Translate

18 augustus 2014

de kuul

Het klinkt misschien kinderachtig, maar voor iedere reis ben ik toch altijd een beetje zenuwachtig. Reizen, ik vind het maar een hoop gedoe. Je koffer inpakken en maar hopen dat je helder genoeg bent om niks te vergeten. Dan naar Schiphol toe. Je weet nooit of je file krijgt onderweg, dus bijtijds vertrekken. En voor die tijd nog wel even de auto nalopen. Olie, water, koelvloeistof, remvloeistof, bandenspanning, benzine niet te vergeten én natuurlijk het reservewiel nog even checken. Oh nee, ik heb geen reservewiel meer. Ik heb een spuitbus. Hoe check je die eigenlijk? Hoe weet je dat die spuitbus nog op druk is en dat ie zal werken als je hem nodig hebt? Geen idee! Nou ja, anders bel ik de ANWB wel. Ik heb tenslotte vakantie!


Met Leon achterin reden we weg. Afgezien van een flinke bui - wat is het toch heerlijk om uit Nederland te vertrekken als het koud is en regent - verliep de reis naar Schiphol voorspoedig. Blindelings reed ik naar Langparkeren. Ik zocht een slagboom uit en deed het raam een klein stukje open om de creditcard in te voeren. Dat werkt altijd prima. Behalve vandaag dan. Het ging niet!  Nog eens proberen. Nee!

"Wat doe je allemaal?" vroeg Linda.

"Ja, hij pakt het pasje niet," riep ik geïrriteerd.

"Ach, hoe kan dat nou?"

"Ja eh...."

Ik draaide het raampje nog wat verder open. Het regende nu flink naar binnen. Mijn arm was meteen tot aan mijn schouder door en door nat. Nog een keer proberen. Nee!

"Misschien moet je op het knopje drukken?"

Ik drukte op het knopje en kreeg een kaartje. Ja, dat was niet de bedoeling. Wij hadden, met korting, gereserveerd met de creditcard. Ik draaide het pasje nog eens om en probeerde het opnieuw. Nee, weer niet. Zenuwachtig trok ik het pasje uit de automaat en liet het vallen. Nu moest ik de deur open doen om het te pakken. En het regende dat het een aard had. Ik was nu echt doornat! Wat is het toch heerlijk om uit Nederland te vertrekken als het koud is en regent.

"Ik pak een andere boom," zei ik met trillende stem en daar werkte alles wel zoals verwacht. Relax, vakantie.


Op Schiphol is het eerste wat ik doe, de bagage off droppen. En tegenwoordig kan je ook dat helemaal zelf doen. Je zet je koffer in een kooi, je scant je instapkaart, er wordt een label uitgeworpen, die plak je om het handvat zoals je dat de dames in hun mooie pakjes altijd hebt zien doen, dan druk je op ja, het hek gaat dicht en weg is je koffer! Net een magische act van Hans Klok. Er staat alleen geen windmachine bij. Super relaxed!

En zoals de hotdog hoort bij Ikea, zo hoort de Whopper bij Schiphol. Ik laat geen enkele gelegenheid voorbij gaan om op Schiphol een dubbele Whopper met kaas te scoren, of, zoals die op Schiphol heet, a double Whopper with cheese. Die is echt lekker! Linda en Leon wilden ook wel een Whopper, alleen Linda geen dubbele en Leon geen kaas. Dus als volleerd whopperist ga ik soepel een Whopper met kaas, een dubbele Whopper met kaas en een dubbele Whopper zonder kaas bestellen, terwijl Linda ondertussen met gevaar voort eigen leven op slinkse wijze een tafel ontfutselt aan een gezin met drie kinderen.

"Een enkele Whopper met kaas, een dubbele Whopper met kaas en een dubbele Whopper zonder kaas."

Zo dat kwam er soepeltjes uit. Oefening baart kunst. De meneer achter de balie tikt driftig op zijn schermpje. Zo'n soepele bestelling, dat zal hem deugt doen, dat maakt hij hier met al die toeristen meestal wel anders mee. Als hij klaar is met tikken, kijkt hij me aan en vraagt:

"Geen menu?"

Nee, geen menu nee, want anders had ik dat wel besteld hè. Die man moet toch gemerkt hebben dat dit een duidelijke, goed doordachte, foutloze bestelling was?

"Geen drinken," vraagt het meneertje vanachter zijn veilige balie. Nee, want anders had ik wel drinken besteld, dus!

"Hier opeten," vraagt dan die baliemedewerker ten overvloede. Nee, invriezen graag! Ik verzamel whoppervariaties! Ja natuurlijk hier opeten! Relax!


Als we na een verder wederom voorspoedige reis, met lieve kindertjes in het vliegtuig en een zeurende oude man in de transferbus, aankomen op onze bestemming is het al 23:30 uur lokale tijd. Een vriendelijke receptionist ontvangt ons, checkt ons in en overhandigt ons de sleutel, de afstandsbediening én ... de code van de free wifi.

We zijn moe en slepen onze koffers achter ons aan, die, om ons dwars te zitten denk ik, te pas en te onpas omvallen. Dat doen ze anders nooit.

"Als we maar niet zo'n trap op moeten," zeur ik en wijs naar een trap die naar appartementen op de eerste verdieping leidt. Maar nee hoor, we hoeven geen trap op. We moeten een trap af! Hè? Een trap áf?

Ons appartement was gelegen in het souterrain. Ja, schitterend hoor, maar toch een beetje gek om op je balkon te zitten met het gras op ooghoogte.

Linda en Leon waren het er snel over eens, wij wilden een ander appartement. Wij wilden niet in deze kuil leven! Wij waren niet voor niets ooit uit onze holen gekropen en rechtop gaan lopen!

Maar ik heb dan wel een grote bek, als het puntje bij het paaltje komt, heb ik geen zin in gedoe. Gelukkig is Linda dan van het soort dat onbevangen en voortvarend de zaken ter hand neemt. Met ferme pas liep zij naar de receptie om triomfantelijk terug te keren met de mededeling dat wij morgen een ander appartement zouden krijgen. We moesten dan wel die trap op, maar alles beter dan deze kuul!

Om het te vieren gingen we met herwonnen moed toch nog even een drankje doen bij bar B52. Een paar uur later kropen we terug onze kuil in. En geslapen dat we hebben in die kuil! Heerlijk!


Salvatore Cocco

18 augustus 2014

09 augustus 2014

effe een tweet versturen

@lalalalinder: Vroeger zei men 'Oh wat leuk dat je in de krant staat, ik ga hem kopen'. Nu klagen mensen dat je een linkje stuurt dat €0,29 kost.


Deze tweet kwam ik tegen door een retweet van iemand die ik volg. Via via dus. En op Twitter uiteraard. Een van de vele nieuwe mogelijkheden om met elkaar te communiceren. Nou ja, communiceren; het medium heeft natuurlijk zo zijn beperkingen. Als je gewoon echt met elkaar praat - in real life om het maar eens in goed Nederlands te zeggen - dan zie je iemands gezichtsuitdrukking, zijn houding en gebaren en je hoort de intonatie en modulatie van de stem. Daar kan geen emoticon of smiley tegenop! Nee, bij Twitter moet je het vooral hebben van "het woord". Bovendien moet je zeer efficiënt formuleren, want je hebt maar plaats voor maximaal 140 tekens, inclusief spaties en alles! Kortom, er is feitelijk en letterlijk geen enkele ruimte tot nuancering. Terwijl woorden in een echt gesprek, juist door het non-verbale deel, soms een andere, zelfs tegenovergestelde betekenis kunnen krijgen, kan dat met enkel geprinte tekst helemaal verkeerd overkomen.


Maar twitteren heeft ook voordelen natuurlijk. Zo is het medium zeer geschikt om een breed publiek te bereiken. Door retweets van je volgers kan je in principe de hele wereld over gaan. Zo kan je in theorie meer mensen bereiken dan met enig ander oud medium.

En, vroeger, als je in de kroeg stond bijvoorbeeld, kon het zijn dat iemand je vertelde dat Piet had gehoord van Petra, dat Pim dit of dat had gezegd over Paco. Omdat je de informatie via via kreeg, kon je er eigenlijk nooit zeker van zijn of het wel klopte. Door de mondelinge overlevering kon de informatie danig zijn veranderd of ingekleurd. Met een retweet overkomt je zoiets niet. Je krijgt een retweet wel via via, maar het is wel altijd precies de tekst die een ander schreef. Alleen, ja, je mist dan nog de context. Maar, geen nood, op Twitter kan je de link van de retweet volgen en precies zien wat eraan vooraf ging. Da's dan wel weer mooi. Extra mooi is, dat je er ook rechtstreeks op kan reageren. Je hoeft die persoon niet eens te kennen of te volgen. Binnen de beschikbare 140 tekens per tweet kan je eruit gooien wat je wil en naar wie je wil en wel meteen!


In het echte leven gaat dat heel anders. Stel dat ik die Pim uit het voorbeeld van hiervoor in het echte leven van repliek wil dienen op wat hij over Paco heeft gezegd, dan moet ik hem toch eerst zelf opzoeken. Vervolgens moet ik vragen of het klopt dat hij dit of dat heeft gezegd over Paco. Hij zal vragen hoe ik daar nou bij kom en ik moet uitleggen dat Piet mij vertelde dat hij van Petra had gehoord dat hij, Pim, dit of dat over Paco had gezegd. Dan kan Pim zeggen dat dit helemaal niet waar is en helemaal uit zijn verband is gerukt, en dan wordt het voor mij nog een hele toer om ooit de waarheid te achterhalen. Op Twitter heb je daar dus allemaal geen last van. Heerlijk! Of toch niet?


Als ik vroeger in de krant stond, kocht ik een aantal exemplaren en gaf die aan mensen die echt in mij en mijn doen en laten geïnteresseerd waren. Andere bekenden riepen: "Oh wat leuk dat je in de krant staat, ik ga hem kopen!", maar dat was natuurlijk obligaat en geheel vrijblijvend. Nooit zou ik weten of ze die krant ooit echt zelf kochten of het artikel bij mijn ouders, zus, nicht of neefje hadden gelezen of in de krant van de buren of in de bibliotheek of gewoon helemaal niet. Ook niet belangrijk. Het deed er ook helemaal niet toe. Het had allemaal iets vrijblijvends en niet dwingends.

Het wordt toch anders als je een link op Twitter plaatst. Dan bereik je niet alleen je familie, vrienden en kennissen, maar via hen ook anderen. Mensen die zij kennen, maar die jij zelf totaal niet kent. En via hen weer mensen die nog verder van je weg staan. Zoals gezegd, in theorie kan zo'n linkje de hele wereld overgaan.

Als zo'n totale onbekende nu op zo'n link klikt en er dan 29 eurocent voor moet betalen, is het niet zo gek dat zo iemand denkt: "Ja da's lekker, ik ken die gozer niet eens, waarom zou ik daar dan eerst lid voor moeten worden van zo'n site en dan ook nog eens €0,29 betalen. Dat ga ik niet doen!" En dat begrijp ik! En van al die mensen zijn er ook een paar die hun gedachten direct in woorden omzetten en gelijk op reply tikken. Op Twitter kan dat. In het echte leven niet, maar op Twitter wel. Dus logisch dat ik dan van totaal onbekende mensen reacties krijg als: "Is het niet gratis.", "Verdien je hieraan of zo?", "En jij denkt dat ik hiervoor ga betalen?". Ik begrijp dat wel. @lalalalinder blijkbaar niet. Maar ja, leg dit dan maar eens uit in 140 tekens.


Salvatore Cocco


01 mei 2014

de stad

Schrijfcursus tip 1: begin een verhaal nooit met woorden als 'ik' en 'toen'.

Toen ik de badkamer uit kwam, brak ik zowat mijn nek over de drempel. Vandaag was 1,5 centimeter blijkbaar een niet foutloos te nemen hindernis, want enkele ogenblikken later lag ik languit in de slaapkamer.
"Wat doe je?" vroeg mijn vrouw vrolijk lachend.
"Ik check de kwaliteit van het laminaat," bromde ik om duidelijk te maken dat ze zich met haar eigen moest bemoeien. Het is maar goed dat ik niet aan hardlopen doe, anders had ik komende week weer moeten laten schieten, dacht ik en wreef over mijn pijnlijke knieën, terwijl ik moeizaam overeind krabbelde. Misschien moet ik toch eens stoppen met die shotjes.

Schrijfcursus tip 2: in een kort verhaal is geen ruimte voor uitvoerige beschrijvingen, zijpaden en flashbacks.

Gisteren was ik met "de jongens" wezen stappen. Dat had me twee dingen geleerd. Één, het werd nu toch echt tijd dat we stopten onszelf nog langer "de jongens" te noemen, want alle meiden spraken ons tegenwoordig met 'u' aan. Twee, de taxi was een onbetaalbaar vervoermiddel geworden. En toch had ik de chauffeur nog een ruime fooi gegeven. Tja, als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan. Die spreuk is vast bedacht door een man van middelbare leeftijd. Of een vrouw natuurlijk. Eenmaal binnen - de sleutel bleek uiteindelijk toch te passen - deponeerde ik de shoarma keurig in de wc-pot. Niet zittend, maar knielend, ondertussen geluiden uitstotend die in een Godzilla-film niet zouden hebben misstaan. Kijkend naar het resultaat vroeg ik me af of ik überhaupt had gekauwd. Snel trok ik door en kroop op handen en voeten zachtjes de trap op. Zachtjes, is een relatief begrip, want op de overloop stond mijn zoon mij slaperig op te wachten.
"Jezus, ik dacht dat er werd ingebroken!"
"Nee, ik ben het maar. Ga maar weer slapen," dacht ik te zeggen.
Mijn zoon keek me verwonderd aan.
"Laat maar, ik ga weer naar bed. Rustig aan!" en hij verdween achter zijn kamerdeur.
Tijdens het tandenpoetsen schoot de borstel een keer of drie uit mijn mond. Ik spoelde en spoog een keer op mijn schoen. Hoe dat nou toch kon?
In onze slaapkamer lag mijn vrouw rustig te slapen. Ik trok mijn schoenen uit, instappers, en zette ze in de hoek.
"Jezus, ik schrik me dood!" zei mijn vrouw. "Kan het ook wat zachter?"
Ik ging op bed liggen en zag mijn vrouw op en neer wiebelen. Deed ik dat? Gezellig kroop ik tegen haar aan. Meteen duwde ze me weg.
"Je stinkt naar bier!" zei ze met een vies gezicht.
Ik pakte een flesje bier en gooide dat over haar heen.
"Jij ook!" zei ik.
Maar dat laatste dacht ik alleen maar. In werkelijkheid draaide ik me om en werd voor mijn gevoel direct daarna met hoofdpijn wakker. De zon scheen. Helaas.

Schrijfcursus tip 3: voorkom herhalingen; daar zit de lezer niet op te wachten.

"Zo, gister naar de stad geweest?" klonk de stem van de onzichtbare buurman vanachter de hederahaag.
Man, bemoei je met je eigen zaken, dacht ik met dichtgeknepen ogen tegen de felle zon. Maar ik zei:
"Ja."
"Ik hoorde je thuiskomen vanacht."
Hoe kan hij mij nou hebben horen thuiskomen! Hij slaapt altijd met het raam dicht en daaroverheen een rolluik!
"Of nou ja, vanacht. Het was meer vanmorgen, geloof ik," ging hij verder.
Oh ja, die man is altijd al om zes uur op en het was ondertussen bijna half zeven eer de taxi mij afzette. Werkeloos en nog steeds om zes uur op. Dan begrijp je het toch niet helemaal!
"Ja."
"Katertje?"
"Ja."
"Toch weer te veel gedronken zeker?"
"Ja."
"Hoe ouder je wordt, hoe slechter je er tegen kan."
"Ja."
"Vroeger, kon je dagen achter elkaar doorhalen, maar tegenwoordig is één avond al funest."
"Ja."
"Nee, ik ben ermee gestopt."
"Mmm," bromde ik voor wat variatie en kon mij niet voorstellen dat de man ooit uit was geweest. Met wie was hij dan gegaan? Je zag er nooit iemand anders dan zijn schoonmoeder. En stappen met je schoonmoeder is net zoiets als koolraap. Het lijkt op friet, maar dat is het niet!
"Voor mij alleen nog maar een frisje."
Nou dan sluit jij jezelf toch lekker op in de vriezer. Heb jij je frisje, dacht ik.
"Vorige week wilde Lie uit, maar ik zei, ik rij wel."
De man korte alles af. Buurman werd buur, Nissan werd Nis, zelfs zijn vrouw's naam Lia werd afgekort naar Lie. En omdat ze ook nog eens langer was dan hij, werd ze in de buurt Lee Towers genoemd. Zijn eigen naam had ik hem echter nooit horen afkorten. Rodney.
Zal ik vragen waar ze vorige week heen zijn geweest?
"Waar zijn jullie heen geweest?"
"Leuk dat je dat vraagt. Naar het spoorwegmuseum. Echt een aanrader!"
"Oh leuk," loog ik en vroeg me af of dat museum wel op de afgesproken tijden open zou zijn.
"Ja, schitterend! Ze hebben er ook zo'n oude hondskop staan weet je wel en...."
"Zeg, sorry, maar ik moet naar binnen, de telefoon gaat."
"Ik hoor niks."
"Doei."
"Eh... ja."

Schrijfcursus tip 4: zorg voor vaart in je verhaal.

Ik schoof de hordeur snel achter me dicht en plofte met een zucht op de bank. Ontsnapt! Hier blijf ik de rest van de dag zitten, besloot ik, en liet me opzij vallen. Liggen! Nog beter! Oogjes toe. Effe helemaal niks. Geen gezeur, geen gedoe, heerlijk!
"Eten!"
Ik schrok van mijn eigen vrouw! Dat gaat lekker. Wat riep ze nou? Eten? Nu al? Ik keek op de klok. Half zeven al! Hoe kan dat nou?
"Je lag lekker te snurken, met de schuifdeuren open," zei ze opgewekt.
"De hordeur zat dicht," zei ik toonloos, slaap uit mijn ogen wrijvend.
Bloemkool, met verse worst en aardappels. Het staat in mijn top 10, maar vandaag even niet. Nog voor ik goed en wel aan tafel zat, hing ik alweer boven de pot. De wc-pot, wel te verstaan.
"Ik heb de tuindeur maar even dicht gedaan. Mijn hemel!" zei mijn vrouw liefdevol.
"Ik zet wel even een bordje weg. Misschien wil je straks nog wat eten."
"Ja, da's goed," zei ik half boerend en plofte weer op de bank.
De stad, dacht ik, dat is toch ook een raar woord. Dat wordt ook maar overal voor gebruikt. Als je gaat stappen, waar ik nu even niet aan moet denken, zeg je dat je naar de stad gaat. Maar als je gaat winkelen, ga je ook naar de stad. Terwijl dat toch echt iets anders is. Winkelen, daar heb ik nooit zin in, stappen alleen vandaag even niet.
Het was al bijna negen uur toen de magnetron 'ping' zei en ik met tegenzin een paar hapjes bloemkool naar binnen propte.
"Ik denk dat ik maar naar bed ga, dat wordt toch niks meer vandaag."
"Nou, tot morgen dan. Slaap lekker," was de wens van mijn vrouw.
Één avondje stad, daar heb ik tegenwoordig dagen plezier van.

Schrijfcursus tip 5: zorg voor een uitgewerkt einde met een goede clou. Schrijf nooit 'einde'!

Einde!

Salvatore Cocco
1 mei 2014