Translate

27 augustus 2020

Walem Trilogie - 1 - Wat vooraf ging

Het klinkt als de titel van een slechte Amerikaans politieserie, COVID NINETEEN, maar het bleek een hinderlijk tot dodelijk virus. Door de maatregelen, waarmee men verspreiding en besmetting zoveel mogelijk probeerde te voorkomen, zag onze vakantie er ineens heel anders uit. Toevallig hadden we dit keer, in tegenstelling tot andere jaren, de vakantiereis nu eens bijtijds geboekt. Dat bleek geen goede zet.
"Kent u die mop van dat stel dat naar Griekenland ging? Nou, die gingen niet."
Het werd niet verboden om naar Griekenland te vliegen, maar ik zag mijzelf niet uren lang met 150 mensen opgepropt in zo'n kleine ruimte doorbrengen. Er zit immers altijd wel iemand in de buurt die ineens onbedaarlijk en onbehoorlijk gaat hoesten.
"Ughuuurrrr, grrruugh!"
Op zo'n moment trekt plots heel je leven aan je voorbij. Dan zie ik snotterende mensen op 1,5 meter van de kist staan.
"Hij wou begraven worden, maar met die Corona is cremeren toch veiliger."
Maar bovendien, ook in Griekenland gelden beperkende maatregelen. Van een onbezorgde vakantie, zoals we gewend waren, kon dus geen sprake zijn. En hoe werk je al die grote bergen gyros naar binnen met een mondkapje op? We hebben de reis geannuleerd. 400 euro kostte ons dat. 400 euro, om twee maanden lang het idee te hebben, dat we naar Griekenland zouden gaan. Da's best veel geld, maar liever veel geld kwijt, dan je gezondheid. Maar, zeggen mensen dan, de kans dat je Corona krijgt, is wel heel klein. En dat klopt. Net als bij de staatsloterij. Die winnen we ook nooit. Maar dan zal je net zien, zitten wij in dat vliegtuig, en ja hoor, jackpot! Allebei Corona. Nee, dat lot wilden wij aan ons voorbij laten gaan.

Gelet op mijn (inmiddels wel bekende) houding ten opzichte vakantiereizen zag ik er niet zoveel nadeel in om dit jaar drie volle weken thuis te blijven. Heerlijk! Mijn vaste reisgenote dacht daar echter anders over. We werkten al sinds maart voortdurend thuis, we kwamen nergens meer, dus die wilde er wel even tussenuit. Ik dacht nog aan een paar dagen in een hotel, maar nee, dat zag ik toch echt helemaal verkeerd. Een huisje moest het worden. Een huisje in Zuid- Limburg. Wel in eigen land, maar in een zo andere omgeving, dat je je toch in het buitenland kon wanen. En dan ook wel een volle week, want voor minder ging ze de deur niet uit. Zucht.
In dat soort kwesties heb ik echt niks in te brengen. Als ik zeg dat een midweek toch ook mooi is, dan wordt dat resoluut en zonder aanziens des persoons van de hand gewezen. Dus werd er een week geboekt in bungalowpark Schin op Geul.

Hoewel de naam van het park anders doet vermoeden, was het park niet gelegen in Schin op Geul. Het lag ernaast. In wereldstad Walem. Drie boerderijen, een kerk en een café.
Op internet zag het er prima uit, en zoveel keus hadden we nou ook weer niet, want vrijwel heel Nederland vierde vanwege Corona vakantie in eigen land, dus veel zat ook al vol of was onbetaalbaar duur. En, mind you, we hadden al 400 euro aan de vakantie besteed door te annuleren. Dus gelaten stemde ik ermee in. Walem werd het. En ze was dolgelukkig. Da's dan tenminste iets.

In de weken van de zogeheten voorpret kreeg ik er steeds minder zin in. Hoe dichterbij het kwam, hoe meer ik er tegenop zag. Wat moesten we in godsnaam zeven dagen in Walem? Waarom had ik geen voet bij stuk gehouden? Een midweek was toch lang zat geweest? Wie het kleine niet eert, is toch ook het grote niet weerd? En zo'n huisje, in zo'n minipark - want dat is het, een minipark, zonder subtropisch watervalspektakel, zonder pannenkoekenhuis, zonder overdekte plaza, zonder grillrestaurant - daar valt toch geen bal te beleven? Thuis heb je alles wat je hartje begeert, je hoeft je arm maar te strekken en je hebt iets vast dat je lief is. Maar wat heb je in Walem? Drie boerderijen, een kerk en een café. Bovendien zo'n huisje is altijd een beetje smerig, daar slaap ik voor geen meter, en nogmaals, in fokking Walem. Drie boerderijen, een kerk en een café. Maar dat zag ik allemaal helemaal verkeerd. Je kon er fietsen huren, fijn wandelen, Maastricht en Valkenburg lagen op steenworp afstand, dus genoeg te doen, aldus de reismaffia. Maar waarom zou ik fietsen huren? Ik zit nooit op zo'n ding. Ja, ik heb er wel één, maar als ik 'm pak, moet ik 'm eerst afstoffen, de banden opblazen en de vergane remblokjes en de leeggelopen batterijen van het achterlicht vervangen. En dan zou ik daar voor mijn lol een fiets gaan huren? Ik dacht het niet! En wandelen is best leuk, maar niet zeven dagen lang! Maar we konden toch ook een dagje naar Valkenburg en een dagje naar Maastricht? Jazeker, maar dan blijven er nog altijd vijf dagen over. Wat doen we daar dan mee?
Je snapt het al: op vakantie gaan, dat is niet mijn ding. Je moet ineens van alles doen waar je onder normale omstandigheden niet eens over zou peinzen. Maar voor veel mensen moet het tijdens vakanties allemaal anders. Dan sta je ineens tot je knieën in de zee met een batje een balletje over te slaan. Dat doen we normaal nooit! Maar op vakantie moet dat, want dat is dan leuk. Als het dan zo leuk is, waarom doen we dat dan nooit? Waarom gaan we op een verloren zondagmiddag nooit eens met een batje een balletje over slaan, met de onderbenen in het water? Simpel, omdat het oervervelend is. Ik doe het dan ook niet. Nooit. Ook niet op vakantie!

Even een vraagje tussendoor. Is het nou op vakantie gaan of met vakantie gaan? Ga je MET tegenzin OP vakantie, op ga je OPgefokt MET vakantie? Of alle twee?

Maar goed, de dag die je wist dat zou komen, was eindelijk hier. Althans, zo formuleerde mijn reisgenote het. Ik dacht alleen maar: kut, wat gaat de tijd toch snel! We pakten 's ochtends de koffers in en reden 's middags naar Walem. Drie boerderijen, een kerk en een café én, jawel, een bungalowpark.
Normaal gesproken doe ik niet lang over het inpakken van mijn koffer, maar in Nederland vakantie vieren is toch anders dan naar een Grieks eiland reizen. Daar is het altijd warm. Daar heb je genoeg aan flipflops en een lekkere warme zwembroek. In Nederland moet je echter rekening houden met alle denkbare weersituaties. Stortbuien, vrieskou, hittegolven, herfststormen. Dus een dikke jas, een dunne jas, een regenjas, een tussenjas, lange broeken, korte broeken, lange mouwen, korte mouwen, truien, vesten, open schoenen, dichte schoenen, flipflops, kaplaarzen, kortom het hele assortiment van de C&A moet mee. En dat moet allemaal in datzelfde koffertje als waar vorig jaar alleen je slippers en je badmuts in hoefden.
En handdoeken, veel handdoeken, want de handdoeken in die huisjes zijn altijd smoezelig en ruiken raar. En een paar boodschappen, want die kampwinkels zijn altijd schreeuwend duur, sprak hij, die 400 euro uitgaf aan een nooit gevierde vakantie. Ik had nog maar net geen dakkoffer nodig.

De reis verliep voorspoedig. De TomTom kon Walem feilloos vinden. Toen we echter net het plaatsnaambordje waren gepasseerd, hield ie ermee op. Bestemming bereikt. Ik zei het toch. Drie boerderijen, een kerk en een café. Maar nergens iets te zien dat op een bungalowpark leek. De tactiek in dit soort kwesties, weten wij vanwege onze ervaringen in Griekenland en België, is zolang mogelijk rechtdoor rijden en je gevoel volgen. Terwijl de zon uitbundig scheen, leidde de smalle weg met oude huizen (waarvan de voordeuren rechtstreeks op de weg uitkwamen, geen stoep) ons onrustbarend stijl naar beneden. Ik voelde me heerlijk op m'n gemak. Het was net Griekenland. Onderaan de weg, een splitsing, zonder borden. Ik koos voor rechtsaf. En ja, toen we net de bocht om waren, stond daar, half verscholen onder de laaghangende takken van een boom, een bordje met in kleine lettertjes de tekst "bungalowpark Schin op Geul" en een pijltje dat naar de hemel wees. Nou, en toen waren we er ook in een vloek en een zucht.


Het park lag op een heuvel en bood een prachtig uitzicht op het Limburgse heuvellandschap. Vanuit ons huisje konden we Walem zien liggen. Drie boerderijen, een kerk en een café. Het huisje zelf was wel oké. Grieks schoon, zal ik maar zeggen. Er was geen airco, maar het was er wel 29 graden binnen. Alleen de badkamer was echt niet fris. Haren in het putje en een eens wit douchegordijn. Daar hebben we direct melding van gemaakt bij de Receptie. En toen we terugkwamen van een korte verkenningswandeling in de omgeving (langs drie boerderijen, een kerk en een café) was onze badkamer echt brandschoon schoongemaakt en hing er een fonkelnieuw blauw douchegordijn. Het hele huis rook fris naar chloor. En met die 29 graden in het huisje en die chloordampen was het net alsof we toch een subtropisch zwemparadijs hadden.