Translate

28 augustus 2020

Walem Trilogie - 2 - Leve de flipflops!

Voor mij is slapen in een vreemd bed zoiets als poepen in een drukke winkelstraat. Dat gaat niet. De hele nacht lig ik te woelen en te draaien, maar slapen, ho maar. Op een Grieks eiland lig ik dan 's middags gewoon lekker te maffen op een ligbedje onder een parasol, dus dan haal ik de gemiste slaap wel weer in. Maar met af en toe een bui, windkracht 4 en maxima van 20 graden zijn vakanties in Nederland daar toch minder voor geschikt. Dan kan aanhoudende slapeloosheid een probleem worden voor je omgeving. Prikkelbaar en lusteloos. Leve de vakantie.

Maar gelukkig is er drank. Alcoholische drank welteverstaan. Een glas Roosvicee werkt niet. Een fles wodka wel. Nog voordat mijn hoofd het kussen raakt, ben ik al vertrokken. Ondertussen is de lever wel drukker dan ooit, maar de rest slaapt. Ook mijn nieren lijken pas de andere dag weer te gaan werken, na twee bakken koffie. En hoewel deze therapie door deskundigen sterk wordt afgeraden, sleept het mij door de periode van vakantieslapeloosheid heen. Leve de alcohol.

Alcohol heeft meer positieve kanten. Zo schijnt het je te beschermen tegen virussen. Oraal innemen helpt dan helaas niet, maar jezelf ermee insmeren blijkbaar wel. Overal waar je komt, staan dan ook pompjes met alcoholhoudend spul om je handen mee te ontsmetten. Vaak moet ik dan toch de neiging onderdrukken om mijn mond eronder te houden. Al was het alleen al voor de blikken van de omstanders. Maar goed, ik ben niet alleen. Ik word daadkrachtig in het gareel gehouden. En die pompjes zijn eigenlijk van zichzelf al leuk, want op het ene pompje moet je keihard drukken om er een keuteltje gel uit te persen, terwijl een ander pompje bij de minste aanraking al een brandstraal alcohol produceert. Zit je ineens helemaal onder en riek je de rest van de dag als een alcoholist in de morgen. In zo'n geval zoeken wij op het 1,5 meterterras een plek met ruim zicht op het ontsmettingsgebeuren. Leve de handpompjes. 

Onder het mom "alles beter dan fietsen" werd ook wandelen toegevoegd aan ons lijstje vakantievreugde. Dat moest ook wel, want verder viel er niet veel te beleven tussen die drie boerderijen, de kerk en het café. Maar eerlijk is eerlijk. Zuid-Limburg is echt prachtig en heel anders dan de rest van Nederland. Door de vele, goed bewaard gebleven gebouwen, opgetrokken in een prachtige stijl, in dat schitterende, glooiende landschap krijg je het gevoel in een sprookjesachtig buitenland te zijn beland. Ja, zelfs dat taaltje is onverstaanbaar. Maar gelukkig spreken de meesten ook goed Engels. Leve mijn talenknobbeltje. 

Dat wat aan de ene kant een voordeel is, kan aan de andere kant ook een nadeel zijn en dat geldt ook voor wandelen in Zuid-Limburg. Je krijgt weliswaar de prachtigste vergezichten voorgeschoteld, maar waar je in ons vlakke polderlandschap een tocht van 10 kilometer in een twee uur wegwandelt, doe je in Zuid-Limburg een hele middag over zo'n stukkie. Heuvel op, heuvel af. Dat haalt de snelheid er wel uit. Je haalt dan ook met gemak je 10.000 stappen, plus 52 verdiepingen. Leve de polder!


Ik moet hier wel - ja, ik zeg het niet graag - een bekentenis doen. Ik kocht, op aanraden van mijn wandelspecialist, voor de gelegenheid speciale - nou, daar komt ie dan - wandelsokken! Jawel! Ik ben in het bezit van twee paar wandelsokken. Vroeger waren ál mijn mijn sokken wandelsokken, maar nu niet meer, nu heb ik er dus speciale sokken voor. Misschien moet ik ook eens informeren naar klussokken en zitsokken. En accordeonsokken. Maar goed, wandelsokken dus. Een linkse en een rechtse. Ja écht! Op de ene sok staat een "r" van rechts en op de andere een "l" van links. Als je ze verkeerd om aantrekt, wandel je denk ik in rondjes of zo, ik weet het niet, want ik heb het nog niet aangedurfd ze krang te dragen.
Nu ik toch bezig ben met schokkende bekentenissen, om het nog gekker te maken, ik heb me ook laten overhalen om tevens bijpassende wandelschoenen te kopen. Vroeger waren ál mijn schoenen wandelschoenen. Ik had geen schoenen met onmundige hakken of andere ongemakken. Met mijn oude schoenen heb ik vele kilometers per dag door de straten van New York, Antwerpen en Rome gebanjerd, maar dat kan dus echt niet meer. Belachelijk zelfs! Je hebt nu wandelschoenen! Als ik ze aan heb voel ik me net de helft van zo'n ANWB-stelletje, met dat verschil dat Lin en ik onszelf dan wel totaal anders kleden en gedragen. We dragen alleen beiden wandelschoenen, en nog totaal verschillende ook. Maar goed, het begin is er, godsamme! En zo zak je dan toch langzaam weg in het stinkende moeras van ouderdom en risicogroepen met je schoenen en je sokken.
En ik moet zeggen, die sokken zijn echt onzin. Alle sokken zijn wandelsokken. Als ze maar lekker zitten in de schoenen die je draagt. Maar die wandelschoenen, die bevallen echt wel goed. Daarmee loop je echt flexibel en licht, zeker als je over veel bospaden en keien moet, zoals daar tussen die drie boerderijen, die kerk en dat café. Dus, ik beken, ik ben qua schoenen, op dit gebied, om. Leve de wandelschoen!

Heel vroeger, maar echt heel heel vroeger, liepen mensen gewoon op blote voeten en in de blote kont ook. Maar later zijn ze gaan ontdekken, dat je met schoeisel en kleding, toch langer leefde. Ja, als je met je blote uitsteeksel ergens achter bleef hangen, was je mooi de lul. Dus daar ging een berenvel omheen, vandaar het woord berelul. Denk ik hoor, dit weet ik niet zeker. Maar het eerste wat men bedacht was, iets aan de voeten doen. Logisch, want daar sta en loop je de hele tijd op. Sinds dat men rechtop was gaan lopen, drukte dat hele gewicht op die twee tere zooltjes. En stapte je in een rondslingerende schroef of stuk glas, nou ja, in die tijd een zal dat een doorn of zo geweest zijn, dan kon je niet meer lopen en liep je kans op een vette bloedvergiftiging en stierf je een pijnlijke, vroege dood. Dus bedachten ze toen al de flipflops. In oude films over de Romeinen zie je dat ook, versierd met van die geile, leren bandjes om de kuiten. Ja, die Italianen zijn altijd al modebewust geweest. Conclusie, met schoeisel aan, leef je langer en gezonder. Toch zijn er heden ten dage nog steeds mensen aan wie deze evolutionaire ontwikkeling geheel voorbij is gegaan. Het liefst lopen zij de hele dag op blote voeten. En binnen, in je eigen schone huis, is dat niet erg, daar loop je geen snee of voetschimmel op. Maar je gaat toch niet op straat lopen op je blote poten? Nou, ik zeg je, hier in het park zie je hele families die de hele dag op blote voeten lopen. Blote voeten families. Met vaak ook blotebillengezichten, dat dan weer wel. Lekker met de blote voetjes in het gras, lijken ze te denken. Terug naar de natuur. Er zijn zelfs hele websites voor opgericht, met gratis blotevoetenwandelingen. Ja echt! Hier het bewijs. Maar mensen, je loopt hier op vreemd gras! Althans, niet je eigen gras, in je eigen, schone, veilige tuin. Op dit vreemde gras hebben vreemde vogels gepoept en vreemde egels geplast. Misschien hebben onverlaten er bierdopjes achtergelaten, of stukjes lego. Maar deze blote voetenfamilies hebben zo hun eigen opvattingen. Die malen daar niet om. Die hebben om zeven uur 's ochtends al voetzolen, zo zwart als een neger barbecue-briket. Zij zijn niet bang om overal in te trappen. En ze trappen ook overal in. Zelfs in de meest absurde complottheorieën. Ik verdenk ze er ook van dat ze zo met die voeten onder de lakens kruipen. Nee, ik doe dan toch echt liever iets aan. Leve de flipflops.

27 augustus 2020

Walem Trilogie - 1 - Wat vooraf ging

Het klinkt als de titel van een slechte Amerikaans politieserie, COVID NINETEEN, maar het bleek een hinderlijk tot dodelijk virus. Door de maatregelen, waarmee men verspreiding en besmetting zoveel mogelijk probeerde te voorkomen, zag onze vakantie er ineens heel anders uit. Toevallig hadden we dit keer, in tegenstelling tot andere jaren, de vakantiereis nu eens bijtijds geboekt. Dat bleek geen goede zet.
"Kent u die mop van dat stel dat naar Griekenland ging? Nou, die gingen niet."
Het werd niet verboden om naar Griekenland te vliegen, maar ik zag mijzelf niet uren lang met 150 mensen opgepropt in zo'n kleine ruimte doorbrengen. Er zit immers altijd wel iemand in de buurt die ineens onbedaarlijk en onbehoorlijk gaat hoesten.
"Ughuuurrrr, grrruugh!"
Op zo'n moment trekt plots heel je leven aan je voorbij. Dan zie ik snotterende mensen op 1,5 meter van de kist staan.
"Hij wou begraven worden, maar met die Corona is cremeren toch veiliger."
Maar bovendien, ook in Griekenland gelden beperkende maatregelen. Van een onbezorgde vakantie, zoals we gewend waren, kon dus geen sprake zijn. En hoe werk je al die grote bergen gyros naar binnen met een mondkapje op? We hebben de reis geannuleerd. 400 euro kostte ons dat. 400 euro, om twee maanden lang het idee te hebben, dat we naar Griekenland zouden gaan. Da's best veel geld, maar liever veel geld kwijt, dan je gezondheid. Maar, zeggen mensen dan, de kans dat je Corona krijgt, is wel heel klein. En dat klopt. Net als bij de staatsloterij. Die winnen we ook nooit. Maar dan zal je net zien, zitten wij in dat vliegtuig, en ja hoor, jackpot! Allebei Corona. Nee, dat lot wilden wij aan ons voorbij laten gaan.

Gelet op mijn (inmiddels wel bekende) houding ten opzichte vakantiereizen zag ik er niet zoveel nadeel in om dit jaar drie volle weken thuis te blijven. Heerlijk! Mijn vaste reisgenote dacht daar echter anders over. We werkten al sinds maart voortdurend thuis, we kwamen nergens meer, dus die wilde er wel even tussenuit. Ik dacht nog aan een paar dagen in een hotel, maar nee, dat zag ik toch echt helemaal verkeerd. Een huisje moest het worden. Een huisje in Zuid- Limburg. Wel in eigen land, maar in een zo andere omgeving, dat je je toch in het buitenland kon wanen. En dan ook wel een volle week, want voor minder ging ze de deur niet uit. Zucht.
In dat soort kwesties heb ik echt niks in te brengen. Als ik zeg dat een midweek toch ook mooi is, dan wordt dat resoluut en zonder aanziens des persoons van de hand gewezen. Dus werd er een week geboekt in bungalowpark Schin op Geul.

Hoewel de naam van het park anders doet vermoeden, was het park niet gelegen in Schin op Geul. Het lag ernaast. In wereldstad Walem. Drie boerderijen, een kerk en een café.
Op internet zag het er prima uit, en zoveel keus hadden we nou ook weer niet, want vrijwel heel Nederland vierde vanwege Corona vakantie in eigen land, dus veel zat ook al vol of was onbetaalbaar duur. En, mind you, we hadden al 400 euro aan de vakantie besteed door te annuleren. Dus gelaten stemde ik ermee in. Walem werd het. En ze was dolgelukkig. Da's dan tenminste iets.

In de weken van de zogeheten voorpret kreeg ik er steeds minder zin in. Hoe dichterbij het kwam, hoe meer ik er tegenop zag. Wat moesten we in godsnaam zeven dagen in Walem? Waarom had ik geen voet bij stuk gehouden? Een midweek was toch lang zat geweest? Wie het kleine niet eert, is toch ook het grote niet weerd? En zo'n huisje, in zo'n minipark - want dat is het, een minipark, zonder subtropisch watervalspektakel, zonder pannenkoekenhuis, zonder overdekte plaza, zonder grillrestaurant - daar valt toch geen bal te beleven? Thuis heb je alles wat je hartje begeert, je hoeft je arm maar te strekken en je hebt iets vast dat je lief is. Maar wat heb je in Walem? Drie boerderijen, een kerk en een café. Bovendien zo'n huisje is altijd een beetje smerig, daar slaap ik voor geen meter, en nogmaals, in fokking Walem. Drie boerderijen, een kerk en een café. Maar dat zag ik allemaal helemaal verkeerd. Je kon er fietsen huren, fijn wandelen, Maastricht en Valkenburg lagen op steenworp afstand, dus genoeg te doen, aldus de reismaffia. Maar waarom zou ik fietsen huren? Ik zit nooit op zo'n ding. Ja, ik heb er wel één, maar als ik 'm pak, moet ik 'm eerst afstoffen, de banden opblazen en de vergane remblokjes en de leeggelopen batterijen van het achterlicht vervangen. En dan zou ik daar voor mijn lol een fiets gaan huren? Ik dacht het niet! En wandelen is best leuk, maar niet zeven dagen lang! Maar we konden toch ook een dagje naar Valkenburg en een dagje naar Maastricht? Jazeker, maar dan blijven er nog altijd vijf dagen over. Wat doen we daar dan mee?
Je snapt het al: op vakantie gaan, dat is niet mijn ding. Je moet ineens van alles doen waar je onder normale omstandigheden niet eens over zou peinzen. Maar voor veel mensen moet het tijdens vakanties allemaal anders. Dan sta je ineens tot je knieën in de zee met een batje een balletje over te slaan. Dat doen we normaal nooit! Maar op vakantie moet dat, want dat is dan leuk. Als het dan zo leuk is, waarom doen we dat dan nooit? Waarom gaan we op een verloren zondagmiddag nooit eens met een batje een balletje over slaan, met de onderbenen in het water? Simpel, omdat het oervervelend is. Ik doe het dan ook niet. Nooit. Ook niet op vakantie!

Even een vraagje tussendoor. Is het nou op vakantie gaan of met vakantie gaan? Ga je MET tegenzin OP vakantie, op ga je OPgefokt MET vakantie? Of alle twee?

Maar goed, de dag die je wist dat zou komen, was eindelijk hier. Althans, zo formuleerde mijn reisgenote het. Ik dacht alleen maar: kut, wat gaat de tijd toch snel! We pakten 's ochtends de koffers in en reden 's middags naar Walem. Drie boerderijen, een kerk en een café én, jawel, een bungalowpark.
Normaal gesproken doe ik niet lang over het inpakken van mijn koffer, maar in Nederland vakantie vieren is toch anders dan naar een Grieks eiland reizen. Daar is het altijd warm. Daar heb je genoeg aan flipflops en een lekkere warme zwembroek. In Nederland moet je echter rekening houden met alle denkbare weersituaties. Stortbuien, vrieskou, hittegolven, herfststormen. Dus een dikke jas, een dunne jas, een regenjas, een tussenjas, lange broeken, korte broeken, lange mouwen, korte mouwen, truien, vesten, open schoenen, dichte schoenen, flipflops, kaplaarzen, kortom het hele assortiment van de C&A moet mee. En dat moet allemaal in datzelfde koffertje als waar vorig jaar alleen je slippers en je badmuts in hoefden.
En handdoeken, veel handdoeken, want de handdoeken in die huisjes zijn altijd smoezelig en ruiken raar. En een paar boodschappen, want die kampwinkels zijn altijd schreeuwend duur, sprak hij, die 400 euro uitgaf aan een nooit gevierde vakantie. Ik had nog maar net geen dakkoffer nodig.

De reis verliep voorspoedig. De TomTom kon Walem feilloos vinden. Toen we echter net het plaatsnaambordje waren gepasseerd, hield ie ermee op. Bestemming bereikt. Ik zei het toch. Drie boerderijen, een kerk en een café. Maar nergens iets te zien dat op een bungalowpark leek. De tactiek in dit soort kwesties, weten wij vanwege onze ervaringen in Griekenland en België, is zolang mogelijk rechtdoor rijden en je gevoel volgen. Terwijl de zon uitbundig scheen, leidde de smalle weg met oude huizen (waarvan de voordeuren rechtstreeks op de weg uitkwamen, geen stoep) ons onrustbarend stijl naar beneden. Ik voelde me heerlijk op m'n gemak. Het was net Griekenland. Onderaan de weg, een splitsing, zonder borden. Ik koos voor rechtsaf. En ja, toen we net de bocht om waren, stond daar, half verscholen onder de laaghangende takken van een boom, een bordje met in kleine lettertjes de tekst "bungalowpark Schin op Geul" en een pijltje dat naar de hemel wees. Nou, en toen waren we er ook in een vloek en een zucht.


Het park lag op een heuvel en bood een prachtig uitzicht op het Limburgse heuvellandschap. Vanuit ons huisje konden we Walem zien liggen. Drie boerderijen, een kerk en een café. Het huisje zelf was wel oké. Grieks schoon, zal ik maar zeggen. Er was geen airco, maar het was er wel 29 graden binnen. Alleen de badkamer was echt niet fris. Haren in het putje en een eens wit douchegordijn. Daar hebben we direct melding van gemaakt bij de Receptie. En toen we terugkwamen van een korte verkenningswandeling in de omgeving (langs drie boerderijen, een kerk en een café) was onze badkamer echt brandschoon schoongemaakt en hing er een fonkelnieuw blauw douchegordijn. Het hele huis rook fris naar chloor. En met die 29 graden in het huisje en die chloordampen was het net alsof we toch een subtropisch zwemparadijs hadden.

01 augustus 2020

I luv Holland

De geschiedenis van Nederland is toch eigenlijk best bijzonder. En het is, goed beschouwd, best een raar stukkie land, zo aan de woeste Noordzee, overal met water volgelopen gaten, en twee grote rivieren die het land zowel van oost naar west als van zuid naar noord doorklieven. Maar toch is het altijd populair geweest. Ja, er is vruchtbare kleigrond, altijd vers drinkwater bij de hand en mooi vlak, waardoor je al van verre vervelende families kunt zien aankomen, zodat je je tijdig achter de bank kan verschansen.
Door opgravingen in met name Gelderland weten we dat al meer dan zevenduizend jaar geleden om dit gebied werd gestreden. Iedereen wilde er wonen. Geen wonder dat toen de Bataven in uitgeholde boomstammen de Rijn afzakten ze in de Betuwe direct aan land zijn gegaan. Dat moet er toen ook prachtig uit hebben gezien, met al die bloeiende fruitbomen en Flipje met de handen in de zij.

mooie foto van een Romein die bij zonsondergang over de Betuwe uitkijkt
Een zeldzame foto van een Romein die uitkijkt over de Betuwe.
Maar goed, niet lang na de Bataven kwamen ook de Romeinen deze kant op. Die vestigden zich bij Nijmegen. De slimmerds. Die hadden toen al door dat je geen brug te ver moest gaan. De Bataven konden goed met de Romeinen opschieten. Ja, die Bataven waren flink uit de kluiten gewassen kerels, toen al, die goed konden vechten, en die kleine Italiaantjes uit Rome vonden het wel handig om er daar een paar van bij te hebben tijdens hun veldtochten. Het waren trouwens wel enorme smeerkezen hoor, die Romeinen bedoel ik. Ja, die gooiden alles maar van zich af en opruimen, ho maar. Zelfs nu, als je daar bij Nijmegen ergens een kuil graaft voor een ander, kom je gegarandeerd nog allerlei huishoudelijk troep van die Romeinen tegen. Potten, pannen, messen, zelfs hele karren en shit. Is toch niet normaal? Hoe moeilijk kan het zijn om je eigen rommel mee te nemen en thuis netjes in de prullenbak te doen? Hadden die Romeinen geen moeders?

Maar goed, Nederland was en bleef erg in trek. Iedereen wilde hier wonen. Maar ja, wij woonden er al, en wij kregen op den duur wel een beetje genoeg van al die visite, die maar bleef plakken en nooit meer wegging, dus gingen wij ons er tegen verzetten. Ja, dat werd ons niet altijd in dank afgenomen, kan ik je zeggen. De Spanjaarden waren er zelfs zo pissig om, dat ze tachtig jaar lang hebben geprobeerd ons te overheersen. Ja, het waren volhoudertjes hoor. Jackrusseltjes, dat zijn het, die Spanjaarden. Net zo klein, rap en vasthoudend. Maar uiteindelijk zagen ze wel in dat er van die botte Hollanders niet te winnen viel. Olé! En we wonnen ook van de Oostenrijkers en van de Engelsen en van de Denen, de IJslanders, de Noren, de Fransen en op het laatst zelfs van de Duitsers (met een beetje hulp). Ja, hoe die geschiedenis precies is verlopen, weet ik niet zo goed. Je leert tegenwoordig op school immers meer over de geschiedenis van Afrika, dan over de geschiedenis van je eigen land. Maar ik meen ooit eens gehoord te hebben dat de strijd tegen de Duitsers uiteindelijk maar vijf dagen duurde. Waarom het dan nog vijf jaar duurde eer ze allemaal weer "nach hause" gingen, is me een raadsel. Ik vermoed dat de Duitsers destijds zóveel feestdagen hadden die ze hier kwamen vierden, dat ze het de moeite niet vonden om tussentijds terug naar Duitsland te gaan. Zoiets moet het wel zijn geweest. Trouwens, best een rare gewoonte, dat ze hun feestdagen bij ons vieren. Ja toch? Als ik een feestje heb, vier ik het toch ook niet bij de buren? Ze zien me aankomen. Maar die Duitsers wel hoor. En nog steeds. Zonder enige gene. Oude gewoontes slijten niet, dus kijk maar uit.

Maar goed, de afgelopen 75 jaar is het wat rustiger. Nederland is nog steeds populair, maar men komt niet meer allemaal tegelijk. Het zijn nu steeds plukjes van dit en groepjes van dat. Dan weer een paar aspergestekers, dan weer een stel voetballers, soms een verdwaalde accordeonstudent of iemand die oude kranten verkoopt, maar ook bouwvakkers en dokters en verpleegkundigen. Die kan je trouwens steeds minder goed verstaan, vanwege die mondkapjes natuurlijk. Ja, nee, niet vanwege hun accent. Wat dat betreft spreken buitenlanders soms beter Nederlands dan de Nederlanders zelf. Ooit een Limburgs dorp bezocht, of een gehucht in Friesland? Dan weet je waar ik over spreek. Je ken ze helegaar nie verstoan! Iedere vierkante meter heeft hier zo zijn eigen dialect. Dat komt natuurlijk ook door al die verschillende volken die hier de hele geschiedenis door zijn geweest. Ja, die slordige Romeinen hebben heus niet alleen hun keukengerei "vergeten". Die waren al bij Bern toen iemand vroeg:
"Waar is Stefanus eigenlijk?"
"Stefanus? Die zou toch met jou meerijden?"
Stond Stefanus hier nog met zijn slippers in de klei, onnozel om zich heen te kijken.
"Jongens?"
Nou, en zo zijn er ook Spanjaarden, Noren en Fransen en dergelijke hier blijven hangen. Ja, en dan neem je er op den duur toch wat van mee. Luister maar hoe tegenwoordig Nederlandse rappers praten. Alsof ze oorspronkelijk in Arabirië zijn geboren. Ja, daar heerst blijkbaar een hele dwingende tongval.

Maar goed, in de meest recente geschiedenis is aan die invasieve drang toch een voorzichtig einde gekomen. Dankzij een onzichtbaar Coronaatje blijven de meeste mensen liever gewoon thuis, in de eigen omgeving. En dat is goed. Wees toch eens gewoon tevreden met wat je hebt. Niet alles wat je van ver haalt is lekker. Nee! Ananas en kiwi's, ja, die wel, maar quinoa? Had dat lekker in Zuid-Amerika gelaten! Wij hebben hier al ons eigen zaad en dat slik je ook niet voor je lol. Van de andere kant, misschien gaan we er toch wel beter van zingen, want op TV zie je het ene na het andere zangconcours. Desalniettemin, als je naar die programma's kijkt (of beter gezegd, luistert) is de kans op blijvende gehoorschade nog altijd best aanzienlijk. Dus ik twijfel sterk aan de werking van al dat zangzaad. Maar eerlijk is eerlijk, de aardappel komt oorspronkelijk ook uit Zuid-Amerika en daar ligt nu heel Zeeland mee vol. En wat dacht je van de vlotte Turkse tulp? Wij maken er nu goede sier mee. Ja toch? In heel Buitenland denken ze dat die tulpen van ons zijn. Net als molens en klompen, trouwens. Maar dat klopt niet. Molens, door waterkracht aangedreven, zijn van oorsprong een Italiaanse uitvinding en de eerste windmolens stonden in Zuid-Frankrijk. En klompen die vind je over de hele wereld, tot in Japan aan toe, dus daar is niks Hollands aan.

Maar goed, zo zie je hoe belangrijk goede kennis van je eigen geschiedenis is. Dan weet je tenminste hoe het zit en hoef je je niks te laten wijs maken. De geschiedenis is immers niet meer te veranderen. Dat zijn feiten. Hoewel, die helmen van de Vikingen, met die hoorns erop, die hebben waarschijnlijk nooit in het echt bestaan. Da's een verzinsel van een paar argelozen. Die vonden een Vikinghelm met twee hoorns erbij, en omdat ze niet wisten wat ze ermee moesten, hebben ze die maar op die helm geplakt. Het waren echter drinkbekers die met de overledene mee werden begraven, zodat ie onderweg naar het Walhalla nog wat te drinken kon nemen. Sympathiek! Maar het Walhalla en de Hemel bestaan al lang niet meer. Daarom worden wij nu stevig tussen zes planken opgeborgen. Liefst ná overlijden. Daar kom je dus echt niet meer uit! En voor de zekerheid, zijn we onze doden ook steeds vaker gaan verbranden. Ja, niet dat ze gaan lopen dwalen, op zoek naar iets dat er niet meer is. Daar zijn genoeg Hollywood documentaires over gemaakt en die lopen allemaal slecht af.
De Germanen, de Duitsers van vroeger, die droegen wel helmen met hoorns. Maar dat was vele eeuwen eerder al. Die plakten toen echt van alles op hun helmen. Ja, zelfs hele hertengeweien! Alles om indruk te maken op de ander. In de kern zijn onze oosterburen dus eigenlijk nooit veranderd.

Nou, en dat hebben we dus allemaal geleerd van de geschiedenis. Ja, de geschiedenis van Nederland is, zoals je hier hebt kunnen lezen, werkelijk heel leerzaam. Eigenlijk zou de hele wereld, van Indonesië tot Suriname, moeten weten hoe rijk onze geschieden isis, geschiedenis is.

Groetjes, Salvatore