Translate

01 september 2019

Kefalonia: Afscheid

Op de Ionische eilanden en Kefalonia in het bijzonder zijn altijd veel Engelsen. Dat heeft met de historie van deze eilanden te maken. Google het maar eens. Het leuke daaraan is dat wij hen wel, maar zij ons niet kunnen verstaan. Ha!

Over het algemeen zijn Engelsen gewoon aardig, verstandig en vriendelijk. Het gaat mis als ze in groepen opereren. De hooligans en de Brexit zijn daar sprekende voorbeelden van. Wat ik me nu ineens afvraag, mogen Engelsen ná de Brexit nog wel onze EU-stranden liggen?

Waar je ook zit of ligt, er zitten altijd wel Engelsen in de buurt. Ook wel Italianen, een enkele Fransoos, Nederlanders en incidenteel een vakantievierende Griek, maar meestal toch Engelsen. En ze komen uit alle windstreken, want je hoort de meest uiteenlopende dialecten. Heerlijk.

Onze vakantieburen waren dus ook Engelsen. Een bejaard stel. Als ik met een kop koffie voor de deur in de schaduw zat en zij gingen uit eten, riep de man vrolijk: "Cherio!" Het was soms net alsof we in een Engelse serie terecht waren gekomen. Zo grappig.
Halverwege de week kregen we nieuwe buren. Engelsen. Aardige mensen uit Nottingham. Hij, groot en stevig en een kleurrijke tattoo op zijn hele arm. Zij, klein en ... ja, typisch Engels, zoals Miss Brahms uit "Are you being served" maar dan ouder. Grappig om zo'n grote kerel steeds woorden te horen gebruiken als "lovely" and "nice". Hij zei bijvoorbeeld: "Nice place here, ain't it. Lovely pond. Why do I say pond all the time? Haha. I mean pool of course. Nice pool and fine food at the bar. Lovely!"
Op onze laatste avond zei hij: "Have a nice flight chap! We'll drink one on ya tonight." Ik zei dat wij hetzelfde zouden doen op hun, waarop zij zei: "Then you better make it an alcoholic one." En ze lachte er Engels bij.

De vakantie was fijn. Hij staat niet in de top 3, maar hoort wel bij de eerste 10. Prachtige omgeving, schitterende, ja echt schitterende uitzichten, leuke kleine plaatsjes en haventjes, leuke mensen, heerlijk eten en een fantastische accommodatie. Veel ruïnes ook, want tijdens een grote aardbeving in 1953 werd het eiland vrijwel volledig verwoest. Er staat van vóór de beving nog maar weinig overeind. Ik steek er in de grappig bedoelde vakantievlogs een beetje de draak mee door juist de omgevallen delen te laten zien. In werkelijkheid vond ik de Akropolis van Sami en het Castello van Assos best indrukwekkend. Natuurlijk was er veel omgevallen, maar er was genoeg om je de grootsheid ervan te kunnen voorstellen. En het bood wederom een magnifiek uitzicht op het ruwe, rotsige eiland en de immer azuurblauwe zee.

Door de vlogs en de rare, korte filmpjes voor Insta, heb ik niet zoveel verhaal te vertellen. Alle (creativi)tijd is in de filmpjes gaan zitten, die heel leuk waren om te maken. Allemaal gewoon met mijn mobiel, waar ik tegenwoordig ook de meeste verhalen op schrijf.
Wat geniet ik toch van al die mooie mogelijkheden. Vroeger filmde ik zonder geluid met een Super 8-cassette in de camera van 3 minuten voor 16 gulden. Dan moest het filmpje voor ontwikkelen worden opgestuurd en als het dan na 14 dagen terugkwam, moest ik letterlijk gaan knippen en plakken om het filmpje te monteren. Na de montage moest het filmpje weer worden opgestuurd om er een geluidsspoor op te laten aanbrengen. En als het filmpje dan terugkwam kon ik er geluid bij maken. Vervolgens kon je het resultaat, liefst 's avonds in het donker, aan een klein groepje mensen met een filmprojector vertonen. Nu pak je je mobiel, je filmt, je fröbelt wat met wat apps, je gooit het op Insta. Wat leven we toch in een heerlijke tijd!

"Heb je die blouse nou weer bij je? Gooi dat ding toch eens weg!" adviseerde Linda.
Ik heb namelijk een vaste reisblouse. Het is al een oude blouse, maar hij zit als gegoten. Een heerlijke blouse. Op de vakantiefilmpjes en -foto's van de afgelopen 12 jaar, zie je me vaak in die blouse. Maar dit jaar was dat voor het laatst. Want Linda had gelijk. Eigenlijk kon het niet meer. Het boord was helemaal versleten. De gaten vielen erin. Op de laatste dag van onze vakantie heb ik hem nog even aangehad. Van en naar het zwembad. En bij het inpakken van de koffer heb ik 'm netjes opgevouwen en naast de koffer gelegd. Nadat ik de koffer had gesloten, heb ik nog een keer naar de blouse gekeken en afscheid van hem genomen door hem te bedanken voor de vele jaren trouwe dienst. Met weemoed en pijn in het hart heb ik 'm voorzichtig in de afvalbak gelegd. Ik heb 'm achtergelaten op Kefalonia. En zo werd het vertrek naar huis voor het eerst toch ook een beetje een droevig afscheid. Dag fijne blouse, ik zal je nooit vergeten.

"Hè hè, het werd tijd!" constateerde Linda ongevoelig toen ze de blouse in de prullenbak zag liggen. Voor straf heb ik op het vliegveld stiekem een hap van haar worstenbroodje genomen.

Kefalonia: Twee dagen rijden

Had ik al verteld, dat het op Schiphol stikte van de muizen? Nee? Nou, op Schiphol stikte het van de muizen. Ja echt! Muizen! Na de douane, dus in niemandsland. Ja, zo slim zijn ze wel, die kleine krengen. Ik denk trouwens dat het Mexicaanse muizen waren, want ze waren zo snel als Max Verstappen op een verregend circuit. Allemaal Speedy Gonzalessen waren het. Of je nou boven liep of beneden, overal zag je ze in sneltreinvaart voorbij schieten. Vliegensvlug is in dit geval misschien toepasselijker. Maar goed.

Voor vandaag stond er weer een reis op het programma. Wij gingen er met de auto op uit. Van Lassi, niet die hond maar de plaats waar wij tijdelijk woonden, via Argostoli met de ferry over de baai naar Lixouri en dan naar Xi Beach. Vervolgens via Akrotiri en Kipoureon naar Pitani Beach en dan om de baai heen terug naar Lassi. Een rechttoe rechtaan ritje.

Het ging al mis bij de eerste splitsing. Nergens een bord te bekennen. We gokten rechts en dat bleek best een goede keuze, want even later zagen we het bord "Argostoli linksaf". In Argostoli zelf moesten we naar de haven, dus volgenden wij de pijl onder de tekst "Port". Daarmee kom je immers óf bij de haven terecht óf bij een lekker wijntje. Beiden zijn goed, wat mij betreft.
De weg - smal, druk, onoverzichtelijk en met voorbij razende brommers aan alle kanten - veranderde halverwege in eenrichtingsverkeer, dus moesten we weer kiezen. Naar boven afslaan of naar beneden afbuigen? Naar beneden leek ons een logische keuze. Een haven ligt meestal laag aan het water en niet bovenop een berg. En ja hoor, de haven kwam in zicht. Er lag een groot cruiseschip aangemeerd. Wij wisten echter dat de ferry nog ruim vóór de aanlegplaats voor cruiseschepen lag, dus moesten we terug. Alleen we konden nergens keren. Dan maar ergens links en weer links. Daar mochten we niet in. Wat bleek, de hele binnenstad van Argostoli was een doolhof met halverwege afgesloten wegen en plotseling opdoemend eenrichtingsverkeer. Meerdere keren moesten de speciale verrichtingen van het rijexamen eraan te pas komen. Keren op dezelfde weg, bochtje achteruit, hellingproef en noodstop. Alles kwam langs. Maar, en vraag niet hoe, ineens zagen we de inrit naar de ferry. Ik gooide het stuur om en kon rechtstreeks de boot op rijden en nog geen vijf minuten later zaten we al op volle zee! We hadden er precies een half uur over gedaan. De afstand, hemelsbreed, twee kilometer. Nou, dat viel dan best mee toch? 

Eraf ging ging wel soepel én de borden gaven duidelijk aan dat we linksaf moesten. Nou ja, wij waren met stomheid geslagen. Zo maar een verkeersbord op de goede plek, in Griekenland! Het is namelijk zo, dat als er al überhaupt borden staan, deze meestal verdekt zijn opgesteld. Of net achter een struik, of precies om de hoek zodat je hem pas ziet als je toevallig de goede afslag al had genomen. Bovendien, en dit is wel een dingetje, zijn ze vaak geschreven in het Grieks. Logisch natuurlijk, we zijn immers in Griekenland, maar dat Griekse schrift met die wiskundige tekens is niet te lezen. Dus het blijft een kwestie van logisch nadenken, inzicht, gokken en vertrouwen op God.
Kortom, wat je ook plant en uitzoekt, het is altijd maar afwachten of je er ooit aankomt.
Nu hoor ik de slimmerds onder de lezerts al denken, dan gebruik je toch gewoon Google Maps. Maar, lieve mensjes, dit is een berggebied. De ontvangst is bagger. 4G is sowieso niet beschikbaar en de 3G is zo traag als dikke ... advocaat. Dus wat overblijft, is ouderwets op de kaart rijden. Retro, vintage en spannend ook nog erbij.

Griekenland zou echter Griekenland niet zijn als de wegen in het echt toch net iets anders liepen dan je volgens de kaart zou mogen verwachten. Een rechte streep op de kaart, kon in werkelijkheid een haarspeldbochtige weg omhoog, langs diepe afgronden blijken. En geen vangrail te bekennen uiteraard. Dat soort onzin, daar doen ze niet aan in Griekenland. Voordeel van dit alles, de kans op een snelheidsovertreding neemt zienderogen af. Rijden in de bergen bied je wel vaak majestueuze uitzichten over het schitterende landschap. Echt prachtig! Dat dan weer wel.

Ons autootje was een klein, rood Pandaatje. Dat dingetje reed verrassend prettig. Het koppelde en schakelde fijn, de stoelen zaten lekker, de airco deed het prima en de radio speelde meestal helemaal niks, want zoals gezegd, in dit berggebied is de ontvangst zero komma zero. Alleen het vermogen was wat aan de lage kant. In het berglandschap waar wij doorheen reden, bleek dat toch een minpuntje. Aangezien achter iedere bocht een nieuwe steile helling schuil ging, kwam ik soms hele stukken niet verder dan de 1. Sterker nog, slecht af en toe kon ik naar de 2 en een hele enkele keer, heel even, de 3.
Je denkt misschien, dat als alles heuvel op gaat, het ergens ook wel weer heuvel af gaat, en je dan dus lekker kan doorschakelen. Nee! Dan moet je vol in de remmen, met de parachutes uit, om niet uit de bocht te vliegen. En uit de bocht vliegen wil je hier echt zoveel mogelijk voorkomen. Oké, in een sloot terecht komen is geen pretje, maar een zestig meter diep ravijn in duiken is toch net even lastiger te overleven. En dan zit ik ook nog eens in de auto met naast me een levende snelheidsbegrenzer, die constant roept dat ik te hard rij. Als namelijk een bord 40 aangeeft, wil dat volgens de begrenzer nog niet zeggen dat je ook inderdaad zo ontzettend keihard moet rijden. Stapvoets is volgens haar in dit landschap eigenlijk onder alle omstandigheden de beste keuze.

Toch was het een prachtige rit. Ik heb alleen niet de gave om, zoals Tolkien, de prachtige landschappen en vergezichten uitvoerig te kunnen beschrijven, maar neem van mij aan dat we prachtige panorama's hebben gezien. Zo geweldig mooi en ruig! Dan snap je wel hoe Homerus zijn verhalen kon schrijven over Odysseus en de Sirenen en cyclopen. Ja, hier zie je toch een andere schoonheid dan bij een ritje door de Flevopolder.

Ik moet eerlijk zeggen dat Pitani Beach ons tegenviel. Ja, het was een prachtig strand en prachtig gelegen tussen hoge bergwanden, dat was niet veranderd in de loop der jaren. Maar in de beschrijvingen lazen we steeds dat het nog niet zo toeristisch was. Nou, dat bleek compleet achterhaald en onjuist en nepnieuws. Het was zo'n beetje het meest toeristische stukkie strand, dat we zijn tegengekomen. Druk! Druk! Op de smalle, steile weg van en naar het strand stonden over een stuk van honderden meters lang, links en rechts auto's geparkeerd, liepen mensen bepakt en bezakt, zodat je er zelfs met onze Pinda bijna niet langs kon. Bij tegenliggers moesten wij of de ander tientallen meters achteruit om een plek te vinden waar we elkaar konden passeren. Daarom volgt nu een actuele en gratis reistip van wereldreizigers Cocco and Company: MIJDT PITANI BEACH!

Voor mijn werk, zo herinnerde ik mij ineens, moest ik nog naar Musis Sacrum. En ik was al aan de late kant, dus ik moest vlug vlug opschieten. In no time was ik er en ging ik bij collega's aan een tafeltje zitten. Iemand naast me vroeg of ik wat wilde drinken. Ik keek om en zei dat ik wel een biertje lustte en keek recht in het gezicht van Karin Bloemen. Ze lachte vriendelijk, stond op en ging speciaal voor mij een biertje halen. Ze was ook meteen weer terug en ging naast me zitten. Ik zei dat ik dat heel lief van haar vond en waar ik de moed vandaan haalde weet ik ook niet, maar ik gaf haar als dank een kus op haar wang. Ze reageerde gecharmeerd met "Oh!" en legde haar hand op de gekuste wang.
Ineens realiseerde ik me dat Linda niet wist waar ik was. Ik was vlug vlug vertrokken en ze was toen niet thuis, dus die moest ik eerst maar even appen. De ontvangst was binnen erg slecht dus liep ik naar buiten. Eenmaal buiten bleek ik in de haast zowel mijn eigen mobiel als de mobiel van Linda te hebben meegegrist. Wat dom! En nu?
Bezorgd twijfelend over wat te doen liep ik wat in het rond, toen ik me ineens realiseerde dat ik ook het vaste nummer kon bellen. Dus lopend pakte ik mijn mobiel en wilde inloggen, maar mijn vingerafdruk werd niet herkend. Hoe kan dat nou weer? Ik probeerde en probeerde, maar het lukte niet. Dan maar de code intoetsen. Maar ook die werkte niet. Wat was dit? Ik probeerde nog eens en nog eens en toen blokkeerde het hele toestel. Aargh! Ik keek op en zag dat ik ondertussen ergens op Presikhaaf liep. En het was donker en stil op straat. Ik zag alleen een groepje van drie donkere jongens op een stoepje zitten. Dit was niet goed. Maar gelukkig ben ik niet angstig uitgevallen. Ik liep recht op de jongens af en zei dat mijn telefoon was geblokkeerd en of ik even met een mobiel van hun mocht bellen. Een van de jongen vroeg stuurs om mijn mobiel dan eens te laten zien. Ik dacht nog, nou, die ben ik kwijt. Maar ja, ik wist niks anders dan gewoon  eerlijk te blijven. Ik pakte mijn mobiel en.... Hè? Het was ineens een heel andere mobiel? Met een heel raar dik beschermhoesje erom heen. Foei lelijk! De jongens stonden inmiddels om mijn heen en ik probeerde in te loggen op die vreemde mobiel. En toen zag ik dat Linda naast mij lag te slapen, de airco snorde en alles in de kamer wees erop dat dit ons vakantieadres was. Dat klopte wel. Ik pakte mijn telefoon en die werkte gewoon. Het was half 4 in de morgen. Ik droom anders nooit. Dat wil zeggen, ik herinner me nooit iets van wat ik droom, want volgens de geleerden droomt iedereen, iedere nacht. Maar hier in Griekenland is dus alles anders. Ik ging het bed uit, plassen, meteen weer aanvullen met een paar slokken water uit de fles en weer liggen. Gelukkig sliep ik meteen weer in. 

Op de tweede reisdag stonden het Meer van Melisani en de Grotten van Drogarati op het programma.
Na slechts enkele foute afslagen, kwamen we binnen de uitgetrokken ruime reistijd aan bij het Meer van Melisani. Net voordat wij het parkeerterrein opdraaiden parkeerde een grote touringcar pal voor de ingang. Het was de bus die ik eerder voor had laten gaan om van het gedruk achter mij af te zijn. Nou, dat doe ik dus ook nooit meer. Maar goed, na wat gedraai en gesteek vond ik een parkeerplaats. In de volle zon. En het was een bloedhete dag. Maar, en dat maakt het Meer van Melisani bijzonder, het is een ondergronds meer. Dus koel. Alleen bleek de rij voor de ingang langer dan de rij vorige week bij De Baron in de Efteling. Dat betekende wachten in de hakka takka burning sun! Gelukkig sleept Linda altijd en overal een jerrycan water mee naar toe, dus was echt super handig.
Het was het echter allemaal waard. Glashelder water, helemaal afkomstig van Argostoli via een ondergrondse rivier, hier verzameld in een meer, dat ondergronds doorloopt naar zee. Het meer lag in een grot met helemaal bovenin een gat waar doorheen het licht van de zon prachtige schitteringen en een fenomenaal kleurenspel verzorgde. Het bleek helaas onmogelijk dit mooi op foto of video vast te leggen. Maar wij waren er en hebben het met eigen ogen mogen zien.

Bij de Grotten van Drogarati was het dan weer heerlijk rustig. Ik moet bekennen dat ik dat in eerste instantie een beetje verdacht vond. Viel hier überhaupt wel iets te beleven? Die zorg bleek onterecht. Er was juist veel te beleven. Er was een goed gesorteerd winkeltje, een prima bar, een restaurant en er was zelfs een hele mooie free swimmingpool. Ja en dus die grotten. Drogarati is bijzonder, omdat in de grootste ondergrondse druipsteengrot de akoestiek zo mooi is, dat er regelmatig concerten worden gegeven. Enig minpuntje is, er is geen lift. Je moet via een smal, steil trapje met ongelijke treden 95 meter naar beneden. Onderweg naar beneden kom je hijgende en puffende mensen tegen die de trap oplopen. Halverwege is een rustpunt waar je even op adem kunt komen en daar was het onrustbarend druk.
Ook die grotten waren echt heel bijzonder, maar ook dit kan je niet echt goed op de foto krijgen. Eigenlijk net alles dat je hier ziet niet te filmen is. De weidsheid van de indrukwekkende panorama's zie je op een foto niet meer terug. Maar wij waren er en hebben het met eigen ogen mogen zien. Daarnaast was dit bezoekje ook op een andere manier heel indrukwekkend. De trappen op lopen ging me namelijk best heel goed af. Nou, dan ik kan dat abonnementje bij Basic Fit ook nog wel even uitstellen. Jippie!

Precies en week geleden liepen wij over de Posbank, tussen de paars bloeiende heide. Werkelijk prachtig ook! En ook dat is niet echt goed op foto vast te leggen. Maar ook daar zijn we geweest en ook dat hebben we gezien. Twintig minuten van huis.

Kefalonia: Niks doen

De volgende ochtend werd ik kwart over 6 wakker. Ik had het koud, wat niet zo gek was, want de airco stond nog op standje Noordpool. Linda was nog in diepe slaap, dus die heb ik ruw wakker laten schrikken. Nee, natuurlijk niet! Ik heb het leven lief, dus die heb ik lekker laten liggen. Ik weet echt wel wat goed voor me is. Nee, ik heb een kop koffie gemaakt en ben heerlijk in de schaduw onder de palmboom voor de deur van ons studiootje gaan zitten. Het was heerlijk stil en rustig. 100% genieten. Een enkele keer liep er iemand voorbij en die zei dan "kalimera" en ik zei dan "kalimera" terug. Ik denk dat kalimera het jongere zusje van Calimero is.

Na een klein half uurtje begon ik me toch te vervelen. Joh! Dus liep ik het grasveld op dat voor onze deur lag en een mooi uitzicht bood op de zee en een stuk van het eiland. Prachtig!
Terwijl ik daar van het uitzicht stond te genieten, hoorde ik achter me een bekend geluid dat ik toch niet helemaal kon thuis brengen. Een soort gesputter. Alsof je de tuinslang aan zet om het gras te sproeien en er nog lucht in de slang zit. Dat ie soms water, soms lucht spuit. Dat gespetter. Met dat ik dat dacht, voelde ik een koude straal water op mijn rug. Ik keek verschrikt achterom en kreeg een frisse straal water recht in mijn gezicht. Zo snel als mijn flipflops mij konden dragen, rende ik het gras af. Het was zeven uur. De automatische beregening was aangegaan.

Ik heb mezelf vervolgens met nog een kop koffie in de zon te drogen gezet en ben een beetje met mijn mobiel gaan zitten spelen. De gratis WiFi werkte wel, maar was zo traag als Peter van der Waarden, een oud-collega van me. Als je die man zag lopen, moest je altijd goed en lang kijken om te zien of ie nu voor- of achteruit liep. Hij had overigens nog best een succesvolle carrière als landmeter. Hij was namelijk als een van de weinigen in staat om met de peilstok in de hand uren lang stil te staan, zodat de anderen hun metingen konden verrichten, maar dit terzijde.

Linda, inmiddels op natuurlijke wijze ontwaakt, had ook wel zin in een hapje, dus maakte ik ons traditionele vakantieontbijt, gebakken ei met spek en een lekker glaasje melk erbij. Kneuterig. Een soort van "We zijn er bijna". Maar wel heel gezellig!


Het ging een zwembaddag worden vandaag. Dankzij alle gedoe van de afgelopen dagen zat er niet meer in. Het zwembad was heerlijk. We lagen naast een Frans stel. Hij, groot en zwaar, een soort Obelix zeg maar, en zij klein en iel, Asterix. Alleen de vlechtjes ontbraken. En verder waren er vooral veel Engelsen. Rustig, zowaar, maar daarom niet minder ordinair en lelijk. Dus Linda had niets om zich zorgen om te maken. Er viel weinig te zien, dus iedere keer als ik ging liggen, viel ik in slaap. Ik weet ook niet hoe ik dat deed, maar de dag vloog om.

En toen ... volgde het min of meer vaste avond ritueel van douchen, stad in, eten, cocktail en half dronken (van de slaap uiteraard) tandenpoetsen en naar bed. Kijk, dan ben je lekker bezig, zeg ik. Dat "Dolce fa niente", het zalige niets doen, is niks voor mij.

Kefalonia: De verloren nacht

Om de een of andere reden worden wij altijd in een vliegtuig gepropt dat die dag als eerste mag vertrekken. 4:50 uur vertrek. Ik hoop maar dat de piloot een ochtendmens is. Dus, 4:50 uur vliegen, twee uur eerder aanwezig zijn, uur en een kwartier rijden, beetje speling houden want je weet maar nooit, dus dat is 1 uur 's nachts opstaan. Nou, opstaan, wij gaan dan gewoon niet naar bed. Slapen gaat toch niet lukken. Dus keken we ook de herhaling van Jinek. Om de tijd te doden.

Op Schiphol werd ik overvallen door de stilte. Er was geen hond. Nou ja, ik wil niet overdrijven, maar het was er echt stil. Alleen bij Starbucks stond een rij. Precies waar wij de koffie wilden halen.

Wat ik niet begrijp is wat mensen toch altijd allemaal moeten doen in het vliegtuig. Ze bergen hun spullen op in de vakken boven hun hoofd, gaan zitten en zodra het lichtje "riemen vast" uit gaat, vliegen ze uit hun stoel en hebben ze van alles nodig uit de tas die ze net zo keurig hadden opgeborgen. Minuten lang blokkeren ze de doorgang voor mensen die waren vergeten te plassen voordat ze in het vliegtuig stapten. Dat blijken er ook iedere keer weer heel wat te zijn. Hoe kan dat toch? En dit ritueel herhaalt zich meerdere keren per vlucht. Stewardessen vragen steeds vriendelijk of de bagagerekplunderaars willen gaan zitten. De vluchtmeisjes moeten er immers regelmatig langs met karretjes eetwaar, prullaria en afval. Vaak gaan de bagagerekduikers gewoon met hun dikke kont voor de gangpadpassagiers staan, of ze die nou kennen of niet. Waarom doen ze de spullen die ze nodig hebben vooraf niet even apart in een plastic tasje dat je zo onder de stoel voor je kan schuiven? Heb je alles de hele vlucht bij de hand en later stop je het tasje weer in je rolkoffertje of rugzak. Hoe makkelijk wil je het hebben? Maar nee, ik ben dan natuurlijk weer te praktisch. Zucht.

Na de landing moesten we, zoals altijd, nog even op de koffers wachten. Da's altijd dringen, want iedereen wil vooraan staan. Stel je voor dat je koffer een extra rondje op de band moet maken, dat zou toch onoverkomelijk zijn, voor zowel de koffer als de eigenaar. Ik keek het gedrang vanaf een strategische positie met leedwezen aan. Toen ik mijn koffer zag verschijnen, baande ik mij onder het regelmatig uitroepen van "Personeel!" gemakkelijk een weg naar voren en plukte geroutineerd mijn koffer van de band. Vervolgens ging ik bijna ongemerkt achterwaarts en verliet de krioelende kluwen mensen. Ik nam weer mijn strategische positie in en wachtte op de volgende. Die kwam maar niet en kwam maar niet. Hoe kon dat nou weer? We hebben de koffers beiden tegelijk ingeleverd? Waarom komen ze dan niet beiden ongeveer gelijktijdig op de band terecht? Worden ze nog eens extra door elkaar gehusseld of op kleur gesorteerd?
Uiteindelijk verscheen ook de tweede koffer op de band. Er viel weinig meer te dringen. Iedereen was al zo'n beetje weg.

Voor de deur van het vliegveld stond de Sunweb hostie met een stapel enveloppen en daar zat ook onze envelop tussen. Die hadden we dus binnen. Yes! De hostie vertelde ons dat we voor de auto moesten doorlopen naar de vertrekhal. Dus dat deden wij.
We passeerden een lange rij wachtenden en begaven ons naar de vertrekhal. Maar daar stond niet de ons beloofde meneer die ons met een shuttle naar de auto zou brengen. Nee, want die meneer, dat bleek een mevrouw en die stond aan het begin van die lange rij wachtenden die we net waren gepasserd. Al die mensen wilden een auto! Wij mochten, hoera, achteraan sluiten.
Ik was inmiddels ruim 24 uur wakker, had deze ochtend nog geen koffie op en stond derhalve in de killing-mode. Toen we dan uiteindelijk aan de beurt waren, mocht alleen ik mee met de shuttle. Ik moest Linda en de koffers op het vliegveld achterlaten. Als ik dan de auto had, kon ik haar met de auto ophalen. En desgevraagd vertelde de automevrouw blij dat bij de terugreis straks alles precies hetzelfde ging, maar dan omgekeerd. Dus Linda en haar koffers bij het vliegveld uit de auto gooien, naar het verhuurbedrijf rijden, de auto inleveren en met de shuttle terug naar het vliegveld, alwaar ik met Linda en haar koffers zou worden herenigd. En ze waren vanaf 7:00 uur geopend, dus dat was geen probleem, aldus de autodoos. Ik moest nu zelfs Linda tot kalmte manen. Het was allemaal zo omslachtig en anders dan beloofd en verwacht? Ik ben echter zonder een onvertogen woord in de shuttle gestapt en heb de automuts laten leven.

De auto was trouwens een prima karretje en na een ritje van nog geen twintig minuten reden we de parkeerplaats van het hotel op. Er was nog 1 plek. Wat een geluk. Ja, voor de andere hotelgasten met auto's, want ik had in deze stemming de auto anders dwars in het midden van de parkeerplaats gezet, zodat niemand er meer in of uit had gekund, dat verzeker ik je toch.

Bij de receptie werden we allervriendelijkst behandeld. Onze kamer was nog niet klaar. Het was ook nog pas 11 uur. Maar we kregen een gratis welkomstdrankje en om 12 uur zou de kamer al gereed zijn. Nou, dat was nog te overzien.
Het werd uiteindelijk half een, maar ja, da's altijd nog flink wat eerder dan de genoemde 15:00 uur uit de folder. Dus ook die informatie klopte niet! Maar ik heb er niks van gezegd.

Nou, de studio die wij kregen, was geweldig. Nee, echt, geweldig! Locatie was goed, inrichting en voorzieningen waren goed en het was allemaal echt schoon! Niet Grieks schoon, maar Hollands schoon! Geweldig. We leefden weer helemaal op.

Het voornemen was de koffers in onze studio te droppen en dan het dorpje te gaan verkennen, te lunchen en dan om vijf uur de kennismakingsborrel van de Sunweb hostie bij te wonen voor waarschijnlijk nog meer niet kloppende info en dergelijke. Dus op het heetst van de dag, liepen wij het dorpje in. Er was weinig leven te bekennen op straat. Hier en daar zat een enkeling wat te drinken of eten, maar buiten, in de zon, liep niemand. We begrepen wel waarom, het was bloody hot! Gelukkig kregen wij zelf ook trek, dus doken we een taveerne binnen en bestelden onze eerste Griekse lunch, een Griekse salade voor de lady en een beetje Gyros voor de gentleman. Het was natuurlijk overheerlijk en overdadig. Het meegeleverde biertje sloeg echter in als een bom! 36 uur wakker en dan zo'n copieuze maaltijd, ja, dat maakt je er niet frisser op. Dus we wijzigden de plannen, liepen terug naar onze studio, gingen op bed liggen en die hostie met haar flut verhalen kon ons gestolen worden.

Die avond werden we rond een uur of 8 wakker. We hebben ons opgefrist, zijn weer wat gaan eten, hebben snel wat boodschapjes gehaald en zijn weer gaan liggen. Dus al die verhalen van mensen die beweren dat vroeg vliegen zo fijn is, omdat je dan nog de hele dag op je vakantiebestemming hebt, die informatie klopt ook al niet.


Kefalonia: Voorpret

"Waar staat dat dan?" riep ik geërgerd.
"Alle informatie staat in de Sunweb-app," zei Linda rustig, waardoor ik alleen nog maar meer geïrriteerd raakte. Waarom maakte zij zich niet druk?
Met tegenzin installeerde ik de betreffende app. Gelukkig heb ik een fijne mobiel, dus omdat ik ooit al eens op de website had ingelogd, wist mijn mobiel met een vingerafdruk precies waarmee er kon worden ingelogd, anders was dat al meteen het eerste probleem geweest. Maar geen nood, er volgde nog vele problemen.

Je merkt wel, reizen is niet mijn ding. Ik vind het verschrikkelijk dat gedoe. Als ik vakantie heb, wil ik juist GEEN gedoe. Door op vakantie te gaan, zoek je het gedoe juist op. Uiteindelijk lukt het me meestal wel om me naar de situatie te schikken, maar dat is pas nadat ik precies weet waar alles zit en hoe het werkt. Als je dan toch op vakantie moet, zou ik het liefst iedere keer op dezelfde manier naar dezelfde plek gaan. Dan zijn er geen vragen meer en is het gedoe te overzien. De leukste zonvakanties die ik mij herinner zijn dan ook de tweede keer Torremolinos en de tweede keer Zakynthos. Maar ja, mijn vaste reisgenote en de rest van de wereld die ik ken, vinden dat maar suf, twee keer naar dezelfde plek gaan. Ben ik dan geen normaal mens?

Hoewel de Sunweb-app 5 sterren scoorde in de app-store, had ik er nog niet 1 ster voor over. Geen enkel antwoord vond ik, tenminste niet op de vragen die ik had. Als ik iets wilde weten over de vlucht, moest ik inloggen op de site van Transavia. Waarom? Ik heb de reis toch niet geboekt bij Transavia? Ik heb de reis geboekt bij Sunweb, dus waarom verstrekken zij die informatie niet? Hoe moeilijk kon het zijn?
Als ik verder nog vragen had, kon ik ze stellen aan de hostess, die ons bij aankomst zou opwachten. Behalve dat ik dat nogal dreigend vond klinken, had ik al die vragen niet straks, ik had ze nu! Daar komt nog bij, dat wij geen transfer hadden geboekt, maar een auto. Hoe kregen we dan al die fijne antwoorden en het telefoonnummer van de hostess? Het was nergens te vinden, in die hele app niet. Nee, de app bevatte alleen maar standaard informatie en he-le-maal niks over mijn specifieke reissituatie. Kwaad verwijderde ik de app direct weer van mijn telefoon. Scheelde ook weer telefoongeheugen. Beter lege mb's dan zinloos gevulde mb's. Klote app.

Wij hadden dus een auto gehuurd en dat ding zou op het vliegveld beschikbaar zijn, zodat wij er zelf mee naar ons hotel konden rijden. Ja, dat wil zeggen, en dit bleek pas nádat we geboekt hadden, we zouden op het vliegveld door het verhuurbedrijf met een shuttle worden opgehaald en naar de verhuurlocatie worden gebracht, omdat de afstand, zo stond er, te ver was om te lopen. Dus vroeg ik mij af hoe dat dan op de terugreis ging. Immers, wij vlogen al om 9:05 uur. En de shuttleservice was, zo stond in de beschrijving, alleen beschikbaar tijdens de openingstijden van het verhuurkantoor en die ging pas om 9:00 uur open. Hoe kwamen wij dan van verhuurlocatie naar het vliegveld? Moesten wij kilometers in de brandende zon over Griekse wegen met onze koffers lopen zeulen? De weinige informatie die wel beschikbaar was, stelde mij nou niet direct gerust. Ook was nergens te vinden of en hoe en waar ik de auto bij het hotel kon parkeren? Hoe ging dat dan allemaal? Was parkeren er überhaupt wel mogelijk of moest je de auto ergens in de buurt in een straat zetten en je koffers vervolgens een bult van hier tot Tokyo op trekken of zo? Maar Linda maakte zich nergens druk om.
"Dat komt vast goed," vond ze.
Maar hoe kon zij dat nu denken? Waar bleek dan uit dat het wel goed zou komen? En wij waren toch niet de enigen die zoiets hadden? Waarom stond daar dan niet een paar regels over vermeld, bijvoorbeeld in al die mails die je vooraf al kreeg? Ik ben toch niet de enige die graag dingen van te voren geregeld heeft en wil weten hoe het precies zit? Toch?

Het gemakkelijkste aan reizen vind ik de koffer inpakken. Ook al gaan we over het algemeen best lang weg, acht dagen, ik ben daar altijd zo mee klaar. Ik hoor de meeste lezers al denken:
"Acht dagen, da's toch niet lang?"
Nou precies, dus hoe zinloos is dat reizen dan sowieso al?! Plus, bij die 8 dagen, komen ook nog eens twee extra in- en uitpakdagen thuis. En vóór we vertrekken moet van Linda ook het hele huis nog eens een extra beurt krijgen, zodat we in een lekker schoon huis terugkomen. Maar ons huis is helemaal niet vies! Nooit. En we zijn er niet, dus het wordt ook niet vies. Dus waarom moeten voor vertrek de wc's en de badkamer nog eens grondig onder handen worden genomen en moet er stof worden gezogen dat er nauwelijks ligt? Ik zeg, geen stress, laat gaan, maar mijn invloed is slechts beperkt.

Maar goed, dan moet uiteindelijk toch de koffer worden ingepakt. Dat vind ik nou een klusje van niks. We gaan 8 dagen, dus dat zijn 7 onderbroeken, want die ene heb je al aan. De reiskleding heb je ook al aan en die is ook geschikt voor de terugreis. Voor de warme, zonnige plekken waar we verblijven is nodig: wat zwemkleding, paar korte broeken, flipflops, enkele T-shirts, de toiletspullen, de opladers en klaar!
Hoe anders is dat dan weer voor mijn vaste reispartner. Die vindt het inpakken van de koffer maar een stressvolle bezigheid. Immers, wat kies je uit? En de keuze is reuze, een dubbele kledingkast vol. Welke van de 15 paar flipflops? Welke van de tientallen jurkjes en rokjes? Welke van de honderden shirts? Welk van de twaalf vestjes, voor als het ooit eens fris mocht worden 's avonds? Welke badkleding? En een föhn, want die op de hotelkamers zijn altijd van inferieure kwaliteit, zo is de mening. En dan nog boeken en tijdschriften, maar welke? Een en al keuzestress! En op de terugreis moet dat koffer ook weer ingepakt worden. Waar heb ik dit gelaten? Waar dat? Heb ik alles? Alle laatjes en kasten nog even checken. Ja, ik heb dat niet. Ik pak mijn koffer amper uit; ik weet precies waar alles ligt, namelijk in mijn koffer. En dan bij thuiskomst moet alles weer snel worden uitgepakt en gewassen. Dat is een dan een extra wasdag, dus druk druk druk en geen tijd voor andere dingen.
Als je daar ook nog de tijd bij op telt die je kwijt bent met het uitzoeken van een bestemming en een locatie en een hotel en het boeken zelf en het bijboeken van bagageruimte en voorkeursstoelen (want we willen wel naast elkaar zitten) en het vaak herhaaldelijk proberen digitaal in te checken voordat het lukt, dan ben, alles bij elkaar, al zes dagen kwijt, voordat je je zes dagen lang kan gaan vervelen op een plek waar je alle luxe van thuis ontbeert. Zes dagen ja, want die twee reisdagen gingen er toch ook al af? En ja, vervelen, want het keyboard, de accordeon, smart TV, me Auping, onze lekkere bank en je laptop neem je toch niet mee op vakantie? Maar goed, stress van de koffer inpakken heb ik dan weer niet. Da's tenminste iets.

Vroeger dacht ik nog dat als ik wat vaker zou reizen, ik er wel aan zou wennen. Helaas. Het went nooit. Integendeel. Naarmate ik ouder word, lijkt het alleen maar erger te worden. Ik voel steeds minder de behoefte om "er op uit te gaan". We hebben het thuis zo goed, wat zou ik dan buiten de deur nog vinden? Ik hoef niet in een andere omgeving te zijn om te kunnen ontspannen. Sterker nog, ik raak juist gespannen van die andere omgeving! Ik kijk wel uit naar de vakantie - de aaneengesloten periode van drie weken niet werken -, maar niet naar de daarmee onvermijdelijk gepaard gaande vakantiereis. Tot op de dag van vertrek word ik er ook liever niet aan herinnerd. Ik weet dat we gaan, maar ik verdring dat het liefst zo lang mogelijk. Waar het voor de meeste mensen voorpret is, is het voor mij voorstress. Ik hoef niet regelmatig al die mailtjes te ontvangen. Ja, Sunweb, TUI, Corendon of welke andere reismaffia dan ook, daar doe je mij geen plezier mee. Je hoeft mij er niet aan te herinneren dat ik die reis heb geboekt. Ik probeer dat juist te vergeten. En het is heus niet zo, dat ik ergens eind augustus ineens thuis op de bank bedenk, dat ik eigenlijk ergens in Portugal had moeten zitten of zo. Och, vergeten erheen te vliegen. Dat gaat echt niet gebeuren. Ik ben immers niet alleen.

Ik zou weleens willen weten, hoe anderen dat doen. Hoe lukt het ze om er naar uit te kijken?
"De vakantie begint al met de reis er naar toe," hoor ik mensen vaak zeggen.
Hoe dan? Leg mij dat eens uit! En waarom moet ik mijzelf altijd tegenover iedereen verantwoorden, terwijl de anderen dat tegenover mij nooit hoeven? Als er weer eens mensen vol trots vertellen dat ze een drieweekse reis door India gaan maken, waarom hoeven zij dan niet uit te leggen wat in hemelsnaam hun motivatie is om zoiets alleen al te bedenken, laat staan ook daadwerkelijk te gaan doen? En als je echt wil weten hoe het daar is, neem een abonnement op de National Geographic Channel. Dan zie en weet je alles, zonder risico op knokkelkoorts of groepsverkrachting. En wat nou, andere omgeving. De meeste mensen weten niet eens hoe de straat achter hun woning eruit ziet, maar reizen wel de hele wereld rond om iets anders te zien. Loop een keer een blokje om en er gaat een wereld voor je open! En cultuur snuiven is mooi, maar je kan ook contact leggen met je buitenlandse buren. Nee, ik begrijp echt helemaal niets van die reislust. Avontuur? Ach, hou toch op! Alles is al ontdekt en uitgebreid gedocumenteerd. En een georganiseerde reis die je van hotel naar hotel brengt, is nou niet echt avontuurlijk te noemen. Zelfstandig met een tentje op safari door leeuwrijk Afrika, dát is avontuur, maar daar hoor je ze niet over. Nee, dan moet er ineens wel een hele groep dragers en jagers mee, met ervaring en grote geweren.

Ik zou wel willen dat ik er een beetje van had, van die reislust. Dat ik niet al halverwege de vakantie hoef te denken:
"Nog maar drie nachtjes slapen en dan gaan we gelukkig weer naar huis."
Nee, het is geen heimwee. Dat denken veel mensen, maar dat is het niet. Het is gewoon dat er geen fijnere plek op aarde is, dan ons eigen huis. Heerlijk is het daar! Daar hebben we jaren voor en aan gewerkt. Alles is naar onze hand gezet. Ik vind er alles wat mijn hartje begeert. Waarom zou ik daarvan weggaan, juist op het moment dat ik er drie weken aaneengesloten van kan genieten? Als iemand me nu eens goed zou kunnen uitleggen aan de hand van feiten, waarom reizen iets toevoegt, iets wat ik misschien al die jaren over het hoofd heb gezien, dan zou mij dat misschien kunnen helpen. Maar ik heb die mens nog nooit ontmoet. Ik ontmoet alleen maar mensen die mij raar vinden en moeilijk en ingewikkeld. Die gemeenplaatsen uiten als, je maakt nieuwe, onvergetelijke herinneringen. Ja, met in ondiep water duiken, maak je ook onvergetelijke herinneringen, maar zit je daar op te wachten? Ik ontmoet eigenlijk alleen maar mensen waaraan ik moet uitleggen waarom ik niet van reizen hou. Alsof reizen de norm is, want reizen is toch leuk? Hoe heeft dat zo ineens kunnen gebeuren? Toen ik klein was, was thuisblijven de norm. Kon je de hele zomervakantie fijn met al je vriendjes spelen, want niemand ging op vakantie. Heerlijk! Waarom is dat veranderd? Omdat het kan? Is dat de reden? Omdat het kan? Stop dan ook eens een stok in je hol en ga daarmee rondlopen! Waarom? Omdat het kan!

De dag voor vertrek heb ik altijd zo'n onbestemd gevoel. Het is vergelijkbaar met de spanning voor een proefwerk waarvoor je niet hebt geleerd. Angst, is het eigenlijk. Pure angst. En waarvoor? Nou ja, lees dat stukje hierboven dan nog maar eens. De mens lijdt het meest, van het lijden dat hij vreest. Zo zit ik in elkaar en hoe ik ook mijn best doe, het verandert nooit. Het zit diep in mij verankerd, het is wat het is, het is wie ik ben. Apart, misschien voor anderen, maar voor mij, heel normaal, logisch en verstandig. Ik weet namelijk niet beter. Dat is zoals ik op vakantie ga. Altijd. Alleen het valt vrijwel niemand op. Als jij niet hebt wat ik wel heb, zul je het waarschijnlijk nooit begrijpen, maar nu weet jij in ieder geval dat het bestaat, dat er ook mensen zijn zoals ik.

De hele dag probeer ik dat zenuwachtige gevoel zoveel mogelijk te negeren, maar daar word ik niet perse gezelliger van. Maar ondanks dat alles, ga ik wel. Iedere keer weer. Soms kan ik er zelfs niet van slapen of is het de eerste gedachte als de wekker afgaat. Zo'n 14 dagen voor de reis, is het vrijwel nooit weg uit mijn hoofd. Maar, nogmaals, ik ga wel. En zolang we met ons tweeën zijn, blijf ik ook gewoon gaan. Dat is de grootste bijdrage aan de relatie die ik kan leveren. Trouw zijn, gaat me makkelijk af, maar reizen kost me extreem veel opoffering en wegcijfering. Het is het mooiste cadeau dat ik mijn lieffie kan geven.

De hele tijd niets doen, dat is niet mijn ding. Ik verveel me snel en heb ook nog eens geen geduld. Na een kwartier in een vliegtuigstoel slaat de verveling al toe. En je kan geen kant op. Het is niet dat je zegt, ik ga even op de vleugel zitten. Dus verre vluchten, zoals naar Curaçao, zijn een verschrikking. Het is dat Curaçao en New York zoveel te beiden hebben, dat ik de reistijd accepteer als een gegeven. Maar 8 uur in een vliegtuig zitten om ergens in de Dominicaanse Republiek in een ressort op het strand vast te liggen, NOOIT! 4 uur vliegen is de absolute max! Alles wat langer vliegen is, heb ik van mijn lijstje geschrapt (met Curaçao en New York dan als de uitzondering die de regel bevestigen).
Ik ervaar dit ongeduld overigens niet alleen bij vakanties en vliegen. Ik ben toch een echte filmliefhebber, maar films die langer duren dan twee uur moeten wel ontzettend goed zijn, wil ik me er plezierig mee vermaken. Ik moet een film dan wel heel erg graag in de bioscoop willen zien, eer ik er naartoe ga. En ondanks dat ik die films fantastisch vind, meestal denk ik toch, als ie een half uur korter was geweest, had ik 'm nóg beter gevonden.
Dus dat heerlijke niets doen, duurt bij mij nooit langer dan een half uur. In die zin zijn vakanties op zich al een uitdaging. Dus ga ik maar wat doen. Vakantieverhalen schrijven of grappige filmpjes maken. Niet omdat het kan, maar omdat het moet! Als je me vraagt hoe de vakantie was, zal ik zeggen "leuk" en vertel ik je de mooie verhalen. Maar het is net als de tijd die ik voor mijn nummer bij de Marine heb doorgebracht, leuk, maar ik had ook zonder gekund.
Door het schrijven van verhalen en het maken van maffe vlogjes, wordt een vakantie best goed te doen, want wanneer heb ik meer tijd voor die flauwekul dan op vakantie? En zo ontdek ik, op de dag voor vertrek, eindelijk ook een soort van iets positiefs aan de vakantie. Maar het spannende gevoel in mijn maag verdwijnt er jammer genoeg niet mee.