je oordoppen die de hele zaak terugbrengen naar een dof mb-mb-mb-ts. Dus voor de muziek hoef ik daar ook niet naar toe.
In Het Concertgebouw klinkt muziek fantastisch, maar in het Ziggodome niet en in een open ruimte klinkt het al helemaal niet. Wat mensen ook beweren, het verschil tussen de Arena en De Kuip is nihil. Muzikaal gezien.

Maar de belangrijkste reden om niet naar festivals te gaan, is ... het eten. Eten is mijn lust en mijn leven. Ik leef van maaltijd naar maaltijd. Maar ja, als je jong bent, moet je er wel een beetje goed uit zien. We hebben immers een oer-opdracht te vervullen als we jong zijn, namelijk de soort in stand houden met het doorgeven van ons genenmateriaal. Dus er moet gepaard worden en dat doet men toch overwegend het liefst met iemand die er vitaal uitziet. Voor iemand die zo met eten bezig is als ik zou dat nog best tot problemen hebben kunnen leiden, maar, daar heeft moeder natuur iets op bedacht. In de jaren dat je er goed uit moet zien om vrouwtjes te lokken, kan je eten wat je wil, je komt niet aan. Hamburgers, hotdogs, frietjes oorlog, balletjes mayo, balen chips, vazen bier, flessen drank, het gaat er allemaal in en het doet hoegenaamd niets met je figuur. Echter, nu het er niet meer toe doet hoe je er uit ziet, kan je ook echt helemaal niks meer eten zonder dat de kilo's er aan vliegen. Leuk geintje van moeder natuur. Alsof ze zegt, je bent nu verstandig genoeg om het zelf in de gaten te houden. Dus na ieder feestje, kom ik gemakkelijk 1 tot 1,5 kilo aan. Daar moet ik dan weer weken voor vasten om het eraf te krijgen. En volgens mijn BMI ben ik sowieso al 10 kilo te zwaar, dus al zou ik willen, ik kán niet meer los gaan. Ik moet me inhouden. Ik moet langs hamburgertenten lopen, zonder er wat te nemen. Ieder sateetje dat ik tegen kom, moet ik negeren. Heerlijk gevulde wrappes, ik moet ze laten liggen. Kijken kijken niet kopen. Het is verschrikkelijk! Het enige dat mij nog enig genoegen zou kunnen schenken op zo'n festival, is mij door mijn leeftijd afgenomen. Dank, moedertje natuur! Da's nog eens humor! Ben je eindelijk op een leeftijd dat al je verantwoordelijkheden afnemen - de genen zijn doorgegeven, het huis is afgelost, de kinderen zijn de deur uit en je salaris is op z'n top - kan je nooit meer zonder nadenken, ongebreideld eten en drinken! Tja, en als dat niet meer kan, waarom zou ik dan überhaupt nog naar een festival gaan?

Kijk, als je ouder wordt, komen dit soort wijsheden dus als van eiges tot je. Super tof!

Groetjes,
Salvatore

06 juli 2019

Vegan Murder Story

Er wordt ons wat wijsgemaakt tegenwoordig. Niet normaal. Op zich is dat niet nieuw natuurlijk. Machthebbers hebben mensen altijd al van alles wijsgemaakt. Vooral angstzaaien was erg populair. Omdat het goed werkte. Neem de kerk. Die beloofde je eeuwig branden in de hel als je niet in hun God geloofde. De Spanjaarden deden daar zelfs nog een scheppie bovenop. Die stuurden ongelovigen direct naar de onderwereld met behulp van permanente onthoofding. Maar ook mensen zelf maakten elkaar bang, met verhalen over draken en heksen. Het gekke is dat niemand zich afvroeg waarom je nooit eens ergens zo'n draak tegenkwam, zodat je een straatje om moest. Heksen daarentegen werden bij bosjes gevonden. Als je maar even afweek, liep je al snel kans voor heks te worden aangezien. Andere voorwaarde was wel dat je zeer arm, alleenstaand en machteloos was. Uit de toon vallende rijken bleken gewoon excentriek. En, zoals het een goede overheid betaamt, werd het volk actief tegen deze heksen beschermd. Zo zijn er naar schatting 40.000 vrouwen op een gruwelijke wijze en  vroegtijdig aan hun einde gekomen. Maar let op, wel na een volgens de toenmalige mores, eerlijk proces. Dat dan weer wel. Ja, bangmakerij is altijd wel zeer in zwang geweest onder machthebbers. En tegenwoordig is dat al niet anders. Verschil is alleen, dat je met alle media die er nu is, per direct, hele grote groepen mensen tegelijk kunt bereiken. dat maakt de business van de bangmakerij nog angstaanjagender.

Trump doet het, Erdogan doet het, Putin doet het, Jong-un doet het, maar ook Rutte en Merkel doen het. De doemscenario's die worden geschetst bij bijvoorbeeld een Brexit, Nexit of Dexit zijn natuurlijk compleet verzonnen. Immers, niemand weet met zekerheid wat zoiets tot gevolg heeft. Opmerkelijk is dat voorstanders van een vertrek uit de Europese Unie - neem bijvoorbeeld de Brexiteers - precies hetzelfde voorzien als ze blijven. Louter bangmakerij, van beide kanten.

Hetzelfde zie je gebeuren als het gaat over de invloed van de mens op de klimaatverandering. Zowel believers als non-believers bedienen zich van dezelfde presentatievorm, bangmakerij! De één dreigt met verdrinkingsdood als we niks doen en de ander voorspelt algehele verpaupering als we wel wat doen. In zo'n beetje heel de rijke wereld zie je hetzelfde gebeuren. Logisch. Van heksen in China had je immers in je plaggenhut op de Veluwe weinig te dulden. Sterker nog, je wist waarschijnlijk niet eens dat er een China was. Maar het klimaat is overal. Klimaat is mondiaal. Als 30 miljard Chinezen gewoon kolen blijven stoken, heeft het weinig zin dat wij van het gas af gaan. Ja, voor Groningers is het fijn, maar het is van nul en generlei invloed op het mondiale klimaat. Zo zie je dat verschillende thema's, die op zich niets met het klimaat van doen hebben, handig meeliften op de angst voor klimaatverandering. Met name de believers proberen alles aan alles te koppelen. De ergste van allen zijn nog wel de veganisten. Ooit waren zij aanhangers van een levensvriendelijk levensstijl, maar intussen zijn ze verworden tot een extremistische stroming van de ergste soort. Ik ben niet snel bang, maar ik zie met enige zorg naar de dreiging die daarvan uitgaat. Het veganisme is de grootste bedreiging voor onze levensstijl en het voortbestaan van onze soort. Veeboeren en vissers raken massaal aan de bedelstaf, we eten allemaal driemaal daags droge zaden en bruine bonen, dragen schoenen van afbreekbaar suikerrietplastic en kleding van ongebleekt gerecycled katoen, en we gaan allemaal 10 jaar eerder dood. En nu denk je misschien dat dit ook slechts bangmakerij is, maar dan heb je het mis. Niks bangmakerij. Het zijn feiten. Heus! Misschien wat overdreven, maar overdrijving is dan weer de door mij gekozen stijlvorm. Maar toch, laten we eens kijken naar mijn bewering dat als veganisme de norm wordt we allemaal 10 jaar eerder dood gaan.

Er wordt te veel met ons eten gerommeld. Dat zijn we toch met elkaar eens. Ik bedoel, we zijn zelfs ooit gemalen koeienbotten aan koeien gaan voeren. Een door de mens bedachte en opdrongen vorm van kannibalisme aan deze van oorsprong puur gras etende dieren. En wat leverde deze vooruitgang ons op? Juist, de gekke koeienziekte! Nog een voorbeeld?
In de jaren zestig van de vorige eeuw besmeerden wij thuis ons brood met Planta, zuiver plantaardige margarine, dus gezond. Dachten we. Het bleek echter de grootste chemische troep die er was. Achteraf werd duidelijk dat het ruim 100.000 ziektegevallen had veroorzaakt. Mensen kregen last van huiduitslag en koorts. Uiteindelijk werd het tot dan toe nog altijd populaire merk Planta van de markt gehaald.
Kortom, hoe meer er aan ons eten in fabrieken, stallen en laboratoria wordt gesleuteld, hoe slechter dat het wordt. Op traditionele wijze gemaakte boter van gras etende koeien is nog altijd het beste. Studies van de universiteit van Cambridge tonen aan dat enkel de kunstmatig gefabriceerde transvetten de boosdoener zijn. Al die fabrieksproducten zitten daar vol mee! Ook wordt steeds duidelijker dat vlees een positief effect heeft op het lichaam en dat leverfunctie, immuniteit en hormoonhuishouding er wel bij varen. En wat willen nu die veganisten? Dat we vlees laten staan, Maar dat is helemaal niet gezond! Dat blijkt uit alles. Mensen kunnen juist goed leven op een dieet van alleen vlees, maar niet op een dieet van alleen planten. Dan moeten er ook in fabrieken vervaardigde supplementen bij worden gegeten om gezond de vijftig te halen. Maar veel ouder ga je niet worden. Door een tekort aan bepaalde vitaminen, krijgen we al snel diverse kwalen. Leverfalen, verminderde nierfuncties, hartproblemen. Jazeker, hartproblemen, door de vele ontstekingen die er in ons lichaam zullen ontstaan. Ook in laboratoria gekweekt nepvlees gaat ons dara niet bij helpen, want ook dat is fabrieksvoer, genetisch gemanipuleerd en onnatuurlijk!

Nogmaals, ik gebruik de stijlvorm van overdrijving, niet die van bangmakerij, want alles wat ik hier beweer is weliswaar wat dik aangezet, maar wel waar! Anders gezegd, Wilders wordt wakker! Niet de islam is de grootste bedreiging voor ons bestaan, maar het veganisme!

Groetjes,
Salvatore

PS: Ik heb natuurlijk niks tegen mensen die veganistisch leven. Zoals gezegd is het veganisme van oorsprong juist een levensvriedelijke levensstijl. Daar heb ik veel respect voor. Het gaat mij om de predikers, de zendelingen, de extremisten van wie de hele wereld veganistisch moet worden. Mensen die, hun ideologie, welke die ook is, aan je willen opdringen en afdwingen. Mensen die je je vrijheid willen ontnemen, dáár ben ik tegen, niet tegen mensen die veganistisch leven.

30 april 2019

smaak

Kent u het nummer 'Music' van Miles Davis? Of nee, niet Miles Davis, maar John Miles. Als je dit nummer niet kent, moet je 'm maar even spotifyen. Het gaat dus om 'Music' van John Mills, Miles! John Miles! Het is wel een beetje een integraal nummer. Theatraal bedoel ik, niet integraal. Een theatraal nummer, dat nummer van John Davis, Miles, John Miles! Maar inderdaad een theatraal nummer, vol met violen en tempowisselingen en gedoe en alles. 't Is eigenlijk een kleine sympathie. Symphony! Best een aardige nummertje hoor, daar niet van, alleen wel een tikkeltje veel van alles. Als je 'm kent, begrijp je vast wat ik bedoel. En als je 'm niet kent, is het best de moeite waard 'm alsnog even op te zoeken. Dan snap je ook meteen wat ik bedoel met theatraal.

Het nummer heeft ook een tekst. Het is immers wel gewoon een popliedje. Een apart popliedje, dat wel, maar toch gewoon een popliedje. Het stond in 1976 wereldwijd gewoon weken in de hitlijsten. Met zijn zes minuten lang zagende violen en raggende gitaren was het nog succesvol ook. De tekst is precies als het liedje zelf, fantastisch. Bombastisch, bedoelt ik. Bedoel, zonder thee. T. Zucht! Waar was ik? Oh ja, bij de bombastische tekst van dat al even bombastische nummer "Music" van John Miles. Nou, in één keer goed! Ik kan het wel! Dus.... De tekst bestaat uit slechts vier regels en gaat als volgt.

"Music was my first love and it will be my last. Music of the future and music of the past. To live without my music would be impossible to do. In this world of troubles my music pulls me through."

Dit is dus de hele tekst! Meer is er niet. En het nummer duurt zes minuten! Zes hè, da's voor een popliedje best lang. De tekst wordt dan ook een paar keer herhaald. Maar Het nummertje maakt zijn titel meer dan waar, want er is immers heel veel muziek en de tekst gaat ook over muziek. Maar erg zinnig is die tekst niet. Want muziek kan natuurlijk nooit je eerste liefde zijn. Nee, als baby ben je niet verliefd op muziek, maar op de borsten van je moeder of op de fles. Logisch, want daarmee krijg je te eten. De liefde van de man mag dan door de maag gaan, die van een baby ook! En dan zegt ie dat ie ook houdt van toekomstige muziek, music of the future. Maar hoe kan je houden van iets dat er nog niet eens is? En zelfs al heb je net als ik een brede muzikale smaak, van Smetana tot smartlap, zeg maar, dan nog vind je niet alles mooi. Neem bijvoorbeeld die nieuwe muziekstijl waar de Nederlandse hitparades tegenwoordig mee vol staan, met dat tom-tatom-deuntje. Reggaeton. Wat een vreselijk opdringerig ritme is dát. Ofschoon de naam anders doet vermoeden, heeft reggaeton niets met reggae te maken. Reggae is gezellig, opgewekt en relaxt. Oh, reggae kan zeker ook serieus maatschappij kritisch zijn, maar het is nooit somber en zwart. Het is eerder opbeurend en hoopgevend. Reggaeton daarentegen is somber, dwingend en sturend. Het last je geen enkele ruimte. Om depressief van te worden. En daar worden dan ook nog eens hele lappen treurige tekst overheen gerapt, in adembenemend slecht Nederlands - abominabel, bedoel ik. De rijmschema's zijn ondoorgrondelijk en werken alleen door een verkeerde uitspraak en het verleggen van klemtonen en het gaat alleen maar over sletjes en drugs of wangedrag in het algemeen. De "artiesten" dragen dan ook namen als "kleine viezerik", "boef", "rapalje". Need I say more? Nee, van "music of the future" kan niemand bij voorbaat al houden.
Vervolgens blijkt diezelfde John Miles ineens een enorme opschepper, want dan zingt ie, dat er niet te leven valt zonder zijn muziek. "To live without my music is impossible to do." Dus alle muziek van de wereld kan 'm verder gestolen worden, die is van nul en generlei betekenis, zolang hij zijn eigen muziek maar heeft. Lekker ventje!
De stomste regel uit de tekst staat echter helemaal aan het eind, als ie beweert dat de muziek hem door al zijn problemen heen helpt. Wat is dat voor waanzin? Al draai je de hele dag door plaatjes, die schuld bij de bank wordt er echt niet kleiner van en de op z'n rug drijvende goudvis gaat heus niet ineens weer zwemmen.

Ik klink nu misschien wat zuur, maar dat wil ik niet. Echt niet. Dat zijn vaak types die vinden dat vroeger alles beter was. Nou, ik hoor daar echt niet bij. Vroeger was het allerminst beter. Dat bewijst John Miles met zijn "Music" wel. Nee maar echt, het is nu toch allemaal echt veel beter dan vroeger! Ondanks dat vermaledijde reggaeton.
Het gekke is wel, dat toen "Music" in de hitparade stond, ik het eigenlijk wel een spannend en mooi nummer vond, terwijl ik bijvoorbeeld ABBA maar niks vond. Nu, ruim 40 jaar later, is dat net andersom! Nu pas herken en waardeer ik de schoonheid en complexiteit van de door de BB's van ABBA gecomponeerde geraffineerde melodieën. Echt vakmanschap en aandacht. Daarmee vergeleken is "Music" niet meer dan een verzameling gemakzuchtig aan elkaar geplakte delen. Het is echter niet helemaal onbegrijpelijk dat juist dit nummer, wereldwijd, zo'n grote hit is geworden. Want ja, ik was er destijds ook van onder de indruk. En als je het nummer voor het eerst hoort, klinkt het ook goed. Bijzonder zelfs. Maar als je 'm drie keer achter elkaar draait, doe dat maar eens, merk je dat het nummer snel verveelt en zelfs irriteert. En als dat gebeurt, weet je dat een nummer niet goed genoeg is.

Misschien denk ik over 40 jaar hetzelfde over reggaeton, als nu over ABBA. Dat "music of the future" eigenlijk de muziek van nu is, die je in de toekomst anders beoordeelt. Dat John Miles toch gelijk krijgt. Dat de tijd mij laat inzien hoe geniaal de reggaetonteksten zijn en hoe ingenieus de muziek. ... Naaa!

Gr. Salvatore

P.S.: Cecil B. DeMille treedt overigens nog steeds op met zijn nummer "Music".

30 maart 2019

alleen thuis

Biertje?

Het eerste dat ik deed nadat ik haar had uitgezwaaid was ongegeneerd, midden in de woonkamer, een weergaloze wind laten. Ik had 'm speciaal voor de gelegenheid bewaard en manmoedig de daarmee gepaard gaande buikkrampen verdragen. Geheel onverwacht kwam er ook een flinke boer bij vrij. De ramen trilden in de kozijnen. Dit had ik niet zien aankomen. Ik had er wel naar uitgekeken. Om het hele huis voor mezelf alleen te hebben, bedoel ik. Maar dat het zo'n effect op mijn fysiek zou hebben, had ik niet verwacht. Om de feestvreugde te verhogen, plopte ik maar meteen een biertje open. De eerste slok was smerig, maar de tweede smaakte zo mogelijk nóg minder. Maar ja, het was ook nog pas acht uur. In de ochtend. Vrijheid is mooi, maar werkt alleen als je er gepast gebruik van maakt. Dus zette ik koffie en de fles terug in de koelkast. Toch, alleen al het feit dat ik niet hoefde uit te leggen hoe ik ooit had kunnen denken dat bier zeer geschikt zou kunnen zijn als ontbijtdrank, maakte me blij. En, ik had de hele dag. Of, zoals men in quizzen vaak zegt: "Er kan nog van alles gebeuren!"


Verraad!

Soms is het gewoon fijn om even alleen te zijn. Het is heerlijk om niet alles wat je doet te hoeven uitleggen of verklaren. Je kan op de kop op de bank gaan zitten, zonder erover ter verantwoording te worden geroepen. Wat een zaligheid! Alleen moest ik nog wel even wat boodschappen doen, dat hadden we zo afgesproken. Nou ja, afgesproken? Ik was erin getrapt. Zij twijfelde namelijk of ze wel zou gaan vandaag. Er was nog zoveel te doen thuis. Maar ik had wel zin in zo'n dagje alleen, dus zei ik dat dat heus allemaal niet zo nauw kwam. Van een beetje rommel en stof is nog nooit iemand dood gegaan, zei ik, tegen beter weten in, want mijn broertje is eraan doodgegaan. Ja, ik heb namelijk een broertje dood aan rommel en stof. En zij weet dat als geen ander. Maar ze wist nu ook hoe graag ik wilde dat ze ging, zodat ik de hele dag het huis voor mezelf had. Ineens begon ze over de boodschappen, over hoe dat dan moest met de boodschappen, en dat dat zo'n gedoe was en dat ze daarom maar beter niet kon gaan. Ondanks een familiedrama - want ik heb ook een broertje dood aan winkelen - riep ik dat ik dan wel het hoognodige zou halen. En daarmee trok ik haar over de streep. Ze wilde dan toch wel gaan. Een weldadig gevoel van triomf daalde over mij neder, totdat ik me begon te realiseren, dat het misschien wel voorbedachte rade kon zijn geweest. Verraad dus. Zij ging lekker een hele dag weg naar iets wat ze heel leuk vindt en ik kreeg dan als tegenprestatie een lijstje met boodschappen die ik moest halen? Waar zat mijn winst? Ja, ik was erin geluisd. Maar goed, ik was nu wel alleen en had inmiddels op de trap en op de overloop twee extra winden vrij kunnen laten, dus als ik snel effe die paar dingen bij Appie ging halen, had ik daarna weer alle vrijheid om te doen wat ik maar wilde.


Boodschappen

Alleen het woord al, dat slaat helemaal nergens op. Boodschappen. Dat stamt nog uit de tijd dat een bode, een bericht van de ene belangrijke persoon naar de andere belangrijke persoon bracht. Dan ontving dus die ene belangrijke persoon van die andere belangrijke persoon een bericht, dat persoonlijk werd gebracht door een bode. Een bode. Het bodescap (zoals het rond 1200 werd geschreven) is dan dus de taak van de bode, namelijk een bericht bezorgen. Een bodescap, werd op den duur ook gebruikt om het bericht zelf mee aan te duiden. Dus als je een bodescap had ontvangen, wist iedereen dat een bode je een bericht had gebracht. En als je zelf de bode was, dan ging je een bodescap doen. Dus dan bracht je een bericht van de een, naar de ander. Hoe dan ook, een bodescap  werd gebracht, maar niet gehaald.
Dat is tegenwoordig wel even anders. Als je nu een boodschap gaat doen, ga je niks brengen, maar juist halen. Dan moet je je duwend achter een rammelende lawaaikar (zo'n van ijzer gevlochten ding met wieltjes die vaak een geheel eigen wil hebben) door een krioelende menigte andere karduwers wurmen, op zoek naar voedingsmiddelen die zijn samengebracht in onoverzichtelijke rekken en hoeveelheden. Gangen worden versperd, karren worden op de hielen gereden en bij de uitgangen staan lange rijen met volle karren. Ondanks de overvloed komt het echter toch vaak voor dat een gewenst artikel niet meer verkrijgbaar is op de betreffende locatie. Dan moet je naar een ander gebouw, waar zich dezelfde taferelen afspelen, op zoek naar dat ene artikel. Immers, voor een simpel gerecht als stamppot heb je doorgaans al minimaal twee ingrediënten nodig. Zonder één van de twee gaat het stamppotten niet door. Ja, van alleen een krop andijvie maak je geen stamppot, en als je alleen aardappelen stampt, krijg je puree. Met een beetje pech, moet je zelfs een derde gelegenheid bezoeken om de spullen van je gading te vinden, dus kortom, horror!
Nog niet zo lang geleden werden de boodschappen, geheel conform de oorspronkelijke betekenis, nog gebracht. De melkman bracht melk, de visboer bracht vis, de ijscoboer ijs, de bakker brood, de groenteboer groenten en de SRV-man bracht alles. Ja, ik weet wel dat je tegenwoordig de boodschappen weer kunt laten bezorgen, maar dan moet je ze toch echt eerst zelf bestellen. Dat is dan alsof je een bode een bericht geeft om dat dan vervolgens op je eigen adres te laten afleveren. Da's niet handig, da's gewoon dom en dat is dus niet hetzelfde als eerst. Maar goed, de boodschap is duidelijk.


Herstel

Nadat ik de volle tassen had uitgepakt en op de hopelijk juiste plekken had opgeborgen, kon het herstel een aanvang nemen. Van boodschappen doen word ik altijd een beetje een Freddy Krueger, de filmheld die met van scheermessen voorziene handschoenen koelbloedig dromende tieners vermoord. Nee, ik word er niet gezelliger op. Samen met mij boodschappen doen is ongeveer hetzelfde als een ritje in de achtbaan met een doorgeroest karretje met loszittende wieltje en beugels: niet aan te bevelen. Woest word ik op al die mensen die blijkbaar dachten dat alles er gratis was totdat de kassière het bedrag noemt. Pas dan gaan ze verrast op zoek naar hun portemonnee, die doorgaans goed en veilig is weggestopt in een vakje of jaszak waar als laatste wordt gezocht. Aaaargh!!! En dan pas gaan ze alles rustig inpakken! Dat had je toch ook al kunnen doen toen de kassière bezig was!? Nu komen al mijn spullen in dat kleine vakje dat nog over is, en waar ik nu niet bij kan om wèl meteen alles in te pakken, want die grote rammelkar van die ander staat natuurlijk ook nog in het smalle kassapad. Aaaargh!!! Het is maar goed dat het dragen van vuurwapens in Nederland verboden is, want anders had ik al vastgezeten, voor een zaak die bekend zou staan als de kassamoord. Maar goed, dankzij de koffie en het voor én door mijzelf gekochte frikandelbroodje werd ik langzaam weer "normaal". En toen ik later in het voorbijgaan, op weg naar de wc, even in de gangspiegel keek, waren staart, hoef en horens geheel verdwenen.


Rommel

Elf uur in de ochtend. De rest van de dag lag braak aan mijn voeten. Wat een mogelijkheden! Maar hoe deze tijd goed te benutten? Er moesten nog twee boomstronken worden uitgegraven en verwijderd, er stond nog een stapeltje gebroken stenen en tegels die konden worden afgevoerd, de garagedeur hing wat scheef en piepte en kraakte en zo lagen er wel meer "klusjes" te wachten op afhandeling. Maar had ik daar zin in? Nee! Ik had nergens zin in! Ja, eten. Ik heb altijd zin in eten. Waar anderen, als zij ziek zijn of droefenis meemaken, geen hap door hun keel krijgen, snak ik naar broodjes kroket, balletjes mayo, kaassoufflés en frikandellen speciaal. Maar ook een lekkere roombrie, op een broodje, met honing en walnoten, uit de oven, of een boterkoek (geen stukje, maar helemaal), een pak gevulde koeken, een doos bonbons van Mousset, of een zak KitKat, Mars, Bros, Lion, Nuts, MilkyWay, Bounty, Snickers en Twix Mini's; ik denk daar altijd aan. Meestal geef ik er niet aan toe, anders was ik al lang een soort Billy Turf geworden, maar het vergt een voortdurende standvastigheid en is een levenslange strijd. Ik heb een heel zwaar leven.
Ik besloot de zolder op te gaan ruimen. Of, meer specifiek, achter het schot, op zoek te gaan naar oude video- en cassettebandjes en die dan te sorteren op "houden of weggeven". Had ik daar echt zin in? Ja! Ik hou namelijk erg van opruimen. Opgeruimd staat netjes. Bovendien, als je altijd alles netjes opruimt, ben je nooit iets kwijt. En als je alles meteen opruimt, hoef je er ook nooit heel veel tijd aan te besteden. Ik begrijp niet waarom mensen dingen of spullen overal laten slingeren of kleren op een hoop gooien. Je verliest tijd door de speurtocht naar waar je iets gelaten hebt, of je bent een uur bezig met het sorteren van de kledingberg, terwijl je sowieso al dagelijks met je hoofd in de kledingkast zit. Dat is allemaal onnodig verloren tijd en het leven is al zo kort.
Kruipend achter het schot werd ik getroffen door de netheid en overzichtelijkheid waarmee ik er, jaren geleden, ooit alles had neergezet. Wat een zaligheid! Maar op de plekken die makkelijk bereikbaar waren voor de andere bewoners, was het een puinhoop. Nou ja, daar stonden de dingen ietwat door elkaar, maar voor mij is dat dus een puinhoop.
Al snel had ik de dozen die ik hebben wilde. Eerst doorzocht ik de videobanden en er kwamen films voorbij waar de kinderen zo ontzettend vaak en met heel veel plezier naar hebben gekeken. Dumbo, Merlijn de Tovenaar, Blinky Bill, Platvoet, Pokémon en natuurlijk mijn favoriet, Jungle Book. We hebben eigenlijk best veel spullen en dat oogt misschien wat materialistisch, maar juist aan die spullen zitten hele mooie herinneringen vast. Het zijn  geen producten van een doorgeslagen welvaartsdrift, nee, het is ons levensverhaal in tastbare vorm.
Het werd allemaal nog een slagje erger toen ik aan de doos met cassettebandjes begon. Een muziekverzameling, waarvoor ik uren aan de radio gekluisterd zat om de mooiste en populairste nummers op te nemen, zoveel mogelijk zonder het armoeiige geklets van de discjockeys er tussendoor. Maar ook liveoptredens van Rockpalast, dat diep in de nacht werd uitgezonden op de Duitse TV. Ik weet nog dat ik daar zelf de juiste kabels voor in elkaar had gesoldeerd en een mengpaneeltje in elkaar had gesleuteld, in een plastic doosje van 5,25 inch BASF-diskettes, die ik gebruikte voor mijn Commodore 64 computer met diskdrive. Load 8,1. Het kwam allemaal weer terug. Nee, die herinneringen doe je toch niet weg?
Uiteindelijk heb ik wel wat weg gedaan, zoals de bandjes die ik, weer veel later, had opgenomen van CD om in de auto te draaien. Daar zaten geen speciale herinneringen aan vast. En ook de videobanden van films die ik nu op veel betere kwaliteit in mijn digitale archief heb ondergebracht gingen de deur uit. Ook de CD's heb ik onder handen genomen en alle illegaal gekopieerd handel eruit gehaald. Scheelde toch drie grote opbergdozen. Ik kwam niet meer toe aan de DVD's, want ik kreeg honger de bonger. Het was inmiddels ook al half vier. En de lunch was er ook al bij ingeschoten.... Of, nee, ik ging nu lunchen! Er was immers niemand die mij hiervoor op het matje kon roepen.

Grappig

Het werd een uitsmijter. Twee sneetjes brood met ham en kaas en twee spiegeleieren. Waarom dit gerechtje is vernoemd naar de potige kerels die voor deuren staan, lijkt me wel duidelijk. Het is sowieso een echt mannengerecht. De uitsmijter is het door mannen meest gegeten buiten-de-deur-lunchgerecht en een chauffeurscafé gaat gegarandeerd failliet als de uitsmijter niet op de kaart staat. Zie je het voor je, een uitsmijter die letterlijk op de kaart staat? Nou, ik wel. Al voor dat ik het opschreef. Zo werkt dat in mijn hoofd. Vliegensvlug worden allerlei verbanden gelegd. Leuk, maar soms ook erg vermoeiend. Meestal kan je er niks mee, want er zitten ook ongepaste dingen tussen. Grappig, maar ongepast. En dan kan je het maar beter voor je houden. Helaas lukt ook dat niet altijd. Dan floept er iets uit dat er beter in had kunnen blijven. Als een wind in een volle lift.
Zo las ik laatst dat er ergens weer eens een stille tocht werd gehouden. Ik heb er zelf niks mee, maar ik snap dat er mensen zijn die soms na een droeve gebeurtenis iets willen doen. Toch moest ik in mezelf lachen toen ik las: "Het is live te volgen op NPO radio 1." Een stille tocht. Live. Op de radio. Hoe dan?
Ik had de uitsmijter goed en wel op of ik dacht alweer aan het avondmaal. Het leek wel vakantie. Ook dan leef ik van voedselmoment naar voedselmoment. Ik voel wel erg mee met W.C. Fields die zei: "Ik heb de helft van geld besteed aan vrouwen, drank en gokken. De andere helft heb ik verkwanselt." En dat heb ik dus met eten. Maar om nu meteen na de lunch het diner op te dienen, dat werd zelfs mij te gortig. Dus bleef ik nog even rustig zitten.


Stilte

Bij ons staat heel vaak de radio aan. Dat wil zeggen, mijn vaste huisgenote zet heel vaak de radio aan. Dus er is eigenlijk altijd wel geluid in huis. Ik zeg "geluid", want op de radio is van "muziek" lang niet altijd sprake, wat mij betreft dan. Maar nu hing er dus een serene stilte in huis. De zintuigen, toch vooral bedoeld om gevaar te registreren, konden daardoor volledig in ruste. Ik lag rustig op de bank, met een vol buikje, omgeven door stilte. Ja, van een kwartiertje stilte gaat wat mij betreft een heilzamere werking uit dan van je een hele dag dood vervelen in een benauwde sauna. En naar goed Chinees gebruik werd de stilte doorbroken met een klinkende boer. En terug naar de stilte. Geen verwijten, geen gelach, nee, stilte. Mmmm. Stilte. Rust. Ontspanning. Kalmte. Oogjes toe. Geen gedachten. Adem in. Adem uit. Stil. Kalm. .... Het werd een beetje saai, eigenlijk wel, die rust en stilte. Hoe laat was het? Vier uur nog pas? Sjonge, wat nu? Het was te laat om een boomstronk uit te gaan graven, vond ik. Stilte en rust werkt weliswaar louterend, het maakt ook lui en lamlendig. Dat blijkt. Zo zie je maar weer, hoe gelijk je moeder had, toen ze zei dat alles waar "te" voor staat, niet goed is voor een mens. Het was te stil. Te kalm. Te kanker. Daar gingen mijn gedachten. Nog maar twee jaar en ik had dezelfde leeftijd als de leeftijd waarop mijn moeder was overleden. Overleden aan te veel kanker. Te oneerlijk. Maar al te waar.


Actie

Nee, dit ging zo niet. Mijn eigen gedachten zaten me in de weg. Ik deed het zelf. Er was niemand schuldig aan. Dus ik was ook de enige die daar verandering in kon brengen. Tijd voor actie! Harde actie! Het werd "Hunter Killer" met Gerard Butler en honingnootjes. Heel onderhoudend moet ik zeggen. Een dikke 7.
Ja, en toen was het tijd voor het avondmaal! Jippie!
Met plezier sneed ik de groenten en het fruit voor in de saus. Ja, fruit, dat wil zeggen, tomaten. Culinair gezien misschien een groente, maar biologisch toch echt fruit. Maar wat het ook is, het smaakte heerlijk! Toen nog ff douchen, want ja, als je zowat de halve dag achter het zolderschot doorbrengt, kan je wel enige verfrissing gebruiken. En ineens was het acht uur. Tijd voor koffie. Met koek. En nieuws en dergelijke. En een komische spelshow. En toen hoorde ik om half 11 de sleutels in het slot van de voordeur schuiven.
"Hoe was het?" vroeg ze, boog voorover en kuste me.
"Ja, lekker," zei ik.
"Ja, dat zie ik wel aan hoe je erbij ligt," lachte ze. Ik ging rechtop zitten.
"Hoe was het bij jou?" vroeg ik.
Ze plofte op de bank en zei lachend: "Ja, errug leuk! Ik ben kapot. Nee, dat was niks voor jou geweest. Ik heb zin in koffie. Waar zit jij dan naar te kijken?"
De TV ging uit, we dronken nog wat, ik luisterde naar de verhalen en at chips. Met z'n tweeën zijn, is ook leuk.