Translate

04 september 2021

Droomstart - Texel 1 van 2

Een weekje vakantie in eigen land is mooi, maar je hebt meer in te pakken dan voor zes weken Bahama's. Ja, je blijft in Nederland dus dan moeten er ook vesten, truien, jassen, sjaals, handschoenen, lieslaarzen en thermo-ondergoed mee. Je weet het hier immers maar nooit. Zo heb je 30 graden zon en een uur later sta je kleumend onder een brug te schuilen voor regen dat met bakken uit de lucht valt. Dus bepakt en bezakt reden wij richting Den Helder om van daaruit onze cruise naar Texel te maken. Het liep allemaal voorspoedig. En de boot lag al klaar. We reden er zo op. Een droomstart.

Wij hadden een chalet geboekt op een park met een hoge score en dito prijzen. Voor hetzelfde geld hadden we met ons tweeën een week geheel verzorgd op een Grieks eiland gezeten. Maar goed, Corona, en je wil ook de eigen economie weer een boost geven, en Texel is ook mooi zei men. En eerlijk is eerlijk, het was allemaal ook prima geregeld. Thuis konden we al inchecken. We kregen een keycard thuisgestuurd en daarmee konden we vanaf 15:00 uur, hup, zo het huisje in. Dan waren de bedden netjes opgemaakt en stond de koffie klaar. Nou ja, dat laatste bij wijze van spreken dan. Maar, groot voordeel, je hoefde dus niet meer bij de receptie in een lange rij te staan om je sleutel op te halen. Nee, alles was al digitaal en via PostNL geregeld. Aan het eind van de week pleurde je de keycard in een brievenbus en klaar. Zo konden wij, volgens de folder, genieten van een veilige en contactloze vakantie. Superhandig allemaal. Geen gedoe, lekker alles zelf thuis regelen vanachter je laptopje, heerlijk.

"Ik ga vast even kijken waar het huisje ligt," zei Linda toen we 10 voor 3 de auto op de parkeerplaats niet ver van onze chalet parkeerden.
"Ja, neem dan gelijk wat spullen mee. Da's toch veel handiger. Anders blijf je aan het heen en weer lopen," zei ik managerial.
Na vijf keer heen en weer lopen, stond alles voor de deur van ons huisje.
"Hij doet het niet," zei Linda met de keycard in de hand.
"Hoezo doet ie het niet?" zei ik ongelovig en stopte de kaart op verschillende manieren in de gleuf. Maar nee, het lampje werd niet groen, de deur ging niet open.
Ik keek op mijn horloge. 10 over 3. Dan zou die het toch moeten doen. Nou, even wachten dan nog en straks nog eens proberen. Wij zijn altijd ook zo precies op tijd. En toen zag ik, dat de openslaande tuindeuren niet goed dicht zaten. Ik trok eraan, en hup, we konden zo naar binnen. Ik zette snel de spullen in de kamer en we keken wat rond en we keken wat rond en hoe meer we rondkeken hoe meer ons de moed in de schoenen zonk. Smerig! Smerig! En niet gewoon centerparcssmerig, maar echt super duper mega smerig! Roompotsmerig, zeg maar. Een bos haren in het doucheputje en in het afvalbakje, bruine strepen in de wc-pot, een gasfornuis waar de pannen aan bleven plakken en echt overal rotzooi op de vloer. Bovendien waren de bedden niet opgemaakt en de zitbank zag eruit alsof een groep Russische mijnwerkers erop had liggen worstelen. En de keycard werkte nog steeds niet.
"Dit pik ik niet," riep Linda kwaad. "Kom, we gaan naar de receptie!"
"En de koffers?" vroeg ik.
"Ja, die moeten terug de auto in, die kunnen we hier niet laten staan. Die tuindeuren kunnen niet eens dicht."
Dus sjouwden we alles weer terug naar de auto en reden naar de vijf minuten verderop gelegen receptie. Daar trok Linda een jong meisje over de balie en sloeg ik de general manager knock-out.
Zo ging het niet precies, maar het scheelde niet veel. We kregen natuurlijk duizendmaal excuses. Een ander huisje hadden ze niet; ze zaten helemaal vol. Ja, ze hadden een groot personeelstekort, zei het meisje. Ze kwamen 15 schoonmakers tekort en ook ander personeel.
"Wat heb ik daarmee te maken? Dan moet je niet zo'n tent runnen als je er de mensen niet voor hebt!" riep ik vrij hard.
De general manager kwam. Uit zichzelf. Blijkbaar was mijn volume van dien aard geweest dat de man zich realiseerde dat er iets te sussen viel. Ook van hem duizendmaal excuses. Maar ja, er hadden 50 schoonmakers moeten komen, maar ze hadden er maar 25. Het tekort aan personeel liep op waar je bijstond.
"Nou, zelfs met 25 extra schoonmakers krijg je die bank nog niet schoon!" zei ik weer met het bekende volume.
Nee, maar als we nu naar het chalet gingen dan kwamen er nu direct schoonmakers naar het huisje en de operational manager, ene Pascal, zou ons daar dan over een half uur verder te woord staan.
We keken elkaar aan. Wat waren onze opties? Terug naar ons blinkend schone huis met alle luxe die een mens zich kan wensen? Dus wij weer terug naar het chalet.

De schoonmakers waren inderdaad al gearriveerd. Met een sleutel die alle deuren opent waren zij al binnen. Twee blonde dames. Een Nederlandse 60-plusser en een Engelse 50-plusser. Nou, dat zie je toch ook niet vaak. Het stel leek zo uit een SBS6 programma te komen. Rondkijkend riepen de dames zelf ook voortdurend ach en wee toen ze alles aanschouwden. Ja, het was echt een bende. De Engelse dame schoof de bank opzij en slaakte een gil. "Don't look, we're gonna clean it all up for you."
"Yes, we aar making it hartstikke klien," bevestigde de Nederlandse. Ze trokken hun beschermende handschoenen aan en gingen aan de poets.


Enfin, ze hebben daar met z'n tweeën een uur lang geschrobd en geboend. En toen was het nog niet echt spic en span, maar leefbaar. Alleen die bank, ja, die zag er nog steeds uit alsof een roedel wilde zwijnen erop had liggen rollebollen. Ja, daar konden de schoonmakers ook niks aan doen. Dat moesten we toch met die Pascal regelen. Maar ja, die kwam maar niet. En de parasol zag er ook uit alsof James Bond ermee van het dak was gesprongen. Helemaal krom. En het deurtje van het vriesvak van de koelkast kon ook niet dicht. En de wifi-code werkte ook niet. Oh jawel, de wifi-code werkte wel. Ik was te ongeduldig. Oh en ook het deurtje van het vriesvak kon wel dicht. Er zat was ijs aan rand. Toen ik dat had weggeschraapt ging ie met iets harder drukken gewoon dicht. Net als de tuindeuren. Die konden wel dicht, maar: "Je moet er wat harder aan trekken," zei de oudste schoonmaakster toen ze weggingen. Nou, dat wordt me ook niet vaak gezegd.

Ondertussen was die Pascal nog steeds niet gearriveerd en de keycard werkte ook nog steeds niet, dus wij weer naar de receptie. Inmiddels waren er sinds onze aankomst al 3 uur verstreken. Dat ging lekker soepel, veilig en contactloos.

Het meisje achter de balie kromp ineen toen ze ons zag aankomen. Nee, Pascal was niet geweest. Nou, ze ging hem gelijk bellen. Zij bellen, maar Pascal nam niet op. Ze stiefelde naar achteren. En het duurde en het duurde en toen kwam ze terug. Wij kregen een gewone sleutel mee voor de deur want die werkt altijd en die Pascal zou nu echt direct naar het huisje komen. Dus wij weer in de auto, met een ouderwetse sleutel, naar het chalet. Ondertussen bleven de benzineprijzen maar stijgen.

Bij het huisje verscheen na vijf minuten inderdaad ene Pascal. Voor de zekerheid was hij niet alleen gekomen, maar werd hij beveiligd door een stagiaire. Ja, hij zag ook wel dat dit bankstel niet kon, maar hij had geen ander en ja, personeelstekort. Hij was zo laat omdat deze operational manager zelf net met zijn handen in een verstopt riool had gezeten. Goddank voor Corona dat we geen handen hadden geschud! Om een lang verhaal kort te maken, de parasol zou hij direct laten vervangen en hij zou een lakenpakket laten brengen, dat we over de bank konden draperen.

We zijn er maar mee akkoord gegaan. Geen zin in nóg meer gedoe. En een optreden bij MAX Vakantieman zagen we ook niet zitten. Dus sleepten we voor de tweede keer al onze spullen naar het huisje. De nieuwe parasol en het lakenpakket voor over de bank werden inderdaad snel bezorgd. Ondertussen maakten wij de rest van het huisje schoon, zodat we ons zonder ergens aan vast te plakken door het chalet konden bewegen. De koffers pakten we niet uit. We durfden onze schone kleren niet op een hangertje in de kast te hangen. Kortom, een droomstart.

Die avond aten we in De Koog bij de enige Griek die Texel rijk is, Yamas!, en dat verzachtte het leed. Ondanks diverse glazen wijn deed ik die nacht echter geen oog dicht. Maar ja, het was ook lang geleden, dat er zoveel adrenaline door mijn lichaam had gestroomd.