Translate

27 januari 2019

Zonnestraaltjes

Het is niet dat ik hen afluisterde of zo. Nee echt niet. De wind stond gewoon gunstig. Bovendien deden deze twee vrouwen - beiden begin 40, schat ik - geen enkele moeite om het gesprek voor zichzelf te houden. Hun gespreksvolume paste meer bij een druk café, dan bij dit stille terras.
Kijk, er zijn natuurlijk ook mensen, die altijd zachtjes praten. Soms zo zachtjes, dat je echt je uiterste best moet doen om er nog iets van mee te krijgen. Je kan ze honderd keer vragen of het wat harder mag, het lukt ze niet. Ja misschien bij het eerstvolgende woord, maar daarna wordt er weer onverstaanbaar gemurmeld. Heel irritant. Zeker. Maar toch altijd nog stukken beter dan die twee tetterende toeteraars, zoals daar op dat stille terras. Ik hoefde dan ook totaal geen moeite te doen om ze te horen. Dat wil zeggen, ik ben wel ietsje opgeschoven, aan een ander tafeltje gaan zitten, dichterbij, maar dat kwam omdat ik snel nog even de zonnestraaltjes wilde meepakken. Maar ja, toen ik daar eenmaal zat, kon ik ze echt woordelijk verstaan. De blondine hoorde ik als eerste, terwijl de brunette haar aanmoedigde door almaar bevestigend te knikken.

"Ik zeg nog: "O sorry, dat wist ik niet," want ja, ik dacht: "Misschien kan ze ze niet krijgen," ja, logisch toch? Maar nee, mevrouw had er zelf voor gekozen, zei ze. Ze vond het niet goed voor de planeet en het milieu. Raar verhaal, want zij leeft zelf toch ook hier? Maar in feite Gaf ze mij dus ondertussen wel een sneer, want ja, ik heb er wel twee. Ik denk: "Wat krijgen we nou? Ga jij mij hier nou de les lopen te lezen, met je diploma's? Nou, dat dacht ik niet!" Ja, logisch toch? Je weet zelf ook wel dat ik altijd aardig ben tegen iedereen, maar zoiets zeg je toch niet. Tegen een vreemde Ze kent mij geeneens. Dus ik zeg: "Alleen voor jezelf leven is wel lekker makkelijk." Ja.... Maar ze begreep het wel hoor. Ze keek me aan met zo'n blik van eh ... hè. Dus ik denk: "Die kan je in je zak steken, muts." Ik ben gekke Henkie niet."
"Nee, die zit bij mij thuis op de bank!" zei de brunette en gierde het uit van het lachen. De blonde kwam ook niet meer bij. Hun gelach eindige in een vervaarlijke klinkende hoestbui van beiden.
"Ik moet nog een wijntje," zei de brunette en stak een sigaret op.
"Maar hoe was het verder dan? Het is toch best gek, denk ik, om op het trouwfeest van je ex te zijn?" vroeg de brunette tussen de trekjes door.
"Ach, je doet 't voor de kinderen," zuchtte de blondine. "En ik was ook wel nieuwsgierig naar haar familie. Ja, je wil toch weten waar je je kinderen mee opscheept als ze bij hun pappie zijn. Maar van haar kant was er verder niemand."
"Was er niemand?"
"Nee, alleen dus die ene tante dus, die zonder kinderen, die milieu en natuur muts, maar verder niet. Nee, die zijn allemaal tegen. Ja, dat snap je toch zeker zelf ook wel? Dat scheelt mekaar 20 jaar! Dat wil je als moeder toch niet, dat je dochter thuiskomt met een vent die net zo oud is als der vader?"
"Ja, wat ziet zo'n jonge meid in zo'n ouwe zak?" vroeg de brunette zich hardop af en maakte met gebaren aan de ober duidelijk dat ze nog eenzelfde rondje witte wijn wensten.
"Ik weet zelf geeneens wat ik ooit in um heb gezien. Die lamlul. Hij is nog te beroerd om een veer voor de mond weg te blazen. Maar ja, hij kan mooi praten hè. Dat zal ie bij haar ook wel doen. En dan trap je er toch weer in."
"Ja," zei de brunette en ze ging rechtop zitten, "ik weet nog dat ie het steeds over die boot had. Weet je nog? Dat we samen dan, jullie twee en ik met mijn Henk, voor de vakantie zouden gaan varen. Nou, ik zag dat wel zitten en ik geloofde 'm ook. Want het ging toen toch best goed met die verfzaak, dacht ik."
"Ja, dat dachten we allemaal, maar alles was van de bank. En als ik dacht dat ie naar de zaak was, zat ie feitelijk in de kroeg, de kassa leeg te zuipen. Hij gooide die winkel maar open en dicht zo het hem uitkwam. Ja, dan komt er op den duur natuurlijk niemand meer. En toen ging ie failliet en toen gingen wij ook failliet, want hij had natuurlijk ook niks fatsoenlijk geregeld. En dat was voor mij echt de druppel. Had ik er toch nog vijf jaar en twee kinderen over gedaan voordat ik erachter was. Ik had mezelf slimmer verwacht."
"Maar wees blij dat jij de kinderen hebt. Het zijn schatjes. Echt! Die hebben toch wel een leuk feestje gehad of niet?"
"Ja, die vonden het leuk. En het was ook leuk. Gek, maar wel leuk, eerlijk is eerlijk. Toen iedereen weg was, lagen ze alle twee te slapen op twee stoelen. Bloedjes. Ja, en dat kindbruidje van hem, lag der naast." En weer schoot ze in een vervaarlijke hoestbui van het lachen. De brunette stak nog een sigaret op.
"Geef mij er ook eens één," zei het blondje en stak haar hand uit.
"Je was toch gestopt?"
"Ja, met kopen. <hoest lach> Nee, maar sinds die bruiloft rook ik weer af en toe."
"Grijpt het je dan toch aan?"
"Nou nee, maar.... Laat maar."
"Wat? Wat is er nou?"
"Ja nee, niks."
"Niks niks. Er is wat. Vertel op!"
"Nou, je moet echt stil houden wat ik je nu ga vertellen, hoor. Dat mag nooit niemand ooit weten! Dus echt, echt nooit."
"Nou, je maakt het wel spannend weer allemaal. Maar ik zwijg als het graf, dat zweer ik op de ogen van mijn ouwe moeder."
"Ja, die is al bijna blind, kan je niet ergens anders op zweren?"
"Op de ogen van Henk dan. Ik zeg niks."
"Nou, dus, dus dat feestje is afgelopen, alle mensen zijn naar huis, en mijn kinderen liggen daar te tukken, en zijn vrouwtje ligt ook voor pampus. Dus hij zegt tegen mij, hij zegt: "Daar gaat me huwelijksnacht." En ik zeg: "Dat was bij ons wel effe anders." Ja, en toen eh, hebben we onze huwelijksnacht over gedaan."
"Wat zeg je me nou? Hebben jullie...?"
En het blondje knikte en nam nog een trekje van haar sigaret.
"Kun je zien wat oetlul het eigenlijk is om je vrouw zo te bedriegen, op je huwelijksnacht! Maar mondje dicht hè?"
"Ik zeg niks, dat weet je, maar ... waarom?"
"Ja, eh, aan de sex heb het nooit gelegen. Dus ja, nu doen we het tussendoor wel vaker."
"Nee!"
"Ja!"
Er viel een korte stilte.
"Maar ik heb gister tegen 'm gezegd dat we het gaan afbouwen," zei ze en drukte de sigaret uit.
"Afbouwen?"
"Ja, afbouwen, minderen. Ja, het is toch een gedoe steeds. Met de kinderen en zijn vrouw en alles. Maar ja, het is net als met roken, helemaal stoppen dat lukt toch niet, dus...."
"Nou, daar zal Henk van opkijken."
"Nee, Henk mag het ook niet weten. Nee, je mag het echt aan niemand vertellen!"
"Ja maar Henk toch wel. Ik kan dit toch niet voor hem stil houden? Nee, dat gaat niet."
"Nee, ik wil het niet hebben," zei het blondje resoluut.
"Of misschien dan alleen van die ene avond," zei ze toen snel, "want dat is eigenlijk best wel een geinig verhaal."
"Nou, dan ken ik net zo goed alles vertellen, dat slaat anders ook nergens op."
"En je hebt nog gelijk ook. Kijk daarom zijn wij ook zulke goede vriendinnen. Jij weet mij altijd weer op het juiste spoor te krijgen. Het is goed, vertel het maar aan Henk. Maar hij moet het dan wel ook voor zich houden, hè."
"Henk praat sowieso nooit, dus da's geen moeilijke opdracht voor 'm," hoeste de brunette.

"Kan ik misschien nog iets voor u inschenken?" vroeg de ober vriendelijk. Ik heb niks genomen, heb afgerekend en ben gegaan. Maar wat een verhaal had ik gehoord, dat moest ik wel opschrijven. En om hun privacy te waarborgen, waar ze zelf dus geen enkele moeite voor deden, heb ik hun haarkleur omgewisseld.

01 december 2018

een afschuwelijke tijd

Het waren zware tijden. Niet omdat er oorlog was, of omdat er honger en armoede heerste. Integendeel. Er was al jaren vrede. De economie draaide als een malle. Voedsel was er, uit alle windstreken, net als overigens drank en drugs. Mensen waren dik en ongezond, maar de gezondheidszorg stond op een ongekend hoog niveau en hield ze allemaal in leven. Nooit eerder in de geschiedenis werden mensen zo oud en talrijk. Theaters, musea, lunchrooms, concertzalen, cafés kenden immens hoge bezoekersaantallen. Ja, zelfs de zomers waren langer, warmer en zonniger dan ooit. Het kon niet op! Er heerste welvaart. Men hoefde niet meer te vechten voor onderdak, eten en vrede. Het was er gewoon. Altijd. Maar toch waren het zware tijden. Want wat blijft er over als je niet meer hoeft te sappelen, als je niet meer hoeft te vechten voor bad en brood? Dan vind je zingeving in de strijd om kleine, onbenullig, onbeduidende dingen, zoals de kleur van sprookjesfiguren, het gerammel van toeristenkoffers, of de uitspraken van Johan Derksen.

Door gezonde voeding waren de mensen langer geworden en daarmee ook hun tenen. Tja, en als er steeds meer mensen zijn, met steeds langere tenen, dan is het logisch dat je ook steeds vaker op elkaars tenen staat. Zoekend naar voedsel om te overleven, stap je daar zo overheen. Een pijnlijke teen is dan wel je minste zorg. Maar als je echt niets meer te doen hebt, tja, dan is een pijnlijke teen een heerlijke afleiding. Dan ga je daar helemaal in op en schreeuw je moord en brand. Ja, het waren zware tijden.

En zo kon het gebeuren dat wat een gouden tijd voor iedereen zou moeten zijn, verwerd tot een ontluisterende etalage van 's mens onvermogen te genieten van succes. Nu er niets te klagen viel, ging men er obsessief naar op zoek. Wat nooit een probleem was geweest, vormde nu de aanleiding voor scherpe discussies. Groepen stonden lijnrecht tegenover elkaar vanwege het vermeende discriminatoire karakter van bijvoorbeeld het herentoilet. En dat terwijl herentoiletten al sinds mensenheugenis en zonder enig probleem ook door veel niet-heren werden gefrequenteerd. Sterker nog, in de meeste gevallen werden toiletten gedeeld met iedereen die er gebruik van moest maken. Jaren heb ik toiletten bezocht zonder er ook maar over na te denken.

Uit pure verveling werd zelfs onze eigen taal onderwerp van strijd en discussie. Woorden die jarenlang goed werden gebruikt omdat ze precies aangaven wat ermee werd bedoeld, kwamen ineens in een verdacht licht te staan. Allochtoon werd stigmatiserend gevonden en werd vervangen door een hele zin: "iemand met een migratie-achtergrond". Onschuldige benamingen van etenswaren als huzarensalade, jodenkoeken, negerzoenen, moorkoppen, blanke vla, zigeunersaus, russisch ei, hamburgers enzovoort werden ineens een probleem. En iemand een mietje noemen was vooral beledigend voor mensen met een seksuele voorkeur voor mensen van hetzelfde geslacht en dan specifiek die zichzelf van het mannelijke geslacht weten.

Het hebben van een piemel, ja zelfs het hebben van een piemel én het Y-chromosoom, was niet voldoende meer om man te mogen worden genoemd. Nee, het moest maar eens afgelopen zijn met die vooringenomen hokjesgeest. Er waren immers zoveel meer mogelijkheden, zelfs met een piemel en een y-chromosoom. Toch? Ja, het waren zware tijden.

Omdat er in heden en toekomst feitelijk geen reden tot klagen meer was, richtte men zich op de historie. De geschiedenis, die eerder nooit de aandacht kreeg die het verdiende, bleek vol te zitten met gebeurtenissen waar, indien bekeken met de ogen van nu, men naar hartelust over kon klagen. Het bleek zelfs een schier onuitputtelijke bron van verklaringen voor individueel falen. Verre nakomelingen werden verantwoordelijk gehouden voor misstanden en -daden van eeuwen geleden. Er werden stichtingen opgericht die zich beijverden straatnamen te veranderen met verwijzingen naar helden of gebeurtenissen die naar de mores van nu onethisch waren geweest. Zelfs de Javastraat moest het ontgelden, omdat het direct verwees naar een dictatoriaal koloniaal verleden en zou moeten worden gewijzigd in de Hillary Clintonstraat, want ook vrouwen kwamen er in straatnamen maar bekaaid vanaf, vond men. Ja, het waren barre tijden.

En in die barre tijd groeiden kinderen op in luxe. Zij hadden nooit schaarste gekend. Zij wisten al op zeer jonge leeftijd geen verlanglijstje meer te maken voor hun verjaardag, sinterklaas en kerst. Zij hadden alles al, twee of drie keer. Hoe treurig is een leven als er niets meer te wensen valt? Ja, het was een afschuwelijke tijd. Een tijd waarin men onbewust hongerde naar een ramp, oorlog, aardbevingen, mislukte oogsten, armoede. Dan kreeg het leven weer zin. Kon je gaan opbouwen en strijden voor belangrijker zaken. Men moest even door deze zoete appel heen bijten en blijven hopen op tegenslag. Ja, het was werkelijk een afschuwelijke tijd.

Doeiii

03 november 2018

over gewicht

Vroeger, toen ik nog jong was, zo’n beetje ten tijde van de bouw der piramiden, hoefde ik mij niet bezig te houden met mijn gewicht. Het ging als het ware allemaal vanzelf. En als ik eens een keer wat zwaarder woog dan gewenst, dan hoefde ik maar aan afvallen te denken en het geschiedde. Dat is tegenwoordig wel even anders. Ik moet mezelf bijkans uithongeren om er nog wat af te krijgen. Ik ben in de afgelopen 10 jaar echt wel behoorlijk aangekomen. Hoe kon dit toch allemaal zomaar gebeuren?

Het ging mis tijdens de kerst van 2008. Ik was toen nog jong genoeg om van alles te willen, maar ook oud genoeg om al bijna niks meer te kunnen. Qua eten dan, bedoel ik. Die kerstvakantie was er iets op het werk, waardoor ik constant moest werken. Lange dagen maakten we, maar we werden ook goed verzorgd. Verrassende tussendoortjes, rijke lunches en gastronomische maaltijden verzachtten ons werkleed. En het was nog gezellig ook. Biertje aan het eind van de dag en de andere dag weer vroeg aan de bak, met koffie en koek. Maar toen ik op nieuwjaarsdag de weegschaal bezocht, bleek ik, ondanks het harde werken, wel vijf kilo te zijn aangekomen. In twee weken! Eraf bleek echter andere koek. Na vijf jaar zaten de destijds vergaarde kilo’s er nog steeds keurig aan. Nou, toen gaf ik de strijd maar op. Ik was inmiddels de 50 al gepasseerd, had al verkering, dus waar had ik dat goddelijk lichaam nog voor nodig? Echter, nog geen twee jaar later vertelde de weegschaal mij, dat er nog eens vijf kilo’s waren bijgekomen! Ik vreesde het al, want alles zat strak. Mijn bloezen, t-shirts, broeken, mijn vel. Dit kon zo echt niet langer! Dus besloot ik er nu toch echt serieus wat aan te gaan doen. Ik ging fanatiek ... lezen. Want ja, alles begint met kennis. Kennis uit liefst veel verschillende bronnen, want tegenwoordig is bijna alle kennis, zeker over dit onderwerp, flink gekleurd vanwege de commerciele belangen die eraan vastzitten. Maar wat bleek? Waar was vrijwel iedereen het over eens? De beste methode om af te vallen is: minder eten.

Het klinkt misschien als een open deur. Minder eten dan je nodig hebt en je valt vanzelf af. Het enige probleem is, ik weet niet wat ik nodig heb? De gemiddelde man verbruikt zo’n 2500 calorieën per dag zeggen de lijstjes, maar geldt dat ook voor mij? Ben ik een gemiddelde man? Ik denk het eerlijk gezegd niet. Sterker nog, ik denk dat de gemiddelde man helemaal niet bestaat. In ons kleine Nederland alleen al lopen ruim 8 miljoen mannen rond, maar er zijn er geen twee hetzelfde. Dus wat die mannen verbruiken en hoeveel energie zij uit hun voedsel halen, verschilt ook per persoon. Dat is dus allemaal nog best ingewikkeld. Moest ik eigenlijk wel afvallen, of kon ik ook gewoon een maatje groter kopen? Was ik eigenlijk wel te dik?

Of je te dik bent of niet, wordt grotendeels bepaald door culturele omstandigheden. In Amerika wordt je niet snel "te dik" gevonden. Maar ook in Afrikaanse landen heeft dik zijn, vaak een heel andere status dan dikke mensen hier. Dik wordt ook gezien als een uiting van rijkdom, vergelijkbaar met een "dikke" auto in het noord-westelijke deel van onze aardkloot. Dus of je "te dik" bent, kan ook al niet objectief en gemakkelijk worden vastgesteld. Dus ging ik op zoek naar wat een gezond gewicht is.

Wat is een gezond gewicht? Nou, daar zijn de wetenschappers het dus ook al niet over eens. Natuurlijk, hebben we, denk ik, allemaal wel eens gehoord van de BMI, de body mass index. In het Nederlands, het lichaamsgewichtscijfer. Dat is een rekensom, die gebruik maakt van je lengte, je leeftijd, je geslacht en je gewicht. Als de uitkomst van die som ergens tussen de 20 en 25 ligt, zit je volgens de bedenkers van die som goed. Is de uitkomst lager dan 20, dan word je te licht bevonden, en zit je boven de 25, dan ben je een zwaargewicht. Tenminste, dat vinden zij. Ik weet dat als ik een gezond BMI van zeg 20 zou hebben, ik eruit zie als een patiënt met een enge ziekte. Gelukkig bleken er ook wetenschappers die het juist helemaal niet zo hebben op die BMI. Zo blijkt dat bij een Europeaan een hogere BMI hoort dan bij bijvoorbeeld een Aziaat. Er zijn zelfs onderzoeken die laten zien, dat mensen met, volgens deze BMI, overgewicht juist gezonder zijn, dan mensen die wel aan de BMI-standaard voldoen! Dan heb je dus juist een gezond overgewicht. Bovendien, als je echt goed wilt kijken naar of je een gezond gewicht hebt, moet je daar ook je buikomvang en je lichaamsvetpercentage nog bij betrekken.

Ik las en las en las. Ik las over dat de ene mens meer energie haalt uit voeding dan de ander. Ik las dat bepaalde voeding bij bepaalde mensen eerder overgewicht veroorzaakt dan dezelfde voeding bij anderen. Ik las over diëten en de gevaren daarvan, over diëtistes en hun financiële belangen in de voedingsindustrie. Ik las over de rol van darmbacteriën, erfelijkheid, zeer zeldzame ziektes en dat allemaal in relatie tot voeding en gewicht. Ik nam al die kennis tot mij en hoewel ik er niet van afviel, kwam ik er ook niet van aan. Maar uiteindelijk bracht het me weer terug bij het begin: om af te vallen, moet je minder eten dan je verbruikt.

Je kan hetzelfde blijven eten maar dan wel je verbruik omhoog brengen door bijvoorbeeld te gaan sporten, maar je kan dus ook gewoon je luie zelf blijven en in hongerstaking gaan. Voor mij is dat een keus uit twee kwaden. Immers, om fijn te kunnen sporten ben ik te intelligent en om gezonder te eten heb ik te veel smaak. Het zit ook niet mee. Maar wat nu?
Nou, ik las ergens de volgende tip: eet niets wat je niet zelf hebt bereid. Hiermee wordt uiteraard niet bedoeld dat je graan moet gaan verbouwen om er uiteindelijk zelf je eigen brood mee te bakken, of varkens moet gaan houden voor een plakkie ham. Nee, gewoon verse, ongesneden groeten halen, zelf brood smeren, en van een mooi stukje kipfilet je eigen frikandellen maken. Dat heb ik me nu goed in mijn oren geknoopt. Niet rigide, niet zwart-wit, met beleid en inzicht, maar ik ga het wel doen. Zoveel mogelijk. En dan streef ik naar een blijvend en gezond overgewicht.

Eet smakelijk,
Salvatore