Translate

27 oktober 2012

Aanstootgevend

Kent u het Gelredome? Dat megalomane project van juwelier Aalbers, de stad Arnhem en de provincie Gelderland. Dat voetbalstadion dat door Vitesse wordt gehuurd om er hun thuiswedstrijden te verliezen. Het Gelredome dat in zijn korte bestaan al twee keer failliet is geweest. Het bouwwerkje dat zich 'Het grootste Theater van Nederland!' noemt? Het stadion dat, om in autotermen te spreken, niet meer is dan een ruime middenklasser, met een schuifdak en een verstelbaar veld, maar daarmee nog geen BMW is? Kent u dat Gelredome?

Nou, het was in dát Gelredome waar ik deze herfst - voor de preciezen onder ons, het was op 20 oktober 2012 - een concert van Doe Maar heb bijgewoond. Het concert was niet spectaculair, maar wel écht leuk. Het geluid was niet super goed, vond ik, maar dat kan aan mij liggen. Er zijn maar weinig zalen waar ik het geluid van concerten wel goed vind. Meestal is het te hard en komt er een muur van lawaai op je af, waarin je de verschillende instrumenten niet meer kan onderscheiden en de zang onverstaanbaar wordt. Maar al met al, het was gezellig, we konden meezinger, stiekum ook meedansen, er was bier en lekker slap lullen, kortom, geslaagd! Maar dat wilde ik niet vertellen. Nee, ik wilde iets anders vertellen.

Bij het naar binnen gaan, werden we grondig gecontroleerd. De controle was nog heviger dan bij een wedstrijd Vitesse-NEC! Er treed een bandje op! Een bandje bejaarden! Doe Maar! Maar we werden door theater Gelredome behandeld als hooligans!
We zagen hoe ver voor ons in de rij een jongen zijn T-shirt moest uittrekken. Hij werd aan de kant gezet. Een klein groepje vrienden stond bij hem. Normale mensen, netjes gekleed, niks mis mee, allemaal iets roods aan, want het was tenslotte Symphonica in Rosso.

Toen we dichterbij kwamen, hoorden we waarom de jongen aan de kant was gezet. Hij had een, naar het oordeel van de machtige bewaker, aanstootgevend T-shirt aan. De jongen had het T-shirt inmiddels binnenstebuiten aangetrokken, maar dat was niet voldoende. Inmiddels waren er twee nieuwe bewakers bijgehaald. Zij waren heftig in gesprek over het aanstootgevende T-shirt van deze jongeman. En jawel, er werd zelfs een derde opgeroepen om dit ingewikkelde geval van een aanstootgevend T-shirt te beoordelen.

De rij waarin ik stond, schoot ondertussen geen bal op! Maar ik stond nu wel dichtbij genoeg om de jongen te vragen waarom hij aan de kant was gezet.
Inderdaad, zijn T-shirt werd als aanstootgevend aangemerkt.
"Maar het was het enige T-shirt met rood dat ik had", verdedigde de jongen zich.
"Wat is het dan voor T-shirt?" vroeg ik, want ik kon er niks aanstootgevends aan ontdekken, maar ja, hij droeg het T-shirt inmiddels binnenstebuiten.
"Het is een T-shirt van Bayern," sprak de jongen droevig.
Een T-shirt van Bayern! En dat is aanstootgevend? Het is dom om daar geld aan uit te geven, maar aanstootgevend? Als je naar een optreden van Doe Maar gaat? Dat gedrag van die sukkelige bewakers is potdomme aanstootgevend! 

Stel je voor dat je in het Beatrixtheater, bij ABBA The Musical, wordt geweigerd omdat je een T-shirt draagt van Bayern. Stel je voor dat je de zaal niet in mag bij Guido Weijers omdat je een T-shirt draagt van Bayern. Dat slaat toch nergens op!

Dit was geen voetbalwedstrijd, dit was een optreden van Doe Maar! Zo zie je maar weer hoe hol slogans zijn. "Het grootste Theater van Nederland." Me neus! Het kleinburgerlijkste voetbalstadionnetje van Nederland, zal je bedoelen! Gelredom! 

Ik moest dit toch effe kwijt! Zo, ik ben weer rustig nu!

Salvatore Cocco
oktober 2012

07 oktober 2012

The Ball Incident

Waarom hij hier nu zat, wist hij eigenlijk zelf niet. Hij had het gewoon nooit moeten doen. Maar ja, van zijn vrienden was niemand in de gelegenheid geweest om op vakantie te gaan. Ze hadden geen geld of ze konden niet in dezelfde week vrij krijgen. Daar baalde hij van, want hij had geen zin om voor het derde achtereenvolgende jaar "gewoon thuis" te blijven. "Ga dan alleen!" hadden ze hem vrijwel zonder uitzondering aangeraden. "Je leert altijd wel mensen kennen." Dus had Frits in een soort rebelse opwelling deze "last minute" naar Spanje geboekt. In z'n eentje naar de Costa. Het leek zo'n goed plan toen hij thuis achter de PC op "bevestigen boeking" had geklikt. En nu zat hij hier eenzaam met zo'n tweehonderd chagrijnige medepassagiers in de vertrekhal van Schiphol te wachten op "zijn" vliegtuig dat al bijna twee en een half uur op zich liet wachten en wist hij dat deze hele reis een vergissing was.

De heldere stem van de omroepster maakte bekend dat de vertraging het gevolg was van een staking van het grondpersoneel op het vliegveld in Barcelona. Dat was blijkbaar geen reden voor excuses. Zij konden er immers niks aan doen. De schuld lag immers bij die egoïstische Spanjaarden. Dezelfde Spanjaarden waarmee hij zich de komende week mee zou moeten vermaken. Verzoenen.
Hij nam een slok van zijn water en zuchtte.

"Ik zeg, nog een half uur en dan gaan we," hoorde hij een stem naast zich zeggen.
Hij keek opzij en zag een uitgestoken hand.
"Kees Jansen," zei de stem weer.

De uitgestoken hand hoorde bij een blonde jongen van midden dertig, zijn leeftijd. Was het nu al zover? Leerde hij nu al iemand kennen? Daar had hij helemaal geen zin in. Daar was hij nog helemaal niet aan toe, als hij er al ooit aan toe zou zijn. Hij wilde nu juist zwelgen in zijn eenzaamheid. Genieten van zijn ongenoegen. Hij kon de hand natuurlijk gewoon negeren, maar ja, misschien zat hij straks in het vliegtuig ook wel naast deze figuur en verbleef hij in hetzelfde hotel en was het een weinig tolerante superboer, want aan het accent te horen kwam deze Kees Jansen uit de Achterhoek. Het land van Normaal. Het land van de bierwerpers.

"Frits Kleine," zei hij en schudde kort de stevige, ruwe hand.
"'t Is ieder jaar hetzelfde. Staking of niet, we hebben standaard 3 uur vertraging. Over een half uur vertrekken we. Wedden?"
Kees was blijkbaar ervaringsdeskundige.
"Ik ben inderdaad ervaringsdeskundige," zei Kees alsof hij Frits zijn gedachten had gelezen.
"Waar gaat de reis heen?"
Frits had helemaal geen zin in een gesprek met deze onbekende. Maar ja, hij kon de vraag nu moeilijk onbeantwoord laten. Hij had Kees immers een hand en zijn naam gegeven.
"Malgrat, maar voor een week," zei Frits te zacht en hoorbaar onzeker.
"Toch niet ook in Rosa Nautica?" vroeg Kees hoopvol lachend.
"Eh, ja. Rosa Nautica. Hotel Rosa Nautica, voor een weekje." Waarom benadrukte hij toch steeds dat het maar voor een week was? Om duidelijk te maken dat het de moeite niet was om contact te maken? Wat was nu een week?
"Gek! Ik ook! Da's een mooi toeval. En waar zit jij in 't vliegtuig?"
"Weet ik zo niet. Ergens een beetje voorin, geloof ik."
"Kijk dan even op je instapkaart. Straks zitten we naast elkaar!"
Onwillig pakte Frits zijn instapkaart. Rij 5, stoel c, bij het gangpad.
"Haha! Ik zit aan de andere kant van de gang. Rij 5! Super!"

Frits zat op zijn eenvoudig gemeubileerde kamer, de standaard omschrijving in reisbrochures voor ouwe meuk. Hoewel hij al tijdens de vliegreis voorzichtig aan Kees had proberen duidelijk te maken dat hij toch liever wat alleen bleef, was hij Kees de afgelopen twee dagen overal tegengekomen. Waar Frits was, dook Kees op. De eerste dag dacht Frits nog dat het gewoon toeval was, maar vandaag gebeurde het weer! Kees kwam vlak na Frits de ontbijtzaal in en ze ontbeten daarom maar samen. Toen Frits daarna aan het zwembad ging liggen, kwam Kees er toevallig naast liggen. Tijdens de lunch in "El Americano", waar Kees een originele Spaanse double sized hamburger had besteld, kwam Kees er, onder het uitroepen van "da's ook toevallig", ongevraagd bij zitten en bestelde heftig gesticulerend en naar Frits' bord wijzend "hetzelfde wat hij heeft". Kees kwam hier nu al 5 jaar en sprak nog geen woord Spaans. Hij sprak ook geen woord Engels trouwens. Als hij doelde op de in het hotel aanwezige Engelsen, sprak hij steevast over "die lelijke kreeften met hun kauwgom taaltje". En misschien was het allemaal nog niet zo erg geweest als hij zijn mond eens had gehouden, maar Kees bleef praten. Over zijn lugubere werk op het slachthuis, over het door hem op schaal nagemaakte Centraal Station van Utrecht dat op de zolder bij zijn ouders stond, over zijn vrienden van de schietvereniging waar hij iedere vrijdag en zaterdag bardienst draaide en over zijn gepensioneerde vader met wie hij iedere zondagmiddag "weer of geen weer" ging vissen. En over Engelsen, die volgens Kees meer bier dronken "dan tien Duutsers bij mekaar". Toen Kees die middag had verteld hoe geweldig het was om alleen op vakantie te gaan omdat hij steeds weer nieuwe vrienden maakte, realiseerde Frits zich dat hij waarschijnlijk nooit meer van Kees af zou komen. Hij werd gestalkt! Wat nu? Hij kon toch moeilijk de komende dagen op dit te zachte en omgekeerd evenredig hard krakende bed blijven zitten? En wat als ze terug waren in Nederland? Kees had gezegd dat hij nog altijd regelmatig bij al zijn vakantievrienden over de vloer kwam. Frits wilde niemand kwetsen, maar Kees was niet het type dat voldoende had aan een subtiele hint. Hij zou Kees keihard moeten zeggen dat hij niet van zijn gezelschap gediend was. Maar dat durfde Frits eigenlijk niet zo goed. Hij was immers maar alleen en Kees had iets ... nou ja, iets zonderlings over zich. Iets psychopathisch. In gedachten zag hij Kees met zijn slagersmessen in het slachthuis in de weer en hoe hij vereenzaamd op de zolderkamer bij zijn ouders met zijn treintjes speelde.

Frits keek op zijn horloge. Het was nu 5 uur. Hij wilde nog even zwemmen en dan douchen en dan eten en naar een café of een disco. Zonder Kees. En als Kees toch weer "toevallig" in zijn buurt kwam, zou hij gewoon rustig, maar ronduit, duidelijk, helder en zonneklaar zeggen, dat hij, Frits, graag de rest van de vakantie alleen wilde zijn. Hij zou zeggen dat hij moest nadenken, en dat hij daarom alleen op vakantie was gegaan. Kees zou dat dan best begrijpen en dan vervolgens aftaaien op zoek naar nieuwe vrienden. Zo zou hij het doen en zo zou het gaan.

Frits keek op zijn horloge. Het was nog geen 11 uur. Buiten klonk het geluid van feestende mensen en hij zat binnen op zijn kamer. Het was totaal anders gelopen. Bij het zwembad was Kees niet verschenen. Dat maakte dat Frits even dacht hij spoken had gezien. Maar toen hij na het douchen over de boulevard liep op zoek naar een leuk restaurantje had hij het gevoel gekregen te worden achtervolgd. Hij had omgekeken en recht in het gezicht van Kees gekeken, die nog geen twee meter achter hem liep.
"Ik wilde je net op je schouder tikken. Waar gaan we eten?"
Frits had zijn bedachte verhaal verteld.
"Wat heb je dan voor problemen?" had Kees gevraagd.
"Mijn vriendin is bij me weg gegaan. Eigenlijk zouden we deze vakantie met zijn tweeën gaan, maar ja...."
In dat geval, vond Kees, moest Frits zeker niet alleen blijven. Het was maar goed dat ze elkaar hadden ontmoet. Hij zou er wel voor zorgen dat Kees niet vereenzaamde en een leuke vakantie zou hebben. Hij had Frits bij zijn arm gepakt en het terras op getrokken van Pub 13, een Hollands eetcafé waar Kees een Hollandse rijsttafel voor twee personen bestelde. En Frits ... zei niets en liet het gebeuren.

Na het eten had Frits gezegd dat hij moe was en terug ging naar het hotel. Kees was met hem meegelopen tot aan Frits zijn kamer. "Tot morgen," had Kees gezegd toen Frits de deur van zijn kamer achter zich dicht gedaan had. En nu zat Frits al een half uur verslagen op het bed. Het bed had niet één keer gekraakt. Wat nu? Alleen op vakantie; hij had nooit moeten gaan.

De taakverdeling was duidelijk. Manolito was de baas. Hij stond achter de bar en tapte, en Manuel bracht de drankjes rond en rekende af. Alleen als je aan de bar zat, had je het genoegen door Manolito zelf te worden bediend en rechtstreeks met hem te mogen afrekenen.
De hotelbar was gezellig. Kees was er niet. Die lag waarschijnlijk al in bed in de veronderstelling dat Frits ook lag te slapen. Maar Frits had bedacht dat hij toch niet eeuwig op zijn eenvoudig gemeubileerde kamer kon blijven zitten. Dus rond middernacht besloot hij met nieuw herwonnen moed naar beneden te gaan om een afzakkertje te nemen.
Met een opgewekt "Hallo allemaal!" begroette Manolito hem toen Frits aan de bar ging zitten. Met zijn jarenlange ervaring wist hij precies of je Nederlands, Duits of Engels was. Er verscheen een brede glimlach boven zijn sikje. Biertje? Wat hier "biertje" werd genoemd, was een glas van een halve liter. Ja, een biertje, met een tequila. Sierlijk tapte Manolito het biertje en schonk met een wijde boog een tequilaglaasje vol tot de rand. Zonder ook maar een druppel te morsen zette hij het glaasje met twee tikken naast het bierglas.
Hij hoorde een vrouwenstem achter zich wat in het Engels tegen hem zeggen. Hij keek om en herkende een van de Engelse meisjes die hij gisteren en vandaag bij het zwembad had gezien. Ze waren met een hele grote groep. Een hele familie op vakantie, dacht Frits. Zij wel.
"Sorry," vroeg Frits.
"You've got to be careful with that. Your lights go out before you know it." zei ze.
Ja, daar wist Frits alles van.
"Yeah I know," lachte hij een beetje dommig.
"Do you mind?" vroeg ze en ging op de kruk naast hem zitten.
Nee, Frits didn't mind. Frits vond dit zelfs beter dan prima.
"Can I offer you something to drink?" vroeg Frits formeel.
Ja, hij mocht haar wel een drankje aanbieden. Een Flamingo. Manolito had het gesprekje blijkbaar gevolgd want de cocktail met gin, abrikozenbrandewijn en grenadine stond er al zonder dat Frits 'm feitelijk had besteld.
"Where's your friend?" vroeg ze en ze keek rond.
Was hij eindelijk even verlost van Kees, ging het toch weer over hem. Wat een vent! Daarom besloot Frits precies te vertellen hoe de vork in de steel zat. Hij vertelde van de vertraging en de toevallige ontmoeting. Hij vertelde van de treintjes en van het slachthuis en dat Kees ongevoelig was voor zijn vriendelijke verzoeken hem met rust te laten. Ze luisterde met oohs en aahs.

Drie biertjes met tequila en twee Flamingo's later ging het gesprek al lang niet meer over Kees maar over haar, haar familie en haar werk als kapster in Sussex. En toen ineens, als uit het niets, zei ze: "I know how you can get rid of him."
"What?"
"I said, I know how to get rid of Kies," zei ze vrolijk.
"I'll mary you if it works," grapte Frits.
Ze draaide naar Manolito en wenkte hem.
"Manolito, can you come over here for a minute please."


Het was laat geworden. Frits en Diana hadden als laatsten, uitgebreid afscheid nemend van Manolito, de hotelbar verlaten. Hij had haar naar haar kamer gebracht. In de gang hadden ze nog even zacht gepraat en uiteindelijk had hij haar innig gekust. Ze verdween langzaam door een kier van haar kamerdeur, haar hand pas op het allerlaatste moment van zijn schouder nemend. Tot morgen, had ze gefluisterd, net voordat ze de deur in het slot duwde. Even was hij nog voor haar deur blijven staan en toen was hij naar zijn kamer gegaan. En nu lag hij, tanden gepoetst, op zijn hotelbed de avond te overdenken. Hij kreeg een weeïg gevoel in zijn buik als hij aan Diana dacht. Haar oogopslag en haar glimlach deden hem denken aan die andere Diana, Lady Diana. Hij herinnerde zich hoe hij getroffen was door het bericht van haar ongeluk. Hij had gehoopt op herstel, maar al snel kwam het bericht dat Lady Diana was overleden. Frits was er gewoon door van slag geweest. Haar oogopslag en haar glimlach, daar was hij verliefd op geweest, zonder het zelf te beseffen. Nooit was hij zo'n jongen geweest die verliefd kon worden op onbereikbare personen. Daarvoor was hij veel te nuchter. Maar Diana was misschien wel de uitzondering. Misschien moest hij toegeven dat hij verliefd was geworden op haar en was het daarom dat haar dood hem zo had getroffen. En nu zag hij die oogopslag en glimlach terug in deze Diana. Was hij daarom nu op slag verliefd? Was dit weeïge gevoel in zijn buik verliefdheid?
Oh, en dan zat ie morgen weer opgescheept met die Kees! Als Kees nu maar niet alles verpestte. Gelukkig had hij Diana al uitgelegd dat hij niks met Kees had. Dat Kees was komen aanwaaien en zich opdrong als hongerige zwerfhond die maar achter Frits aan bleef lopen. Diana had dat goed begrepen. Ze wist dat hij Kees liever kwijt was dan rijk. Ze had gezegd dat ze wist hoe we van Kees af konden komen. Frits dacht diep na. Wat had ze daar ook alweer precies over gezegd? "I know how to get rid of Kies!" Dat had ze gezegd. "I know how to get rid of Kies!" En toen had ze Manolito wat in het oor gefluisterd en die was glimlachend weer aan het werk gegaan. En toen? Frits probeerde zich dat moment weer voor de geest te halen, maar dat lukte niet. Hij en Diana hadden het er niet meer over gehad. Waarom had hij haar niet gevraagd wat ze bedoelde met "I know how to get rid of Kies!" en wat had ze bij Manolito in het oor gefluisterd? En waarom had Manolito zo'n veelbetekenende glimlach gehad? Wat waren ze van plan? Hoe wilden ze van Kees afkomen? Frits voelde weer dat weeïge gevoel in zijn buik. Was dit verliefdheid of was dit angst?

Kees schrok wakker! Uiteindelijk was hij toch in slaap gevallen. Half negen was het nu. Hij had zeker niet meer dan een uurtje of drie geslapen, maar dat was genoeg om de wereld weer met heel andere ogen te kunnen zien. Hij ging rechtop zitten en lachte om zijn nachtelijke gedachten. Hij douchte en ging naar de ontbijtzaal. Hij had het gevoel ieder moment te kunnen worden overvallen door Kees. In de ontbijtzaal keek hij goed om zich heen. Geen spoor van Kees. Nonchalant pakte Frits een bord en schepte het vol met spek, worstjes, toast, roerei en witte bonen in tomatensaus. Hij ging aan een vrij tafeltje zitten en keek nog eens goed om zich heen. Geen Kees. Een vreemd gevoel van ongemak maakte zich van hem meester. Met zijn hoofd in zijn handen keek hij naar zijn volgeladen bord. Had hij eigenlijk wel trek? Frits schrok van het lawaai van een schuivende stoel tegenover hem.
"Wat heb jij dan op je bord?" riep Kees.
Kees, dacht Frits met enige opluchting. Waar kwam hij nu ineens vandaan? Waarom had hij Kees niet eerder gezien? Dat is wel een gave van Kees, opduiken als je hem het minst verwacht, dacht Frits en glimlachte.
"Gewoon, ontbijt," zei Frits.
"Die vette zooi is goed voor die kreeften," mopperde Kees, "maar als echte Hollander eet je dat toch niet?"
Wat ook een gave was van Kees was om direct weer irritatie op te roepen.
Precies op dat moment kwam Diana met haar familie binnen en ze waren luidruchtiger dan ooit. Hij wilde groeten, maar ze keek niet in zijn richting. Zou hij er naartoe moeten lopen?
"Hoor dan wat een drukte makers," mopperde Kees verder. "Ze hebben gewoon geen manieren. Ze zijn net zo vet als dat ontbijt van hun. Die Engelsen denken dat de hele wereld van hun is. Zitten we hier in Spanje, krijg je nog Engels ontbijt voorgeschoteld. Maar gewone pindakaas is nergens te vinden." ratelde Kees.
 Kees haalde adem.
"Net als aan het zwembad," ging Kees verontwaardigd verder. "Het staat toch overal duidelijk aangegeven dat je geen balletjes en zo in het zwembad mag hebben. Maar wat doen die onbeschofte Engelsen. Die gooien keihard de ballen om onze oren. Je kan er niet eens rustig liggen! Jij ergert je er toch ook aan? Ja, als iemand daar eens wat aan zou doen, dan zou dat lef zijn. Maar ja, zij zijn heersers van de wereld. Niemand durft iets tegen die Engelsen te zeggen. Zelfs jij bent bang voor die Engelsen. Ik zag je net wel kijken. Zie, er staat een groot bord bij het zwembad. Je maakt mij niet wijs dat jij dat niet gezien hebt. Jij ziet alles. Jij ergert je ook. Maar jij zegt ook niks."
Kees haalde adem.
"Het is dat ik geen goed Engels spreek," bracht Kees in als een soort verontschuldiging, "anders had ik naar de bar gelopen en had daar gaan klagen. Deir is a bol in de wotter, deir is a bol insiedent, get dem out of ze wotter! Dan moeten die Spanjaarden die rooie kreeften er wel uit gooien. En dat doen ze graag want die hebben net zo'n hekel aan die Engelsen als jij en ik. Als er maar iemand het lef heeft om te klagen, anders kunnen die Spanjolen ook niks doen."
"Maar ik hèb geen last van die Engelsen," riep Frits radeloos, "Ik heb last van jou!"
Het was eruit voordat Frits er zelf erg in had. Doorzetten nu, dacht hij bij zichzelf. Frits stond op en trok Kees aan zijn arm overeind.
"Die Engelsen daar...," en Frits wees in de richting van Diana, "Met dat meisje daar, heb ik gisteren gezellig aan de bar gezeten!"
Kees keek verbaasd en haalde adem om wat te zeggen, maar Frits liep bij hem weg. Kees zag hoe hij naar die Engelsen liep en dat het meisje opstond en voorzichtig naar Frits zwaaide. Hij zag hoe ze Frits bij zijn hand pakte en voorstelde aan de rest van de familie. Hij zag hoe een stoel werd bijgeschoven. Hij zag hoe Frits omkeek naar hem.

Frits keek om en zag Kees met een vies gezicht bij het tafeltje staan.
"Ga weg!" maande Frits zonder geluid en commandeerde Kees met een korte knik van zijn hoofd de ontbijtzaal uit.
"Isn't your friend comming over?" vroeg een familielid.
"It isn't his friend," hoorde hij Diana zeggen.
Frits zag hoe Kees twijfelend de zaal uitliep. Onderweg stopte hij een paar keer en keek dan naar Frits. Het sneed Frits door de ziel. Hij had medelijden met Kees, maar wat moest je met zo'n jongen? Hoeveel moet je van jezelf opgeven om vriendelijk te blijven tegen een opdringerige vreemdeling?
Pas toen Kees helemaal uit zicht was verdwenen draaide hij zich om. Diana pakte zijn hand.

Drie dagen had Frits nu met Diana en haar familie doorgebracht. Het was heel gezellig. Kees was nergens te bekennen. Niet in de eetzaal, niet aan het zwembad, niet aan de bar, niet op het strand, niet in het dorp, niet op de boulevard. Het leek wel of Kees in rook was opgegaan. Toch was Frits er altijd op voorbereid dat Kees ergens plotseling ineens onverwacht zou opduiken. Maar het gebeurde niet.
"Don't you think it's strange that we never saw Kees again?" zei Frits tegen Diana die naast hem op een strandbedje lag.
"We got rid of him. Be glad." zei ze koeltjes.
"Well a part of me, feels guilty about it. He's lonely."
Ze draaide op haar zij en keek hem aan.
"You told him that you didn't want so see him again. And the fact that he is lonely, doesn't make him a nice person. You said it yourself, he wasn't a nice person at all!"
Frits dacht na, maar eigenlijk had hij nooit tegen Kees gezegd, dat ie Kees niet meer wilde zien. Wat had hij dan wel gezegd? Hij wist het niet meer precies. Dat ie Kees lastig vond, zoiets had hij gezegd. Nee, dat hij last had van Kees, dat was het, maar meer niet. Was dat genoeg voor zo'n koppige dikhuid als Kees om voorgoed uit het zicht te verdwijnen?
Hij voelde de warme, zachte hand van Diana op zijn arm.
"Don't worry, just enjoy his absence. He can take care of himself." sprak ze zijn onrust daarmee bezwerend.
Hij boog naar haar toe en kuste haar.

Die nacht, na opnieuw een verrukkelijke avond, bracht hij haar weer naar haar kamer, maar in plaats van door de kier te verdwijnen, nam ze hem mee naar binnen. Haar kamer werd enkel verlicht door de lichten van de haven. Ze spraken niet. Woorden en licht waren overbodig. Ze vonden elkaar en wisten precies wat te doen.

"You'll have to go," fluisterde ze zacht terwijl ze hem voorzichtig wakker schudde.
"I don't want my family to find you in my room."
Frits trok zijn kleren aan en nam lang afscheid voor hij de donkere, stille gang op liep. Hoe laat zou het zijn? Hij keek op zijn horloge, maar kon amper wat zien. Waarom floepte het licht niet aan? Hij zwaaide met zijn armen. Nee, het licht bleef uit. Aan het eind van de gang, dicht bij het trapportaal, kwam een schamel licht door een smal raampje. Hij liep erheen en keek op zijn horloge. "Half zes. And all is well," zei hij zacht voor zich uit.
Toen zwaaide met kracht de deur van het trapportaal open. Een hand rijkte naar hem en trok hem het portaal in. Het gebeurde zo snel en onverwacht dat Frits struikelde. Hij viel hard achterover met zijn rug op trap die naar boven leidde. Voor de gesloten deur zag hij vaag de gestalte van een man.
"Kees?"
Kees boog zich over hem heen. Frits rook de scherpe lucht van drank en knoflook.
"Dit was de bedoeling niet," hoorde hij Kees bezorgd zeggen.
Hij hielp Frits overeind.
"Ik wilde alleen...."
Frits ging op de trap zitten.
"Ik wilde alleen maar ... praten."
"Maar ik wil niet met jou praten, Kees. Snap dat dan!"
"Ben ik dan een slecht mens? Ben ik onaardig? Frits, vind jij mij onaardig?"
De deur van het trapportaal ging langzaam open en daar stond Diana, met achter zich haar broer.
"I heard something, so I woke up my brother."
Ze omhelsde Frits en zei zacht: "I was afraid he'd hurt you."
Haar broer was zichtbaar teleurgesteld dat hij blijkbaar voor niets wakker was gemaakt. Zijn "so I can go?" klonk als een klaaglied. Ja, hij kon gaan. Nu stond Kees ook op.
"Aim sorie," zei hij op zijn beste Engels. "Ai meek folts, a lot of folts. Exjoes mie for de folts. Ai ko nou. Goed vekeesjon verders. Ik zal je niet meer lastig vallen."
Kees liep de trap af naar beneden. Twee verdiepingen lager hoorden we de deur van het portaal open en dicht gaan. Frits keek nog langs de leuning naar beneden. Hij zag en hoorde niets meer.

Zijn rug voelde wel wat beurs maar verder was er niks kapot. Hooguit blauwe plekken. Hij lag op zijn buik op haar bed in haar kamer en zij lag op haar zij naast hem en streelde zijn rug.
"I guess he'll leave us alone now," zei ze zacht.
Frits draaide zijn hoofd naar haar toe. Het werd langzaam licht.
"What did you mean, when you said, you could get rid of Kees?"
Ze keek hem niet begrijpend aan.
"In the bar, when we first met. You spoke to Manolito about it."
Ze glimlachte.
"Why are you asking? What did you think I would do?" vroeg ze plagerig.
"I don't know. Murder him, put him in a bag and dump him," zei hij lacherig.
"No, I asked Manolito if he would send Kies away from the pool for playing ball, so we could have our rest."
"But Kees doesn't have a ball, you have!"
"Well, I didn't said it was fair, did I?" en ze lachte en zoende zijn verbaasde hoofd.

De laatste twee dagen waren fantastisch! Hij nam innig afscheid van Diana, mailde nog een paar keer en vergat haar. In het vliegtuig zag hij Kees nog. Kees stak zijn hand op en hij zwaaide terug.
Jaren later, toen Frits al lang getrouwd was en kinderen had, zag hij op de lokale TV een uitzending voor lokale politieke partijen. Kees was lijstrekker voor de plaatselijke VVD en leek heel normaal.

Salvatore Cocco
oktober 2012

22 augustus 2012

Dag 8, Epiloog

Op buitenlandse vliegvelden is het altijd een beetje een gedoe. Eerlijk is eerlijk, maar nergens is het zo goed georganiseerd als op ons eigen Schiphol. Maar de man achter de incheckbalie was vriendelijk voor ons en we kregen twee mooie plaatsen bij het raam, achterin het vliegtuig, rij 29.

Op Malaga hebben ze gelukkig wel een Starbucks (die ook nog eens super goedkoop is vergeleken met die minibar op Schiphol) dus namen we nog even lekker een vertrouwde cappuccino. Wij gaan altijd wat later het vliegtuig in. Je hoeft niet te dringen en je hebt toch allemaal een vaste plek, so what's the rush? Dat reizen is al vervelend genoeg, dus je moet het voor jezelf makkelijk en aangenaam maken.

"Goedemorgen," zei de stewardess vriendelijk en keek naar onze kaartjes. We weten inmiddels goed de weg in een vliegtuig, dus we konden meteen door, dachten we. Maar nee, de stewardess die ons zojuist vriendelijk goedemorgen had gewenst riep ons terug! Of we even àchter haar wilden gaan staan.
Wat nu dan? Hadden ze drugs in onze bagage ontdekt of zo? Werden wij aangezien voor gevaarlijke terroristen of werden we verdacht van illegale smokkel van uitheemse diersoorten? Wat!?

Er was een fout gemaakt door de afhandelaar, ik ken hem niet. Daardoor had men ons in een verkeerd type vliegtuig geboekt. In dit vliegtuig was helemaal geen rij 29. Dit vliegtuig had maar 26 rijen. Dus feitelijk zaten wij nu ergens op de achterste staartvleugel! Wel een mooi uitzicht, maar je haar raakt zo in de war.
Uiteindelijk kregen we een plek voorin, niet naast het raam maar wel elkaar. De paar mensen die nét iets later kwamen, werden verdeeld over de andere lege plekken. Hele gezinnen werden zo wreed uit elkaar gerukt.
Na landing op Schiphol hoorden we een vrouw, type Goois, klagen over "de chaos op Malaga". Haar puberdochter zei stuurs: "Ik vond het wel leuk om niet naast jou te hoeven zitten!"

Nog leuker dan de vakantie zelf vind ik het thuiskomen. Wat hebben we het goed! Alles is schoon en mooi en groot ook. Je eigen bed, je eigen kussen, je eigen douche. En gratis wifi all over the place! Waarom wil een mens er überhaupt "even tussenuit"? Vanwege de zon? Ja, de zon is heerlijk, maar ondanks mijn mediterrane bloed beginnen mijn schouders al na drie dagen te prikjeuken en blaasjes te vertonen. Zonneallergie! Wat ik er ook op smeer of niet smeer, ik krijg het geheid.

De eerste keer dat ik met zonneallergie werd geconfronteerd was in Portugal, nu bijna 25 jaar geleden. Ik wist niet wat het was, maar had er vreselijk last van. Dus zat ik met een nat t-shirt aan - dat gaf enige verkoeling en dempte de jeuk - de hele tijd in de schaduw, terwijl de rest, goed geolied, heerlijk lag te knisperen in de zon. Heel zielig.
Ik raakte aan de praat met een Engelse mevrouw en zij gaf mij de tip om eens naar die Portugese meneer te gaan. "He's a doctor!", zei ze. Ze wees naar een invalide man in een rolstoel, die af en toen door zijn begeleider het water werd ingereden en dan weer in de zon te drogen werd gezet.
Ja, hij mag dan wel doktor te zijn, maar waarin? Mijn vrienden spoorden me aan om toch maar even op consult te gaan bij "The Riding Doctor". (In die dagen was de tv-serie "The Flying Doctors" heel populair.)

De volgende dag was de jeuk zo erg dat ik alle bezwaren overwon. Hij keek even naar me en schreef direct een recept voor me uit dat ik bij de plaatselijke apotheek voor een paar escudo's kon laten maken. Gewoon regelmatig goed insmeren en gewoon in zon zitten, zei die gek.
Nou, dat heb ik gedaan. Het spul gaf meteen verlichting en twee dagen later was ik van de allergie af! Een wondermiddel! Met veel dank aan The Riding Doctor!

Terug in Nederland ben ik met de tube en een restant langs verschillende doctoren en apotheken geweest. Ik wilde dat spul altijd op voorraad hebben voor de toekomst. Maar niemand wist wat het was en ze konden het ook niet maken. Één apotheker zei dat het spul in Nederland verboden was.
Ik had nog genoeg voor één allergie vrije vakantie, maar toen was het op. En sindsdien heb ik nooit meer iets gevonden dat écht hielp. Nooit meer een allergie vrije zonvakantie. Maar je kan er honderd mee worden, zou mijn moeder zeggen. Ik dus 105!

Tot slot van deze octologie nog even een paar laatste dingetjes.

Als je van vis met graten houdt of van slijmerige schaaldieren kan je aan de kust van Spanje je hart ophalen. Zo niet, dan adviseer ik een "kroketje van Edje" op te zoeken voor die vertrouwde Hollandse snackbar kwaliteit, of een flinke portemonnee mee te nemen en luxe uit te gaan eten, want lekker koken kunnen ze niet echt. Maar je kan natuurlijk ook, net als wij gaan doen, gewoon fijn naar een van de vele Griekse eilanden gaan; altijd goed!

Als kind, en eerlijk gezegd nog wel, was ik een fan van cowboyfilms. Of nou ja, fan.... Het Wilde Westen met Indianen en Gringo's en naar Mexico vluchtende bandieten. In de streek waar wij zaten, vind je dat allemaal terug, gewoon bij ons in Spanje. Plaatsjes als Santa Fé, de bouwstijl, de warmte, de taal, het landschap, alsof je in een heuse Western zit. Alsof James Stewart zo de hoek om kan komen. Alsof Eli Wallach je zo gevangen neemt en je moet wachten tot John Wayne je komt bevrijden. Preachtig!

Tip: Sangría is heel lekker, als je in Spanje bent; eenmaal hier, smaakt het nergens meer naar en blijkt het gewoon zoete waterige wijn met vruchtjes uit blik. Maar ben je in Spanje dan wordt het een soort Godendrank. Wonderlijk!

Waarom ik over de ene gebeurtenis wel kan schrijven en over een andere niet, weet ik niet. Vaak zijn het juist de kleine, lullige, niets betekende dingetjes die ik leuk vind om op te verwoorden. Daarom dus niets over Granada en Al Hambra, niets over het krokodillenpark, niets over de waterscooters etc. maar in plaats daarvan verhaaltjes over vermiste hamburgers en andere ongemakken. Daar haal je de boeken top 10 echt niet mee, vrees ik.

Koffers uitpakken gaat altijd lekker snel. De hele zooi gaat zo, hup, de was in. De stoffige flipflops heb ik in Spanje achter gelaten, als tastbare herinnering aan mijn bezoek. Mocht je ergens ooit in Spanje een verdwaalde teenslipper zien, weet je "Cocco was here!"

Salvatore Cocco

Dag 7, Een gewone dag

Om er niet teveel de nadruk op te leggen, doen we net of het een heel gewone dag is. Toch is het geen gewone dag; het is onze laatste dag. Morgen reizen we in alle vroegte weer naar huis. Ja ik vind dat niet erg. Ik denk bij iedere vakantie halverwege de week al, nog maar drie nachtjes!
Linda had hier nog gerust een paar dagen langer kunnen doorbrengen, die vind het altijd jammer dat we maar acht dagen gaan. Dus zwijg ik, hou ik me in en doe ik net of het een gewone dag is, maar van binnen juich ik. Nee, ik ben geen reiziger.

Wat opvalt is dat er in Torremolinos veel homo's zijn! Ze lopen gearmd, kussen en knuffelen, en houden eigen beachparty's. Een paar potten voor de deur en hup, ze gaan helemaal los. Het lijkt waarachtig Amsterdam wel. Ja, het oude Amsterdam, want tegenwoordig, als je de berichten moet geloven, kan je je in Amsterdam beter niet meer als homo manifesteren. Gelukkig lijkt er in Torremolinos geen enkele noodzaak om met wie dan ook rekening te houden.

Een wat dikke, behaarde man van midden vijftig, slofte langs onze bedjes, daarbij veel zand opstuivend. Hij had roze, veel te kleine slippers aan en schoof daarmee richting de toiletten. Die heeft zeker de slippers van zijn vrouw even aangetrokken, dacht ik. Het zand is immers bloedheet. Maar de harige dikkerd sjokte niet naar de toiletten, hij sjokte naar een andere harige dikkerd die aan de boulevard op een bankje zat. Ze omhelsden en zoenden elkaar innig en kuierden hand in hand mijn blikveld uit.

Veel mensen kopen te kleine slippers, was de reactie van Linda toen ik haar dit vertelde. Wat is dat nu voor een reactie, dacht ik nog, maar toen ik, verscholen achter een glas met wel een liter bier vanaf het terras de voorbijkomende mensen aan het bespieden was, moest ik met Linda constateren dat veel mensen hun slippers inderdaad vaak te klein kopen. Slechts een enkeling kon er zijn hele voet in kwijt. Bij velen hangt de hak over de rand of, erger, steken de tenen er aan de voorkant als klauwen uit. Let maar eens op! Het is écht zo.
Ik vraag me af hoe dat er dan in de winkel aan toe gaat?
"En hoe zitten ze?"
"Ja, ik weet het niet. Mijn hak valt wel over de rand, maar mijn tenen niet! Heeft u ze ook een maatje kleiner?"

Achter ons zaten aan een tafeltje vier Engelse kerels. Ze waren alle vier flink aan de maat en zo kaal als een biljartbal. Met hun baardjes, tattoo's en piercings leken het wel leden van een zekere, niet nader te noemen, criminele motorclub. En geheel volgens het vooroordeel waren ze zeer luidruchtig. Ze dronken grote glazen Magner bier en aten grote, vette hamburgers met alles er op en er aan, maar dan ook echt álles. Echte macho's!
"I don't know about John. He's so demanding," zei de man met de krulsnor, ondertussen luid smakkend zijn hamburger herkauwend.
"I know. And poor Jimmy isn't man enough to deal with it," bevestigde de man tegenover hem.
"I think I'm going to have a talk with Jimmy," besloot de krulsnor en liet een vette boer.
De man die eruit zag alsof hij werd gespeeld door Arjan Ederveen en tot nog toe alleen had gegeten, richtte zich plots tot de krulsnor en sprak met lijzige stem maar gedecideerd: "Oh David, don't get involved! They must deal with their own problems."
"But I feel I have to do something," reageerde de man met de snor verongelijkt.
"Well, do me!" riep Arjan Ederveen vrolijk en wierp lachend zijn hoofd achterover.
Dit waren duidelijk geen leden van een motorbende.

Pepe Lopez is een klein theater waar de beste dansgroep van Spanje zou optreden. Volgens de aanplakbiljetten die door heel Torremolinos hingen was hier sprake van un grande spectacolo! Hier kwamen oud en nieuw Spanje bij elkaar. Nou, een avondje theater leek ons voor zo'n laatste avond wel geschikt.

Pepe Lopez bleek de naam van de uitbater te zijn. Zijn theater was feitelijk een lage kelder, niet hoger dan een metertje of twee.
"Ik denk niet dat de dansers vanavond veel zullen springen," zei ik tegen Linda.
De ruimte was gevuld met kleine tafeltjes en stoeltjes zoals je ze bij ons vaak in peuterspeelzaaltjes aantreft, maar die net aan zijn voor de gemiddelde Spanjaard.
Er was plek voor een kleine honderd mensen, maar het zat hooguit voor de helft vol. Je kreeg door Pepe zelf, een grote dikke man met sierlijke pas - homo - een plaats naar zijn believen aangewezen.
Wij kregen de luxe bankjes met tafeltjes én sangría. Ons avondje "So you think you can Flamengo" kon beginnen.

Nou, het grande spectacolo viel mij nogal tegen. De "mannelijke" dansers stonden maar een beetje te hakken in hun strakke broeken en interessant met de armen te zwaaien, terwijl de twee gitaristen minutenlang hun gitaar stemden - plieng plieng pling, ploing ploing plong. Daarachter stonden de Jan en Zwaan van Spanje een beetje door elkaar heen te klappen. Zwaan gilde af en toe hard in de microfoon en Jan schraapte dan zijn keel.
Maar ik moet zeggen, de danseressen waren goed! Twee vielen er bijzonder op. Een deed een fantastische solodans in een mooie zwarte Spaanse jurk met van die franjes. Erg goed! En die ander, dat was gewoon een super lekker ding!

Salvatore Cocco

21 augustus 2012

Dag 6, De beste excursie

Zo'n hele week een beetje dom aan het strand liggen is niks voor mij! Zeven dagen is echt de max!

Nu mag je gerust weten dat ik een fan ben van "Wie is de mol?". Of nou ja, fan, ik kijk er graag naar. Fan klinkt gelijk weer zo hysterisch en ik ben niet hysterisch. Historisch, maar niet hysterisch. Maar goed, tijdens de laatste serie, die waarin Hadewych Minis wint, speelde een bepaald onderdeel zich af in het plaatsje Ronda. En laat dat plaatsje nou op nog geen 60 kilometer bij ons vandaan liggen. Dus ik wilde naar Ronda!

Dan heb je een doel, maar dan komt de vraag, hoe gaan we dat doel bereiken? Huren we een auto of pakken we een excursie? Gaan we voor vrijheid zonder ook maar enige kennis op te doen, of plaatsen wij onszelf in een keurslijf onder deskundige begeleiding? Aangezien we de laatste jaren steeds auto's hebben gehuurd, kozen we dit keer voor de excursie.

Zeven uur! Dat bekent zes uur opstaan! Zeven uur zou de bus ons ophalen. Omdat wij nog niet eerder zo vroeg tussen de lakens uit waren gekropen, wisten wij niet dat het om zeven uur 's ochtends nog gewoon donker is. Heel apart. Zeven uur is het nog donker, terwijl om acht uur de zon hoog aan de hemel staat. Echt heel apart.

Onze reisleider luisterde naar de naam Diego. Geen Maradona. Een vriendelijke, grijze zestiger. Hij vertelde onderweg van alles en nog wat en had een zeer subtiele humor. Hij sprak zijn teksten in het Spaans, Duits, Frans, Italiaans en Engels, want onze groep, zo zij hij vijf keer, was een zeer internationale groep. Bij Ronda zouden we ons dan ook splitsen in een Romaans en een Germaans sprekend deel. Handig, want anders blijf je alles vijf keer herhalen.

Wij werden als enige Nederlanders ingedeeld bij "the Germans". Nu heb ik de oorlog nooit meegemaakt, maar ik voelde toch enige weerstand. Onnodig, want deze Duitsers waren, zoals eigenlijk alle Duitsers, vriendelijk en voorkomend. Hoe komt het dan toch dat als thuis een Duitser mij in het Duits de weg vraagt, ik hem steevast de verkeerde kant op stuur? "Do ist der Bahnhoff! Do!"

Ik beschik niet over de literaire kwaliteiten van een Tolkien en ben dan ook niet in staat de omgeving zo beeldend te beschrijven als hij dat kon, maar als je de brug van Ronda ziet, lijkt het écht alsof je in Lord of the Rings terecht bent gekomen. Wat een schitterend bouwwerk!

Het stadje Ronda, dat op 750 meter hoogte, tussen 1100 meter hoge bergen ligt, wordt letterlijk in tweeën gespleten door een ruim 100 meter diepe kloof. En over die kloof is ergens in zeventienhonderdzoveel een schitterende brug gebouwd. In het middengedeelte onder de brug, zit een gevangenis, want in en om Ronda waren destijds veel bandidos.
De kloof is ontstaan door een bergbeekje dat er nu al miljoenen jaren stroomt.
Het stierenvechten, zoals wij dat kennen uit Spanje, is ooit begonnen in Ronda. Dezelfde architect die de brug bouwde, mocht, toen die brug het hield, ook Spanjes eerste arena bouwen. Het is niet alleen de oudste arena, maar ook de arena met de grootste diameter, en daarmee ook meteen de gevaarlijkste arena van Spanje. Je moet namelijk een heel eind rennen voordat je jezelf in veiligheid kunt brengen door je achter een schamel houten schotje te verbergen voor de woedende stier.

Het is in onze ogen een wreed spektakel. In tegenstelling tot wat veel mensen geloven, wordt de stier aan het eind altijd gedood. Het is namelijk onmogelijk dat de stier dergelijke mishandelingen overleeft. Zelfs al spiest hij de toreador aan zijn horens en vertrapt hij al zijn belagers, de stier gaat dood! Hij heeft geen enkele kans. Het is geen eerlijke of gelijke strijd, maar het vereist wel moed om zo'n stier in een strak zittend apepakkie met een rode lap tegemoet te treden. En daarom zijn de mensen in Ronda trots op hun toredoropleiding en de vele goede toreodoren die daaruit voortgekomen zijn. Geheel eigen kweek! De besten! Johan Cruijff zou er jaloers op zijn.

Op het programma staat ook een bezoek aan de wijnkelders van Ronda mét een proeverij! In de heerlijk koele kelders proeven wij, zonder uitspugen, de heerlijkste wijnen. De beste! Want Ronda is door zijn klimaat heel bijzonder goed voor de wijndruiven. In de winter wordt het in Ronda namelijk ijzig koud en kunnen er dikke pakken sneeuw vallen. Je kan het je bijna niet voorstellen, want buiten is het nu zeker 35 graden (uiteraard in de schaduw). Maar juist daardoor krijgen de wijnen van Ronda hun unieke smaak.

Ronda is sowieso een heel unieke stad. Ze hebben namelijk niet alleen de beste toreadors en de beste wijn van, zeg maar gerust, heel de wereld, ze hebben ook de beste ham en de beste geitenkaas, zo blijkt. En het beste hotel zit ook in Ronda. Bovendien heeft Ronda de allermooiste en rijkst gevarieerde omgeving en maakt hun bakkertje de beste chocolaatjes en broodjes en drink je hier de beste koffie.

Terwijl Linda uit weer een heel ander vaatje tapt, sta ik met mijn glaasje wijn bij de chips en de nootjes. Ineens staat Diego naast me, onze vriendelijke reisleider. En hij spreekt Nederlands! Ja, want zijn vrouw komt uit West-Vlaanderen en ze praten altijd Vlaams thuis. Want ja, zegt Diego lachend, vrouwen hebben thuis de broek aan. We keuvelen nog even vrolijk door over de oneerlijke verdeling tussen mannen en vrouwen en de daarmee gepaard gaande ongemakken voor ons mannen. Dan moet Diego weer aan het werk. Op naar de volgende bezienswaardigheid.

"Wat stond jij nou met die reisleider te praten?" vroeg Linda toen we verder liepen.
"Oh hij spreekt Nederlands, hij heeft een Vlaamse vrouw."
"Oh, leuk! En verder?"
"Hoezo verder?"
"Ja, je stond toch een flinke tijd met hem te praten!"
"Nou verder niks, gewoon, koetjes en kalfjes."
Maar dan wel de béste koetjes en kalfjes!

Salvatore Cocco

20 augustus 2012

Dag 5, Pizzeria Veradero

We werden wat later wakker dan normaal. Het was gisteren namelijk onverwacht heel gezellig. Waar wij zaten ploften een groepje originele Spanjaarden neer, waarvan er één een gitaar tevoorschijn haalde en heerlijke schorre Spaanse klanken begon te verspreiden, ondertussen wild op de gitaar slaand. De twee dames van het gezelschap deden lustig mee. Er werd zelfs vrolijk gedanst. Het waren blijkbaar allemaal traditionals, want als er een begon, vielen de anderen in. Twee liter sangría later en na eerst nog te hebben meegezongen met het bekende Bolare, bracht Linda mij naar bed.

Als je veel eet, moet er ook veel uit. @ Hier volgt een waarschuwing voor de lezer! Deze alinea bevat informatie, dat wil je niet weten! Sla deze alinea dus over! @ Nu ben ik van nature een zeer regelmatig mens. Ik bedoel biologisch gezien. Ik ga ook zeer regelmatig af. Ik weet niet hoe ik het netter kan zeggen. En zoals Theo Maassen al zei, "Er zijn dagen dat je het af kan met 3 velletjes, koester die dagen!" Dit was duidelijk niet zo'n dag!
Het toiletpapier van dit hotel was van zeer suspecte kwaliteit. Als je er een beetje kritisch naar keek, zat er al een gat in. Nu zal ik je verdere details besparen, maar ik vreesde even niet uit te zullen komen met de twee reserverollen. Ik prijsde mijzelf gelukkig niet in Griekenland te zijn, waar je het papier in een mandje moet deponeren, want ik denk dat ik 2 extra mandjes had moeten laten aanrukken!
Ik begrijp dat dit geen smakelijk stukje is. Maar ja, wissen vind ik dan ook weer zonde. Ik zet aan het begin van deze alinea wel een waarschuwing. Dan dan nu niet zeuren, als je het "per ongeluk" toch hebt gelezen!

Na een stevig ontbijt - het is tenslotte de belangrijkste maaltijd van de dag, volgens de aan de ontbijtindustrie gelieerde wetenschappers - maakte ik mij op voor een heerlijk dagje strand. Ik besloot veel in de zon te gaan liggen en mijn pigment eens wat op te peppen. Er was een strak blauwe lucht, een heerlijke hete zon, maar een evenzo heerlijk verkoelende wind van zee. Linda gaf mij het advies nu toch wel op te letten, want met die verkoelende wind, had je vaak niet door dat je er feitelijk lag te verpieteren. Zelfverbranding lag op de loer.
Goede adviezen zijn echter aan mij niet besteed. Ik weet echt zelf wel wat goed voor mij is. Dus terwijl Linda op het kaartje zocht naar Carihuela, omdat daar volgens haar de beste Italiaan van Spanje moest zitten, Pizzeria Veradero, dat had ze in de reisdocumentatie gelezen, lag ik te knetteren in de zon, op, wat later zou blijken, de heetste dag van het jaar. Nou, ik kan je melden, het heeft gewerkt! Tijdens het douchen zag ik de witte plek waar de zwembroek had gezeten schril afsteken tegen het rood van de rest van mijn lichaam.

Aangezien we Carihuela, nergens op de kaart konden ontdekken, besluit ik dat het waarschijnlijk de haven is. Er werd immers gesproken van vissers en witte huisjes. Waarschijnlijk dus het haventje met de witte huisjes waar we vanuit onze hotelkamer prachtig zicht op hebben, als we bij helder weer tussen twee andere kolossale hotels doorkijken. Daar zal dan dus ook wel de bewuste pizzeria liggen. Linda stelde nog voor het bij de receptie te vragen, maar daar wilde ik niets van weten. Waar zou het anders kunnen liggen? Dus besluiten we te voet, want we lopen allebei graag, richting de witte huisjes te lopen om daar te gaan eten bij Pizzeria Veradero, de beste Italiaan van Spanje!

Nu moet ik zeggen, dat ik de laatste jaren flink heb leren lopen op flipflops. Vroeger brak ik bij voortduring mijn nek, stapte ik ernaast, vlogen ze uit - hoe ik het deed, deed ik het -, maar tegenwoordig flipflop ik er lustig op los. De meer dan 150 traptreden van hotel naar strand leg ik zonder blikken of blozen geheel flipfloppend af. Hele avonden struinen we langs straten en pleinen en alles wordt geflipflopt. Flipfloppen geeft mij hét ultieme vakantiegevoel. Ik zou ze dan ook nooit naar het werk aan kunnen doen. Zou ook raar staan, onder een pak. Maar dit terzijde.

Met stevige pas flipflopte ik het hotel uit en sloeg meteen links af, richting de witte huisjes, op naar Calhuela, op naar Pizzeria Veradero, dé pizzeria van Spanje! Na een half uurtje flipfloppen leken de witte huisjes, zo op het oog, nog geen centimeter dichterbij gekomen. Dat lange afstanden soms moeilijk zijn in te schatten, weet ik, maar dat toegeven is weer iets anders. Toen Linda voorstelde het ergens te vragen, vond ik dat toch écht onnodig. Nog een half uurtje flipfloppen, max, dan zouden we er wel zijn, blufte ik. Maar ze vroeg het toch! En wat bleek, ik had gelijk! Een half uurtje tot drie kwartier flipfloppen en dan stonden we midden in Calhuela, een voormalig Nederlandse wijk van Torremolinos. Alleen moesten we dan wel de hele andere kant op. In feite lag het hooguit 20 minuten van ons hotel, maar dan niet links-, maar rechtsaf.

Hoewel Linda nog geen enkel teken van vermoeidheid toonde, raakte ik toch een beetje flipflopmoe. We liepen nu al bijna anderhalf uur te flipfloppen en Calhuela was reuze gezellig met al die barretjes, winkeltjes en restaurantjes, maar ik wilde zitten. Mijn voeten rust gunnen. En eten, dat ook! En wie weet, bestond dat Verdanading wel helemaal niet meer; was ie failliet gegaan omdat niemand hem kon vinden! We besloten daarom bij de eerste de beste leuke tent neer te strijken. En die tent kwam al snel en het was er druk ook, dus dat zit wel goed, dacht ik. We gingen zitten en ik bestelde icetea "for the lady" en bier "for meself".
De kaart kwam als eerste. Een korte blik op de kaart deed mij huiveren. Dit was een visrestaurant! Paella in vele varianten, sardines op stok geroosterd, vissoep, scheermessen en andere schelpen in alle soorten en maten, kortom alle traditionele Spaanse visgerechten kon je hier op je bord krijgen. Geen fish-and-chips, geen kibbeling of zalm, maar dorade, zwaardvis, platvis, sprot, allemaal vis met graten! En ik lust dat allemaal niet!

"We moeten hier weg," fluisterde ik tegen Linda.
"Ze hebben alleen maar vis!"
En Linda, die haar zinnen had gezet op pasta, was het daar meteen roerend mee eens.
De ober trok wel een heel raar gezicht toen hij de drankjes kwam brengen en ik meteen om de rekening vroeg.
"I'm sorry?" vroeg hij ongelovig.
"Yes I'm sorry, but we have to leave suddenly!" sprak ik raadselachtig, doch niet ongelogen.
Lachend flipflopten we snel weg van het ongetwijfeld voortreffelijke visrestaurant om 300 meter verder, aan plastic tafeltjes op plastic stoeltjes, pasta te bestellen bij Pizzeria Napoli.

Salvatore Cocco

19 augustus 2012

Dag 4, Schitterend

Wat me opvalt aan Torremolinos is dat je er struikelt over de Spanjaarden. Logisch, zou je denken, want het ligt tenslotte ook in Spanje. Toch is dat niet zo logisch. In de meeste toeristenoorden lopen meer allochtonen dan autochtonen, en dat zou zeker moeten gelden voor een plaatsje als Torremolinos. Nog pas zestig jaar geleden was Torremolinos een onbetekenend klein dorpje, een vlekje op de kaart, nee kleiner nog, een stipje, nee nog kleiner, een vliegenpoepje. Het oorspronkelijke plaatsje bestond uit 100 tot 150 inwoners, en nu krioelt het er van de Spanjaarden! Voor mij is dat hét bewijs dat het slecht gaat met Spanje; ze vieren allemaal vakantie in eigen land.

Op zich vind ik dat wel prettig, al die autochtone buitenlanders om me heen. Niks is zo vervelend als tijdens je vakantie in een Nederlandse enclave terecht te komen. Nee, op vakantie hoor ik het liefst andere talen om me heen. "Good man, step aside please, I will try to hit you, because you scrambbled my eggs with your spam. Ma, je ne veux pas un dressoir du mayonaise et un bureau sur la plafond. Dan Gebe Ich Dir Mein Fahrad Mit Schinken Und Das Mädchen Auch Dabei Bitte. Wollah!"

Aangezien er in Torremolinos dus maar weinig buitenlanders zijn, relatief, mag het een ongelukkig toeval worden genoemd, dat een paar bedjes verderop een wat ouder Nederlands echtpaar lag. Nou ja, Nederlands, ze kwamen duidelijk hoorbaar uit het noord'n van het land en vonden alles 'preachtig'. De zee was preachtig, de zon was preachtig, het zand was preachtig, de wind was preachtig, zelfs die kerel met die dikke buik, preachtig!

"Mag ik eben iets vraegn?" wierp de man plots in mijn richting.
"Aar joe tokking toe mie?" dacht ik, ik zei het niet hè.
"U ben toch ook Nederlands?"
Ik had natuurlijk 'no comprende' kunnen zeggen, maar in plaats daarvan zei ik 'ja'.
"Preachtig! Wa'k vraagn wilde, bennu 't water al in ewes? Nee, want der hangt un witte vlag. Da bunt dan toch kwaln, ja?"
Witte vlag? Witte vlag? Ik lag hier nu al meer dan een halve week en had nog nooit een vlag gezien! In keek onder de parasol door in de richting waarin hij wees en zag inderdaad tussen twee palen een grote witte vlag gespannen met het woord "ahamay" erop. Dat zal dan wel Spaans zijn voor kwallen, dacht ik.
"Gistern...," en ik onderbrak mezelf door zogenaamd mijn keel te schrapen. Ik moet zo oppassen ze niet na te gaan praten. Preachtig!
"Gisteren," begon ik opnieuw, nu alle letters en lettergrepen nadrukkelijk uitsprekend, "gisteren waren er wel kwallen, maar vandaag heb ik er nog niet één gezien."
Nou ja, ik kón er ook geeneen hebben gezien, want ik was dat hele zeewater nog nooit in geweest. Maar Linda wel en die had ik niet over gehoord. Bovendien, iedereen was aan het zwemmen en ook de watersportactiviteiten waren in volle gang. De ene na de andere banaan werd de zee op gesleept. Dat had hij ook gezien, want telkens als iedereen er werd afgekiepert, had hij "allemeachtig wat preachtig" geroepen!
"Dus geen kwaln! Preachtig," zei hij en ging weer liggen.

"Weet jij wat het Spaanse woord is voor kwallen?" vroeg ik even later aan Linda.
"Nee, hoe moet ik dat weten?"
"Nou, ik weet het wel, namelijk ahamay," zei ik niet zonder trots. Ze keek me verbaast aan.
"Ja, dat staat op die witte vlag, tussen die palen. En een witte vlag betekent dat er kwallen zijn."
Ze begon te lachen!
"Hoe kom je daar nou bij?"
"Ja, die man hiernaast zij dat als de witte vlag wappert, dat er dan kwallen zijn," zei ik enigszins verongelijkt.
"Maar niet dat witte ding. Dat is niet eens een vlag! Hij bedoelt de witte vlag boven op het torentje van de badmeester. En dat is geen witte, maar een gele vlag. Omdat er zoveel golven zijn. Gisteren hing er wel een witte vlag, maar vandaag niet."
Badmeester? Torentje? Ik keek nog eens goed. Verrek, er zat inderdaad een badmeester in een torentje, met een verrekijker. Nou Linda had geen verrekijker nodig gehad om die gebruinde baywatchboy te spotten. En er hing inderdaad een gele vlag. Zo'n ding tussen 2 palen is natuurlijk ook helemaal geen vlag, da's een banier. Een banier, waar je onderdoor loopt als je op volle zee van een banaan afgeslingerd wilt worden. En er stond ook geen ahamay op. Dat zag ik wel, maar dat kwam omdat ik er vanachter tegenaan keek. Als je er voor stond, las je YAMAHA. Het merk van de boten. Preachtig!

Op de bedjes vóór ons lagen, god zij dank, autochtone Spanjaarden. Een hele familia. Vader, moeder, drie jongetjes en opa en oma. Het waren lieve knulletjes, van, ik schat, vier, zes en zeven jaar. Toen ik keek was oma net met haar drie jongens rustig een bordspelletje aan het doen. Ze hadden er duidelijk plezier in, want oma verloor. Zo hoort het. Opa was even zwemmen en vader en moeder luierden op hun bedjes. Even hoefden ze niet op de kinderen te letten; ze waren in goede handen. De jongste van het stel, begreep het spelletje niet zo goed en ging een beetje in het zand zitten spelen. Maar dat verveelde al snel, zo in je eentje. Dus klom hij onhandig op het bedje waar mama lag. Zijn knietjes drukten in haar zij. Maar ze aaide hem over zijn bolletje en hij kroop, ondanks de warmte, dicht tegen haar aan. Voor een mama ben je nooit teveel.

Salvatore Cocco

18 augustus 2012

Dag 3, Kwallidados

Het is mistig, riep Linda met ongeloof vanaf het balkon. Ja, dat zal wel weer gewoon die laaghangende mist boven zee zijn, dacht ik. Maar nee, het was écht mistig. De zee was niet te zien en ook de toppen van de ons omringende flats werden verhuld. Het was mistig!
Ach, dat trekt zo wel weg, zei ik, het is immers nog vroeg.

Nou, daar had ik me toch lelijk in vergist. Zelfs na het ontbijt was er nog mist. Pas tegen een uur of elf trok de mist weg en liepen we de ruim 150 treden af naar het strand. Onderweg een stop voor een heerlijke bak cappuccino italiano. Waarom ze dat italiano er hier aan toevoegen is mij een raadsel, want er staat nergens op de kaart cappuccino russa of cappoccino amerikano of cappocinno ijslando of cappocinno fransoso of cappocinno ollandico of.... Nou ja, je begrijpt het wel.

Overal aan het strand hebben de bedjes dezelfde prijs. Ik vermoed dat hier sprake is van ongeoorloofde prijsafspraken. Het kan niet anders dan dat Europa hier binnenkort eens grondig onderzoek naar gaat doen. Wij kozen nu het strand dat het dichtst bij de trappen lag. Een oude zeeman, Louis genaamd, deelde er de lakens uit, of beter gezegd, de matrassen, voor op de bedjes uiteraard.

Wij waren al ruim geïnstalleerd en het liep al tegen 12 uur en nog altijd was de mist niet helemaal weg. De zon brandde wel, maar bleef toch wat waterig. Het was warm, benauwd zelfs, bijna Hollands. Of nou ja Hollands, het was eerder onheilspellend. Die mist, die zon, die mensen die allemaal aan de rand van het water stonden te roepen en te schreeuwen! Wat staan die mensen daar allemaal aan de rand van het water te roepen en te schreeuwen?! Een haai? Er was gewoon helemaal niemand in het water. En als iemand er in wilde werd hij of zij er hardhandig uitgeschreeuwd. Jaws?
Nee, een school kwallidados, zo bleek. Kwallen. Kwallen, zoals je ze ook in Scheveningen en Zandvoort hebt. Kwallen, de brandnetels van de zee. Misschien kan je er wel heerlijke geneeskrachtige thee van trekken, maar er op stappen of tegenaan zwemmen is geen lolletje. En zolang de zon niet brandde, bleven de kwallen het strandplezier vergallen van de vele tienduizenden kinderen die hier.... Nou ja, voor zover ik kon zien een stuk of tien kinderen. Nu moesten ze zich vermaken met het begraven van opa en de broodjes van oma.

Hoewel we nog pas aan de derde dag bezig zijn, heb ik nu al het idee dat ik voor de terugreis kleding van twee maten groter moet aanschaffen. Dus besloot ik ditmaal een lichte lunch te nuttigen. Schnitzel met friet hoort daar niet in thuis. Dan neem je lekker een salade, zei Linda, of een tosti. Maar zo licht hoeft het nu ook weer niet. Een simpele hamburger, daar had ik wel trek in. Zonder te kijken wat ze te bieden hadden, doken we het dichtstbijzijnde strandtentje in. Linda nam ijsthee en ik, heel licht, een gewone cola. De menukaart werd geserveerd en die bestond uit louter hoofdgerechten. Biefstuk zus, varkenshaas zo, sardines dit en zallum dat. Linda nam een Italiaanse salade zei ze, en wees mij op de Ceasarsalat. Maar ik wilde een hamburger! En ja, helemaal achterin, als laatste op de kaart, daar stond ie, de home made burger. Typisch Spaans. Ik heb die burger nog niet besteld of de ober staat alweer aan ons tafeltje met in gebrekkig Engels de volgende declamatie: the burger is finished, no burger! Wat of ik dan wil?
Ja jezus, ik wilde die burger! Hoe kan je nou geen burger meer hebben? Nou doe dan maar de kip a la crème, wat als één na laatste op de kaart staat. Dus ik krijg kipfilet en champignonsaus en friet en mayo en sla en tomaat en uienringen. Een 100% hoofdgerecht. En het was eigenlijk van zeer goede kwallidados, maar ik kon niet ophouden met tegen Linda aanzeuren dat ik die hamburger had willen hebben en dat ik nu weer met een hoofdgerecht zat opgescheept. Zelfs nadat ik mijn bord schoon leeg had, bleef ik maar dreinen en drengelen over die burger. Ik had die burger gewild. Gewoon een simpele Spaanse home made burger. Ik was er chagrijnig van. Waarom was er nu in godsnaam geen burger? Is dat te veel gevraagd hier in Torremolinos? Moeten ze de toeristen een poot uitdraaien door alleen dure gerechten te serveren, waar ze het meeste op verdienen? Een burger is gewoon gehakt, hoe kan er nou geen burger zijn? Een burger, daar had ik echt trek in gehad, maar nee.... Toen was Linda mijn kinderlijke geklaag beu! Ga jij maar naar je bedje, zei ze, en gedwee ben ik toen weer op mijn strandbedje gaan liggen.

We hebben tijdens vakanties meestal een heel overzichtelijke dagindeling. De belangrijkste onderdelen zijn ontbijten, zwemmen (wat feitelijk luieren is), lunchen, nog meer zwemmen, douchen, wandelen/winkelen, wat drinken, wat eten, weer wandelen/winkelen en nog wat drinken. En tijdens het "zwemmen" hebben we dan heerlijk de tijd om alles te lezen waar we thuis niet aan toe zijn gekomen.
Inmiddels was het douchemoment aangebroken. Volledig ontkleed - ik douche altijd naakt - liet ik het verkoelende water over mijn lichaam stromen. Maar wat zag ik? Ik zag niets! Ik had hier nu al drie dagen in de zon gelegen, maar ik kon nog nauwelijks verschil zien tussen de blote plekken en de zwembroekplek. Vroeger had ik aan een gunstig weerbericht al genoeg om bruin te worden, staken mijn witte billen schril af tegen mijn bruine rug, maar nu zag ik niets. Nou, de kwallidados van het pigment is ook hard achteruit gegaan, dacht ik nog. En meteen vroeg ik mij af, waarom ik het woord "ook" had gedacht. Raak ik dan zo in verval? Dat valt toch nog best mee? Afgezien dan van het pigment ben ik nog een jonge god! Dan nu wel Boeddha, met die dikke buuk, maar dat is enkel vanwege het ernstige tekort aan hamburgers hier in Torremolinos!

Salvatore Cocco

17 augustus 2012

Dag 2, De ontdekking

Ineens voelde ik een zachte hand op mijn arm en een bekende stem fluisterde lief in perfect Nederlands, het is 8 uur. Gaan we ontbijten? Ja, we gaan ontbijten. Nou, effe een klats water door het gezicht slaan en wat aantrekken. Normaal staat mijn haar 's morgens in alle windrichtingen en zo blijft het ook onwillig staan totdat ik het gewassen heb, maar deze ochtend - ik moet de hele nacht compleet stil hebben gelegen - zat het nog hetzelfde als gisteren. Lekker makkelijk dus. De speurtocht naar de ontbijtzaal kon beginnen!

Nog onwetend van de horror die komen ging, daalden we af naar de begane grond. Met de trap, want de lift duurde te lang. We hadden honger.
De ruimte waar we het ontbijtbuffet hadden verwacht bleek gesloten. Zou het dan ergens bij de bar zijn? Daar was ook een grote ruimte. Dus liepen wij om en zagen vanuit de verte al drommen mensen staan. Maar toen we dichterbij kwamen bleek dat deze mensen niet op het ontbijt stonden te wachten. Zij verdrongen zich allen met handdoeken voor een deur die om 9 uur open ging en toegang verschafte tot het zwembad met de bedjes. Toen de deur open ging wrongen zij zich duwend en trekkend door de smalle opening en renden naar de bedjes om zich deze voor de rest van de dag toe te eigenen door het plaatsen van de handdoek. Het was een afschuwelijk tafereel. Ik weet dat stierengevechten hier nog steeds in zijn, maar de aanblik van dit gevecht, en het besef van de consequenties hiervan, deden ons pas echt huiveren.

Snel wat eten om te vergeten. Door óm te lopen, hadden wij wel een trap gezien die naar beneden ging. En daar was de ontbijtzaal. Mooi gedekt, met meerdere koffie- en sapautomaten. Een ruim aanbod broodjes, creusli, yoghurt, fruit, witte bonen in tomatensaus, gebakken aardappelen, gekookte, gebakken en geroerde eieren, worsten, bacon, nutella, ham, jam etc. etc. Echter alles wel van zeer matige kwaliteit. De scrumbled eggs waren te nat, de aardappels, worstjes en bacon hadden de pan amper geraakt, er waren alleen harde, taaie broodjes, de koffie met melk uit de automaat was te zoet, net als de witte bonen in tomatensaus. Hoe komt zo'n hotel dan toch aan quatros sterros? Vanwege het zwembad op dak waar je in de zomer niet in mocht? Maar de eieren waren goed gebakken en de pannenkoekjes ook, het brood liet zich perfect roosteren en koffie zonder melk was prima en aan jam en nutella valt weinig te verknoeien. We hebben dus uiteindelijk heerlijk ontbeten!

Tijdens het ontbijt bespraken wij wat te doen met de bedjes. Wij boeken altijd een hotel of appartementencomplex mét zwembad, omdat ik een hekel heb aan het strand. Het is niet alleen het door vissen volgepoepte zoute zeewater waar ik niet graag in ga, maar vooral het zand. Dat zand wordt bloedheet zodat het niet meer te belopen is en je dus altijd moet rennen. Dan denk iedereen, nou die gaat graag het door de vissen volgescheten gore zoute zeewater in, maar dat komt dus omdat je anders de blaren onder je voeten hebt van het hete zand. Ander nadeel van zand, ik zit altijd helemaal onder. Hoe ik het doe, doe ik het, maar het zit overal. In iedere naad, zowel van kleding als lichaam, schuurt zand. Het zit in de draaidoppen van zonnebrand en waterfles, het ligt in de randjes van blikjes. Iedere tas, zowel rug, hand als plastic, zit er vol mee. Ja zelfs na grondig douchen vind ik de andere dag nog korrels in het bed. Hoe ik het doe, doe ik het. Maar erger nog dan dit alles, is aansluiten in die dringende massa, dus werd er gekozen voor het strand.

Die dag deed ik echter nog een schokkende ontdekking. De door ons gehuurde strandbedjes met parasol en kledinghaken bleken een uitstekend zandwerend middel. Er zat alleen zand tussen mijn tenen en dat was zo droog, dat het er meteen ook weer af viel. Ach, de voeten werden een beetje stoffig, maar dat was dan ook alles. Nee, het was zelfs heerlijk op het strand. We hebben er lekker geluncht en gelegen. Er was schaduw en zon en een heerlijk fris windje van zee. Fuck de bedjes aan dat volle ingebouwde bloedhete quattros sterros volgepiste minizwembadje zonder zuchtje zeewind!
En misschien, heel misschien, ga ik de volgende keer zelfs het zeewater in.

Ik kan nog vertellen dat we 's avonds koffie met gebak hebben genomen op de Plaza Europa, alwaar ik door een duif werd aangezien voor toilet en ik dus met een volle rug terug ben gesneld naar het hotel om iets anders aan te trekken. Ik kan nog vertellen dat we een portemonnee voor mij en een tas voor Linda hebben gekocht. En ik kan ook vertellen dat we op de Plaza Andalucía iets kleins hebben gegeten, omdat we nog vol zaten van het overigens heerlijke gebak, en wat hebben gedronken onder het iets mindere genot dan gisteren van dezelfde Zuid-Amerikaanse indianendeunen.

Salvatore Cocco

16 augustus 2012

Dag 1, Le Vacance

We gingen dus naar Espania. Ik weet wel dat de titel Frankrijk doet vermoeden, maar ik weet gewoon niet wat vakantie in het Spaans is. Ik ken trouwens sowieso nauwelijks Spaanse woorden. Te weinig naar Bassie en Adriaan gekeken vroeger, dan krijg je dat. Waarschijnlijk is het zoiets als vacansos of ferios of holidados.
Spanje dus, en wel Torremolinos, Hotel Cervantes. Quatros sterros, dus dat moet wel los lopos. Met een flinke klap landde het vliegtuig 's morgens om half elf op Malaga. Wel gewoon op de landingbaan, dus niet echt óp Malaga, maar toch met een ongewoon harde dreun. Ik denk dat de piloot tijdens de landing even met de stewardess bezig was.

Wij zaten trouwens de hele vlucht tegen Cornald Maas en Michiel van Erp aan te kijken. Die gingen met nog een stuk of wat andere frisse jongens op meiden vakantie. Ze hebben de hele reis geslapen.
Wij sliepen niet, ofschoon we toch al om half 3 's nachts waren opgestaan. Maar de dubbele Whopper met Starbucks koffie op Schiphol en de twee stroopwafels met koffie in het vliegtuig gaven mij voldoende energie om wakker te blijven.

Van Malaga naar Torremolinos is het maar 20 minuten met de bus, dus stonden we, met nog zo'n 20 anderen al om half 12 bij de receptie van het hotel, waar we te horen kregen dat onze kamers nog niet klaar waren. Ik begrijp dat niet. Ze wisten dat we kwamen, is het dan niet te regelen dat er 8 kamers op tijd klaar zijn? Dus de koffers tijdelijk gedropt in een speciale, wit betegelde ruimte, door mij 'het slachthuis' genoemd, en dan de stad maar even verkennen. Met lange broek en lange mouwen terwijl het er 45 graden was. Ja, qua gevoelstemperatuur. In werkelijkheid zal het 15 graden lager geweest zijn, maar het was in ieder geval te warm voor mijn kleding.

Wel een geinig plaatsje trouwens. Torremolinos is tegen een berg gebouwd, dus moeten er flinke hoogte verschillen worden overbrugd. Van hotel naar het strand loopt een zigzaggende straat met allemaal trappen, meer dan 150 treden, met aan weerszijden allemaal winkeltjes en eetgelegenheden. Erg leuk! Het vereist echter een zekere fitheid en luchtige kleding, hebben wij die dag kunnen vaststellen.
Na wat wandelen, eten en drinken waren we terug in het hotel met de 4 sterren. Men had kamer 429 voor ons bedacht. Ja een mooie kamer, op de 4e etage, met zeezicht en een belachelijk groot balkon. Het was een hoekkamer en dus ook een hoekbalkon. Prima. Het was schoon, maar niet echt fris. Maar ja, dat laatste kom je maar zelden tegen. Eigenlijk durf ik nooit ergens op blote voeten te lopen, maar hier dus zeker ook niet.

Nadat we ons hadden geïnstalleerd sloeg de vermoeidheid toe. Linda had maar drie uurtjes slaap gehad en ik had helemaal geen oog dichtgedaan, dus ja, vind je het gek? Het leek ons goed om aan de rand van het hotelzwembad op een ligbedje nog even te doezelen en wat eerste zon te pikken. Helaas waren alle bedjes bezet. Bekaf wierpen we ons ter aarde. Op het gras kan je ook liggen.

Rond een uurtje of zes zijn we naar de hotelkamer gegaan om effe te douchen. Daarna de stad in, traplopen, winkeltjes kijken en helemaal de boulevard afgelopen naar Benalmádena, toch zo'n drie kwartier tippelen, en weer terug om in Torremolinos ergens langs het strand wat te eten. Biefstukje met roquefort, biertje erbij, heerlijk. Toen weer de trappen op, puf puf, en vlak bij ons hotel, op de Plaza Andalucía een Margarita genomen - niet de pizza maar de cocktail. Heerlijk. En ondertussen speelde een stel Zuid-Amerikaanse indianen op hun panfluiten een vrolijke Zuid-Amerikaanse indianenpotpourri. Het had allemaal weinig Spaans, maar gezellig was het. Toen ik half twaalf op het te harde bed lag met het te dunne kussen, sliep ik na bijna 40 uur waken terstond in. Dat is me thuis in Holland al weken niet meer gelukt. De Spaanse zon verricht wonderen!

Salvatore Cocco

29 juli 2012

Het fruitvliegje

 
Even vooraf, het is niet mijn bedoeling om mensen te kwetsen, ook niet met dit verhaal, maar toch acht ik de kans vrij groot, dat een aantal lezers, laat ik zeggen, op zijn minst onaangenaam verrast zullen zijn. Laat ik daarom maar meteen met de deur in huis vallen. Ik haat katten!

Of nou ja, haten.... Eigenlijk heb ik niks tegen katten. Vooral die jonge katjes - ik schrijf hier bewust "katjes" en niet "poesjes" - zijn onmiskenbaar schattig en aandoenlijk. Of die rare gewoonte om in dozen te kruipen, zo grappig. Ook het eigenzinnige karakter van de kat spreekt me wel aan. Katten laten zich niks zeggen en dat mag ik wel. Hoewel, ik zag laatst een video van een monnikenklooster in India waar ze katten hadden geleerd door hoepeltjes te springen in ruil voor voedsel. Voor zulke katten heb ik geen respect. Maar voor de kat die, geheel tegen de zin van zijn voedster, al voor de derde achtereenvolgende keer gewoon zijn klauw in het nieuwe lederen bankstel zet met een blik van "jij maakt me niks!", kan ik alleen maar bewondering opbrengen.

Nu heb ik een huis met een tuin. Een heerlijke tuin. Zeg maar gerust een dierentuin. Want behalve een keur aan vogels wordt onze tuin bewoond door egeltjes, spitsmuisjes, kikkertjes, ja zelfs konijntjes. Maar ook - en nu komt het - katten!

Het enige wat die beesten in mijn tuin doen, is de andere dieren verjagen én, erger nog, gele plekken in het gras piesen en uitwerpselen begraven in de perkjes. Wil je een bedje violen planten, grijp je achteloos in zo'n kundig verborgen, bacterierijk kattenhoopje. En heb je het bedje violen er dan uiteindelijk in zitten, zie je de volgende dag de kat er heerlijk middenin liggen. Alle violen zo plat als de nieuwe TV van Samsung!

Waarom houden mensen hun kat niet gewoon binnen? Ik gooi de poepluiers van de kleine toch ook niet over de schutting bij de buren! Ik laat mijn kleuter toch ook geen zandbakje spelen tussen de gerbera’s van de buren! Ik laat mijn tieners toch ook niet tussen de hortensia's van anderen verstoppertje spelen of mijn adolescent over het tuinmuurtje van de overburen plassen! Maar nee, van katten moet je dat allemaal maar goed vinden.

Welnu, daarom ben ik een offensief begonnen. Een kattenoffensief! Ik heb mijzelf bewapend met een Super Soaker. Deze ligt, altijd gevuld en goed op druk, binnen handbereik. Als ik een kat mijn territorium in zie wandelen, grijp ik mijn wapen en stuif naar buiten. In volle vaart vuur ik vanuit de heup een dikke straal koud water af op het beest! Ondanks dat ik er steeds handiger in word, moet ik toegeven, dat de straal maar zeer zelden doel treft. Gelukkig zijn er geen beelden van, want het ziet er natuurlijk niet uit. Een volwassen man die op slippers rennend, half struikelend met een waterpistool mis schiet. Maar ik stel mij zo voor dat als de kat, flink geschrokken, een eindje verderop zit bij te komen, dat er dan een andere kat voorbij kuiert die zegt: "Is die gek van nummertje 32 weer bezig?"

Misschien denk je nu, maar dit verhaal heet "Het fruitvliegje" en ik heb nog niks gelezen over een fruitvliegje? Nou, da's dan niet waar, want in dit stukje alleen al staat drie keer het woord fruitvliegje.

Groetjes, Salvatore

01 juli 2012

Girls just wanna have fun

Cindy Lauper had er een hit mee in 1983 en wat blijkt, ze had gelijk! Meisjes willen echt vooral lachen! Alle onderzoeken in die richting komen dan ook met dezelfde resultaten. Als gevraagd wordt wat vrouwen aantrekt in een man, komt humor steevast op de eerste plaats. Humor staat eenzaam bovenaan. Geld, aanzien, spierbundels, knap, slim, spetterende seks het kan allemaal niet op tegen humor. Een man met humor zit geramd. Een man met humor heeft 10 vrouwen aan elke vinger. Want "Girls just wanna have fu-un".

Maar waarom is dat zo? Waarom vinden vrouwen humor zo belangrijk? Welke evolutionaire grondslag kunnen we daarvoor vinden? Zoeken ze misschien iets in de man wat ze zelf niet hebben? Ja, ik begeef me hiermee op glad ijs, maar, zeg eens eerlijk, hoeveel grappige vrouwen ken jij dan? De beste en bekendste grappenmakers zijn toch man. Er zijn wel grappige vrouwen, maar die kan je echt op de vingers van een gemankeerde hand tellen. Of ligt dat aan mij en zijn ze er wel, maar ken ik ze niet? Ja, nu niet aankomen met Miranda Hart of Brigitte Kaandorp. Dat zijn de uitzonderingen. Dus voorlopig lijkt het er toch sterk op dat vrouwen zelf geen humor hebben en het daarom zoeken bij de man! Compensatie dus.

Als vrouwen echter zelf geen humor hebben, hoe zijn ze dan toch in staat om humor te herkennen? Om dat te kunnen beoordelen moeten we eerst objectief proberen vast te stellen wat humor eigenlijk is.
Algemeen wordt aangenomen dat voor humor twee zaken nodig. Aan de ene kant moet het verhaal, de situatie of het gegeven een sterke associatie oproepen, zodat verteller en publiek deel uitmaken van het onderwerp of het ernstig nemen. Van de andere kant moet het verhaal, de situatie of het gegeven zodanig worden genuanceerd dat men er afstand van kan nemen of de ernst ervan verdwijnt. Het resultaat is een lach, al dan niet met tranen.
Daarnaast spreekt men van "gevoel voor humor" als iemand in staat is zo'n humoristisch verhaal te kunnen begrijpen, aan te voelen of zelf te bedenken. Kijk en dan valt alles op zijn plek. Vrouwen zijn wel in staat humor te begrijpen en aan te voelen, maar zelf bedenken, ho maar! Daar hebben ze dan toch echt een man voor nodig!


Heb je ondertussen al een paar namen van echt grappige vrouwen gevonden? Nee hè!

Dit alles brengt me wel naar de vraag: wat kunnen vrouwen dan eigenlijk wél? Ja, het lijkt een zijsprong, maar die vraag is alleszins gerechtvaardigd, lijkt me. Ik bedoel, mannen lopen harder, voetballen beter (of althans, wereldwijd bezien), kunnen beter kaartlezen, weten hoe de afstandsbediening werkt. Ja zelfs op een typisch vrouwelijk geacht gebied als koken, doen mannen het beter. Immers, de beste koks, zijn mannen! En met humor is het dus al niet anders. Ze lachen er graag om, maar zelf iets bedenken zit er niet in. Ja, kinderen krijgen, dat kunnen ze, maar kinderen opvoeden is weer iets anders. Dan moet de man toch weer helpen. Hoe vaak hoort men een moeder niet wanhopig haar kind tot kalmte manen met de woorden: Wacht maar tot je vader thuiskomt! Daarmee tevens een heel verkeerd en ongewenst beeld van de man creërend. Maar goed, dat nemen wij mannen allemaal voor lief.

Maar waarom nemen mannen dit allemaal voor lief? Het antwoord is even simpel als geniaal. Er is maar één logisch en passend antwoord. Mannen tolereren vrouwen alleen maar, omdat ze lachen om hun grapjes. Een man kan zich geen beter publiek wensen dan vrouwen. Ze lachen sneller, harder en smakelijker! Bovendien, vrouwen gaan je er leuk door vinden; je kan je ermee in positieve zin onderscheiden van andere mannen die minder grappig zijn (op dat moment). Het streelt het mannelijk ego! Zo zijn wij mannen, wij hóren graag hoe goed wij zijn!

En zo is de evolutionaire cirkel rond. Vrouwen houden van mannen vanwege hun humor, en mannen houden van vrouwen die om hun grapjes lachen. Wat zit de natuur toch mooi in elkaar. De Schepper moet daarom wel een man zijn!

Salvatore Cocco

16 juni 2012

Slecht weer op komst

Zo zit je nog in de volle zon op een terrasje met je PC (piña colada) en een dag later kan je de deur niet uit zonder ZW (zuidwester, niet te verwarren met fritswester, de kale politiek commentator van RTL). En hoewel het soms schitterende plaatjes oplevert, vraag je je toch af: Waar komt die depressie nou ineens vandaan? Meteorologisch gezien (schitterend woord trouwens, meteorologisch) kan het achteraf vaak wel worden verklaard, maar een depressie voorspellen blijkt schier onmogelijk.

Zo herinner ik mij die keer, dat ik ijs ging halen. Het was een prachtig zonnige zondag. De tuin bood warmte, licht en geborgenheid. De vriezer boodt enkel waterijsjes en wij hadden zin in schepijs. Niet ver bij ons vandaan is dat ijs in overvloed en voortreffelijke kwaliteit verkrijgbaar, dus besloot ik de fiets uit de ruststand te halen en snel even op en neer te fietsen. Voor de zekerheid keek ik nog eenmaal naar de hemel om mij ervan te vergewissen dat mijn beslissing een juiste was en ik zag een helder blauwe vlekkeloze lucht mijn ijsvoornemen gul bevestigen.


Enkele ogenblikken later stapte ik met een papieren zak vol met bekertjes schepijs in alle kleuren van de regenboog de ijssalon uit. Ik zat nog niet op de fiets of ik voelde de eerste druppels al. Ik keek naar boven, maar zag geen wolkje. Dus trapte ik stevig door en even later fietste ik me daar toch ineens in een gigantische hoosbui! Ongelofelijk! In slechts enkele seconden was ik door en door nat!
Snel reed ik een portiek in om te schuilen, maar ik realiseerde me dat het schuilen zich slechts tot enkele ogenblikken kon beperken vanwege het smeltende ijs in de papieren zak. Ik wierp nogmaals een blik omhoog en zag nu een onheilspellend donker blauwe lucht. Dit gaat nog wel even duren, was mijn conclusie. Dus trotseerde ik de striemende, koude regen en baande mij een weg naar huis.

Amper binnen - ik moest de fiets nog op de standaard zetten in het schuurtje - hield de regen net zo plotseling op als het was begonnen en de zon straalde weer. Sterker nog, achter het huis, in mijn tuin, was geen druppel gevallen! Iedereen keek dan ook verbaast op toen ik, geheel doorweekt en natte voetstappen achterlatend, de slappe doorweekte zak met bekertjes op de tuintafel wierp. Men had moeite mijn verhaal te geloven. Men hield mij voor een leugenaar. Ik was zeker in een sloot gefietst of zo. Maar toen ik hen, onder dwang en ernstige bedreigingen, meenam naar de voorzijde van het huis, moesten zij erkennen dat ik in de korte tijd van afwezigheid, niet in staat kon zijn geweest met de tuinslang de hele buurt nat te sproeien. En verwonderd dronken wij uit slappe kartonnen bekertjes het tot een bruingroenige smurrie verworden kleurig Italiaans schepijs.

Achteraf kan deze gebeurtenis goed worden verklaard, maar ja, achteraf kijk je een koe in de kont. Zou het niet mooi zijn als je het gewoon van te voren ziet aankomen? Dan kan je daar fijn rekening mee houden, anticiperen, pro-actief zijn en de effecten van de depressie verminderen of tot een absoluut minimum beperken. Maar helaas, dat lukt ons dus blijkbaar niet. We zien het niet aankomen! Dus zal het blijven gebeuren, dat ik ineens en onverwacht in een fikse hoosbui fiets. Enig houvast daarbij is de wetenschap dat deze bui zal overwaaien en ik haast net zo plotseling weer in de volle zon zal staan.

Salvatore Cocco

03 juni 2012

Het einde van Twitter is nakende!

Vandaag zat het er ineens in. Ik klikte nog even op het vogeltje om te kijken "of er nog wat nieuws is" of beter gezegd, om te kijken of ik nog wat had gemist. En terwijl de onooglijke en onpraktische Twitter-pagina zich in een fractie van een seconde in mijn browser opbouwde, nestelde zich nog onmetelijk veel sneller een nieuwe overtuiging in mijn hoofd: Het einde van Twitter is nakende!

Waar zo'n gedachte dan precies vandaan komt, weet ik niet, maar ik weet wel dat mij iets vergelijkbaars is overkomen met Hyves. Ongeveer 3 maanden nadat ik lid was geworden van Facebook concludeerde ik dat Hyves eigenlijk veel gezelliger en veel meer mogelijkheden had dan Facebook. Hyves zit logischer in elkaar, je hebt er veel meer controle over je privacy en al mijn vrienden zaten op Hyves. Toch voelde ik direct dat Hyves het tegenover Facebook nooit zou redden. Hyves was toen een besloten gemeenschap waarin de gebruiker bepaalde wat er gebeurde; een soort democratisch geleide sekte. Terwijl Facebook de hoer van het internet was. Zij legde met iedereen, good or bad, contacten en drong zich overal tussen. Overal kwam ik het blauwe logo tegen, op extreem rechtse sites, porno sites, overal waar ik kwam was Facebook me voor. (Ja, ik kom nog weleens ergens, allemaal in het belang van de wetenschap uiteraard.) En toen wist ik het, Hyves is te netjes, te eerlijk. Zelfs de aankoop van Hyves door de Telegraaf bracht daar geen verandering in. Dus ging Hyves het verliezen.

Een paar maanden na deze gedachte stopte ik mijn Hyves activiteiten en velen volgden. Waar Hyves in Nederland eens verreweg de grootste was, is het aantal actieve leden nu nog maar een fractie van het aantal actieve leden van Facebook. Hyves ligt aan de beademing, krijgt nog wel medicatie, maar we weten allemaal dat het zinloos is. Hyves is stervende. 

Iets vergelijkbaars voelde ik vandaag, in die fractie van een seconde, toen de Twitter-pagina zich in mijn browser opende. Twitter gaat het verliezen van Facebook. Ondanks de slechte beursgang van Facebook, blijft ze zich als een hoer gedragen. Ze laat zich met iedereen in. Ze is noch eenkennig, noch betrouwbaar. Ze vrijt met Instagram (een fotoapplicatie) maar ondertussen bouwt ze ook aan een eigen fotoapplicatie. Zelfs Apple kan niet om Facebook heen en zal in het nieuwe besturingssysteem iOS6 ook Facebookintegratie opnemen. Daarmee verliest de Twitterintegratie van iOS5 zijn uniciteit. Dus ook bij Apple heeft Twitter niet langer een streepje voor op Facebook.

En Apple kan het weten! Jarenlang is Apple verguist omdat ze geen Flash wilden gebruiken, terwijl anderen dit wel deden. Dat je met Flash ook diverse risico's liep werd afgedaan als onzin! Nu zie je dat zelfs belangrijke browsers als Internet Explorer, Firefox en ook Chrome de mogelijkheden voor Flash in hun browsers beperken of gaan beperken. De nieuwe internettaal HTML5 maakt het gebruik van Flash sowieso al overbodig. Apple krijgt, achteraf, dus toch gelijk, zelfs van de concurrentie.
Dus als Apple ook al toegeeft aan de hoer Facebook, dan is dat slecht nieuws voor Twitter. 

Twitter was een goed idee, een soort publieke sms service. Maar dat brengt ook beperkingen met zich mee.
Het is een prima medium voor one-liners, maar het leent zich niet voor een discussie. Dan moet je toch op Facebook zijn.
Het werkt uitstekend om iets te signaleren of onder de aandacht te brengen, maar meer dan een (verkorte) link kan je er niet kwijt. Dan moet je toch op Facebook zijn.
En chatten, tja, dat kan je op zoveel plekken, ook op Facebook. 

Twitter zelf heeft inmiddels ook in de gaten dat het niet goed gaat. Natuurlijk, de leiders van Twitter, de CEO's, brengen een ander verhaal, maar je ziet Twitter toch al hele rare sprongen maken. Ze gedragen zich als een kat in het nauw.

De nieuwe Twitter-site is daar een voorbeeld van. Je hebt als gebruiker geen enkele invloed meer op hoe die site zich gedraagt. Dat heb je bij Facebook ook niet, maar daar is dat altijd zo geweest, dus dat is niet nieuw. Bij Twitter is dat wel nieuw en gebruikers vinden het onhandig en vervelend. 

Daarnaast wordt Twitter steeds minder gebruikt als sociaal medium maar steeds meer als informatie medium. Twitter zou er goed aan doen zich daarop te focussen. RSS-feeds zijn nooit wat geworden en Twitter zou het gat wat daar ligt uitstekend kunnen invullen. Maar dan moeten ze hun strategie veranderen. Nu kan het nog! Dan moeten ze zich niet langer als sociaal medium presenteren maar als informatie medium. Een info media platform waar je als gebruiker niet alleen iets kan halen, maar zelf ook kan brengen. Uniek en een gat in de markt! Daar ligt wat mij betreft de toekomst voor Twitter. 

Maar helaas. Twitter wil vasthouden aan hun social media status. Ze doen alles om die status te behouden ook al hebben ze zelf ook wel in de gaten krijgen dat het ze door de vingers glipt. Ze proberen uit alle macht adverteerders te interesseren, maar die komen niet, want die hebben een beter alternatief, namelijk hoertje Facebook. Facebook komt tenslotte overal en doet het met iedereen en weet ook alles van iedereen, dus voor adverteerders is Facebook bijzonder interessant. Zeker in deze tijden van economische recessie is het voor adverteerders lonend om zich heel precies op een specifieke doelgroep te kunnen richten. En dat kan bij Facebook! Dus waarom zouden ze dan naar Twitter gaan?

Kijk eens naar je eigen Twittergedrag. Gebruik jij Twitter om in contact te komen met vrienden, of gebruik je daarvoor toch liever en vaker of grager Facebook? Hoe gebruik jij Twitter dan? Om snel effe iets te melden? En laat je het dan ook meteen automatisch op Facebook plaatsen? Of ga snel effe naar Twitter om te kijken of iemand anders nog wat te melden heeft en scroll je in vliegende vaart langs alle tweets? Hoeveel informatie- en/of nieuwssites volg jij op Twitter? En van hoeveel nieuws- en/of informatiesites ontvang jij statusupdates in Facebook?


Vanochtend schoot dit alles in een flits, in een fractie van een seconde door mijn hoofd toen ik de Twitter-pagina opende. Wat zit een mens toch mooi in elkaar dat je dit allemaal kan overdenken in zo'n ultra kort moment. Het heet intuïtie. En mijn intuïtie zegt me dus dat Twitter zijn langste tijd heeft gehad als social media platform. Als Twitter nu niet snel van strategie verandert en er bewust voor gaat kiezen niet langer een social media maar een informatie platform te zijn, geef ik ze nog een kans, maar doen ze dat niet, dan voorspel ik hierbij het einde van Twitter. Dan is Twitter over een jaar, wat Hyves nu al is. Ach, het bestaat nog wel, maar je wil er eigenlijk niet meer gezien worden.


Salvatore Cocco

15 april 2012

Oh Besitas, waarom bezoekt gij mij?

Wat het is of waardoor het komt, weet ik niet, maar de laatste eh ... zeg, week of drie word ik gegijzeld door een enorme eetlust. Zeg maar gerust, vreetlust. Of beter nog, een ongezonde vreetlust. Waar ik ook ben of wat ik ook doe, ik moet eten, wil eten, zal eten. Of eerlijker nog, snacken!

Laatst, we hadden net het avondeten achter de kiezen, zat ik met een kop koffie als toetje even wat te iPadden, toen ik werd overvallen door een enorme trek in een vette snack met flink veel mayonaise! Maar ik had dus net gegeten, en goed gegeten ook, en veel gegeten ook, en toch die snacktrek. Dat is toch niet normaal? Mijn hersens hadden me moeten laten weten dat ik lekker vol zat, maar in plaatst daarvan zeurden ze om meer eiwitten, meer koolhydraten, meer vet! Had ik het dan misschien nodig? Nee, want ik ben al aan de zware kant, dus ik kan het juist missen als kiespijn. Waarom reageren mijn hersens dan niet zoals het hoort? Waarom willen zij, juist nu ik dit het minst kan gebruiken, mij verleiden tot deze ongebreidelde calorie inname?

Het houdt me nu al dagen bezig. Waarom heb ik steeds maar trek? Broodjes kroket, broodje bal, frikandellen speciaal, dönner dürüm, frietje kapsalon, saucijzenbroodje, noem maar op, het gaat de hele dag door mijn hoofd! Wat probeert mijn lichaam mij te vertellen? Heb ik obesitas? Ben ik ziek? Geestesziek welteverstaan? Wat is obesitas eigenlijk? Dus google ik op het woord obesitas. Het klinkt een beetje als de naam van een studentenvereniging, Obesitas. Of als de naam van een heilige, Sint Obesitas. Maar Google brengt mij geen ludieke varianten.

Als eerste stuit ik op De Obesitas Vereniging. Dat belooft niet veel goeds, als het al zo erg is dat er een vereniging voor moet worden opgericht. Net als de Hartstichting, het Reumafonds, de Nierstichting, het Kankerfonds.... Maar dan lees ik wat deze Obesitas vereniging onder meer wil, namelijk dat mensen met obesitas elkaar kunnen ontmoeten, erkennen en steunen. Mijn hemel, straks worden er nog speciale bootreizen voor ons dikkerds georganiseerd. En dan niet met De Zonnebloem, maar met De Boterbloem! Als elkaar ontmoeten een van de belangrijkste doelen is, dan kan het toch zo erg niet zijn. Ik kijk verder op de lijst met zoekresultaten.

Als tweede krijg ik een link naar de Nederlandse Obesitas Kliniek. Waaat?! Een eigen kliniek? Wat doen ze daar dan? Dagelijks vet wegzuigen? Maagverkleiningen? Maar nee, in de Nederlandse Obesitas Kliniek proberen ze de zwaargewichten in hoofdlijnen gezond gedrag aan te leren. Gezond gedrag aanleren? Wat is gezond gedrag? Goedemorgen zeggen tegen de buurvrouw? Is dat gezond? Hangt een beetje van de buurvrouw af natuurlijk, maar het is wel normaal gedrag. Tenminste, waar ik woon. Maar dat zal wel niet bedoeld worden met gezond gedrag. Bovendien, als obesitas kan worden "behandeld" met gedrag, gezond gedrag, dan is het ook geen ziekte! Ik ben dus in ieder geval niet ziek! Jeuh!

De derde link brengt mij naar Wikipedia. Daar lees ik dat obesitas een conditie is waarbij de natuurlijke energiereserve van een mens, opslagen in vet, het gebruikelijke niveau overschrijd, ook wel vetzucht genoemd. Vetzucht lijkt wel erg op wat ik de laatste tijd ervaar, een enorme zucht naar vet! Dus dat kan weleens kloppen. Maar wat is in hemelsnaam "het gebruikelijke niveau" en hoe wordt dat vastgesteld? Immers, als steeds meer mensen dikker en zwaarder worden, komt het gebruikelijke niveau ook steeds hoger te liggen. Dus over een paar jaar is een BMI (Body Mass Index) van 30 heel gebruikelijk. Daarmee vergeleken ben ik dan super slank, mager zelfs.

Op de Engelstalige site van Wikipedia staat exact hetzelfde in het Engels, alleen wordt daar gesproken van een "medical condition", waar op de Nederlandse site enkel wordt gesproken van een "conditie". Blijkbaar ligt er in Angelsaksische landen een medische oorzaak aan ten grondslag, terwijl we hier in het Rijnland vinden dat het compleet aan jezelf ligt. De oplossing is dan ook geen medische, geen maagverkleining, darminkorting, geen pillen, drankjes of dure diëten, maar simpelweg minder eten en meer bewegen. Maar waarom doe ik dat dan niet? Ik ben toch echt wel een doorzetter! Ik bedoel, ik rook, ik drink en ik eet olijven, en als je je eerste sigaret rookt of je eerste biertje drinkt of je eerste olijf proeft dan smaakt dat vreselijk vies. Echt goor! Alleen de échte doorzetter leert het uiteindelijk waarderen. Het is aan dit doorzettingsvermogen te danken dat ik rook, drink en olijven eet. Dus doorzettingsvermogen kan de sleutel tot de oplossing niet zijn. Maar wat is de oplossing dan wel, als er geen medische aanleiding is en het je aan doorzettingsvermogen niet ontbreekt?

Het antwoord is simpel. Te dik zijn is slechts relatief. Zolang je je goed voelt en je alles nog kan, en een checkup zo af en toe laat zien dat bloeddruk, suikerspiegel en cholesterol nog goed zijn, zolang is er niets aan de hand. Je BMI zegt niets over je gezondheid, wat op geld beluste belanghebbenden je ook willen doen geloven. Sterker nog, uit recent onderzoek blijkt dat mensen met een licht overgewicht (een BMI van rond de 27) gemiddeld ouder worden en gelukkiger zijn.
Dus....

31 maart 2012

Geboren geweest

Was mijn vader Jood geweest
en iets vroeger geboren
dan was ik er ook geweest
en mijn zoon nooit geboren.

Salvatore Cocco

(gedachte n.a.v. het gedicht Ben Ali Libi van Willem Wilmink)

11 maart 2012

De Buitenlanders!

Hoeveel last heb ik in mijn dagelijks leven van al die allochtonen waarmee ons land volgens Gekke Geert wordt overspoeld? Ja, ik erger me weleens aan het onfatsoenlijke gedrag van met name Marokkaanse jongeren, maar ik kan me ook vreselijk irriteren aan het tokkiegedrag van enkele zogenaamd raszuivere waarschijnlijk Gekke Geert stemmende Nederlanders. Dus als ik écht objectief probeer te zijn, moet ik toch toegeven dat ik in mijn dagelijkse leven eigenlijk bijzonder weinig merk van die zogenaamde tsunami van buitenlanders.

Als ik 's morgens wakker wordt, hoor ik heel soms in de verte een kerkklok luiden, maar ik hoor nooit een islamitische oproep tot gebed. En nee, ik woon niet in een dorp, ik woon in een stad, in een gewone straat, in een gewone wijk, met gewone huizen en te weinig parkeerplekken. Nu is het wel zo dat er overwegend Nederlanders wonen. Dat wil zeggen, ik heb niet het idee dat ik er over de buitenlanders struikel. Ze zijn er wel, maar ze vallen me niet op! Zij parkeren hun auto, net als hun oer-hollandse wijkbewoners, ook gewoon half op de stoep, halen hun kliko, net als de buurtjes, soms ook pas na 2 dagen binnen en betalen de glazenwasser, een gezonde Hollandse jongen, meestal pas een paar dagen later omdat ze overdag werken.

Nee wacht, er is wel een buitenlands gezin dat opvalt. Dat komt omdat de inwonende oude moeder geheel gehuld in traditionele kledij de boodschappen doet in onze buurtsuper. Tja, modern is ze niet en ze spreekt slecht Nederlands, maar ze is ook al 83. Hoe modern moet je dan zijn?
Oh ja, en dan is er nog een Pakistaans gezin met drie dochters. Islamieten zijn het zeker, maar de dochters dragen geen boerka of zo. Is ook niet nodig, want ze zien er prachtig uit! De vader van het gezin is sinds een jaar nu met de VUT en hij heeft sindsdien zich helemaal overgegeven aan tuinieren. Hij heeft een prachtige tuin! Of, nou ja, het tuintje is eerlijk gezegd een beetje truttig. Met een rotstuintje, een watervalletje en, geloof 't of niet, een meterhoge molen met verlichting en draaiende wieken. Met die molen is de man maanden bezig geweest. Helemaal zelf opgebouwd en keurig geschilderd. Zoals gezegd, ik vind het foeilelijk allemaal, maar je kan het toch onmogelijk onaangepast noemen.

Even tussendoor, tijdens het jaarlijkse straatfeest, met de onvermijdelijke barbecue, is er altijd wel een beetje een gedoe. Wat doen we met de vegetariërs? Kijk, moslims kan je gewoon kipsateh, hamburgers of visbuiltjes voorschotelen, maar bij vegetariërs kom ik niet veel verder dan het roosteren van grote stukken paprika. Gelukkig hebben we een originele Indiër in de straat, die overheerlijke vegetarische barbecuefrutsels maakt. Zelfs bij een doorgewinterde vleeseter als ik vallen zijn brouwsels in de smaak.

Als de kinderen naar school worden gebracht, gebruiken veel mensen de auto. Je ziet slechts een enkele fiets. Vaak is dat dan een bakfiets, waarmee het hele fietspad wordt geblokkeerd. En zeg er maar niks van, want dan krijg je een blik waarbij je ter plekke het leven zou laten als dat kon. Gelukkig brengen de meeste mensen hun kinderen lopend naar school. Allochtonen doen dat precies zo.

Toen onze kinderen nog naar de basisschool gingen, werd er met Kerst altijd een kerstdiner op school gehouden. Ouders kookten dan zelf thuis delen van een maaltijd en brachten dat dan naar school. De buitenlandse kinderen kwamen altijd met de grootste pannen op school met zeer uiteenlopende gerechten. Nederlandse ouders kwamen met macaroni en pizza's. Lekker Hollands!

In het centrum tref je regelmatig groepjes jonge allochtonen die bij elkaar staan te praten. Ze zijn wel wat luidruchtig en fluiten (sissen) naar meisjes. Dat kan soms hinderlijk zijn. Maar het is niet veel hinderlijker dan het commentaar dat de bejaarden, die een eindje verderop voortdurend de bankjes bezetten, leveren op iedereen die voorbij loopt. Deze hangouderen, veelal mannen, zijn echt irritant en van puur Hollandse makelij. In de stad Groningen zijn deze bejaarden eens door de politie uiteen gedreven en werd het hen verboden nog langer samen te scholen en voortdurend mensen te bekritiseren. Maar inmiddels zitten ze er weer. De argeloze voorbijgangers moeten het weer ontgelden. "Aan je boodschappen te zien, is het weer magnetronavond!" "Zo, das een grote pot sambal. Krijg je het heet van!" "Zo meisje, heb jij het koud?" En de politie doet niets. Ach, ze doen geen kwaad, ze roepen alleen maar, toch is het minstens zo irritant als dat gesis van die jongens.

Afgelopen keer kwam met Oud en Nieuw de vriend van mijn dochter over uit Engeland. Hij vertelde dat hij zich hier niet echt op zijn gemak voelde in die tijd van het jaar. En dat komt door het oer-Nederlandse gebruik om vuurwerk af te steken. Iedere gestoorde Hollander zo gek als een deur mag hier zelf zijn rotjes en vuurpijlen afsteken. "It's like a warzone! It doesn't make me feel very safe around here."
Tja, dan is toeteren, wat de Turken doen bij festiviteiten, toch een stuk onschuldiger. Ideetje?

Kortom, de last die ik ervaar en de ergernissen die daarbij horen, worden niet bepaald door de afkomst van mensen. Het wordt bepaald door de mate waarin het gedrag van anderen afwijkt van wat ik acceptabel vind, vermenigvuldigt met het aantal keren dat ik ermee geconfronteerd word. Hoe hoger dat cijfer, hoe irritanter ik het vind. Maar dat cijfer is geen objectief gegeven. Want hoe toleranter je bent, hoe meer je open staat voor veranderingen, hoe makkelijker je door het leven gaat. Zo bezien moet Gekke Geert wel heel behoudend en ouderwetsch zijn. Hoewel hij de indruk wekt voor niets en niemand bang te zijn, is hij juist een angstig en conservatief mannetje. Hij wil alles behouden wat hij heeft en nooit iets veranderen. En eerlijk gezegd, wisten we dat allemaal al lang! Kijk maar naar zijn kapsel!

Groetjes,
Salvatore Cocco