Translate

29 juli 2013

All-inclusive 2: Happy ending

Tijdens het ochtend ritueel werd ik er fijntjes op gewezen door een sticker op het toilet. De Grieken zijn dan wel de uitvinders van de riolering, maar ze hebben er sinds die tijd ook helemaal niks meer aan veranderd! "Don't throw paper in toilet!" Nee, het papier moet in het mandje naast het toilet. Da's eigenlijk het enige minpuntje van Griekenland, de riolering! Dat maakt mij altijd een beetje bezorgd. Als die riolering niet in staat is dat beetje papier te verwerken, kan ik dan niet beter meteen de hele zaak in die mand droppen? Voor de zekerheid?


Het ontbijtbuffet stond klaar van 7:30 tot 10:30 uur. Aansluitend stond er het koffie- en snackbuffet van 10:30 tot 12:30 uur. Dan kwam het lunchbuffet van 12:30 tot 14:30 uur. Dan was er even geen buffet. Dan moest je je maar zien te redden met de tosti's en pizza slices aan de bar. En dan was er van 18:30 tot 21:00 uur het dinerbuffet. Daarna was je weer aangewezen op de bar, die van 10:00 tot 24:00 uur open was. Dus voor 10:00 uur was er geen bier te krijgen! Schande!


Bij de bar hing een groot, rond plakkaat met de tekst Wunder-Bar. Gek, ik had nog geen Duitser gezien of gehoord. Dus waarom die Duitse tekst?
Ik bestelde een cola en een ice tea - het was nog geen 10.00 uur - en toen begreep ik die Wunder-Bar. De barman pakte twee glazen en deed in beide glazen twee ijsklontjes. Toen pakte hij een slang met een soort Gardena spuitset erop. Hij spoot het ene glas vol en daarna met diezelfde slang het andere glas. Hè? Ik had toch twee verschillende drankjes besteld? Ja, dat klopte. Cola en ice tea. En toen ik goed keek, zag ik inderdaad dat het ene drankje lichter was. Dat moest dan de ice tea zijn. Ik proefde. Verrek! Het wás ice tea, en die ander wás cola! Dit was inderdaad een Wunder-Bar! De man was wellicht een verre neef van Hans Klok. Vanaf mijn tafeltje hield ik de man goed in de gaten, met zijn slang. Het bleek dat hij er niet alleen bruine dranken, maar iets geels, iets roods, iets blauws en iets doorzichtigs uit kon persen. Wat je ook hebben wilde, het spoot eruit! Hoe deed hij dat? Zou er iets in de ijsklontjes zitten? Maar die middag al ontdekte ik het geheim van de Wunder-Bar. Op het spuitstuk zaten verschillende knopjes. 8 stuks om precies te zijn. Dus uit die ene slang kon de barman tot 8 verschillende frisdranken toveren. Ja, als je het eenmaal weet, is het niet meer zo wunderbar!


"Laten we daar rechts het pad op gaan. Een stukje verder is het strand misschien breder," zei Linda.
We hadden besloten, op veler verzoek van Linda, naar het strand te gaan. Dat strand lag op nog geen 2 minuten lopen van ons hotel. Dan moest je nog wel een in de rotsen uitgehakte trap af, maar dan was je er al. Alleen "ons" strand was nogal smal. Dat wil zeggen, er was, van rotswand tot zee, achter elkaar, plek, voor zegge en schrijve, één (1) strandstoel. En Linda wilde gewoon zo'n breed strand.
"Dan hadden we naar Scheveningen moeten gaan," verzuchtte ik maar het mocht niet baten.
Dus liepen we de trappen weer een stukje omhoog om ongeveer halverwege rechtsaf een smal rotspad in te slaan. Links van ons liep de rotswand steil omhoog en rechts van ons liep de rotswand steil naar beneden tot op het smalle strandje. Na ongeveer 5 minuten stoffig slipperen versmalde en verbrokkelde het rotspad. Beneden ons was het smalle strookje strand verdwenen en kwam de steile rotswand rechtstreeks uit in de rotsige, doch glasheldere zee. Iedere stap moest nu zorgvuldig worden gezet om niet de diepte in te storten. Als je vooruit keek zag je wel het aanlokkelijke beeld van een breed zandstrand, maar dan hadden wij toch eerst een paar serieuze hindernissen te nemen. Het pad leek met iedere stap smaller te worden. Het zweet stond me op het voorhoofd. (Maar ja, het was ook 35 graden, dus zo gek is dat niet.)
"Ik denk dat ik terug ga, ik ben bang dat ik val," zei Linda toen we al ruim over de helft waren.
"Nee, echt niet! Nou gaan we door ook. Geef me je hand. Je linker voet daar neerzetten en dan met rechts hier naartoe."
En mede dankzij ons doorzettingsvermogen, onze onverschrokkenheid, durf, moed en behendigheid bereikten wij veilig, doch geheel verkrampt het brede strand. Hoera!

Ik moet zeggen, het brede strand beviel goed! De bedjes met parasols waren gratis en je kon er eten en drinken bestellen. Bij Alex. Nee, niet onze koning, maar een gemaakt vriendelijke, veel te bruine mooiboy. Zo'n popiejopie figuur. Maar als je maar betaalde kon je hem flink laten lopen in die hitte. Haha! Het liefst had ik onze gezamenlijke bestellingen steeds in twee keer besteld. Maar zo ben ik niet. Niet écht.

"Wat zijn die dan aan het doen?" zei Linda en ze wees naar een paar stoelen verderop. Daar gaf een klein smal oosters meisje een massage aan een mevrouw. Kinderarbeid? Van de andere kant, nog verkrampt van onze tocht langs smalle rotspaden op zoek naar de heilige brede stranden, kon ik zo'n ontspannende massage heel goed gebruiken.
Niet veel later kwam ze aan onze voeten staan. Het meisje bleek van dichtbij geen meisje meer, maar een jonge vrouw, maar ze was, ook van dichtbij, nog steeds zo dun als een Vietnamese loempia. Of we een massage wilden? Nou, dat wilden we wel!
Het vrouwtje ging helemaal los! Ze drukte me zowat door de spleetjes van het strandbedje heen! Maar ze deed het goed. Ze wist alle knopen en pijnlijke plekken precies te lokaliseren en soepel te maken. Desnoods met geweld. De menthololie vloeide rijkelijk en ze kneedde, kneep en sloeg er stevig en lustig op los. Heerlijk! Na bijna drie kwartier liet ze me los en was ik soepel en ontspannen. En zo kreeg dit verhaal toch nog een happy ending.

Maar je weet wat ze zeggen. Een verhaal met een happy end is een verhaal dat nog niet af is. En dit verhaal is nog niet af!


"Ik ga niet meer terug over dat pad hoor," zei Linda toen we genoeg hadden van het heilige strand. "Er zal toch wel een weg terug zijn?"
"Meisje, er is altijd een weg terug!"
Vanaf het strand liep er een geasfalteerde weg omhoog. Die weg zou ons toch naar het hotel moeten brengen. Dus wij, hup, omhoog.
Hoe verder we naar boven liepen, hoe meer we het idee hadden helemaal uit de richting te raken. We hoopten bij iedere bocht op een afslag naar links, maar die kwam maar niet. Ook werd het steeds stiller en stiller. De huizen verdwenen en droge dorre landschappen verschenen.
"Daar, in de verte, daar is een taverne," zei ik.
"Ik zie niks," zei Linda en ze speurde de horizon af.
"Nee, ik zie ook niks, maar dat staat hier op dat bord."
We stonden pal naast een groot bord met een pijl in voorwaartse richting. "Taverna Greeca, 5 minute walk."
Taverna Greeca bleek echter gesloten. De weg liep er weer naar beneden en nergens zagen we een afslag naar links.
Ik besloot dat het beter was om toch maar weer terug te lopen en het gevaarlijke rotspad te kiezen. We hadden immers toch geen andere keus? Als we door zouden lopen, hadden we geen idee waar we terecht zouden komen.
Dus liepen we het hele eind terug en kozen opnieuw het rotspad. Nog even doorzetten en dan waren we bij ons ressort. Het was echt bloedheet nu! Ik stelde mij voor hoe ik onder de slang van de barman zou hangen en alle knoppen van de Wunder-Bar tegelijk zou indrukken! En Linda riep dat ze linea recta het zwembad in zou plonzen om af te koelen.

Toen we het rotspad hadden getROTSeerd en we nog slechts enkele passen van ons hotel verwijderd waren, viel mijn oog op een klein bordje langs de kant van de weg. Op het bordje stond een pijl. Het wees in de richting van een pad dat omhoog liep langs ons hotel naar een soort cafeetje. Onder de pijl stond de tekst "Taverna Greeca, 2 minute walk." En ja, we hebben het thuis op de kaart nagekeken. Toen wij pal voor Taverna Greeca stonden, hadden wij enkel het naastgelegen pad hoeven in te slaan om 2 minuten later bij het hotel te zijn. Wij zijn echter omgedraaid en hebben drie kwartier in de hitte en over het rotspad gelopen. Kijk, dàt is pas een happy end!

Salvatore Cocco
28 juli 2013