Translate

29 juli 2012

Het fruitvliegje

 
Even vooraf, het is niet mijn bedoeling om mensen te kwetsen, ook niet met dit verhaal, maar toch acht ik de kans vrij groot, dat een aantal lezers, laat ik zeggen, op zijn minst onaangenaam verrast zullen zijn. Laat ik daarom maar meteen met de deur in huis vallen. Ik haat katten!

Of nou ja, haten.... Eigenlijk heb ik niks tegen katten. Vooral die jonge katjes - ik schrijf hier bewust "katjes" en niet "poesjes" - zijn onmiskenbaar schattig en aandoenlijk. Of die rare gewoonte om in dozen te kruipen, zo grappig. Ook het eigenzinnige karakter van de kat spreekt me wel aan. Katten laten zich niks zeggen en dat mag ik wel. Hoewel, ik zag laatst een video van een monnikenklooster in India waar ze katten hadden geleerd door hoepeltjes te springen in ruil voor voedsel. Voor zulke katten heb ik geen respect. Maar voor de kat die, geheel tegen de zin van zijn voedster, al voor de derde achtereenvolgende keer gewoon zijn klauw in het nieuwe lederen bankstel zet met een blik van "jij maakt me niks!", kan ik alleen maar bewondering opbrengen.

Nu heb ik een huis met een tuin. Een heerlijke tuin. Zeg maar gerust een dierentuin. Want behalve een keur aan vogels wordt onze tuin bewoond door egeltjes, spitsmuisjes, kikkertjes, ja zelfs konijntjes. Maar ook - en nu komt het - katten!

Het enige wat die beesten in mijn tuin doen, is de andere dieren verjagen én, erger nog, gele plekken in het gras piesen en uitwerpselen begraven in de perkjes. Wil je een bedje violen planten, grijp je achteloos in zo'n kundig verborgen, bacterierijk kattenhoopje. En heb je het bedje violen er dan uiteindelijk in zitten, zie je de volgende dag de kat er heerlijk middenin liggen. Alle violen zo plat als de nieuwe TV van Samsung!

Waarom houden mensen hun kat niet gewoon binnen? Ik gooi de poepluiers van de kleine toch ook niet over de schutting bij de buren! Ik laat mijn kleuter toch ook geen zandbakje spelen tussen de gerbera’s van de buren! Ik laat mijn tieners toch ook niet tussen de hortensia's van anderen verstoppertje spelen of mijn adolescent over het tuinmuurtje van de overburen plassen! Maar nee, van katten moet je dat allemaal maar goed vinden.

Welnu, daarom ben ik een offensief begonnen. Een kattenoffensief! Ik heb mijzelf bewapend met een Super Soaker. Deze ligt, altijd gevuld en goed op druk, binnen handbereik. Als ik een kat mijn territorium in zie wandelen, grijp ik mijn wapen en stuif naar buiten. In volle vaart vuur ik vanuit de heup een dikke straal koud water af op het beest! Ondanks dat ik er steeds handiger in word, moet ik toegeven, dat de straal maar zeer zelden doel treft. Gelukkig zijn er geen beelden van, want het ziet er natuurlijk niet uit. Een volwassen man die op slippers rennend, half struikelend met een waterpistool mis schiet. Maar ik stel mij zo voor dat als de kat, flink geschrokken, een eindje verderop zit bij te komen, dat er dan een andere kat voorbij kuiert die zegt: "Is die gek van nummertje 32 weer bezig?"

Misschien denk je nu, maar dit verhaal heet "Het fruitvliegje" en ik heb nog niks gelezen over een fruitvliegje? Nou, da's dan niet waar, want in dit stukje alleen al staat drie keer het woord fruitvliegje.

Groetjes, Salvatore