Translate

19 oktober 2013

Het lijk dat sprak: Hoofdstuk 9

De autorit

 
In de auto, onderweg naar het hotel, sprak Jansen nergens over.
"Leest u boeken?" vroeg hij ineens, nadat we een minuut of 10 stil naast elkaar hadden gezeten.
"Ja, soms," antwoordde ik.
"En wat is het laatste boek dat u gelezen hebt?"
"Eh, is dat belangrijk."
"Oh nee," lachte Jansen, "ik ben gewoon benieuwd. Ik lees graag geschiedenisboeken. De oude Grieken, Egypte en zo. Dat interesseert me zeer. Ik heb net een boek gelezen over de stichting van Londen. Zeer interessant!"
"Tja, dat kan."
Ik wist niet zo goed wat ik met dit gesprek aan moest. Was hij me uit de tent aan het lokken? Was het de bedoeling dat ik me op mijn gemak ging voelen en me dan per ongeluk zou verspreken, of wilde hij echt alleen maar een aardig gesprek voeren om de tijd te doden?
"Geschiedenis is niet zo mijn ding," zei ik naar waarheid.
"Wat gebeurd is, is gebeurd. Ik kijk liever naar de toekomst. Maar dat is voor u natuurlijk anders. U graaft graag in het verleden. Logisch eigenlijk, dat u van geschiedenis houdt."
"Zo heb ik het zelf nog nooit bekeken, maar er zit wel wat in misschien. En wat leest u dan graag? Detectives?"
Dat klopte wel, maar ik zei: "Vooral literaire romans en natuurlijk vakliteratuur."
Dat laatste was zeker gelogen. Net zo goed als ik nooit naar een seminar ging, interesseerde ik me ook niet voor de zogenaamde vakliteratuur.
"Wat is dat toch met u," zei Jansen als door een bij gestoken, "waarom zegt u niet gewoon dat u graag detectives leest? Wat wilt u daarmee verbergen?"
"Verbergen? Ik heb niets te verbergen? Waarom denkt u toch steeds dat ik iets te verbergen heb?"
"Omdat wij in uw woning gekeken hebben en nergens vakliteratuur hebben aangetroffen. Wel een kast vol detectives! Daarom!"
Hij draaide de auto het bospad in dat naar het hotel leidde en zweeg. Ik voelde me betrapt.
"Zijn jullie in mijn huis geweest?" vroeg ik verontwaardigd.
"Geeft u eerst eens antwoord op mijn vraag!" en hij bracht de auto tot stilstand op een parkeerplek vlak bij het hotel. Het begon al te schemeren en de lichten waren aan. Het hotel lag er feeƫriek bij. We stapten uit de auto.
"Nou?" vroeg Jansen.
Hij stond naast de auto en keek mij over het dak heen vragend aan.
"Ja, ik lees graag detectives en nee, ik weet niet waarom ik iets anders zei. Ik denk omdat ik jou geen gelijk wilde geven. Het was een impuls."
"Heb je wel vaker een impuls om te liegen?"
"Welnee, natuurlijk niet. Dit is voor mij in ieder geval sowieso geen normale situatie. Ik ben ergens in beland waar ik niet wil zijn."
"Je wilde iemand oplichten! Dus je hebt het wel een beetje aan jezelf te danken."
"Ik wilde niemand oplichten! Ik wilde iemand zijn verdiende loon bezorgen! Oplichters worden er zelf beter van, ik zou er niks aan over houden!"
"En die 25.000 euro dan?"
"Daar heb ik gewoon werk voor geleverd, een huisstijl voor ontworpen en alles wat daarbij hoort."
Jansen was even stil en ik realiseerde me dat we elkaar ineens weer tutoyeerden. Wat betekende dit?
"Kom," zei hij, "we gaan naar binnen, wat eten."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten