Translate

22 augustus 2012

Dag 8, Epiloog

Op buitenlandse vliegvelden is het altijd een beetje een gedoe. Eerlijk is eerlijk, maar nergens is het zo goed georganiseerd als op ons eigen Schiphol. Maar de man achter de incheckbalie was vriendelijk voor ons en we kregen twee mooie plaatsen bij het raam, achterin het vliegtuig, rij 29.

Op Malaga hebben ze gelukkig wel een Starbucks (die ook nog eens super goedkoop is vergeleken met die minibar op Schiphol) dus namen we nog even lekker een vertrouwde cappuccino. Wij gaan altijd wat later het vliegtuig in. Je hoeft niet te dringen en je hebt toch allemaal een vaste plek, so what's the rush? Dat reizen is al vervelend genoeg, dus je moet het voor jezelf makkelijk en aangenaam maken.

"Goedemorgen," zei de stewardess vriendelijk en keek naar onze kaartjes. We weten inmiddels goed de weg in een vliegtuig, dus we konden meteen door, dachten we. Maar nee, de stewardess die ons zojuist vriendelijk goedemorgen had gewenst riep ons terug! Of we even àchter haar wilden gaan staan.
Wat nu dan? Hadden ze drugs in onze bagage ontdekt of zo? Werden wij aangezien voor gevaarlijke terroristen of werden we verdacht van illegale smokkel van uitheemse diersoorten? Wat!?

Er was een fout gemaakt door de afhandelaar, ik ken hem niet. Daardoor had men ons in een verkeerd type vliegtuig geboekt. In dit vliegtuig was helemaal geen rij 29. Dit vliegtuig had maar 26 rijen. Dus feitelijk zaten wij nu ergens op de achterste staartvleugel! Wel een mooi uitzicht, maar je haar raakt zo in de war.
Uiteindelijk kregen we een plek voorin, niet naast het raam maar wel elkaar. De paar mensen die nét iets later kwamen, werden verdeeld over de andere lege plekken. Hele gezinnen werden zo wreed uit elkaar gerukt.
Na landing op Schiphol hoorden we een vrouw, type Goois, klagen over "de chaos op Malaga". Haar puberdochter zei stuurs: "Ik vond het wel leuk om niet naast jou te hoeven zitten!"

Nog leuker dan de vakantie zelf vind ik het thuiskomen. Wat hebben we het goed! Alles is schoon en mooi en groot ook. Je eigen bed, je eigen kussen, je eigen douche. En gratis wifi all over the place! Waarom wil een mens er überhaupt "even tussenuit"? Vanwege de zon? Ja, de zon is heerlijk, maar ondanks mijn mediterrane bloed beginnen mijn schouders al na drie dagen te prikjeuken en blaasjes te vertonen. Zonneallergie! Wat ik er ook op smeer of niet smeer, ik krijg het geheid.

De eerste keer dat ik met zonneallergie werd geconfronteerd was in Portugal, nu bijna 25 jaar geleden. Ik wist niet wat het was, maar had er vreselijk last van. Dus zat ik met een nat t-shirt aan - dat gaf enige verkoeling en dempte de jeuk - de hele tijd in de schaduw, terwijl de rest, goed geolied, heerlijk lag te knisperen in de zon. Heel zielig.
Ik raakte aan de praat met een Engelse mevrouw en zij gaf mij de tip om eens naar die Portugese meneer te gaan. "He's a doctor!", zei ze. Ze wees naar een invalide man in een rolstoel, die af en toen door zijn begeleider het water werd ingereden en dan weer in de zon te drogen werd gezet.
Ja, hij mag dan wel doktor te zijn, maar waarin? Mijn vrienden spoorden me aan om toch maar even op consult te gaan bij "The Riding Doctor". (In die dagen was de tv-serie "The Flying Doctors" heel populair.)

De volgende dag was de jeuk zo erg dat ik alle bezwaren overwon. Hij keek even naar me en schreef direct een recept voor me uit dat ik bij de plaatselijke apotheek voor een paar escudo's kon laten maken. Gewoon regelmatig goed insmeren en gewoon in zon zitten, zei die gek.
Nou, dat heb ik gedaan. Het spul gaf meteen verlichting en twee dagen later was ik van de allergie af! Een wondermiddel! Met veel dank aan The Riding Doctor!

Terug in Nederland ben ik met de tube en een restant langs verschillende doctoren en apotheken geweest. Ik wilde dat spul altijd op voorraad hebben voor de toekomst. Maar niemand wist wat het was en ze konden het ook niet maken. Één apotheker zei dat het spul in Nederland verboden was.
Ik had nog genoeg voor één allergie vrije vakantie, maar toen was het op. En sindsdien heb ik nooit meer iets gevonden dat écht hielp. Nooit meer een allergie vrije zonvakantie. Maar je kan er honderd mee worden, zou mijn moeder zeggen. Ik dus 105!

Tot slot van deze octologie nog even een paar laatste dingetjes.

Als je van vis met graten houdt of van slijmerige schaaldieren kan je aan de kust van Spanje je hart ophalen. Zo niet, dan adviseer ik een "kroketje van Edje" op te zoeken voor die vertrouwde Hollandse snackbar kwaliteit, of een flinke portemonnee mee te nemen en luxe uit te gaan eten, want lekker koken kunnen ze niet echt. Maar je kan natuurlijk ook, net als wij gaan doen, gewoon fijn naar een van de vele Griekse eilanden gaan; altijd goed!

Als kind, en eerlijk gezegd nog wel, was ik een fan van cowboyfilms. Of nou ja, fan.... Het Wilde Westen met Indianen en Gringo's en naar Mexico vluchtende bandieten. In de streek waar wij zaten, vind je dat allemaal terug, gewoon bij ons in Spanje. Plaatsjes als Santa Fé, de bouwstijl, de warmte, de taal, het landschap, alsof je in een heuse Western zit. Alsof James Stewart zo de hoek om kan komen. Alsof Eli Wallach je zo gevangen neemt en je moet wachten tot John Wayne je komt bevrijden. Preachtig!

Tip: Sangría is heel lekker, als je in Spanje bent; eenmaal hier, smaakt het nergens meer naar en blijkt het gewoon zoete waterige wijn met vruchtjes uit blik. Maar ben je in Spanje dan wordt het een soort Godendrank. Wonderlijk!

Waarom ik over de ene gebeurtenis wel kan schrijven en over een andere niet, weet ik niet. Vaak zijn het juist de kleine, lullige, niets betekende dingetjes die ik leuk vind om op te verwoorden. Daarom dus niets over Granada en Al Hambra, niets over het krokodillenpark, niets over de waterscooters etc. maar in plaats daarvan verhaaltjes over vermiste hamburgers en andere ongemakken. Daar haal je de boeken top 10 echt niet mee, vrees ik.

Koffers uitpakken gaat altijd lekker snel. De hele zooi gaat zo, hup, de was in. De stoffige flipflops heb ik in Spanje achter gelaten, als tastbare herinnering aan mijn bezoek. Mocht je ergens ooit in Spanje een verdwaalde teenslipper zien, weet je "Cocco was here!"

Salvatore Cocco

Dag 7, Een gewone dag

Om er niet teveel de nadruk op te leggen, doen we net of het een heel gewone dag is. Toch is het geen gewone dag; het is onze laatste dag. Morgen reizen we in alle vroegte weer naar huis. Ja ik vind dat niet erg. Ik denk bij iedere vakantie halverwege de week al, nog maar drie nachtjes!
Linda had hier nog gerust een paar dagen langer kunnen doorbrengen, die vind het altijd jammer dat we maar acht dagen gaan. Dus zwijg ik, hou ik me in en doe ik net of het een gewone dag is, maar van binnen juich ik. Nee, ik ben geen reiziger.

Wat opvalt is dat er in Torremolinos veel homo's zijn! Ze lopen gearmd, kussen en knuffelen, en houden eigen beachparty's. Een paar potten voor de deur en hup, ze gaan helemaal los. Het lijkt waarachtig Amsterdam wel. Ja, het oude Amsterdam, want tegenwoordig, als je de berichten moet geloven, kan je je in Amsterdam beter niet meer als homo manifesteren. Gelukkig lijkt er in Torremolinos geen enkele noodzaak om met wie dan ook rekening te houden.

Een wat dikke, behaarde man van midden vijftig, slofte langs onze bedjes, daarbij veel zand opstuivend. Hij had roze, veel te kleine slippers aan en schoof daarmee richting de toiletten. Die heeft zeker de slippers van zijn vrouw even aangetrokken, dacht ik. Het zand is immers bloedheet. Maar de harige dikkerd sjokte niet naar de toiletten, hij sjokte naar een andere harige dikkerd die aan de boulevard op een bankje zat. Ze omhelsden en zoenden elkaar innig en kuierden hand in hand mijn blikveld uit.

Veel mensen kopen te kleine slippers, was de reactie van Linda toen ik haar dit vertelde. Wat is dat nu voor een reactie, dacht ik nog, maar toen ik, verscholen achter een glas met wel een liter bier vanaf het terras de voorbijkomende mensen aan het bespieden was, moest ik met Linda constateren dat veel mensen hun slippers inderdaad vaak te klein kopen. Slechts een enkeling kon er zijn hele voet in kwijt. Bij velen hangt de hak over de rand of, erger, steken de tenen er aan de voorkant als klauwen uit. Let maar eens op! Het is écht zo.
Ik vraag me af hoe dat er dan in de winkel aan toe gaat?
"En hoe zitten ze?"
"Ja, ik weet het niet. Mijn hak valt wel over de rand, maar mijn tenen niet! Heeft u ze ook een maatje kleiner?"

Achter ons zaten aan een tafeltje vier Engelse kerels. Ze waren alle vier flink aan de maat en zo kaal als een biljartbal. Met hun baardjes, tattoo's en piercings leken het wel leden van een zekere, niet nader te noemen, criminele motorclub. En geheel volgens het vooroordeel waren ze zeer luidruchtig. Ze dronken grote glazen Magner bier en aten grote, vette hamburgers met alles er op en er aan, maar dan ook echt álles. Echte macho's!
"I don't know about John. He's so demanding," zei de man met de krulsnor, ondertussen luid smakkend zijn hamburger herkauwend.
"I know. And poor Jimmy isn't man enough to deal with it," bevestigde de man tegenover hem.
"I think I'm going to have a talk with Jimmy," besloot de krulsnor en liet een vette boer.
De man die eruit zag alsof hij werd gespeeld door Arjan Ederveen en tot nog toe alleen had gegeten, richtte zich plots tot de krulsnor en sprak met lijzige stem maar gedecideerd: "Oh David, don't get involved! They must deal with their own problems."
"But I feel I have to do something," reageerde de man met de snor verongelijkt.
"Well, do me!" riep Arjan Ederveen vrolijk en wierp lachend zijn hoofd achterover.
Dit waren duidelijk geen leden van een motorbende.

Pepe Lopez is een klein theater waar de beste dansgroep van Spanje zou optreden. Volgens de aanplakbiljetten die door heel Torremolinos hingen was hier sprake van un grande spectacolo! Hier kwamen oud en nieuw Spanje bij elkaar. Nou, een avondje theater leek ons voor zo'n laatste avond wel geschikt.

Pepe Lopez bleek de naam van de uitbater te zijn. Zijn theater was feitelijk een lage kelder, niet hoger dan een metertje of twee.
"Ik denk niet dat de dansers vanavond veel zullen springen," zei ik tegen Linda.
De ruimte was gevuld met kleine tafeltjes en stoeltjes zoals je ze bij ons vaak in peuterspeelzaaltjes aantreft, maar die net aan zijn voor de gemiddelde Spanjaard.
Er was plek voor een kleine honderd mensen, maar het zat hooguit voor de helft vol. Je kreeg door Pepe zelf, een grote dikke man met sierlijke pas - homo - een plaats naar zijn believen aangewezen.
Wij kregen de luxe bankjes met tafeltjes én sangría. Ons avondje "So you think you can Flamengo" kon beginnen.

Nou, het grande spectacolo viel mij nogal tegen. De "mannelijke" dansers stonden maar een beetje te hakken in hun strakke broeken en interessant met de armen te zwaaien, terwijl de twee gitaristen minutenlang hun gitaar stemden - plieng plieng pling, ploing ploing plong. Daarachter stonden de Jan en Zwaan van Spanje een beetje door elkaar heen te klappen. Zwaan gilde af en toe hard in de microfoon en Jan schraapte dan zijn keel.
Maar ik moet zeggen, de danseressen waren goed! Twee vielen er bijzonder op. Een deed een fantastische solodans in een mooie zwarte Spaanse jurk met van die franjes. Erg goed! En die ander, dat was gewoon een super lekker ding!

Salvatore Cocco

21 augustus 2012

Dag 6, De beste excursie

Zo'n hele week een beetje dom aan het strand liggen is niks voor mij! Zeven dagen is echt de max!

Nu mag je gerust weten dat ik een fan ben van "Wie is de mol?". Of nou ja, fan, ik kijk er graag naar. Fan klinkt gelijk weer zo hysterisch en ik ben niet hysterisch. Historisch, maar niet hysterisch. Maar goed, tijdens de laatste serie, die waarin Hadewych Minis wint, speelde een bepaald onderdeel zich af in het plaatsje Ronda. En laat dat plaatsje nou op nog geen 60 kilometer bij ons vandaan liggen. Dus ik wilde naar Ronda!

Dan heb je een doel, maar dan komt de vraag, hoe gaan we dat doel bereiken? Huren we een auto of pakken we een excursie? Gaan we voor vrijheid zonder ook maar enige kennis op te doen, of plaatsen wij onszelf in een keurslijf onder deskundige begeleiding? Aangezien we de laatste jaren steeds auto's hebben gehuurd, kozen we dit keer voor de excursie.

Zeven uur! Dat bekent zes uur opstaan! Zeven uur zou de bus ons ophalen. Omdat wij nog niet eerder zo vroeg tussen de lakens uit waren gekropen, wisten wij niet dat het om zeven uur 's ochtends nog gewoon donker is. Heel apart. Zeven uur is het nog donker, terwijl om acht uur de zon hoog aan de hemel staat. Echt heel apart.

Onze reisleider luisterde naar de naam Diego. Geen Maradona. Een vriendelijke, grijze zestiger. Hij vertelde onderweg van alles en nog wat en had een zeer subtiele humor. Hij sprak zijn teksten in het Spaans, Duits, Frans, Italiaans en Engels, want onze groep, zo zij hij vijf keer, was een zeer internationale groep. Bij Ronda zouden we ons dan ook splitsen in een Romaans en een Germaans sprekend deel. Handig, want anders blijf je alles vijf keer herhalen.

Wij werden als enige Nederlanders ingedeeld bij "the Germans". Nu heb ik de oorlog nooit meegemaakt, maar ik voelde toch enige weerstand. Onnodig, want deze Duitsers waren, zoals eigenlijk alle Duitsers, vriendelijk en voorkomend. Hoe komt het dan toch dat als thuis een Duitser mij in het Duits de weg vraagt, ik hem steevast de verkeerde kant op stuur? "Do ist der Bahnhoff! Do!"

Ik beschik niet over de literaire kwaliteiten van een Tolkien en ben dan ook niet in staat de omgeving zo beeldend te beschrijven als hij dat kon, maar als je de brug van Ronda ziet, lijkt het écht alsof je in Lord of the Rings terecht bent gekomen. Wat een schitterend bouwwerk!

Het stadje Ronda, dat op 750 meter hoogte, tussen 1100 meter hoge bergen ligt, wordt letterlijk in tweeën gespleten door een ruim 100 meter diepe kloof. En over die kloof is ergens in zeventienhonderdzoveel een schitterende brug gebouwd. In het middengedeelte onder de brug, zit een gevangenis, want in en om Ronda waren destijds veel bandidos.
De kloof is ontstaan door een bergbeekje dat er nu al miljoenen jaren stroomt.
Het stierenvechten, zoals wij dat kennen uit Spanje, is ooit begonnen in Ronda. Dezelfde architect die de brug bouwde, mocht, toen die brug het hield, ook Spanjes eerste arena bouwen. Het is niet alleen de oudste arena, maar ook de arena met de grootste diameter, en daarmee ook meteen de gevaarlijkste arena van Spanje. Je moet namelijk een heel eind rennen voordat je jezelf in veiligheid kunt brengen door je achter een schamel houten schotje te verbergen voor de woedende stier.

Het is in onze ogen een wreed spektakel. In tegenstelling tot wat veel mensen geloven, wordt de stier aan het eind altijd gedood. Het is namelijk onmogelijk dat de stier dergelijke mishandelingen overleeft. Zelfs al spiest hij de toreador aan zijn horens en vertrapt hij al zijn belagers, de stier gaat dood! Hij heeft geen enkele kans. Het is geen eerlijke of gelijke strijd, maar het vereist wel moed om zo'n stier in een strak zittend apepakkie met een rode lap tegemoet te treden. En daarom zijn de mensen in Ronda trots op hun toredoropleiding en de vele goede toreodoren die daaruit voortgekomen zijn. Geheel eigen kweek! De besten! Johan Cruijff zou er jaloers op zijn.

Op het programma staat ook een bezoek aan de wijnkelders van Ronda mét een proeverij! In de heerlijk koele kelders proeven wij, zonder uitspugen, de heerlijkste wijnen. De beste! Want Ronda is door zijn klimaat heel bijzonder goed voor de wijndruiven. In de winter wordt het in Ronda namelijk ijzig koud en kunnen er dikke pakken sneeuw vallen. Je kan het je bijna niet voorstellen, want buiten is het nu zeker 35 graden (uiteraard in de schaduw). Maar juist daardoor krijgen de wijnen van Ronda hun unieke smaak.

Ronda is sowieso een heel unieke stad. Ze hebben namelijk niet alleen de beste toreadors en de beste wijn van, zeg maar gerust, heel de wereld, ze hebben ook de beste ham en de beste geitenkaas, zo blijkt. En het beste hotel zit ook in Ronda. Bovendien heeft Ronda de allermooiste en rijkst gevarieerde omgeving en maakt hun bakkertje de beste chocolaatjes en broodjes en drink je hier de beste koffie.

Terwijl Linda uit weer een heel ander vaatje tapt, sta ik met mijn glaasje wijn bij de chips en de nootjes. Ineens staat Diego naast me, onze vriendelijke reisleider. En hij spreekt Nederlands! Ja, want zijn vrouw komt uit West-Vlaanderen en ze praten altijd Vlaams thuis. Want ja, zegt Diego lachend, vrouwen hebben thuis de broek aan. We keuvelen nog even vrolijk door over de oneerlijke verdeling tussen mannen en vrouwen en de daarmee gepaard gaande ongemakken voor ons mannen. Dan moet Diego weer aan het werk. Op naar de volgende bezienswaardigheid.

"Wat stond jij nou met die reisleider te praten?" vroeg Linda toen we verder liepen.
"Oh hij spreekt Nederlands, hij heeft een Vlaamse vrouw."
"Oh, leuk! En verder?"
"Hoezo verder?"
"Ja, je stond toch een flinke tijd met hem te praten!"
"Nou verder niks, gewoon, koetjes en kalfjes."
Maar dan wel de béste koetjes en kalfjes!

Salvatore Cocco