Translate

23 mei 2020

houden of weggeven

Vroeger was er een quiz op tv waarin de vraag "houden of weggeven?" werd gesteld. En ik weet niet meer in welke show dat was en hoe het precies ging. Volgens mij kwam het erop neer dat je een vraag zelf kon beantwoorden (houden) of doorspelen naar de tegenpartij (weggeven). Als het nou een moeilijke vraag was waarvan je dacht dat die anderen er het antwoord niet op zouden weten, dan gaf je 'm weg. Maar ja, het risico was natuurlijk, dat die anderen toch slimmer bleken dan je had ingeschat. Dat zij het antwoord dus wel wisten en dat zij er met de punten vandoor gingen en jij achterbleef met niks, nul, nada, niënte.
Nu ik er zo over nadenk, weet ik alleen niet meer zeker of je nou de hele vraag al te horen kreeg of alleen de categorie van de vraag. Dus bijvoorbeeld een vraag in de categorie aardrijkskunde. Nou, da's meestal een kutcategorie, dus zo'n vraag geef je graag weg. Maar ja, ook dan kon je de pech hebben dat er iets simpels werd gevraagd als, wat is de hoofdstad van Groningen.
Of ... ging het nou met letters? Dat je een letter kreeg om woorden mee te vormen en dat je ingewikkelde letters, bijvoorbeeld de 'q' of de 'x', dan kon weggeven. Of letters die je niet kon gebruiken en die ander ook niet. Zoiets. Dat kan ook.
Of ging het over de prijzen die je kon winnen? Dat degene die de eerste prijs had, aan de hand van een vage beschrijving, moest beslissen of hij de prijs, die verborgen achter het gordijntje stond, zelf zou houden of zou weggeven aan degene met de tweede prijs. En dat je dan per ongeluk de vaatwasmachine weggaf, terwijl je zelf met een afwasborstel naar huis ging. Dat dus. Ik weet het gewoon echt niet meer!

Gek toch, dat ik dat niet meer weet, want die vraag zelf "houden of weggeven?" herinner ik me nog levendig. En ik gebruik die vraag ook nog best regelmatig. Vaak in mijn hoofd en niet hardop. Dat kan namelijk heel verkeerd uitpakken. Bijvoorbeeld bij een trouwerij. In plaats van "Wat is daarop uw antwoord?" kan je ook vragen "Houden of weggeven?". Of als de verloskundige tegen je vrouw zegt "Ja, u krijgt een kindje!" dan wordt het niet gewaardeerd als jij lollig roept "Houden of weggeven?". Dus alleen denken. Da's beter. Ook als er een nieuwe collega is aangenomen en je al bij de eerste ontmoeting in de eerste seconde weet, dit wordt niks. Alleen denken.
Maar wat stom dat ik nu toch niet meer weet waar dat vandaan komt? Maar daarvoor hebben we DuckDuckGo! Ja, dat bekt niet zo lekker als Google, maar met DuckDuckGo ligt niet meteen je hele privéleven op Streetview.

De vraag was voor het eerst op de Nederlandse tv te horen in 1983, in het spelletje "vijf tegen vijf" gepresenteerd door Willem Ruis. En Pierre van Ostade deed de voice-over. Ja, vanaf 1984, want - en dat heb ik nooit geweten - in dat eerste jaar deed producent John de Mol de voice-over lekker zelf. Dubbel geld in the pocket. Noem het maar dom. En hij werkte nog wel voor de rooie VARA. Net als Willem Ruis, die van de KRO kwam. Ja, dat was nog in de tijd dat er op de zaterdagavond van die grote tv-shows werden uitgezonden, met miljoenen kijkers. Met presentatoren als Henny Buisman, Ron Brandstichter, Ted de Braak en Jos Brink, die assistente Sandra Reemer steevast en zonder problemen 'kroeppoekje' kon noemen. Och ja, Sandra Reemer, wat een geweldig mooie stem had die toch. Heel wat anders dan Linda de Mol, die ook nog de assistente van Jos Brink is geweest, maar echt niet kan zingen. Er zijn er trouwens wel meer die niet kunnen zingen. Kapelaan Visser van de Sacramentskerk bijvoorbeeld. Als die begon te zingen, sprongen je de vullingen uit de kiezen. En wij hadden allemaal vullingen in die tijd, want we zaten bij de schooltandarts. En die nam geen enkel risico. Nieuwe kies doorgebroken, hup, vulling erin! Daar komt dan geen gaatje meer, moet ie gedacht hebben. Ja, dat waren de jaren waarin de nieuwe rijken elkaar een kunstgebit cadeau deden. Super makkelijk, zo'n ding, vond men. Nooit meer gaatjes of naar een tandarts. Een investering voor het leven. Geen gedoe met poetsen, je legde 'm voor het slapen gaan in een glas water met een bruistablet en 's morgens deed je 'm schoon weer in en was je klaar voor de dag, met je valse lach. Eucalypta, die had ook een valse lach, gehgehgeh. Eucalypta, van Paulus de Boskabouter. Die Paulus-pop had wel wat weg van Paul de Leeuw nu. Daar hoor je trouwens ook nog maar weinig van, vind ik, van Paul de Leeuw. Ja, hij doet iets op RTL, maar ik geloof niet dat het succesvol is. Ik hoor er nooit iemand over. Waar je wel iedereen over hoort, is Corona. Lekker biertje, klote virus. Maar al met al mogen we niet klagen. Als je er niet direct door getroffen wordt, valt het allemaal nogal mee. Nou ja, je zou maar net een leuk, nieuw horecatentje hebben geopend. Ja, da's wel sneu dan. Of als je je baan kwijt raakt. Allemaal niet leuk. Maar ja, zolang je maar gezond bent. Da's een groot cliché, maar ook een waarheid als een koe! Dat blijkt maar weer eens. Je kan geld als water hebben, maar je gezondh.... Nou, dat zeggen we wel steeds, geld als water, maar water wordt schaars. Zelfs in ons kleine kikkerlandje. Vanwege de droogte mogen de boeren al niet meer sproeien. En het is nog maar pas voorjaar. De zomer moet nog beginnen! Mijn gras heeft de afgelopen twee jaar ook flink geleden onder de droogte. Het ziet er niet uit. Maar ik laat het zo, hoor. Had het maar geen gras moeten worden. Maar daar komt die vraag 'houden of weggeven" dus vandaan.

Groetjes, Salvatore

17 mei 2020

goed eten ontspant

Het was kwart voor elf. Ik zat gewoon op de bank! Wat te zappen. Van praatprogramma naar praatprogramma. En zonder enige aanleiding, kreeg ik een enorme trek in een broodje warm vlees. Een broodje warm vlees! Waar kwam dat nou ineens vandaan? Echt, een broodje warm vlees? Hoe lang had ik dát al niet meer gehad? Dat kon wel 10 jaar geleden zijn. Een broodje warm vlees. Met zo'n open gesneden, zacht, wit broodje, dat aan de binnenkant was geroosterd op de bakplaat, liggend naast de fricandeau. Met pindasaus en een spiegelei er bovenop. Een broodje warm vlees speciaal. Dat moest 'm worden. In zo'n rechthoekig, wit plastic bakje. Dat broodje opengeslagen onderop. Daarop de warme fricandeau. Dan flink wat pindasaus en daar weer bovenop het gebakken ei. Met wat zuur in een hoek van het bakje gefrommeld. En het dan opeten met het bijgeleverde witten plastic bestekje. Zo'n vliegtuig bestekje, dat als je iets te veel kracht zet, je hele vork in tweeën breekt. Zo'n bestekje. Zodat je extra voorzichtig moet snijden en nóg meer kunt genieten.
In gedachten zag ik mijn broodje al voor me op tafel staan. Op de open gescheurde, witte, papieren zak, voor "meenemen". Zo'n zak waarop aan de buitenkant met sierlijke rode letters "eet smakelijk" stond gedrukt. Heerlijk!

Bij Hokie Pokie was ie altijd lekker. En bij Van Laak ook. En natuurlijk ook bij de Gastronoom in Presikhaaf. Die had trouwens sowieso goed spul. Ze maakten bijna alles zelf. De gehakt- en bamiballen "uit eigen keuken" waren culinaire hoogstandjes. Vakmanschap. Hun patat was ook nooit vettig of hard, nee, het was altijd precies goed. Mooi bruin en krokant van buiten en zacht van binnen. Kwaliteit.

Maar goede patatzaken bestaan niet meer. Zij moesten wijken voor hippe lunchrooms, waar je opgestapelde sneetjes oerbrood op een stuk plank geserveerd krijgt, met geitenkaas en zangzaad en veel, heel veel verschillende groene blaadjes en sliertjes. We laten ons tegenwoordig blijkbaar liever oplichten in te dure restaurants, waar je geen eten maar "een beleving" krijgt voorgeschoteld. Nou, ik zeg je toch, een goede patatzaak is mij meer waard dan een sterrenrestaurant.

Ik ben een fan van de Griekse keuken. De kruiden en de mooi gecombineerde verse ingrediënten doen mij het water in de mond lopen als ik er alleen al aan denk. Een Griekse salade, gyros, mousaka, saganaki, tzatziki, keftedes, bifteki, het is allemaal super lekker. Het is dan ook mijn favoriete vakantieland. Niet alleen zijn Grieken het vriendelijkste volk van Europa, kennen ze een rijke historie, hebben ze een prachtig landschap en heerst er een heerlijk warm tot heet klimaat, het eten is er ook overal vurrukkulluk. Daarom hadden wij dit jaar al vroeg in het jaar, wederom, een vakantie naar Griekenland geboekt. Maar ja, toen kwam Corona. Het klinkt als een deftige dame uit Anna Pauwlona, tante Corona. Het is, een wereldwijd verbreid virus. Om de snelle verspreiding af te remmen en besmetting zoveel mogelijk te voorkomen, bleef de wereld binnen. En hoe verder de lente vorderde, hoe duidelijker het werd dat dit lang lang ging duren. Hoewel niemand het echt durfde uitspreken, leek onze in augustus geplande vakantie, geheel tegen de letterlijke verwachting in, geheel in het water te vallen.

Totdat, zomaar ineens, de Grieken hun stranden weer open gooiden. De vakantielanden, inclusief het ernstig getroffen Italië, buitelden over elkaar heen om weer toeristen te trekken. Je kan weer veilig op het strand liggen, beweerden ze, keurig op anderhalve meter afstand van elkaar, met strenge regels om de veiligheid te waarborgen. Dus niet zomaar effe zorgeloos naar de kantine flipfloppen, maar binnen de lijntjes op je beurt wachten. En iedereen houdt zich netjes aan de regels, hoorde ik een Griek zeggen. Nou, ik moet de eerste Griek nog tegenkomen die zich netjes aan de regels houdt. Dat maakt het land nu juist zo ontspannen. Een stopbord is slechts een suggestie. Hoe kan je daar dan nu ooit ontspannen?
En niet om het een of ander, maar ik heb geen hoge pet op van de hygiëne in die zuidelijke landen. Hier wordt in de horeca al vaak beknibbeld op de schoonmaak van toiletten, maar in Zuid-Europa komt schoonmaken niet eens in ze op. En dan zou ik daar straks in augustus relaxet op het strand moeten gaan liggen?
En hoe moet ik er komen? Met 200 hoestende en proestende mensen in een volgepropt vliegtuig? Ik zie het niet gebeuren. En ik ga het ook niet doen! Echt niet! Mijn achtertuin is opeens de meest aantrekkelijke optie. En dan maak ik zelf wel zo'n Griekse salade!

Groetjes, Salvatore

10 mei 2020

corona

"... en Ab Oosterhaas, voormalig deskundige, en Diederik Gummert, de huidige voorzitter van de deskundigenclub, gaan met elkaar in discus...."

Zap!

"... begrijp niet waarom er dan niet getennist kan worden. Wij staan een heel eind van elkaar af, met een net ertussen. Daar is dus...."

Zap!

"... groep 'Vaccinatie Nooit' wilde in de binnenstad protesteren tegen de noodmaatregelen en 5G. Zij denken dat de 5G straling Corona...."

Zap!

"... We moeten echt in die lockdown volharden anders...."

Zap!

"... snel weer open kunnen. In Zweden kan het ook. Dit kabinet helpt zo de hele economie naar z'n mallemoer...."

Zap!

"... dat boer Frans en Ilona...."

Uit!

Geërgerd gooide ik de afstandsbediening op de bank.
"Het is echt Corona, Corona, Corona wat de klok slaat," verzuchtte ik.
"En boer zoekt vrouw," zei mijn vrouw koeltjes.
"En boer zoekt vrouw ja. Een van de vele programma's over mannen die niets kunnen. In dit geval, zelf een vrouw vinden. Nee, daar moet de televisie bij komen. Net als die treurneuzen in in in 'Help mijn man is klusser'. Stel je voor dat je zoiets zou maken over incompetente vrouwen. En dan wel net zo rolbevestigend en net zo seksistisch. 'Help, mijn vrouw gaat koken', zoiets. Over vrouwen die wel alle ingrediënten en attributen in huis halen, maar dan bijvoorbeeld nooit die ene taart echt gaan bakken. Dat het meel al twee jaar over de datum is, maar het bakblik nog in het plastic zit. En dat die man dan op zijn verjaardag weer op zo'n kleffe taart uit de diepvries van de super moet zitten kauwen. En en dat zij dan bloed chagrijnig wordt als hij er ook maar iets over zegt. Ik denk dat de makers zouden worden neergesabeld! De feministen zouden uit alle hoeken en gaten komen om er schande van te spreken. Maar als het om mannen gaat, hoor je niemand. Die kan je gerust publiekelijk en zonder enige consequentie voor gek zetten op TV."
"Maak je toch niet zo druk. Het is gewoon een leuk programma,"
"Welke bedoel je? 'Boer zoekt hoer' of 'Help mijn man is een klooitviool'? Sjonge jonge! En en die journaals en die actualiteitenrubrieken zijn al niet veel beter!"
"Die gaan ook over mislukte mannen?" vroeg ze sarcastisch.
"Nee, die gaan alleen nog maar over Corona. Worden er dan geen aanslagen meer gepleegd? Zijn de oorlogen gestaakt? Is de honger gestild en de armoede bestreden? Want in dat geval is Corona een zegen. Is er eindelijk 'world peace'," mekkerde ik.
"Je moet er niet zo'n punt van maken."
"Ik maak er geen punt van. Ik constateer alleen feiten, dat die zogenaamde nieuwsrubrieken ons nu wel heel eenzijdig informeren over wat er in de wereld gebeurt. De journalistiek stelt me teleur, vreselijk teleur!"
"Stel je toch niet zo aan. Dan zap je gewoon weg?"
"Om naar falende mannen te lopen kijken zeker?"
"Chateau Meiland dan?"
"Nou, over falende mannen gesproken, daar heb je de koning te pakken. Mijn hemel!"
"Ach, da's toch leuk. Heel veel mensen kijken er naar."
"Ja, da's nog het erge. Dat half Nederland naar een wijn slobberende malloot zit te kijken."
"Hij verdient er anders flink mee, dus noem het maar gek."
"Mmmm!"

Ik zei niets. Dag 27 van de intelligente lockdown. Ik wist niet wat daar nu intelligent aan was. Gewoon zoveel mogelijk binnen blijven om de kans te verkleinen dat je een potentieel gevaarlijk virus oploopt of ongewild verspreid. Daar is toch niets intelligents aan. Dat is gewoon logisch.
Al met al, ik werd er niet vrolijk van. Hoe logisch zo'n lockdown ook is. Ik hoef echt niet altijd maar uit en naar festivals en feesten en concerten en theaters. Ook vakanties kunnen me gestolen worden. Maar nooit meer ergens heen kunnen, geen andere mensen meer zien, geen borrel drinken met vrienden of uit eten, geen onverwachts bioscoopje pikken, of toch maar effe mee naar de Ikea dan (voor een hotdog of balletjes), ik miste het. En ik werd er nukkig van.

"Serietje doen?" vroeg ze.
Dat was codetaal voor "Zullen we doorgaan met die serie die we aan het kijken zijn op Netflix en er wat lekkers bijnemen?".
"Ja, is goed," mompelde ik nog wat nagloeiend.

Ik slingerde Netflix aan, zette mijn hand in de chipszak en daar gingen we. Naar een andere wereld, een wereld zonder Corona, waar mensen elkaar nog vriendelijk groetend konden passeren en elkaar om de hals vliegen. Ook een wereld vol haat, moord en doodslag en jaloezie en verraad, want ja, zo'n serie was het wel. Lekker spannend en met lekker veel ellende. Heerlijk zo'n serie. Op TV. Niet om er zelf middenin te zitten.

"Wacht," zei ik, "ik heb effe een stukje gemist. Zat in gedachten. Wat zei die nou?"

Groetjes, Salvatore