Translate

09 juli 2016

Wat je nooit wilde weten, maar ik je nu toch vertel

Mensen vragen mij weleens: waar haal je het toch allemaal vandaan? En het antwoord daarop is: nou, da weet ik zelluf ook nie. Eerlijk gezegd heb ik het idee, dat het helemaal buiten mij om gaat, alsof mijn brein soms een geheel eigen leven leidt.
Kijk, mijn brein en ik, wij zijn goede vrienden. We hebben dezelfde humor, vinden dezelfde vrouwen leuk, kortom, we kunnen goed met elkaar door een deur. Toch heeft mijn brein een onhebbelijkheidje. Het valt mij regelmatig lastig met allerlei ongevraagde, ongewenste en soms ook ongepaste invallen. Mijn brein gedraagt zich dan net als Waldorf en Statler, de twee oudjes uit de Muppetshow, die vanuit hun veilige loge in de zaal ongevraagd en ongezouten commentaar leveren op de show.

Voorbeeld. Ik sta onderweg naar mijn werk stil voor een stoplicht, achter een lelijke eend. (De auto, niet het dier.) Er zit een grijzige man in met voor zijn leeftijd iets te lang haar. Een ouwe hippie. Nog voordat ik me bewust ben van wat ik zie, stuurt mijn brein de volgende zinnen naar mijn bewustzijn:
"Links voor hem stond, wachtend op groen, een blauwe 2CV, in goede staat, met zo te zien nog originele bumpers. De blonde bestuurster, met zo te zien geheel nieuwe bumpers - ze zaten zowat klem onder haar kin - was druk doende haar ochtend toilet te completeren met eyeliner en rouge. Dat was ook wel nodig, want met enkel die nieuwe bumpers kwam ze er niet."


Waar komt dat vandaan? Waarom denk ik dat? In slechts een fractie van een seconde flitsen deze zinnen door mijn hoofd, zonder dat ik er zelf invloed op heb gehad. Ze worden gewoon door mijn brein, hup, mijn bewustzijn ingefietst. Een enkele keer denk ik nog dat het best een leuk begin van een verhaal zou kunnen zijn, maar zodra ik dat denk, houdt mijn brein zich van de domme, doet het net of het hier verder niks mee te maken heeft en komt nooit met de vervolgzinnen voor de rest van het verhaal. Loop ik weken lang met die zinnen in mijn hoofd, zonder dat ik weet hoe het verder moet. In bepaald periodes heb ik soms wel vijf, zes van dat soort beginnetjes door mijn hoofd spoken. Dan moet ik er echt voor gaan zitten, en werken, om er een verhaal van te maken. Slechts een hele enkele keer lukt dat, ben ik tevreden, maar meestal wordt het niks, en verwijder ik de zin definitief uit mijn geheugen (en maak meteen daarna ook de prullenbak leeg, want anders blijf ik er toch nog mee zitten). 

Ander voorbeeld. Op een zonnige dag loop ik, voor mijn werk, van de parkeergarage naar een vergaderlocatie in het centrum van Utrecht. Juist als ik een meisje passeer dat in een etalage staat te kijken, draait ze zich om en bots tegen me op. Ze kijkt me verward aan en zegt: "Ik heb me dag niet, sorry.", en verdwijnt in de menigte.  Dat is wat er feitelijk gebeurde. Niks bijzonders. Je stoot wel vaker tegen iemand aan in een drukke stad. Geen gebeurtenis om je te herinneren, zou je denken. Maar nog geen twee passen verder plaatst mijn brein de volgende intrigerende volzinnen in mijn hoofd.
"Ze had er goed over nagedacht. Met overtuiging speelde ze de rol van een onschuldig meisje dat geïnteresseerd in de etalage staarde, terwijl ze ondertussen, in de weerspiegeling van de etalageruit, iedereen zorgvuldig opnam die achter haar langs liep. Ineens draaide zich om en botste opzettelijk tegen hem aan. Hem moest ze hebben. Hij zou haar slachtoffer worden."

Wat is dit? Waar gaat dit heen? Hoe gaat dit verder? Wat gaat ze doen? We zullen het nooit weten.

Soms ook, treedt mijn brein op als verteller, als een soort voice-over, zoals je ook weleens in films hebt.
Fiets ik dan bijvoorbeeld 's avonds alleen naar huis, hoor ik mijn brein gedragen zeggen:
"Met slechts de duisternis als kameraad, keerde hij huiswaarts."
En als ik dan thuiskom en aan de garagedeur loop te prutsen om mijn fiets binnen te zetten, hoor ik:
"De verstoorde oog-handcoördinatie was het resultaat van een beregezellige avond."

Of laatst, toen ik op een verlate trein stond te wachten, zegt mijn brein ineens, om leuk te wezen denk ik:
"Daar stond hij dan, te wachten op een trein, waar hij eigenlijk al in had horen zitten."

En zo gaat het maar door. Als ik zit te zappen ("Hij zapte dat het een aard had."), als ik ontbijt ("Gulzig nam hij een hap van zijn boterham met pindakaas."), als ik in bed ga liggen ("De dag was ten einde, de nacht kon beginnen."), of als ik op de wc ga zitten ("De lichaamstemperatuur van de vorige bezoeker zat nog in de bril."), als ik naar mijn werk rij ("Hij ging niet met tegenzin, maar fluiten vond hij overdreven."), of als ik thuiskom ("Er kwam hem geen vrolijk kwispelende hond tegemoet, simpelweg omdat hij er geen had. De jukebox daarentegen straalde!").

Het is niet dat ik stemmen hoor - ik ben het gewoon zelf -, maar het gebeurt zonder dat ik er wat mee te maken lijk te hebben. Ik denk die dingen allemaal zelf, en toch lijkt het helemaal buiten mij om te gaan.
Er is mij eens gezegd, dat ik waarschijnlijk zeer associatief ben ingesteld. Mijn brein bergt alles wat ik lees en meemaak wanordelijk op in verschillende laatjes en kastjes. Ik heb er zelf geen idee van wat er allemaal in mijn brein is opgeslagen en al zeker niet waar dat allemaal ligt. Ach, iedereen heeft weleens meegemaakt, dat een gebeurtenis totaal vergeten lijkt, totdat een ander erover begint. Dan trekt je brein ineens het juiste laatje open en kan jij je die hele geschiedenis weer herinneren. Nou, dàt, doet mijn brein dus voortdurend. Bij alles wat ik meemaak, zie, hoor of ruik, duikt mijn brein in het archief, trekt een paar dozen open en presenteert mij de inhoud ervan als een woord, een zin, of een stukje verhaal. Alleen is mijn brein heel, zeg maar, creatief met het opentrekken van lades.

Ik loop in de supermarkt. Een zeldzaamheid, maar het komt voor. Ik was een weekend alleen thuis en moest wat te eten halen. Shoarma, klein zakje sla en pitabroodjes. Knoflooksaus hebben we altijd wel in huis. Dus ik loop met mijn mandje door de gangen, hup hup hup, klaar, snel langs de groenten en fruit. Ik passeer een bejaard stel dat in de groetenbakken staat te kijken en hoor de vrouw zeggen: "Ik heb geen zin in spinazie." Niks bijzonders. Echter, in de twintig meter naar de kassa gebeurt er in mijn hoofd dit.
Spinazie, da's best lekker. En niet duur, en gezond, en je wordt er niet dik van. Van frikandellen wordt je wel dik. Maar ze zijn wel lekker, en twee frikandellen voor een euro is ook niet duur. Daarom neem ik ook vaak de trap en niet de lift. Gek dat juist dikke mensen vaak wel de lift pakken. Dik worden zit ook in de genen. Zo slank zijn als je dochter, dat werkt ook andersom. Als een moeder dik is, is de dochter vaak ook gezet.
En nog voor ik afgerekend heb gonzen de volgende zinnen door mijn hoofd:
"Zodra moeder en dochter met één voet de roltrap raakten, stopten ze beiden direct met lopen. Geen wonder dat ze beiden licht obese waren. "Nee," hoorde ik de dochter zeggen, "ik heb het tegenwoordig niet meer zo op spinazie." Ondertussen liet ze met het grootste gemak twee-frikadellen-voor-een-euro in haar mond verdwijnen. Skills!"

En zo werkt dat, de hele dag door. Ik verveel me nooit.

Groetjes,
Salvatore

04 juni 2016

Sylvana Simons en de Slippende Schetteraars

geupdate op 8 augustus 2023

Wat kreeg Sylvana Simons toch niet allemaal over zich heen toen ze begin 2016 (dus ruim 7 jaar geleden alweer) aankondigde dat ze de politiek in ging voor BRENG. Nee, DENK. BRENG is een vervoersmaatschappij in Arnhem en Nijmegen, da's iets anders. DENK! DENK, toentertijd een nog jonge partij voor "een verdraagzame samenleving waarin wij elkaar accepteren". Ja, dat was fijn, want dat wil iedereen wel. BRENG, of eh, DENK denkt dat goed onderwijs hiervoor de beste weg is. Dat denk ik ook. Maar om dan de vakken Chinees, Arabisch en Turks verplicht te maken? Want dat wil DENK. Maar dat is niet het enige. Nee! DENK denkt ook aan meer opleidingen tot imams, zonder overheidsinmenging. Hoe kan dat in godsnaam bijdragen aan een verdraagzamere samenleving? De meeste oorlogen worden juist om religies gevochten! Ik denk echt dat DENK niet goed denkt. Maar goed, Sylvana Simons ging dus bij DENK.

Wat je ook van Sylvana vindt, ze is, ook al heeft ze de kappersschool niet afgemaakt, best een heel slimme meid. Slim in de zin van handig. Althans, dat is wat ik denk, DENK, nee denk. Zo heeft ze bijvoorbeeld haar naam een tikkie veranderd. In haar paspoort staat de naam Silvana Hildegard Simons, maar Silvana heeft ze veranderd in Sylvana. Die Griekse y, die geeft toch net wat meer cachet aan zo'n naam. Dat past ook bij haar, want voor uiterlijkheden heeft Sylvana onmiskenbaar een feilloos gevoel. Wat je persoonlijke smaak ook is, kapsel, make-up en kleding weet ze altijd zeer goed te combineren. Iedereen kan zien dat ze altijd pico bello verzorgd is. Om door een ringetje te halen. Daarnaast is ze niet alleen lichamelijk lenig - ze is een goed opgeleide danseres -, ze is ook lenig met woorden. Ze praat makkelijk. Ze is, zoals we dan zeggen, goed van de tongriem gesneden en door haar werk als VJ bij TMF heeft ze ook aardig wat muziekkennis opgedaan. Dit alles samen heeft ervoor gezorgd, dat ze vaak was te zien in verschillende talkshows op zowel publieke als private kanalen. Bovendien, als Sylvana er is, gebeurt er altijd wel wat. Dat is lang niet altijd positief, maar dat maakt voor zo'n talkshow niet uit. Als er maar over je geluld wordt.

Als zo iemand er heel bewust voor kiest lid te worden van een partij die de Turkse massamoord op Armeniërs niet erkent als genocide, is het niet meer dan logisch dat aan zo iemand enige uitleg wordt gevraagd. En natuurlijk werd haar toen, destijds, in 2016, ook gevraagd, om haar keuze voor DENK toe te lichten waarom er volgens DENK geen sprake was van genocide op Armeniërs. Dat deed Sylvana echter niet. Bij moeilijke vragen draaide ze handig om de hete brij heen en speelde direct de racismekaart als het even lastig werd. Want als je in Nederland het woord racisme laat vallen, wordt iedereen voorzichtig. Toen ook al.

Nu is het zo, dat op Twitter en andere sociale media andere omgangsvormen lijken te gelden, dan in het normale leven. Men is harder naar elkaar toe, botter, onverschilliger, onbeschofter, hatelijker, discriminerender en beledigender, racistischer zelfs. Dezelfde mensen die op Twitter zonder gewetenswroeging doodsbedreigingen uiten, kunnen in het echte leven gerust eerzame en weldenkende kerkgangers zijn. Blijkbaar zorgt de relatieve anonimiteit en afstandelijkheid van het medium ervoor dat ze alle remmingen verliezen en dan lukt het ze niet meer om normaal (en respectvol) te communiceren. Daarbij komt dat voor de ontvanger van haatberichten vaak het omgekeerde geldt. Kijk, gesproken woorden verdwijnen in de lucht, maar op Twitter blijven ze voor eeuwig zichtbaar. Dat maakt dat het geschreven woord bij velen toch een grotere impact heeft, dan het gesproken woord. Allemaal heel vervelend, maar ... het is, zoals het is. Wij zullen ermee moeten dealen en leren het op de juiste waarde te schatten. Al met al gaat het er op de sociale media meestal uiterst asociaal aan toe. Jammer.

Als je op Twitter jouw mening wereldkundig maakt, weet je dat je dus ongeremde repliek kunt verwachten. Je weet dat de reacties lang niet allemaal even politiek correct zullen zijn. Je wordt al snel verkettert, met de dood bedreigd of naar "je eigen land" terugverwezen. Ook woorden als Nazi, fascist of racist vliegen in het rond als blauwe bonen in een slechte western. Dus dat gebeurt ook bij Sylvana. Ze werd en word uitgemaakt voor alles wat lelijk is. Teksten als "ga terug naar je bananenland" of erger zijn verwerpelijk en ook wat mij betreft racistisch. Al ben ik het op veel punten nog zo met Sylvana oneens, van dit soort teksten schrik ik toch. Geen mens ter wereld heeft zelf zijn kleur, ouders of geboorteplek kunnen kiezen. Iemand daarop afrekenen is lager dan laag. Kom met argumenten, niet met verwensingen! Bah!

Sylvana ziet hierin echter hét bewijs dat Nederland een racistisch land is. Maar dát is natuurlijk klinkklare onzin. De meeste mensen die zulke verwerpelijke racistische teksten tweeten zijn vaak helemaal geen racist. Zulke kwetsende teksten komen meestal voort uit een intens gevoel van onmacht. Ik wil het daarmee niet vergoelijken, maar ik begrijp wel hoe zoiets gaat. Het is verklaarbaar. Stel je voor, dan zit je daar, in je eentje, achter je computertje, met niemand tegenover je, lekker anoniem te wezen, vol opgekropte woede over van alles wat er mis is in je leven, en dan krijg je de kans om eens lekker van je af te bijten, een schot voor open doel, ja, dan gaan alle remmen los en vlieg je uit de bocht. Word je een slippende schetteraar en staat er opeens een beledigende tekst, met jouw fopnaam eronder, voor altijd en eeuwig. Natuurlijk kan je een tweet ook terugtrekken, maar ja, je volgers hebben het al gezien en wat ben je voor een watje, als je niet eens achter je eigen tekst durft te staan? Kortom, er zijn veel complexe psychologische processen die aan dit fenomeen ten grondslag kunnen liggen, maar racisme?

Dat het er op Twitter (zoals X tot voor kort heette, toen het nog niet in handen was van die megalomane ... hoe heet ie ook alweer ... dinges ... van die dure elektrische auto's en die raket ... Elon Musk bedoel ik) hard aan toe gaat, is alom bekend. Dat kan geen verrassing zijn. Dat weet je, dus daar moet Sylvana rekening mee houden en niet over klagen. Tenminste, Sylvana zelf vond het immers ook logisch dat de journaliste Ebru Umar destijds in Turkije werd gearresteerd, omdat deze journaliste zich, volgens Sylvana, had moeten realiseren dat Turkije "een ander type persvrijheid" kent dan Nederland. Nou, dan gaat die redenering toch ook op voor Sylvana zelf? Je weet dat op sociale media nu eenmaal andere omgangsvormen gelden dan in het echte leven, dus niet zeuren als je wordt aangepakt. If you can't stand the heat, stay out of the kitchen.

Zoals we inmiddels weten, is Sylvana al lang weg bij DENK en heeft ze ondertussen verschillende eigen partijen opgericht. Met BIJ1 (de laatste, tot nog toe dan) is ze (door ongeveer 65.000 kiezers) met 1 zetel in de Tweede Kamer gekomen en neemt ze Rutte de maat over zijn vermeende oneerlijkheid en gebrek aan openheid. En dat uit de mond van iemand die nog maar 7 jaar geleden als lid van DENK de Armeense genocide ontkende en het niet nodig vond om de persvrijheid te verdedigen! In juli 2023, na de val van het laatste kabinet Rutte, is er veel tumult in de partij van Sylvana. Er zou een sfeer van intimidatie en racisme heersen. Sylvana maakt bekend niet langer beschikbaar te zijn als lijsttrekker van Bij1.

Groetjes,
Salvatore

03 juni 2016

Van Sinterklaas, dingen die voorbij gaan

Er wordt veel gezegd over het Sinterklaasfeest. Mensen spreken van een eeuwenoude traditie, alsof dit feest al eeuwen op dezelfde manier wordt gevierd. Ook wordt vaak verwezen naar de vermeende historische figuur die model stond voor onze Sinterklaas, de bisschop van Myra. Maar klopt dat allemaal wel? Wat is er waar en wat is verzonnen? En hoe zit dat nou met Zwarte Piet? Dus heb ik het internet maar eens  afgespeurd en dit zijn mijn bevindingen. 

Nicolaas van Myra
Of en wanneer de figuur, die vooral bekend werd onder de naam Nicolaas van Myra precies leefde kan niet met zekerheid worden gezegd. Als hij al heeft bestaan, is het vermoeden dat hij op 15 maart 270 werd geboren in Patera te Lycië en stierf, als bisschop op 6 december 352 in Myra. In die tijd was Myra de hoofdstad van het tot het Griekse Rijk behorende Lycië. Tegenwoordig is Myra een klein dorp nabij Demre in Turkije.
Als we deze data voor waar aannemen, heeft deze man een voor die tijd extreem hoge leeftijd bereikt. Een logische verklaring voor het oneindige leven wat onze oude Sinterklaas lijkt te hebben. Als we echter de andere data zien die rondgaan, kan het maar zo zijn dat hij niet 82 maar rond de 60 was toen hij stierf, een meer reguliere leeftijd voor die tijd.

In christelijke kringen deden veel verhalen de ronde over de wonderen die deze man zou hebben verricht. Die verhalen werden allemaal mondeling met elkaar gedeeld. We weten daarom zeker dat de verhalen niet zo zijn gebeurd als ze worden verteld. Ik bedoel, zelfs een enkele zin veranderd al als je 'm doorgeeft aan tien mensen, laat staan als je hele verhalen over honderden jaren doorverteld. Daarom noemen we het ook geen geschiedenis, maar legendes. Bovendien wordt onze Nicolaas vaak verward met Nicolaas van Pinara, die een paar honderd jaar later leefde, waardoor ook niet zeker is of alle legendes wel terecht aan onze Nicolaas worden toegeschreven. Echt historisch bewijs voor het bestaan van onze Nicolaas is trouwens ook nooit gevonden. Wij kennen hem alleen uit de mondeling overgedragen verhalen en de pas veel later op schrift gestelde legendes, zoals die van de in de 13e eeuw levende dominicaanse monnik Jacobus de Voragine.

De verering van deze Nicolaas verspreidde zich vanaf de zesde eeuw vooral binnen de Griek-Orthodoxe kerk en in Rusland. Pas toen Otto II, keizer van het Heilige Roomse Rijk (ongeveer het huidige Duitsland en Italië en een stuk van oostelijk Nederland) in 972 trouwde met de Griekse prinses Theophanu, kregen de verhalen ook in Frankrijk, Duitsland, Engeland en Nederland enige bekendheid. (Detail: deze prinses overleed, vermoedelijk nog pas 31 jaar jong, op 15 juni 991 te Nijmegen.)

Hoe dan ook, al deze legendes en mythes waren voor de kerkgangers wel aanleiding om Nicolaas van Myra als een heilige te vereren. Zo werd hij beschermheilige van apothekers, bankiers, prostituees, boogschutters, kinderen, ongehuwde vrouwen, kooplui, studenten, geliefden, slagers, dieven, moordenaars, piraten etc. en schutspatroon van zeelieden. Veel havensteden hebben Nicolaas als beschermheilige waaronder ook Amsterdam. Echter in 1969 heeft de kerk besloten om hem te degraderen. Hij mag nog wel als particuliere heilige worden vereerd, maar is voor de kerk geen katholiek heilige meer.

Sinterklaas
In middeleeuwse tekeningen van Nicolaas - hij zou een man met drie onhuwbare dochters, drie buidels met goud hebben gegeven, als bruidsschat - werden de oranje gekleurde geldbuidels met goud in onze streken door het volk, die de legendes nauwelijks kenden, aangezien voor sinaasappels. En omdat in die dagen sinaasappels uitsluitend uit Spanje konden komen, werd aangenomen dat de man zelf dan ook wel uit Spanje zou komen.

Doordat zeelui ook graag kerst en nieuwjaar thuis vierden zorgden ze er voor dat hun schepen bijtijds aanmeerden. Wat is er dan mooier dan aanmeren op de gedenkdag van je patroonheilige, Nicolaas van Myra, dus op 6 december. Natuurlijk bracht men dan cadeautjes mee voor vrouw en kinderen. Vrouwen kregen deze vaak pas met Kerst, maar kinderen kregen de cadeautjes meteen, want ja, kinderen waren ook toen al kinderen.

Dit wetende begrijp je wel hoe door de eeuwen heen het Sinterklaasfeest is ontstaan. Maar je snapt ook hoe het verhaal zich heeft ontwikkeld en aangepast. Het zeilschip werd vervangen door een stoomboot. Niet de zeevarende vaders brachten cadeautjes mee, maar omdat niet alle vaders zeelui waren, kwam Sint Nicolaas de cadeautjes zelf brengen. Dat paste ook mooi bij de legende dat Nicolaas ooit drie gestorven kinderen weer tot leven zou hebben gewekt. Zo werd het dus langzaamaan meer en meer een kinderfeest en verbasterde Sint Nicolaas tot het voor kinderen makkelijker uit te spreken Sinterklaas.
En waar kwam die dan vandaan, met zijn nieuwe stoomboot, nou ja, uit Spanje dus (vanwege die voor sinaasappels aangeziene oranje goudbuidels uit de middeleeuwse prenten).

Samichlaus en zijn "pieten" in Zwitserland.
Tal van praktische veranderingen hebben invloed gehad op hoe de cadeautjes binnen werden gebracht, het paard wat er later bij kwam, het zetten van de schoen enzovoort enzovoort. En vaak ook werden al bestaande rituelen van andere feesten gecombineerd. Zo zijn er verwijzingen naar een Germaans feest (de Wilde Jacht van Wodan) dat ook begin december werd gevierd. Variaties op ons Sinterklaasfeest zie je dan ook terug in Polen, Italië, Roemenië, Tjechië, Duitsland, Zwitserland.

Kortom, de traditionele Sinterklaas, zoals wij hem kennen in België en Nederland, is in de loop der tijd door het volk voortdurend veranderd en aangepast aan de nieuwe omstandigheden. Niet onder dwang, maar als vanzelfsprekend.

Zwarte Piet
Natuurlijk kwam Sinterklaas niet alleen met de boot. Dat zou onmogelijk zijn. Hij had zeelui bij zich, personeel, helpers, knechten. Die droegen dan ook kleding gebaseerd op de middeleeuwse mode. Pofbroeken en kragen en mutsen, zoals ook de helpers (pages) van ridders en andere edelen droegen. Ze waren niet zwart, nee, die helpers waren gewoon wit.

Het is dus niet zo dat het Sinterklaasfeest al eeuwen lang op dezelfde manier wordt gevierd en het is al helemaal niet zo dat Zwarte Piet daar altijd bij heeft gehoord. Zwarte Piet is er pas later bij verzonnen. De onderwijzer Jan Schenkman schreef rond 1850 een boekje "Sint Nikolaas en zijn knecht". Uit de tekst van het verhaal blijkt nergens dat die knecht zwart is en ook heeft de knecht geen naam. Pas in de later toegevoegde illustraties zie je afbeeldingen van een zwarte knecht, echter zonder de bekende pofbroek, kraag en muts. Wel draagt de zwarte knecht op die tekeningen duidelijk kleding die voor zwarte slaven gebruikelijk was. Maar nogmaals, uit de tekst van het boekje blijkt nergens dat de knecht een zwarte slaaf is. Of die tekening nu bedacht is door schrijver, de uitgever of de illustrator zelf is niet bekend. Het boekje werd in die tijd echter wel heel populair.

In diezelfde periode rond 1850 verscheen er ook een boekje van de Amsterdamse schrijver en dichter Alberdingk Thijm. Hij schreef dat bij wijze van Sinterklaasgeschenk voor zijn collega Potgieter met een fictieve dialoog tussen "St. Niklaas" en een "Pieter me knecht", maar het is niet waarschijnlijk dat hiermee een zwarte knecht werd bedoeld. Het blijkt ook hier immers nergens uit de tekst en Pieter was zeker toen geen gangbare naam voor een zwarte slaaf. Wel beschrijft diezelfde Alberdingk Thijm in 1884, een strooiavond, waarbij volgens zijn herinnering in 1828 in de woning van de consul van Sardinië, een Pieter-me-knecht met een zwart uiterlijk en kroeshaar aanwezig zou zijn geweest. Maar van slaaf is geen sprake.

Op filmopnames van de eerste, officiële intocht van Sinterklaas in Amsterdam in 1934, zie je naast heel veel witte helpers ook zes "Zwarte Pieten". Dat waren Surinaamse matrozen van een schip dat toevallig in de haven lag. Zij deden gewoon leuk mee.
Na de oorlog organiseerden Canadese militairen een Sinterklaasfeest voor de Nederlanders met heel veel Zwarte Pieten. In de liedjes over Sinterklaas wordt echter altijd en alleen maar gesproken over één knecht. Maar in Canada, tijdens kerst, lopen er altijd veel kerstmannen over straat. De Canadezen dachten dat hier dus ook wel veel sinterklazen over straat zouden gaan. Met veel moeite konden de Canadezen ervan worden overtuigd dat het hier met Sinterklaas anders ging. Er was maar één Sinterklaas. Dus besloten de Canadezen om dan maar veel Zwarte Pieten mee te laten lopen, gewoon om hun soldaten allemaal een aandeel in het feest te kunnen geven.

Dat is ons blijkbaar best goed bevallen, want in de afgelopen zestig jaar zijn er steeds meer Zwarte Pieten bijgekomen. Wel is hun rol, onder invloed van vernieuwend opvoedkundig inzicht, veranderd van boeman (met de roe) naar kindervriend, zonder wie de veelal vergeetachtige oude Sinterklaas zijn werk niet kan doen. Zwarte Piet is grappig, kan veel, is acrobatisch en slim en kinderen spelen dan ook liever de rol van Zwarte Piet dan die van Sinterklaas.

Kortom, Zwarte Piet is met name in de laatste 60 jaar langzamerhand onderdeel gaan uitmaken van het Sinterklaasfeest (en dus geen onderdeel van een eeuwen oude traditie). Bovendien is zijn rol in die zestig jaar voortdurend veranderd. Niet onder dwang, maar als vanzelfsprekend.

Slavernij
Natuurlijk heeft Nederland een achteraf schandelijk rol gespeeld bij de handel in zwarte slaven. Ook heeft Nederland pas relatief laat wetten uitgevaardigd die slavernij geheel verboden. Dat ging in delen. Uiteindelijk kwam pas in 1914 een definitief einde aan de slavernij door het slavernijverbod op het eiland Samosir in het toenmalige Nederlands-Indië. De handel in slaven werd overigens in 1814 afgeschaft en in 1863 werd in West-Indië (de Antillen en Suriname) ook het hebben van slaven verboden. Dat betekende overigens niet dat de vrijgemaakte slaven daarmee ook goed werden behandeld of dezelfde rechten hadden. Dat is, net als de gelijktrekking van rechten voor mannen en vrouwen, pas (veel) later gekomen. Nogmaals, schandalig, zeker als je er vanuit de huidige tijd op terug kijkt.
Eigenlijk is Nederland nooit echt progressief geweest. Het vrouwenkiesrecht werd hier ook pas relatief laat, in 1919, ingevoerd en zelfs tot vandaag de dag is er een soort van achterstand waarneembaar in de emancipatie van de vrouw in vergelijking met andere westerse landen, al is dit nu het gevolg van een eigen vrije keuze en niet van opgelegde wetgeving. Al met al, ook al vinden we onszelf heel vooruitstrevend en vernieuwend, feit blijft dat we zeker niet bij alle veranderingen voorop lopen.

Maar hoe groot was ons aandeel in de slavenhandel? Nou, dat blijkt toch lastig vast te stellen. Dat komt mede doordat slavernij en mensenhandel door de hele geschiedenis heen voorkomt, in verschillende vormen. Hoewel het overal ter wereld formeel verboden is, wordt geschat dat wereldwijd zelfs vandaag de dag nog tussen de 30 tot 100 miljoen mensen in slavernij leven.
Als we ons echter beperken tot de periode waarin wij Nederlanders handel dreven met zwarte slaven, doet zich meteen een nieuw probleem voor. In diezelfde periode werden namelijk ook wel blanke Europeanen gevangen en als slaaf verhandeld, met name door Noord-Afrikaanse piraten. Men schat dat er in die tijd 1 tot 1,25 miljoen blanke Europeanen zijn verhandeld, waaronder 10 tot 15 duizend Nederlanders. Tja, mensenhandel was gewoon business as usual en men keek niet op een mensenleven meer of minder. Wit verhandelde zwart, zwart verhandelde wit, christenen verhandelden moslims, moslims verhandelden christenen. Geen leuke tijd in ieder geval, voor niemand.
Het aandeel van de Nederlanders in de totale slavenhandel in die periode wordt geschat op zo'n 5%. Dat betekent dat we in die periode zowel in het toenmalige Oost- en West-Indië zo'n half miljoen voornamelijk zwarte mensen hebben verhandeld. Met name de handel naar het huidige Suriname en de Antillen heeft bijgedragen aan onze status van economische wereldmacht.

Hoewel in Nederland de slavenhandel aanvankelijk immoreel werd gevonden, vond men later in het Bijbelboek Genesis 9, waarin de nakomelingen van Cham (een donkere man) tot slavernij worden vervloekt, een rechtvaardiging. In de 18e eeuw groeide de slavenhandel enorm. Nederlanders hadden zelfs de hele Spaanse handel overgenomen. Erg winstgevend was die handel echter niet. Door erbarmelijke omstandigheden stierf soms wel een derde van de slaven onderweg een gruwelijke dood. Mede daardoor kwam er tegenstand en uiteindelijk dus een verbod. Bij de afschaffing van de slavernij kregen de slavenhouders, naar Engels voorbeeld, vaak een vergoeding voor hun verlies. De slaven zelf kregen niets. Ja, een verplicht contract om nog tien jaar te blijven doorwerken op de plantage. Schande.

Blackface
Rond 1830, de slavenhandel was nog maar net afgeschaft, begon in de Verenigde Staten een theatervorm te ontstaan waarin blanken zichzelf zwart schminkten om een zwart iemand te spelen. Zwarten hadden toen immers geen toegang tot het theater. Wij in Nederland kennen deze theatervorm niet of nauwelijks, maar in de VS werd deze bijzonder populair. Meestal werd de zwarte voorgesteld als de zorgeloze man op de plantage of de donkere dandy. Zo droeg het bij aan enerzijds de verspreiding van het stereotype, veelal beledigende beeld, maar anderzijds ook aan de verspreiding van de zwarte cultuur en hun muziek. Later traden zelfs zwarte artiesten zelfstandig in blackface op.
In de eerste helft van de twintigste eeuw veranderde echter de houding en opvattingen over rassen en racisme en werd de blackface meer en meer gezien als beledigend voor zwarte mensen. Het kan echter niet worden ontkend dat de Afro-Amerikaanse cultuur door blackface, alsmede de multi-etnische samenwerkingen die eruit volgden, uiteindelijk wel hebben geleid tot de winstgevende marketing en verspreiding van Afro-Amerikaanse cultuur en de vele afgeleide vormen in de hedendaagse popcultuur.
Desalniettemin, wordt de blackface tegenwoordig, en ik denk terecht, vooral gezien als een belediging voor zwarte mensen.

Mijn conclusie
Ik kan mij voorstellen dat men in de Verenigde Staten een overeenkomst ziet tussen tussen onze Zwarte Piet en hun blackface, maar als zij zich eens zouden verdiepen in de cultuur van andere landen en niet alles op zichzelf zouden betrekken, moeten zij, net als ik, tot de conclusie komen dat het één totaal los staat van het ander. De ontstaansgeschiedenis van Zwarte Piet heeft geen enkele relatie met het ontstaan van blackface. Uiterlijk lijkt het er misschien op, maar aanleiding en doel zijn totaal verschillend.

Hoewel de tekeningen bij het eerste boekje waarin de knecht van Sinterklaas wordt genoemd wel een zwarte man in slavenkleding laten zien, is dat ook meteen de enige feitelijke verbinding die je kan leggen tussen Zwarte Piet en slavernij. En dan nog alleen in de tekening, want in de tekst van dat verhaaltje wordt nergens gesproken over zwart of slaaf; het is een naamloze, kleurloze knecht.

De naam Piet komt uit een ander boekje waarin Sinterklaas een gesprek heeft met "Piet me knecht". Ook in dat boekje vind je geen enkele aanwijzing dat het zou gaan om een zwart iemand, en al zeker niet dat het zou gaan om een (ex-)slaaf.

Bij de eerste officiële intocht in Amsterdam deden zes Surinaamse matrozen mee als knecht, van een schip dat toen in de haven lag, naast een heleboel witte knechten, allen in middeleeuwse kledij. Dit moet eerder worden gezien als een uiting van emancipatie, dan als een uiting van discriminatie. De Surinamers deden gewoon met de rest mee, zonder aanziens des persoons.

En door een misverstand bij de Canadese militairen traden in de eerste door hen georganiseerde naoorlogse Sinterklaasfeest veel Zwarte Pieten op, waar dat aanvankelijk veel Sinterklazen hadden moeten zijn. Dus zeker geen verwijzing naar slaven of het hebben van slaven.

Tegenwoordig is Zwarte Piet een leuke slimme figuur die van alles kan, waar kinderen dol op zijn. Hij is zwart, ja, net als clowns wit zijn. Dat geleuter dat het komt door het roet is onzin. Hij is gewoon zwart. Hoe komt een clown anders wit? Is die met zijn neus in de boter gevallen? Nee hoor, voor kinderen is het allemaal heel vanzelfsprekend. Een clown is wit en Piet is zwart. Heel normaal.

Hoe ik ook mijn best doe, ik zie in de Zwarte Piet zoals ik hem ken, en in zijn ontstaan, feitelijk geen enkel beledigend of racistisch element.

Ondanks dat, kan het toch zijn dat iemand zich door de figuur van Zwarte Piet beledigd voelt. Dat is vervelend, want dat is helemaal niet de bedoeling van Zwarte Piet. Als mensen echter beweren dat het leuk vinden van Zwarte Piet een uiting van racisme is, voel ik mij daardoor wel oprecht beledigd, want ik ben geen racist. Oh, ik ontken niet dat ook ik vooroordelen heb, maar ik ben geen racist. Ik vind dat iedereen dezelfde rechten en plichten heeft en dat iedereen dezelfde kansen moet krijgen. Ik weet ook wel dat dit niet altijd en overal zo is en ook dat niet iedereen dat vindt, maar ik vind dat wel, want ik ben geen racist! Misschien juist daarom vind ik Zwarte Piet wel zo leuk en juist daarom moet Zwarte Piet blijven. Als bewijs dat iedereen, ongeacht kleur, afkomst, kleding, baan en gedrag, door mij wordt omarmd. En gaan Sinterklaas en Zwarte Piet in de toekomst veranderen? Zeker gaan ze veranderen. Net zoals ze in de loop der tijd voortdurend zijn veranderd. Niet onder dwang, maar als vanzelfsprekend.

Groetjes,
Salvatore