Translate

25 januari 2014

de omgekeerde wereld

Ruim dertig  jaar geleden - ja, zo oud ben ik - betrad ik als, toen nog, jongeman de arbeidsmarkt. De snelle rekenaars onder u zijn inmiddels tot de conclusie gekomen, dat dit aan het begin van de tachtiger jaren van de vorige eeuw moet zijn geweest, en inderdaad, dat klopt. Het was een roerige tijd. Er was crisis. Het ene na het andere bedrijf ging failliet, er was een hoge werkloosheid en de regering moest zo fors bezuinigen, dat werd gesproken van een afbraakbeleid. Onze welvaartsstaat, waar we zo hard voor hadden gewerkt, werd, volgens velen, volledig te grabbel gegooid. En als starter op de woningmarkt maakte je nauwelijks een kans. Huurwoningen waren niet beschikbaar en een hypotheek kon je nauwelijks krijgen. Je zou kunnen zeggen, dat die situatie in veel opzichten lijkt op wat we vandaag de dag meemaken. Maar niets is minder waar. De situatie is totaal omgekeerd.

Was in de jaren tachtig de rente onwaarschijnlijk hoog - de hypotheekrente was opgelopen tot ruim 13% -, nu is de hypotheekrente historisch laag! Als je een spaarrente haalt van 1,5% mag je blij zijn, terwijl in jaren tachtig een spaarrente van 4, 5% eerder regel dan uitzondering was.
We waren voor onze gezondheid collectief verzekerd en betaalden een inkomensafhankelijke premie. Dat was gebaseerd op het solidariteitsbeginsel. De sterkste schouders draagden de zwaarste lasten en toonden aldus zich solidair met de minder bedeelden. Tegenwoordig kan je als gezonde twintiger je verzekering zo samenstellen, dat je alleen betaalt voor de zorg die jij nodig hebt. Dat klinkt mooi, maar dat betekent wel dat mensen die door het lot een minder stabiele gezondheid hebben, veel meer moeten betalen. Nou en? Daar heb ik toch geen last van? Waarom zou ik voor hen betalen? Solidariteit is niet alleen een vergeten, maar ook een vies woord geworden.

De basis van de regering werd destijds gevormd door het CDA. Met strakke hand loodste minister-president Lubbers ons door de crisis. Tegenwoordig speelt het CDA geen enkele rol meer - wat op zichzelf genomen een zegen is - en hebben we een minister-president met een ruggengraat van caoutchouc.
Als we het als bevolking ergens niet mee eens waren, gingen we de straat op om te protesteren. Met honderdduizenden protesteerden we tegen de mogelijke komst van kernwapens naar Nederland. Tegenwoordig komen we nog nauwelijks buiten en klikken we met de muis vanuit onze veilige, goed geïsoleerde huizen, op plaatjes en delen die op Facebook en Twitter. Zo, daar zal de regering wel van schrikken, denk je ook niet?

Als maatregel tegen de werkloosheid werd de werkweek korter gemaakt; die ging van 40 naar 38 of zelfs 36 uur en de op de zo vrijgekomen uren werden nieuwe mensen aangenomen. Tegenwoordig gaan er stemmen op om de werkweek juist weer te verlengen. Hoe helpt dit in de strijd tegen de werkloosheid?
Oudere werknemers kregen in de jaren tachtig aantrekkelijke regelingen aangeboden, zodat ze ruim voor hun pensioen konden stoppen met werken om aldus plaats te maken voor jongeren. Maar tegenwoordig moeten ouderen zelfs na hun vijfenzestigste doorwerken om voor een fatsoenlijk pensioen in aanmerking te komen. Hoe draagt dat nu bij aan het oplossen van de jeugdwerkloosheid?
En als je als vrouw zwanger raakte en een kind kreeg, was het normaal dat je stopte met werken. Jij ging je bezig houden met de opvoeding van je kind, en een ander ging jouw werk doen. Tegenwoordig kijkt men raar op als een vrouw stopt met werken en zich volledig aan de opvoeding van haar kind gaat wijden. Sterker nog, men spreekt er schande van. Ze onttrekt zich aan de samenleving en ze onthoudt het kind het opdoen van sociale vaardigheden in de crèche. Hoe komt dit aan de keuzevrijheid van vrouwen ten goede?

Er is in dertig jaar veel ten goede veranderd. Ondanks de crisis, van toen en nu, hebben we het in Nederland allemaal nog nooit zo goed gehad. En toch denk ik, dat er met al die verbeteringen ook een aantal zaken, heel stilletjes en stiekum, onopgemerkt verloren zijn gegaan, die we beter hadden kunnen behouden. Daarom denk ik soms toch met enige weemoed terug aan die tijd, toen het leger er nog was om ons land te verdedigen en niet werd ingezet in een kruistocht tegen de moslims, zoals in de middeleeuwen.

Salvatore Cocco
25 januari 2014