Translate

07 oktober 2012

The Ball Incident

Waarom hij hier nu zat, wist hij eigenlijk zelf niet. Hij had het gewoon nooit moeten doen. Maar ja, van zijn vrienden was niemand in de gelegenheid geweest om op vakantie te gaan. Ze hadden geen geld of ze konden niet in dezelfde week vrij krijgen. Daar baalde hij van, want hij had geen zin om voor het derde achtereenvolgende jaar "gewoon thuis" te blijven. "Ga dan alleen!" hadden ze hem vrijwel zonder uitzondering aangeraden. "Je leert altijd wel mensen kennen." Dus had Frits in een soort rebelse opwelling deze "last minute" naar Spanje geboekt. In z'n eentje naar de Costa. Het leek zo'n goed plan toen hij thuis achter de PC op "bevestigen boeking" had geklikt. En nu zat hij hier eenzaam met zo'n tweehonderd chagrijnige medepassagiers in de vertrekhal van Schiphol te wachten op "zijn" vliegtuig dat al bijna twee en een half uur op zich liet wachten en wist hij dat deze hele reis een vergissing was.

De heldere stem van de omroepster maakte bekend dat de vertraging het gevolg was van een staking van het grondpersoneel op het vliegveld in Barcelona. Dat was blijkbaar geen reden voor excuses. Zij konden er immers niks aan doen. De schuld lag immers bij die egoïstische Spanjaarden. Dezelfde Spanjaarden waarmee hij zich de komende week mee zou moeten vermaken. Verzoenen.
Hij nam een slok van zijn water en zuchtte.

"Ik zeg, nog een half uur en dan gaan we," hoorde hij een stem naast zich zeggen.
Hij keek opzij en zag een uitgestoken hand.
"Kees Jansen," zei de stem weer.

De uitgestoken hand hoorde bij een blonde jongen van midden dertig, zijn leeftijd. Was het nu al zover? Leerde hij nu al iemand kennen? Daar had hij helemaal geen zin in. Daar was hij nog helemaal niet aan toe, als hij er al ooit aan toe zou zijn. Hij wilde nu juist zwelgen in zijn eenzaamheid. Genieten van zijn ongenoegen. Hij kon de hand natuurlijk gewoon negeren, maar ja, misschien zat hij straks in het vliegtuig ook wel naast deze figuur en verbleef hij in hetzelfde hotel en was het een weinig tolerante superboer, want aan het accent te horen kwam deze Kees Jansen uit de Achterhoek. Het land van Normaal. Het land van de bierwerpers.

"Frits Kleine," zei hij en schudde kort de stevige, ruwe hand.
"'t Is ieder jaar hetzelfde. Staking of niet, we hebben standaard 3 uur vertraging. Over een half uur vertrekken we. Wedden?"
Kees was blijkbaar ervaringsdeskundige.
"Ik ben inderdaad ervaringsdeskundige," zei Kees alsof hij Frits zijn gedachten had gelezen.
"Waar gaat de reis heen?"
Frits had helemaal geen zin in een gesprek met deze onbekende. Maar ja, hij kon de vraag nu moeilijk onbeantwoord laten. Hij had Kees immers een hand en zijn naam gegeven.
"Malgrat, maar voor een week," zei Frits te zacht en hoorbaar onzeker.
"Toch niet ook in Rosa Nautica?" vroeg Kees hoopvol lachend.
"Eh, ja. Rosa Nautica. Hotel Rosa Nautica, voor een weekje." Waarom benadrukte hij toch steeds dat het maar voor een week was? Om duidelijk te maken dat het de moeite niet was om contact te maken? Wat was nu een week?
"Gek! Ik ook! Da's een mooi toeval. En waar zit jij in 't vliegtuig?"
"Weet ik zo niet. Ergens een beetje voorin, geloof ik."
"Kijk dan even op je instapkaart. Straks zitten we naast elkaar!"
Onwillig pakte Frits zijn instapkaart. Rij 5, stoel c, bij het gangpad.
"Haha! Ik zit aan de andere kant van de gang. Rij 5! Super!"

Frits zat op zijn eenvoudig gemeubileerde kamer, de standaard omschrijving in reisbrochures voor ouwe meuk. Hoewel hij al tijdens de vliegreis voorzichtig aan Kees had proberen duidelijk te maken dat hij toch liever wat alleen bleef, was hij Kees de afgelopen twee dagen overal tegengekomen. Waar Frits was, dook Kees op. De eerste dag dacht Frits nog dat het gewoon toeval was, maar vandaag gebeurde het weer! Kees kwam vlak na Frits de ontbijtzaal in en ze ontbeten daarom maar samen. Toen Frits daarna aan het zwembad ging liggen, kwam Kees er toevallig naast liggen. Tijdens de lunch in "El Americano", waar Kees een originele Spaanse double sized hamburger had besteld, kwam Kees er, onder het uitroepen van "da's ook toevallig", ongevraagd bij zitten en bestelde heftig gesticulerend en naar Frits' bord wijzend "hetzelfde wat hij heeft". Kees kwam hier nu al 5 jaar en sprak nog geen woord Spaans. Hij sprak ook geen woord Engels trouwens. Als hij doelde op de in het hotel aanwezige Engelsen, sprak hij steevast over "die lelijke kreeften met hun kauwgom taaltje". En misschien was het allemaal nog niet zo erg geweest als hij zijn mond eens had gehouden, maar Kees bleef praten. Over zijn lugubere werk op het slachthuis, over het door hem op schaal nagemaakte Centraal Station van Utrecht dat op de zolder bij zijn ouders stond, over zijn vrienden van de schietvereniging waar hij iedere vrijdag en zaterdag bardienst draaide en over zijn gepensioneerde vader met wie hij iedere zondagmiddag "weer of geen weer" ging vissen. En over Engelsen, die volgens Kees meer bier dronken "dan tien Duutsers bij mekaar". Toen Kees die middag had verteld hoe geweldig het was om alleen op vakantie te gaan omdat hij steeds weer nieuwe vrienden maakte, realiseerde Frits zich dat hij waarschijnlijk nooit meer van Kees af zou komen. Hij werd gestalkt! Wat nu? Hij kon toch moeilijk de komende dagen op dit te zachte en omgekeerd evenredig hard krakende bed blijven zitten? En wat als ze terug waren in Nederland? Kees had gezegd dat hij nog altijd regelmatig bij al zijn vakantievrienden over de vloer kwam. Frits wilde niemand kwetsen, maar Kees was niet het type dat voldoende had aan een subtiele hint. Hij zou Kees keihard moeten zeggen dat hij niet van zijn gezelschap gediend was. Maar dat durfde Frits eigenlijk niet zo goed. Hij was immers maar alleen en Kees had iets ... nou ja, iets zonderlings over zich. Iets psychopathisch. In gedachten zag hij Kees met zijn slagersmessen in het slachthuis in de weer en hoe hij vereenzaamd op de zolderkamer bij zijn ouders met zijn treintjes speelde.

Frits keek op zijn horloge. Het was nu 5 uur. Hij wilde nog even zwemmen en dan douchen en dan eten en naar een café of een disco. Zonder Kees. En als Kees toch weer "toevallig" in zijn buurt kwam, zou hij gewoon rustig, maar ronduit, duidelijk, helder en zonneklaar zeggen, dat hij, Frits, graag de rest van de vakantie alleen wilde zijn. Hij zou zeggen dat hij moest nadenken, en dat hij daarom alleen op vakantie was gegaan. Kees zou dat dan best begrijpen en dan vervolgens aftaaien op zoek naar nieuwe vrienden. Zo zou hij het doen en zo zou het gaan.

Frits keek op zijn horloge. Het was nog geen 11 uur. Buiten klonk het geluid van feestende mensen en hij zat binnen op zijn kamer. Het was totaal anders gelopen. Bij het zwembad was Kees niet verschenen. Dat maakte dat Frits even dacht hij spoken had gezien. Maar toen hij na het douchen over de boulevard liep op zoek naar een leuk restaurantje had hij het gevoel gekregen te worden achtervolgd. Hij had omgekeken en recht in het gezicht van Kees gekeken, die nog geen twee meter achter hem liep.
"Ik wilde je net op je schouder tikken. Waar gaan we eten?"
Frits had zijn bedachte verhaal verteld.
"Wat heb je dan voor problemen?" had Kees gevraagd.
"Mijn vriendin is bij me weg gegaan. Eigenlijk zouden we deze vakantie met zijn tweeën gaan, maar ja...."
In dat geval, vond Kees, moest Frits zeker niet alleen blijven. Het was maar goed dat ze elkaar hadden ontmoet. Hij zou er wel voor zorgen dat Kees niet vereenzaamde en een leuke vakantie zou hebben. Hij had Frits bij zijn arm gepakt en het terras op getrokken van Pub 13, een Hollands eetcafé waar Kees een Hollandse rijsttafel voor twee personen bestelde. En Frits ... zei niets en liet het gebeuren.

Na het eten had Frits gezegd dat hij moe was en terug ging naar het hotel. Kees was met hem meegelopen tot aan Frits zijn kamer. "Tot morgen," had Kees gezegd toen Frits de deur van zijn kamer achter zich dicht gedaan had. En nu zat Frits al een half uur verslagen op het bed. Het bed had niet één keer gekraakt. Wat nu? Alleen op vakantie; hij had nooit moeten gaan.

De taakverdeling was duidelijk. Manolito was de baas. Hij stond achter de bar en tapte, en Manuel bracht de drankjes rond en rekende af. Alleen als je aan de bar zat, had je het genoegen door Manolito zelf te worden bediend en rechtstreeks met hem te mogen afrekenen.
De hotelbar was gezellig. Kees was er niet. Die lag waarschijnlijk al in bed in de veronderstelling dat Frits ook lag te slapen. Maar Frits had bedacht dat hij toch niet eeuwig op zijn eenvoudig gemeubileerde kamer kon blijven zitten. Dus rond middernacht besloot hij met nieuw herwonnen moed naar beneden te gaan om een afzakkertje te nemen.
Met een opgewekt "Hallo allemaal!" begroette Manolito hem toen Frits aan de bar ging zitten. Met zijn jarenlange ervaring wist hij precies of je Nederlands, Duits of Engels was. Er verscheen een brede glimlach boven zijn sikje. Biertje? Wat hier "biertje" werd genoemd, was een glas van een halve liter. Ja, een biertje, met een tequila. Sierlijk tapte Manolito het biertje en schonk met een wijde boog een tequilaglaasje vol tot de rand. Zonder ook maar een druppel te morsen zette hij het glaasje met twee tikken naast het bierglas.
Hij hoorde een vrouwenstem achter zich wat in het Engels tegen hem zeggen. Hij keek om en herkende een van de Engelse meisjes die hij gisteren en vandaag bij het zwembad had gezien. Ze waren met een hele grote groep. Een hele familie op vakantie, dacht Frits. Zij wel.
"Sorry," vroeg Frits.
"You've got to be careful with that. Your lights go out before you know it." zei ze.
Ja, daar wist Frits alles van.
"Yeah I know," lachte hij een beetje dommig.
"Do you mind?" vroeg ze en ging op de kruk naast hem zitten.
Nee, Frits didn't mind. Frits vond dit zelfs beter dan prima.
"Can I offer you something to drink?" vroeg Frits formeel.
Ja, hij mocht haar wel een drankje aanbieden. Een Flamingo. Manolito had het gesprekje blijkbaar gevolgd want de cocktail met gin, abrikozenbrandewijn en grenadine stond er al zonder dat Frits 'm feitelijk had besteld.
"Where's your friend?" vroeg ze en ze keek rond.
Was hij eindelijk even verlost van Kees, ging het toch weer over hem. Wat een vent! Daarom besloot Frits precies te vertellen hoe de vork in de steel zat. Hij vertelde van de vertraging en de toevallige ontmoeting. Hij vertelde van de treintjes en van het slachthuis en dat Kees ongevoelig was voor zijn vriendelijke verzoeken hem met rust te laten. Ze luisterde met oohs en aahs.

Drie biertjes met tequila en twee Flamingo's later ging het gesprek al lang niet meer over Kees maar over haar, haar familie en haar werk als kapster in Sussex. En toen ineens, als uit het niets, zei ze: "I know how you can get rid of him."
"What?"
"I said, I know how to get rid of Kies," zei ze vrolijk.
"I'll mary you if it works," grapte Frits.
Ze draaide naar Manolito en wenkte hem.
"Manolito, can you come over here for a minute please."


Het was laat geworden. Frits en Diana hadden als laatsten, uitgebreid afscheid nemend van Manolito, de hotelbar verlaten. Hij had haar naar haar kamer gebracht. In de gang hadden ze nog even zacht gepraat en uiteindelijk had hij haar innig gekust. Ze verdween langzaam door een kier van haar kamerdeur, haar hand pas op het allerlaatste moment van zijn schouder nemend. Tot morgen, had ze gefluisterd, net voordat ze de deur in het slot duwde. Even was hij nog voor haar deur blijven staan en toen was hij naar zijn kamer gegaan. En nu lag hij, tanden gepoetst, op zijn hotelbed de avond te overdenken. Hij kreeg een weeïg gevoel in zijn buik als hij aan Diana dacht. Haar oogopslag en haar glimlach deden hem denken aan die andere Diana, Lady Diana. Hij herinnerde zich hoe hij getroffen was door het bericht van haar ongeluk. Hij had gehoopt op herstel, maar al snel kwam het bericht dat Lady Diana was overleden. Frits was er gewoon door van slag geweest. Haar oogopslag en haar glimlach, daar was hij verliefd op geweest, zonder het zelf te beseffen. Nooit was hij zo'n jongen geweest die verliefd kon worden op onbereikbare personen. Daarvoor was hij veel te nuchter. Maar Diana was misschien wel de uitzondering. Misschien moest hij toegeven dat hij verliefd was geworden op haar en was het daarom dat haar dood hem zo had getroffen. En nu zag hij die oogopslag en glimlach terug in deze Diana. Was hij daarom nu op slag verliefd? Was dit weeïge gevoel in zijn buik verliefdheid?
Oh, en dan zat ie morgen weer opgescheept met die Kees! Als Kees nu maar niet alles verpestte. Gelukkig had hij Diana al uitgelegd dat hij niks met Kees had. Dat Kees was komen aanwaaien en zich opdrong als hongerige zwerfhond die maar achter Frits aan bleef lopen. Diana had dat goed begrepen. Ze wist dat hij Kees liever kwijt was dan rijk. Ze had gezegd dat ze wist hoe we van Kees af konden komen. Frits dacht diep na. Wat had ze daar ook alweer precies over gezegd? "I know how to get rid of Kies!" Dat had ze gezegd. "I know how to get rid of Kies!" En toen had ze Manolito wat in het oor gefluisterd en die was glimlachend weer aan het werk gegaan. En toen? Frits probeerde zich dat moment weer voor de geest te halen, maar dat lukte niet. Hij en Diana hadden het er niet meer over gehad. Waarom had hij haar niet gevraagd wat ze bedoelde met "I know how to get rid of Kies!" en wat had ze bij Manolito in het oor gefluisterd? En waarom had Manolito zo'n veelbetekenende glimlach gehad? Wat waren ze van plan? Hoe wilden ze van Kees afkomen? Frits voelde weer dat weeïge gevoel in zijn buik. Was dit verliefdheid of was dit angst?

Kees schrok wakker! Uiteindelijk was hij toch in slaap gevallen. Half negen was het nu. Hij had zeker niet meer dan een uurtje of drie geslapen, maar dat was genoeg om de wereld weer met heel andere ogen te kunnen zien. Hij ging rechtop zitten en lachte om zijn nachtelijke gedachten. Hij douchte en ging naar de ontbijtzaal. Hij had het gevoel ieder moment te kunnen worden overvallen door Kees. In de ontbijtzaal keek hij goed om zich heen. Geen spoor van Kees. Nonchalant pakte Frits een bord en schepte het vol met spek, worstjes, toast, roerei en witte bonen in tomatensaus. Hij ging aan een vrij tafeltje zitten en keek nog eens goed om zich heen. Geen Kees. Een vreemd gevoel van ongemak maakte zich van hem meester. Met zijn hoofd in zijn handen keek hij naar zijn volgeladen bord. Had hij eigenlijk wel trek? Frits schrok van het lawaai van een schuivende stoel tegenover hem.
"Wat heb jij dan op je bord?" riep Kees.
Kees, dacht Frits met enige opluchting. Waar kwam hij nu ineens vandaan? Waarom had hij Kees niet eerder gezien? Dat is wel een gave van Kees, opduiken als je hem het minst verwacht, dacht Frits en glimlachte.
"Gewoon, ontbijt," zei Frits.
"Die vette zooi is goed voor die kreeften," mopperde Kees, "maar als echte Hollander eet je dat toch niet?"
Wat ook een gave was van Kees was om direct weer irritatie op te roepen.
Precies op dat moment kwam Diana met haar familie binnen en ze waren luidruchtiger dan ooit. Hij wilde groeten, maar ze keek niet in zijn richting. Zou hij er naartoe moeten lopen?
"Hoor dan wat een drukte makers," mopperde Kees verder. "Ze hebben gewoon geen manieren. Ze zijn net zo vet als dat ontbijt van hun. Die Engelsen denken dat de hele wereld van hun is. Zitten we hier in Spanje, krijg je nog Engels ontbijt voorgeschoteld. Maar gewone pindakaas is nergens te vinden." ratelde Kees.
 Kees haalde adem.
"Net als aan het zwembad," ging Kees verontwaardigd verder. "Het staat toch overal duidelijk aangegeven dat je geen balletjes en zo in het zwembad mag hebben. Maar wat doen die onbeschofte Engelsen. Die gooien keihard de ballen om onze oren. Je kan er niet eens rustig liggen! Jij ergert je er toch ook aan? Ja, als iemand daar eens wat aan zou doen, dan zou dat lef zijn. Maar ja, zij zijn heersers van de wereld. Niemand durft iets tegen die Engelsen te zeggen. Zelfs jij bent bang voor die Engelsen. Ik zag je net wel kijken. Zie, er staat een groot bord bij het zwembad. Je maakt mij niet wijs dat jij dat niet gezien hebt. Jij ziet alles. Jij ergert je ook. Maar jij zegt ook niks."
Kees haalde adem.
"Het is dat ik geen goed Engels spreek," bracht Kees in als een soort verontschuldiging, "anders had ik naar de bar gelopen en had daar gaan klagen. Deir is a bol in de wotter, deir is a bol insiedent, get dem out of ze wotter! Dan moeten die Spanjaarden die rooie kreeften er wel uit gooien. En dat doen ze graag want die hebben net zo'n hekel aan die Engelsen als jij en ik. Als er maar iemand het lef heeft om te klagen, anders kunnen die Spanjolen ook niks doen."
"Maar ik hèb geen last van die Engelsen," riep Frits radeloos, "Ik heb last van jou!"
Het was eruit voordat Frits er zelf erg in had. Doorzetten nu, dacht hij bij zichzelf. Frits stond op en trok Kees aan zijn arm overeind.
"Die Engelsen daar...," en Frits wees in de richting van Diana, "Met dat meisje daar, heb ik gisteren gezellig aan de bar gezeten!"
Kees keek verbaasd en haalde adem om wat te zeggen, maar Frits liep bij hem weg. Kees zag hoe hij naar die Engelsen liep en dat het meisje opstond en voorzichtig naar Frits zwaaide. Hij zag hoe ze Frits bij zijn hand pakte en voorstelde aan de rest van de familie. Hij zag hoe een stoel werd bijgeschoven. Hij zag hoe Frits omkeek naar hem.

Frits keek om en zag Kees met een vies gezicht bij het tafeltje staan.
"Ga weg!" maande Frits zonder geluid en commandeerde Kees met een korte knik van zijn hoofd de ontbijtzaal uit.
"Isn't your friend comming over?" vroeg een familielid.
"It isn't his friend," hoorde hij Diana zeggen.
Frits zag hoe Kees twijfelend de zaal uitliep. Onderweg stopte hij een paar keer en keek dan naar Frits. Het sneed Frits door de ziel. Hij had medelijden met Kees, maar wat moest je met zo'n jongen? Hoeveel moet je van jezelf opgeven om vriendelijk te blijven tegen een opdringerige vreemdeling?
Pas toen Kees helemaal uit zicht was verdwenen draaide hij zich om. Diana pakte zijn hand.

Drie dagen had Frits nu met Diana en haar familie doorgebracht. Het was heel gezellig. Kees was nergens te bekennen. Niet in de eetzaal, niet aan het zwembad, niet aan de bar, niet op het strand, niet in het dorp, niet op de boulevard. Het leek wel of Kees in rook was opgegaan. Toch was Frits er altijd op voorbereid dat Kees ergens plotseling ineens onverwacht zou opduiken. Maar het gebeurde niet.
"Don't you think it's strange that we never saw Kees again?" zei Frits tegen Diana die naast hem op een strandbedje lag.
"We got rid of him. Be glad." zei ze koeltjes.
"Well a part of me, feels guilty about it. He's lonely."
Ze draaide op haar zij en keek hem aan.
"You told him that you didn't want so see him again. And the fact that he is lonely, doesn't make him a nice person. You said it yourself, he wasn't a nice person at all!"
Frits dacht na, maar eigenlijk had hij nooit tegen Kees gezegd, dat ie Kees niet meer wilde zien. Wat had hij dan wel gezegd? Hij wist het niet meer precies. Dat ie Kees lastig vond, zoiets had hij gezegd. Nee, dat hij last had van Kees, dat was het, maar meer niet. Was dat genoeg voor zo'n koppige dikhuid als Kees om voorgoed uit het zicht te verdwijnen?
Hij voelde de warme, zachte hand van Diana op zijn arm.
"Don't worry, just enjoy his absence. He can take care of himself." sprak ze zijn onrust daarmee bezwerend.
Hij boog naar haar toe en kuste haar.

Die nacht, na opnieuw een verrukkelijke avond, bracht hij haar weer naar haar kamer, maar in plaats van door de kier te verdwijnen, nam ze hem mee naar binnen. Haar kamer werd enkel verlicht door de lichten van de haven. Ze spraken niet. Woorden en licht waren overbodig. Ze vonden elkaar en wisten precies wat te doen.

"You'll have to go," fluisterde ze zacht terwijl ze hem voorzichtig wakker schudde.
"I don't want my family to find you in my room."
Frits trok zijn kleren aan en nam lang afscheid voor hij de donkere, stille gang op liep. Hoe laat zou het zijn? Hij keek op zijn horloge, maar kon amper wat zien. Waarom floepte het licht niet aan? Hij zwaaide met zijn armen. Nee, het licht bleef uit. Aan het eind van de gang, dicht bij het trapportaal, kwam een schamel licht door een smal raampje. Hij liep erheen en keek op zijn horloge. "Half zes. And all is well," zei hij zacht voor zich uit.
Toen zwaaide met kracht de deur van het trapportaal open. Een hand rijkte naar hem en trok hem het portaal in. Het gebeurde zo snel en onverwacht dat Frits struikelde. Hij viel hard achterover met zijn rug op trap die naar boven leidde. Voor de gesloten deur zag hij vaag de gestalte van een man.
"Kees?"
Kees boog zich over hem heen. Frits rook de scherpe lucht van drank en knoflook.
"Dit was de bedoeling niet," hoorde hij Kees bezorgd zeggen.
Hij hielp Frits overeind.
"Ik wilde alleen...."
Frits ging op de trap zitten.
"Ik wilde alleen maar ... praten."
"Maar ik wil niet met jou praten, Kees. Snap dat dan!"
"Ben ik dan een slecht mens? Ben ik onaardig? Frits, vind jij mij onaardig?"
De deur van het trapportaal ging langzaam open en daar stond Diana, met achter zich haar broer.
"I heard something, so I woke up my brother."
Ze omhelsde Frits en zei zacht: "I was afraid he'd hurt you."
Haar broer was zichtbaar teleurgesteld dat hij blijkbaar voor niets wakker was gemaakt. Zijn "so I can go?" klonk als een klaaglied. Ja, hij kon gaan. Nu stond Kees ook op.
"Aim sorie," zei hij op zijn beste Engels. "Ai meek folts, a lot of folts. Exjoes mie for de folts. Ai ko nou. Goed vekeesjon verders. Ik zal je niet meer lastig vallen."
Kees liep de trap af naar beneden. Twee verdiepingen lager hoorden we de deur van het portaal open en dicht gaan. Frits keek nog langs de leuning naar beneden. Hij zag en hoorde niets meer.

Zijn rug voelde wel wat beurs maar verder was er niks kapot. Hooguit blauwe plekken. Hij lag op zijn buik op haar bed in haar kamer en zij lag op haar zij naast hem en streelde zijn rug.
"I guess he'll leave us alone now," zei ze zacht.
Frits draaide zijn hoofd naar haar toe. Het werd langzaam licht.
"What did you mean, when you said, you could get rid of Kees?"
Ze keek hem niet begrijpend aan.
"In the bar, when we first met. You spoke to Manolito about it."
Ze glimlachte.
"Why are you asking? What did you think I would do?" vroeg ze plagerig.
"I don't know. Murder him, put him in a bag and dump him," zei hij lacherig.
"No, I asked Manolito if he would send Kies away from the pool for playing ball, so we could have our rest."
"But Kees doesn't have a ball, you have!"
"Well, I didn't said it was fair, did I?" en ze lachte en zoende zijn verbaasde hoofd.

De laatste twee dagen waren fantastisch! Hij nam innig afscheid van Diana, mailde nog een paar keer en vergat haar. In het vliegtuig zag hij Kees nog. Kees stak zijn hand op en hij zwaaide terug.
Jaren later, toen Frits al lang getrouwd was en kinderen had, zag hij op de lokale TV een uitzending voor lokale politieke partijen. Kees was lijstrekker voor de plaatselijke VVD en leek heel normaal.

Salvatore Cocco
oktober 2012