Translate

28 februari 2020

tegendraads

Hoe positief iets ook is, als het me wordt opgedrongen, hoeft het voor mij niet meer. Dan word ik tegendraads, gaan de hakken in het zand, gooi ik de kont tegen de krib en taai ik af. Toedeledoki! Ja, het is misschien niet altijd slim, maar het gebeurt gewoon. Ik kan er niks aan doen. Zo ben ik nou eenmaal. Dat ik er niks aan kan doen omdat ik nu eenmaal zo ben, is natuurlijk volslagen onzin. De enige die er überhaupt wat aan zou kunnen doen, dat ben ik zelf. Maar je hoort het mensen wel vaker zeggen, dat ze er niks aan kunnen doen omdat ze nu eenmaal zo zijn. Terwijl het juist heel gemakkelijk is om je gedrag te veranderen. Ja! Als ik onder schot wordt gehouden, ga ik immers heus niet bij de hand lopen doen.
"Handen omhoog!"
"Doe lekker zelf je handen omhoog."
Heus, onder dit soort omstandigheden pas ik mijn gedrag echt zonder problemen aan. Net zo makkelijk. Dus ik ben eigenlijk alleen tegendraads als ik het me kan veroorloven om tegendraads te zijn, en dat is dus nog best vaak, want in dit vrije Nederland, waar de gezagsverhoudingen geheel zijn vervallen en we allemaal gelijk zijn, kan feitelijk iedereen het zich veroorloven niet mee te doen en tegendraads te zijn.

Als ik een uitnodiging krijg voor de bruiloft van mijn beste vriend en er wordt gevraagd om helemaal in het wit te komen, ben ik waarschijnlijk de enige in een grijs pak.
Als op een training wordt gevraagd om met de ogen dicht op de grond te gaan liggen omdat we samen een "virtuele reis" gaan maken, ben ik de enige die rechtop blijf zitten met de ogen open. Ik ben toch niet gek! Bovendien hou ik niet van reizen.
Als je overal hoort dat vlees eten echt niet meer kan, of het nou in het belang is van dierenwelzijn of klimaatverandering, dan neem ik nog een stukkie extra.
Als op de sportschool de instructeur me wil motiveren door "Je kan het!" te roepen, bewijs ik zijn ongelijk door per direct te stoppen en het lidmaatschap op te zeggen. Ik zeg, succes!
Is dat tegendraads of is dat tegendraads?


Maar soms waai ik ook gewoon met de wind mee en go ik with the flow. Mijn rebellie is niet principieel, maar gewoon geen zin. En het is heerlijk om ergens geen zin in te hebben en het dan ook niet te doen. Ik moet al zoveel. De wekker zetten, opstaan, scheren, tanden poetsen, douchen, netjes aankleden, op tijd wegrijden, werken, boodschappen doen, eten maken, Netflix kijken of op bezoek gaan of bezoek ontvangen, op tijd naar bed toe, slapen.... En dat 5 dagen per week, nu al bijna 40 jaar lang. (Vervang Netflix door TV voor de eerste 38 jaar.) Dan nog al die klusjes, schapje hier, schilderijtje daar, kastje verzetten, snoertje langer maken, kastje terug zetten, snoertje korter maken, vuilnis buiten zetten, onkruid wieden, snoeien, grasmaaien, stenen schrobben enz. enz. Wat moet een mens toch veel. Nou ja, moet? Ook dat is een keuze natuurlijk. Ik kan er ook voor kiezen om als kluizenaar in een hutje op de hei te gaan wonen. Da's op zich ook al best tegendraads. Maar toch doe ik dat niet, want tegendraads zijn is eigenlijk alleen maar leuk als er op z'n minst één iemand is, die het waarneemt en zich eraan ergert. Tegendraads zijn zonder dat het gezien wordt, is geen bal aan.

Dus, ik ben wel tegendraads maar alleen als:
- er minstens één mens is die zich dan aan mij stoort;
- ik er de puf voor heb;
- als het zich niet tegen mij keert.
Hoe rebels is dat?!

Gr. Salvatore

22 februari 2020

over de nachtmis en cafés

Er is iets opmerkelijks aan de hand in Nederland. Feitelijk is het al jaren gaande, maar ik zie het nu pas. Ik ga het uitleggen. Komt ie.

Er was een tijd dat ik op vrijdag- en zaterdagavonden altijd te vinden was in de cafés en disco's in het uitgaanscentrum van de stad. Van 9 tot een uur of 1 hadden mijn vrienden en ik het daar gezellig met muziek, meisjes, bier en sigaretten. Na afloop trokken wij nog wat uit de muur en zwalkten vervolgens over de brug naar huis. Jaren achtereen was dit de standaard. Wij kenden iedereen en iedereen kende ons.
Aan die regelmaat kwam een eind toen we niet meer thuis woonden, maar op onszelf gingen. Ieder zijn eigen huisje-boompje-beestje. We huurden een videootje en gingen bij elkaar op visite. Fijn burgerlijk, maar zo ging het.

Jaren later kwam ook daar een eind aan. Koopwoningen en kinderen maakten dat het leven vol zat met verantwoordelijkheden en verplichtingen. Wij, mijn vrienden en ik, wilden toen wel weer eens een ouderwets en onbezorgd avondje stappen. Dus kochten wij onze vrouwen om en gingen! Half negen in de Korenbar, net als vroeger. Maar tijden veranderen, want wij waren de enigen in het eens zo populaire café. Dus na het snelle eerste biertje, gingen wij op zoek naar de gezellig drukke, populaire cafés. Maar welke tent wij ook binnen gingen, overal was het stil. Zou stappen dan helemaal uit zijn, vroegen wij ons af. Maar tijden veranderen. Letterlijk. Want het werd wel druk, maar pas veel later. De uitgaansavond begon pas na elven. Vanaf dat uur werd het langzaamaan drukker. En uiteindelijk was er weer net zo'n gezellige drukte als vroeger. Alleen was het toen al bijna 3 uur 's nachts! In onze tijd was alleen een enkele nachtclub zo laat nog open. Maar nu waren alle cafés nog open en wij dus ladderzat. Maar dat kwam natuurlijk vooral door het zwaar vermoeiende leven in een jong gezin en heus niet door al vanaf half negen aan het bier te zitten, noch door onze leeftijd. Nou ja, wat ik maar zeggen wil, tijden veranderen.

Neem nou de traditionele nachtmis op kerstavond. Die begon, zoals de naam al doet vermoeden, precies om middernacht, dus op 00:00 uur. Hoewel wij thuis nou niet bepaald kerkgangers waren, de nachtmis werd niet overgeslagen. Drommen mensen liepen in dikke rijen over straat, op weg naar de nachtmis. De kerk zat bomvol. En terwijl de kapelaan zijn one-man-show opvoerde, met een praatje en een liedje begeleid door een niet geheel toonvaste organist, zwaaide ik naar vriendjes en probeerden wij elkaar met gekke bekken trekken aan het lachen te maken. Naast het lichaam van christus en de zegen van de kapelaan ontving ik voortdurend standjes van mijn moeder. Na de mis liepen we in de kille, donk're nacht naar huis waar we dan - en dat was voor mij als kind echt een hoogtepunt - in de warme, kaarsverlichte kamer krentenbrood met goeie boter aten. Midden in de nacht! Wat een heerlijke traditie!

Om mijn vrouw, die niet katholiek is grootgebracht, dat stukje van mijn jeugd te laten ervaren, leek het ons leuk om deze traditie in ere te herstellen, voor één keer. Dus op kerstavond hield ik haar wakker en tegen middernacht togen wij naar de kerk. Ik was er toen zelf al vele jaren niet meer geweest. Ik heb mijzelf verlost. Maar, ik kijk er met liefde op terug, niet met wrok, dus ik verheugde mij op de liedjes en de rituelen en zelfs de preek. Het werd een teleurstelling. Ik vond het onderweg naar de kerk al wel stil op straat, maar ik dacht dat dat kwam omdat al die oudjes tegenwoordig met de auto naar de kerk gingen. Nou, dat bleek een complete misvatting. Niemand was met de auto gekomen, omdat er niemand was gegaan. Er was namelijk helemaal geen mis. De kerk was gesloten. Ja, er was wel een nachtmis, zo las ik op een aan de deur gespijkerd pamflet, maar die hadden ze al om 8 uur gevierd! Een nachtmis, om 8 uur? Ja, tijden veranderen! We hebben thuis nog wel het kerstbrood gesmeerd en opgegeten, Dat maakte dan nog iets goed.

Dus dat is wat er aan de hand is in Nederland. Wij zeggen van tradities te houden, maar we zijn er zelf totaal niet zuinig op! Als gewone cafés tot 5 uur 's ochtends op zijn en nachtmissen al om 8 uur beginnen dan weet je dat tijden en dus tradities veranderen. Ja, zelfs de nog niet zo oude traditie van de late night talkshow op tv start tegenwoordig ook al niet meer om 11 uur, maar om 10 uur. Waarom is dat allemaal nodig? Waarom moeten de tijden steeds veranderen? Ik begrijp het niet. Wat is er mis aan de "oude" tijd?

Mijn conclusie is, alle veranderingen in de tijd worden ingegeven door geld. Maatschappelijk welzijn speelt geen enkele rol. Als het om geld gaat, gooien we tradities blijkbaar zonder moeite uit het raam. De moorkop wordt roomkop uit angst er anders minder te verkopen. En angst is altijd een slechte raadgever. Ja, zelfs de nachtmis is uit commerciële motieven in tijd verplaatst. Denk zelf maar na, ik ga het niet uitleggen. Van alle verslavingen is geldzucht toch wel de ergste. Geld maakt meer kapot dan je lief is. Maar er zijn helaas geen klinieken om bankiers, boekhouders en beleggers van hun verslaving af te helpen. Zal ook wel weer een geldkwestie zijn.

Groetjes, Salvatore