Even vooraf, het is niet mijn bedoeling om mensen te kwetsen, ook niet met dit verhaal, maar toch acht ik de kans vrij groot, dat een aantal lezers, laat ik zeggen, op zijn minst onaangenaam verrast zullen zijn. Laat ik daarom maar meteen met de deur in huis vallen. Ik haat katten!
Of nou ja, haten.... Eigenlijk heb ik niks tegen katten. Vooral die jonge katjes - ik schrijf hier bewust "katjes" en niet "poesjes" - zijn onmiskenbaar schattig en aandoenlijk. Of die rare gewoonte om in dozen te kruipen, zo grappig. Ook het eigenzinnige karakter van de kat spreekt me wel aan. Katten laten zich niks zeggen en dat mag ik wel. Hoewel, ik zag laatst een video van een monnikenklooster in India waar ze katten hadden geleerd door hoepeltjes te springen in ruil voor voedsel. Voor zulke katten heb ik geen respect. Maar voor de kat die, geheel tegen de zin van zijn voedster, al voor de derde achtereenvolgende keer gewoon zijn klauw in het nieuwe lederen bankstel zet met een blik van "jij maakt me niks!", kan ik alleen maar bewondering opbrengen.
Nu heb ik een huis met een tuin. Een heerlijke tuin. Zeg maar gerust een dierentuin. Want behalve een keur aan vogels wordt onze tuin bewoond door egeltjes, spitsmuisjes, kikkertjes, ja zelfs konijntjes. Maar ook - en nu komt het - katten!
Het enige wat die beesten in mijn tuin doen, is de andere dieren verjagen én, erger nog, gele plekken in het gras piesen en uitwerpselen begraven in de perkjes. Wil je een bedje violen planten, grijp je achteloos in zo'n kundig verborgen, bacterierijk kattenhoopje. En heb je het bedje violen er dan uiteindelijk in zitten, zie je de volgende dag de kat er heerlijk middenin liggen. Alle violen zo plat als de nieuwe TV van Samsung!
Waarom houden mensen hun kat niet gewoon binnen? Ik gooi de poepluiers van de kleine toch ook niet over de schutting bij de buren! Ik laat mijn kleuter toch ook geen zandbakje spelen tussen de gerbera’s van de buren! Ik laat mijn tieners toch ook niet tussen de hortensia's van anderen verstoppertje spelen of mijn adolescent over het tuinmuurtje van de overburen plassen! Maar nee, van katten moet je dat allemaal maar goed vinden.
Welnu, daarom ben ik een offensief begonnen. Een kattenoffensief! Ik heb mijzelf bewapend met een Super Soaker. Deze ligt, altijd gevuld en goed op druk, binnen handbereik. Als ik een kat mijn territorium in zie wandelen, grijp ik mijn wapen en stuif naar buiten. In volle vaart vuur ik vanuit de heup een dikke straal koud water af op het beest! Ondanks dat ik er steeds handiger in word, moet ik toegeven, dat de straal maar zeer zelden doel treft. Gelukkig zijn er geen beelden van, want het ziet er natuurlijk niet uit. Een volwassen man die op slippers rennend, half struikelend met een waterpistool mis schiet. Maar ik stel mij zo voor dat als de kat, flink geschrokken, een eindje verderop zit bij te komen, dat er dan een andere kat voorbij kuiert die zegt: "Is die gek van nummertje 32 weer bezig?"
Misschien denk je nu, maar dit verhaal heet "Het fruitvliegje" en ik heb nog niks gelezen over een fruitvliegje? Nou, da's dan niet waar, want in dit stukje alleen al staat drie keer het woord fruitvliegje.
Groetjes, Salvatore
Cindy Lauper had er een hit mee in 1983 en wat blijkt, ze had gelijk! Meisjes willen echt vooral lachen! Alle onderzoeken in die richting komen dan ook met dezelfde resultaten. Als gevraagd wordt wat vrouwen aantrekt in een man, komt humor steevast op de eerste plaats. Humor staat eenzaam bovenaan. Geld, aanzien, spierbundels, knap, slim, spetterende seks het kan allemaal niet op tegen humor. Een man met humor zit geramd. Een man met humor heeft 10 vrouwen aan elke vinger. Want "Girls just wanna have fu-un".
Maar waarom is dat zo? Waarom vinden vrouwen humor zo belangrijk? Welke evolutionaire grondslag kunnen we daarvoor vinden? Zoeken ze misschien iets in de man wat ze zelf niet hebben? Ja, ik begeef me hiermee op glad ijs, maar, zeg eens eerlijk, hoeveel grappige vrouwen ken jij dan? De beste en bekendste grappenmakers zijn toch man. Er zijn wel grappige vrouwen, maar die kan je echt op de vingers van een gemankeerde hand tellen. Of ligt dat aan mij en zijn ze er wel, maar ken ik ze niet? Ja, nu niet aankomen met Miranda Hart of Brigitte Kaandorp. Dat zijn de uitzonderingen. Dus voorlopig lijkt het er toch sterk op dat vrouwen zelf geen humor hebben en het daarom zoeken bij de man! Compensatie dus.
Als vrouwen echter zelf geen humor hebben, hoe zijn ze dan toch in staat om humor te herkennen? Om dat te kunnen beoordelen moeten we eerst objectief proberen vast te stellen wat humor eigenlijk is.
Algemeen wordt aangenomen dat voor humor twee zaken nodig. Aan de ene kant moet het verhaal, de situatie of het gegeven een sterke associatie oproepen, zodat verteller en publiek deel uitmaken van het onderwerp of het ernstig nemen. Van de andere kant moet het verhaal, de situatie of het gegeven zodanig worden genuanceerd dat men er afstand van kan nemen of de ernst ervan verdwijnt. Het resultaat is een lach, al dan niet met tranen.
Daarnaast spreekt men van "gevoel voor humor" als iemand in staat is zo'n humoristisch verhaal te kunnen begrijpen, aan te voelen of zelf te bedenken. Kijk en dan valt alles op zijn plek. Vrouwen zijn wel in staat humor te begrijpen en aan te voelen, maar zelf bedenken, ho maar! Daar hebben ze dan toch echt een man voor nodig!
Heb je ondertussen al een paar namen van echt grappige vrouwen gevonden? Nee hè!
Dit alles brengt me wel naar de vraag: wat kunnen vrouwen dan eigenlijk wél? Ja, het lijkt een zijsprong, maar die vraag is alleszins gerechtvaardigd, lijkt me. Ik bedoel, mannen lopen harder, voetballen beter (of althans, wereldwijd bezien), kunnen beter kaartlezen, weten hoe de afstandsbediening werkt. Ja zelfs op een typisch vrouwelijk geacht gebied als koken, doen mannen het beter. Immers, de beste koks, zijn mannen! En met humor is het dus al niet anders. Ze lachen er graag om, maar zelf iets bedenken zit er niet in. Ja, kinderen krijgen, dat kunnen ze, maar kinderen opvoeden is weer iets anders. Dan moet de man toch weer helpen. Hoe vaak hoort men een moeder niet wanhopig haar kind tot kalmte manen met de woorden: Wacht maar tot je vader thuiskomt! Daarmee tevens een heel verkeerd en ongewenst beeld van de man creërend. Maar goed, dat nemen wij mannen allemaal voor lief.
Maar waarom nemen mannen dit allemaal voor lief? Het antwoord is even simpel als geniaal. Er is maar één logisch en passend antwoord. Mannen tolereren vrouwen alleen maar, omdat ze lachen om hun grapjes. Een man kan zich geen beter publiek wensen dan vrouwen. Ze lachen sneller, harder en smakelijker! Bovendien, vrouwen gaan je er leuk door vinden; je kan je ermee in positieve zin onderscheiden van andere mannen die minder grappig zijn (op dat moment). Het streelt het mannelijk ego! Zo zijn wij mannen, wij hóren graag hoe goed wij zijn!
En zo is de evolutionaire cirkel rond. Vrouwen houden van mannen vanwege hun humor, en mannen houden van vrouwen die om hun grapjes lachen. Wat zit de natuur toch mooi in elkaar. De Schepper moet daarom wel een man zijn!
Salvatore Cocco
Zo zit je nog in de volle zon op een terrasje met je PC (piña colada) en een dag later kan je de deur niet uit zonder ZW (zuidwester, niet te verwarren met fritswester, de kale politiek commentator van RTL). En hoewel het soms schitterende plaatjes oplevert, vraag je je toch af: Waar komt die depressie nou ineens vandaan? Meteorologisch gezien (schitterend woord trouwens, meteorologisch) kan het achteraf vaak wel worden verklaard, maar een depressie voorspellen blijkt schier onmogelijk.
Zo herinner ik mij die keer, dat ik ijs ging halen. Het was een prachtig zonnige zondag. De tuin bood warmte, licht en geborgenheid. De vriezer boodt enkel waterijsjes en wij hadden zin in schepijs. Niet ver bij ons vandaan is dat ijs in overvloed en voortreffelijke kwaliteit verkrijgbaar, dus besloot ik de fiets uit de ruststand te halen en snel even op en neer te fietsen. Voor de zekerheid keek ik nog eenmaal naar de hemel om mij ervan te vergewissen dat mijn beslissing een juiste was en ik zag een helder blauwe vlekkeloze lucht mijn ijsvoornemen gul bevestigen.
Enkele ogenblikken later stapte ik met een papieren zak vol met bekertjes schepijs in alle kleuren van de regenboog de ijssalon uit. Ik zat nog niet op de fiets of ik voelde de eerste druppels al. Ik keek naar boven, maar zag geen wolkje. Dus trapte ik stevig door en even later fietste ik me daar toch ineens in een gigantische hoosbui! Ongelofelijk! In slechts enkele seconden was ik door en door nat!
Snel reed ik een portiek in om te schuilen, maar ik realiseerde me dat het schuilen zich slechts tot enkele ogenblikken kon beperken vanwege het smeltende ijs in de papieren zak. Ik wierp nogmaals een blik omhoog en zag nu een onheilspellend donker blauwe lucht. Dit gaat nog wel even duren, was mijn conclusie. Dus trotseerde ik de striemende, koude regen en baande mij een weg naar huis.
Amper binnen - ik moest de fiets nog op de standaard zetten in het schuurtje - hield de regen net zo plotseling op als het was begonnen en de zon straalde weer. Sterker nog, achter het huis, in mijn tuin, was geen druppel gevallen! Iedereen keek dan ook verbaast op toen ik, geheel doorweekt en natte voetstappen achterlatend, de slappe doorweekte zak met bekertjes op de tuintafel wierp. Men had moeite mijn verhaal te geloven. Men hield mij voor een leugenaar. Ik was zeker in een sloot gefietst of zo. Maar toen ik hen, onder dwang en ernstige bedreigingen, meenam naar de voorzijde van het huis, moesten zij erkennen dat ik in de korte tijd van afwezigheid, niet in staat kon zijn geweest met de tuinslang de hele buurt nat te sproeien. En verwonderd dronken wij uit slappe kartonnen bekertjes het tot een bruingroenige smurrie verworden kleurig Italiaans schepijs.
Achteraf kan deze gebeurtenis goed worden verklaard, maar ja, achteraf kijk je een koe in de kont. Zou het niet mooi zijn als je het gewoon van te voren ziet aankomen? Dan kan je daar fijn rekening mee houden, anticiperen, pro-actief zijn en de effecten van de depressie verminderen of tot een absoluut minimum beperken. Maar helaas, dat lukt ons dus blijkbaar niet. We zien het niet aankomen! Dus zal het blijven gebeuren, dat ik ineens en onverwacht in een fikse hoosbui fiets. Enig houvast daarbij is de wetenschap dat deze bui zal overwaaien en ik haast net zo plotseling weer in de volle zon zal staan.
Salvatore Cocco