Translate

01 oktober 2021

Het Eiland - Texel 2 van 2

Je schrijft Texel, maar zo spreek je het niet uit. Nee, je zegt Tessel, terwijl er toch echt Teksel staat. Apart hè? En weet je wat nog aparter is, dat Teksel in veel opzichten enorm lijkt op Curaçao. Jawel! De eilandbewoners zijn op Teksel wel een stuk bleker dan die op Curaçao, maar verder zijn er toch opvallend veel overeenkomsten. Net als op Curaçao waait het er altijd en hebben ze er prachtige witte stranden. En, niet te vergeten, je struikelt er over de Nederlandse toeristen. Bovendien, ook op Teksel gaat de bewegwijzering je niet helpen het beoogde reisdoel te bereiken. Hierover later meer.

Natuurlijk zijn er ook verschillen. Zo voelt de wind op Curaçao aan als de wind die uit je föhn komt, terwijl op Teksel de wind rechtstreeks van de Noordpool lijkt te komen.
Een ander verschil is het aantal palmbomen. Op Teksel zie je die bijzonder weinig. Maar eigenlijk is dit ook een overeenkomst, want van nature komen er op Curaçao helemaal geen palmbomen voor. Die zijn daar allemaal aangeplant. Voor de toeristen. Maar toch, plant je een stel palmbomen op het strand van Teksel, dan zijn ze een jaar later gegarandeerd dood (of meegenomen door een jutter, dat kan natuurlijk ook).

Een ander verschil is dat snorkelen in de Noord- en de Waddenzee niet echt een optie is. Nee, want als het zeewater je om de enkels staat, kan je je tenen al niet meer zien. Maar op Curaçao kan je onder water kilometers ver kijken en zie de prachtigste vissen en planten, tot waterschildpadden aan toe. Dus voor die vrolijke schelpdieren hoef je echt niet helemaal naar Zakynthos. Nee hoor, gewoon bij ons op Curaçao.

Oh, en schapen natuurlijk. Dat is ook een verschil. Op Curaçao is het uiteraard veel te warm voor dieren met zulke dikke jassen, maar op Teksel is een wollen trui geen overbodige luxe. Er zijn dus heel veel schapen. Ik weet niet precies hoeveel schapen er zijn, want iedere keer als ik ze aan het tellen was, viel ik in slaap. Ik hou het daarom maar op "heel veel". Dat de Tekselaren er trots op zijn, zie je wel aan de allerhande prullaria met schaapjes erop. Tassen, sloffen, mokken, knuffels, dingen waarvan ik niet zo gauw kon thuisbrengen wat het was, chocolaatjes, kaas, enz. Te veel om op te noemen, dus ik begrijp zelf niet waarom ik er toch aan begon, maar goed.

Ondanks dat het eiland het vooral moeten hebben van het toerisme (en aangespoelde rotzooi, maar hierover later meer) viel het mij op dat de prijzen in de horeca er alleszins redelijk zijn. Een terrasje pikken in Amsterdam is daarmee vergeleken een luxe die slechts voor weinigen is weggelegd. (En let op: met terrasje pikken, bedoel ik er rustig gaan zitten en wat nuttigen. Niet dat je je snel met een tafeltje en wat stoelen onder je arm uit de voeten maakt. Ik zeg het er maar even bij.)

Op Teksel gaat men er prat op dat ze de meeste zonuren van Nederland hebben. Ja, dat zal wel, maar tijdens ons verblijf op Teksel bleek daar weinig van. Op Buienradar stonden overal in Nederland hele en halve zonnetjes, behalve op Teksel. De zon ging de hele week verscholen achter een dikke laag, veelal donkere wolken.
"Wat zullen we vandaag eens doen?" vroeg mijn vaste reisgenote. "De zon gaat in de loop van de dag schijnen, dus misschien kunnen we naar Oudeschild, pakken we daar een terrasje of zo, of we gaan even naar het strand."
"Gaat de zon schijnen?" vroeg ik ongelovig.
"Ja, in de loop van de dag, zeggen ze."
"Ja op Kos zeker?"
"Niet zo flauw doen nou!"
"Ja, ik geloof het gewoon niet. Ze zeggen al dagen dat de zon gaat schijnen, maar hier op Teksel moet je gewoon overdag je lampen aan."
"Wat wil jij dan?"
"Nou, ik ben wel even klaar met al dat gewandeld in bos en duinen, dus ik dacht, misschien kunnen we naar Oudeschild, pakken we daar een terrasje of zo, of we gaan even naar het strand."
"Ouwe zemelaar," lachte ze.
Zo gezegd, zo gedaan. Na het ontbijt trok ik een dikke trui aan voor onder mijn regenjas en zette voor de zekerheid een zuidwester op. We gingen op pad.

Op Teksel heb je wel een "International Airport", maar geen snelwegen. Je rijdt er rustig (want het is vakantie) over B-wegen en landweggetjes en volgt de ANWB-borden. Totdat....
"Er zitten helemaal geen borden in die paal," zei mijn vaste reisnavigator verontwaardigd.
En inderdaad. Er stond op de rotonde een goed zichtbare ANWB-paal, met uitsteeksel waar borden in horen, alleen die zaten er niet in. Lege lijsten. Je keek er dwars doorheen. Nul informatie!
"Dan rijden we gewoon rechtdoor," zei ik.
"Nou, ik denk dat we ondertussen linksaf moeten."
"Ja, dat kan ook." En hup, we zaten al op de linksafweg.
"Ja, maar ik weet het niet zeker."
"Dan zet ik toch Tommy maar aan. Sjonge. Ik dacht, een net eiland, keurig borden als je het festivalterrein afrijdt, Oudeschild 15 km, hup, die kant op, maar nee hoor. Ben je even verderop, zijn de ANWB-borden weggejutterd."
"Ja, let jij nou maar op de weg, ik stel die TomTom wel in."
Terwijl Linda aan Tommy begon te frunniken, zeurde ik nog even door.
"Net als gisteren, met die wandelroute in de duinen. Waren ineens de bordjes van de rode route op. Ik denk niet dat het bedoeling was dat wij dwars door die duincamping moesten marcheren. Wat een droevenis trouwens, zo'n duincamping. Sta je daar met je tentje in zo'n duinpan. Je ziet niks, want ja, de duinen belemmeren elk zicht. En als de zon schijnt brand je er weg, want ja, geen bomen. En het waait er net zo hard als op het strand! Al kreeg ik geld toe, dan ging ik daar nog niet naartoe. En al helemaal niet als ze je er ook nog proberen te bekeren. Je zag het toch wel, die Duitse bekeercamper? Met grote letters stond erop: "Jesus liebt dich." Maar blijkbaar alleen op zondag, want alleen dan kon je er terecht."
"Hij doet raar," zei Linda.
"Ja, da's zeker raar."
"Nee, de TomTom doet raar."    
Ook Tommy bleek moeite te hebben hier de weg te vinden. Hij vroeg ons of we veerdiensten en onverharde wegen wilden vermijden. Dat deed ie anders nooit.
"Klik maar op OK, zei ik. "Lijkt me een beetje onzinnig om eerst met het veer terug naar Den Helder te varen om vervolgens met de boot terug te gaan naar Teksel en dan onze weg naar Oudeschild te vervolgen. Ja toch? En om met de auto door zo'n duinpan te karren, lijkt me ook niet wat."
Tommy leek het door te hebben. Na het checken van 6.738 wegen had hij een route gevonden. En gelukkig, in no time waren we in Oudeschild. We parkeerden de auto en liepen het dorp in.

Oudeschild is een leuk dorpje. Klein, dat wel. Je bent er snel uitgekuierd. Maar de haven is echt leuk en gezellig. En groter dan het dorp zelf. Leuke winkeltjes en restaurantjes én de lekkerste kibbeling van het hele eiland bij Victoria op Haven 9a. Je kon er boten boeken om zeehonden te spotten, maar dat hebben wij niet gedaan. Want voor de oplettende kijker, zwommen die gewoon daar in de haven. En wij zijn zulke oplettende kijkers. Heel bijzonder.

En toen gebeurde het. De zon begon te schijnen! Halleluja! De zuidwester kon af. Vestje was nog wel nodig, maar je kon de armen weer normaal buigen. Ja, en als de zon schijnt én er is veel strand in de buurt, dan wil je wel effe naar het strand natuurlijk, vond Linda.
Op Teksel hebben ze heel veel strand, want ja, het is een eiland. Duh. En om dat lange strand toch enigszins in te delen, hebben ze blijkbaar genummerde palen op het strand gezet. Aan de zogenaamde Noord Kaap, bij Paal 17 en Paal 21, waren, zo had Linda gelezen, leuke strandtenten. Dus hup, Tommy weer aangeslingerd en daar gingen we. We passeerden onderweg nog een aantal ANWB-palen met lege lijsten, maar Tommy wist de weg.
Aangekomen bij Paal 17 bleek dat meer mensen hetzelfde idee hadden. Er stond een lange rij voor de strandtent te wachten op toegang. Nou, daar hadden wij geen zin in. Dus terug de auto in, naar Paal 21. Precies hetzelfde tafereel. Een lange rij.
"Dan zoeken we het een flink eind verderop," zei ik. "Paal 33!" Maar ook daar een lange rijd wachtenden.
"We gaan gewoon terug naar De Koog," zei Linda en zo geschiedde.

De Koog was het plaatsje dat nog geen 10 minuten van ons luxe en blinkend schone chalet lag. Thuis, dus eigenlijk. Maar vergis you not. De Koog is een heel gezellig plaatsje, met veel leuke eetgelegenheden en cafés, een uitstekende Italiaan (en dan bedoel ik niet mijzelf natuurlijk maar het restaurant) en the only Greek on the island. Wij landden op het gezellige dorpspleintje op het terras, in de zon, met een heerlijk biertje en een warme borrelhap. Wat zaten we daar heerlijk! Aan de andere kant van het pleintje trok een straatartiest op Spaanse wijze aan de snaren van zijn instrument. Ver genoeg weg om niet te storen, maar het gaf dat oerhollandse pleintje, samen met de warme zon (het vest kon uit) een mediterane uitstraling. Dit is vakantie! Iedereen fleurde op. Het tweede biertje kwam. Mensen lachten, liepen ineens rond in korte broeken en op slippers. Het was er heerlijk. Echt genieten!

Twee uur later verdreven dikke wolken de zonnige sfeer. We keerden terug naar ons chalet om ons op te maken voor het diner. We hadden gereserveerd bij Paal 19. Toen wij daar aankwamen stond ook daar een lange rij voor de deur. Maar ja, wij hadden gereserveerd, haha. Dus konden wij langs de rij, zo naar binnen. En voordat je denkt, dat zal wel fout lopen, nee, dat liep niet fout! Dat liep prima! Wij liepen langs de rij, maakten van binnen een lange neus naar de wachtenden en namen plaats aan een tafeltje bij het raam. Binnen, niet buiten, want het waaide ondertussen alweer zo hard, dat er buiten al geen soep meer kon worden geserveerd. Die waaide je zo uit de kom.

We hebben er heerlijk gezeten en gegeten, zoals we eigenlijk de hele week heerlijk en gezellig in De Koog bij verschillende restaurantjes hebben gegeten. Wat dat betreft was het een prima vakantie. We hebben leuk gewandeld en de vuurtoren beklommen. Het was alleen jammer dat Teksel de meeste zonuren al had opgebruikt vóórdat wij kwamen.

Op de laatste dag bezochten we Flora. Da's niet me schoonzus, maar het Juttersmuseum. Dat was echt verrassend leuk! Ook voor kinderen. Het is nu niet direct naast de deur, maar als je ooit op Teksel bent, en je hebt toevallig kinderen achterin de auto zitten, rij dan ook even met ze langs Flora. Een museum met een hele prettige en gemoedelijke sfeer, met activiteiten binnen en buiten en en en en ... ja, gewoon leuk en fijn en gezellig en interessant. Super!
Toen nog even naar Den Burg. Daar ploften we bij een heel gezellig café op het terras. Ook weer hele leuke, vriendelijke bediening en een lekker hapje en drankje. Verder was ik niet zo onder de indruk van Den Burg. De Koog vond ik leuker. Maar goed, iedere z'n smaak.
Toen we aankwamen bij de boot konden we zo doorrijden en ik had de auto nog niet geparkeerd of we voeren al het zeegat uit. In minder dan een half uur reden we het vaste land op. Ik zwaaide nog even naar het gebouw van de Commandant Zeemacht waar ik mijn dienstplicht had doorgebracht. Daar keek ik vanuit mijn kamer uit op de veerboot naar Teksel. Dat het dan nog veertig jaar zou duren eer ik er zelf mee naar Teksel zou varen, had ik toen niet kunnen vermoeden.

Onderweg naar huis begon de zon te schijnen.

04 september 2021

Droomstart - Texel 1 van 2

Een weekje vakantie in eigen land is mooi, maar je hebt meer in te pakken dan voor zes weken Bahama's. Ja, je blijft in Nederland dus dan moeten er ook vesten, truien, jassen, sjaals, handschoenen, lieslaarzen en thermo-ondergoed mee. Je weet het hier immers maar nooit. Zo heb je 30 graden zon en een uur later sta je kleumend onder een brug te schuilen voor regen dat met bakken uit de lucht valt. Dus bepakt en bezakt reden wij richting Den Helder om van daaruit onze cruise naar Texel te maken. Het liep allemaal voorspoedig. En de boot lag al klaar. We reden er zo op. Een droomstart.

Wij hadden een chalet geboekt op een park met een hoge score en dito prijzen. Voor hetzelfde geld hadden we met ons tweeën een week geheel verzorgd op een Grieks eiland gezeten. Maar goed, Corona, en je wil ook de eigen economie weer een boost geven, en Texel is ook mooi zei men. En eerlijk is eerlijk, het was allemaal ook prima geregeld. Thuis konden we al inchecken. We kregen een keycard thuisgestuurd en daarmee konden we vanaf 15:00 uur, hup, zo het huisje in. Dan waren de bedden netjes opgemaakt en stond de koffie klaar. Nou ja, dat laatste bij wijze van spreken dan. Maar, groot voordeel, je hoefde dus niet meer bij de receptie in een lange rij te staan om je sleutel op te halen. Nee, alles was al digitaal en via PostNL geregeld. Aan het eind van de week pleurde je de keycard in een brievenbus en klaar. Zo konden wij, volgens de folder, genieten van een veilige en contactloze vakantie. Superhandig allemaal. Geen gedoe, lekker alles zelf thuis regelen vanachter je laptopje, heerlijk.

"Ik ga vast even kijken waar het huisje ligt," zei Linda toen we 10 voor 3 de auto op de parkeerplaats niet ver van onze chalet parkeerden.
"Ja, neem dan gelijk wat spullen mee. Da's toch veel handiger. Anders blijf je aan het heen en weer lopen," zei ik managerial.
Na vijf keer heen en weer lopen, stond alles voor de deur van ons huisje.
"Hij doet het niet," zei Linda met de keycard in de hand.
"Hoezo doet ie het niet?" zei ik ongelovig en stopte de kaart op verschillende manieren in de gleuf. Maar nee, het lampje werd niet groen, de deur ging niet open.
Ik keek op mijn horloge. 10 over 3. Dan zou die het toch moeten doen. Nou, even wachten dan nog en straks nog eens proberen. Wij zijn altijd ook zo precies op tijd. En toen zag ik, dat de openslaande tuindeuren niet goed dicht zaten. Ik trok eraan, en hup, we konden zo naar binnen. Ik zette snel de spullen in de kamer en we keken wat rond en we keken wat rond en hoe meer we rondkeken hoe meer ons de moed in de schoenen zonk. Smerig! Smerig! En niet gewoon centerparcssmerig, maar echt super duper mega smerig! Roompotsmerig, zeg maar. Een bos haren in het doucheputje en in het afvalbakje, bruine strepen in de wc-pot, een gasfornuis waar de pannen aan bleven plakken en echt overal rotzooi op de vloer. Bovendien waren de bedden niet opgemaakt en de zitbank zag eruit alsof een groep Russische mijnwerkers erop had liggen worstelen. En de keycard werkte nog steeds niet.
"Dit pik ik niet," riep Linda kwaad. "Kom, we gaan naar de receptie!"
"En de koffers?" vroeg ik.
"Ja, die moeten terug de auto in, die kunnen we hier niet laten staan. Die tuindeuren kunnen niet eens dicht."
Dus sjouwden we alles weer terug naar de auto en reden naar de vijf minuten verderop gelegen receptie. Daar trok Linda een jong meisje over de balie en sloeg ik de general manager knock-out.
Zo ging het niet precies, maar het scheelde niet veel. We kregen natuurlijk duizendmaal excuses. Een ander huisje hadden ze niet; ze zaten helemaal vol. Ja, ze hadden een groot personeelstekort, zei het meisje. Ze kwamen 15 schoonmakers tekort en ook ander personeel.
"Wat heb ik daarmee te maken? Dan moet je niet zo'n tent runnen als je er de mensen niet voor hebt!" riep ik vrij hard.
De general manager kwam. Uit zichzelf. Blijkbaar was mijn volume van dien aard geweest dat de man zich realiseerde dat er iets te sussen viel. Ook van hem duizendmaal excuses. Maar ja, er hadden 50 schoonmakers moeten komen, maar ze hadden er maar 25. Het tekort aan personeel liep op waar je bijstond.
"Nou, zelfs met 25 extra schoonmakers krijg je die bank nog niet schoon!" zei ik weer met het bekende volume.
Nee, maar als we nu naar het chalet gingen dan kwamen er nu direct schoonmakers naar het huisje en de operational manager, ene Pascal, zou ons daar dan over een half uur verder te woord staan.
We keken elkaar aan. Wat waren onze opties? Terug naar ons blinkend schone huis met alle luxe die een mens zich kan wensen? Dus wij weer terug naar het chalet.

De schoonmakers waren inderdaad al gearriveerd. Met een sleutel die alle deuren opent waren zij al binnen. Twee blonde dames. Een Nederlandse 60-plusser en een Engelse 50-plusser. Nou, dat zie je toch ook niet vaak. Het stel leek zo uit een SBS6 programma te komen. Rondkijkend riepen de dames zelf ook voortdurend ach en wee toen ze alles aanschouwden. Ja, het was echt een bende. De Engelse dame schoof de bank opzij en slaakte een gil. "Don't look, we're gonna clean it all up for you."
"Yes, we aar making it hartstikke klien," bevestigde de Nederlandse. Ze trokken hun beschermende handschoenen aan en gingen aan de poets.


Enfin, ze hebben daar met z'n tweeën een uur lang geschrobd en geboend. En toen was het nog niet echt spic en span, maar leefbaar. Alleen die bank, ja, die zag er nog steeds uit alsof een roedel wilde zwijnen erop had liggen rollebollen. Ja, daar konden de schoonmakers ook niks aan doen. Dat moesten we toch met die Pascal regelen. Maar ja, die kwam maar niet. En de parasol zag er ook uit alsof James Bond ermee van het dak was gesprongen. Helemaal krom. En het deurtje van het vriesvak van de koelkast kon ook niet dicht. En de wifi-code werkte ook niet. Oh jawel, de wifi-code werkte wel. Ik was te ongeduldig. Oh en ook het deurtje van het vriesvak kon wel dicht. Er zat was ijs aan rand. Toen ik dat had weggeschraapt ging ie met iets harder drukken gewoon dicht. Net als de tuindeuren. Die konden wel dicht, maar: "Je moet er wat harder aan trekken," zei de oudste schoonmaakster toen ze weggingen. Nou, dat wordt me ook niet vaak gezegd.

Ondertussen was die Pascal nog steeds niet gearriveerd en de keycard werkte ook nog steeds niet, dus wij weer naar de receptie. Inmiddels waren er sinds onze aankomst al 3 uur verstreken. Dat ging lekker soepel, veilig en contactloos.

Het meisje achter de balie kromp ineen toen ze ons zag aankomen. Nee, Pascal was niet geweest. Nou, ze ging hem gelijk bellen. Zij bellen, maar Pascal nam niet op. Ze stiefelde naar achteren. En het duurde en het duurde en toen kwam ze terug. Wij kregen een gewone sleutel mee voor de deur want die werkt altijd en die Pascal zou nu echt direct naar het huisje komen. Dus wij weer in de auto, met een ouderwetse sleutel, naar het chalet. Ondertussen bleven de benzineprijzen maar stijgen.

Bij het huisje verscheen na vijf minuten inderdaad ene Pascal. Voor de zekerheid was hij niet alleen gekomen, maar werd hij beveiligd door een stagiaire. Ja, hij zag ook wel dat dit bankstel niet kon, maar hij had geen ander en ja, personeelstekort. Hij was zo laat omdat deze operational manager zelf net met zijn handen in een verstopt riool had gezeten. Goddank voor Corona dat we geen handen hadden geschud! Om een lang verhaal kort te maken, de parasol zou hij direct laten vervangen en hij zou een lakenpakket laten brengen, dat we over de bank konden draperen.

We zijn er maar mee akkoord gegaan. Geen zin in nóg meer gedoe. En een optreden bij MAX Vakantieman zagen we ook niet zitten. Dus sleepten we voor de tweede keer al onze spullen naar het huisje. De nieuwe parasol en het lakenpakket voor over de bank werden inderdaad snel bezorgd. Ondertussen maakten wij de rest van het huisje schoon, zodat we ons zonder ergens aan vast te plakken door het chalet konden bewegen. De koffers pakten we niet uit. We durfden onze schone kleren niet op een hangertje in de kast te hangen. Kortom, een droomstart.

Die avond aten we in De Koog bij de enige Griek die Texel rijk is, Yamas!, en dat verzachtte het leed. Ondanks diverse glazen wijn deed ik die nacht echter geen oog dicht. Maar ja, het was ook lang geleden, dat er zoveel adrenaline door mijn lichaam had gestroomd.

29 april 2021

deze column is niet voor tere zieltjes (part deux)

Deze column is een vervolg op de gelijknamige column uit 2016 en wederom niet geschikt voor de weekhartigen onder ons. Ook mensen met een gemankeerd gevoel voor humor kunnen nu beter niet verder lezen. Dus niet komen klagen van ik wist het niet: je bent gewaarschuwd!

Nou nou nou nou nou, wat zijn we toch sensibel geworden met z'n allen. Tjonge jonge jonge. Je kan echt niks meer doen of zeggen of je staat wel op iemands gevoelige teentjes. Nou, teentjes? Zeg maar gerust tenen, want ze zijn lang, lang, lang! Niet normaal zo lang!

Neem nou die hele vega rage. Kijk, dat iemand er voor kiest als koe te gaan leven, moet ie zelf weten. We leven in een vrij land. En er is eten in overvloed, dus kan men het zich ook veroorloven om dit soort bizarre keuzes te maken. Als je hier had moeten krabben en bijten om aan kost te komen, dan was je blij geweest met elke calorie, maar nu er altijd genoeg te eten is, heb je de luxe om voor vega te kiezen. Prima. Mooi. Leve de welvaart. Maar, waarom moet ik ook doen wat jij doet? We leven toch in een vrij land? Maar uit angst voor milieufascisten, dierennazi's en de healthguerrilla's worden ons ondertussen de meest smakeloze vegaproducten door de strot geduwd. Ik voel me soms net de gans van de fois gras. Wat moet ik met vegetarische speckjes, vegetarische kipstuckjes, vegetarische gehacktballetjes? Ze smaken allemaal naar ... smerig! Maar wee je gebeente als je er wat van zegt. Dan ben je "niet meer van deze tijd". Dan ben je een "boomer" (voor de boomers, spreek uit "boemer"). Hoezo dat? Omdat ik eet wat een mens van nature eet? Bizarro! 

Vroeger, bij de patatboer, plaatste ik, zonder enige gêne, duidelijk sprekend, goed articulerend en met opgeheven hoofd, eender welke bestelling dan ook. "Gooi d'r voor mijn effe twee berelulle in en een patatje mayo! En doe der maar een huzareslaatje bij. Hier opete." Maar tegenwoordig, in de Qualitaria, bestel ik mijn frikandellen uitsluitend met gebogen hoofd en besmuikt mompelend vanachter mijn hand. De uitbater haalt deze dan een soort van stiekem ergens achter vandaan, want in de door ledlampen fel verlichte en van veel nepgroen voorziene vitrine liggen tussen de kaascroquetten en bonenburgers alleen nog maar vegadellen.

Bij ons in de wijk staat één keer in de week een patatkraam met een ouderwetsch assortiment. Alleen de patat is er vegetarisch. En de gesnipperde ui uiteraard. Hij heeft nog echte mayo en ballen uit eigen keuken. Je krijgt de friet in een degelijke plastic bak, niet in zo'n sneu andijvieblad. En op de toonbank staat een pot met dikke plakken leverworst in het zuur. Heerlijk. Maar dat zal niet lang meer duren, vrees ik. Hij staat namelijk op de parkeerplaats, tegenover de basisschool. Er is vast al een actieve regelmoeder bezig andere ouders onder druk te zetten. Kunnen we daar niets eens wat tegen doen? Tegen die regelmoeders? 

Oh, en de Chinees, daar durf ik al helemaal niet meer heen. Niet om af te halen in ieder geval. Ja, ik vind het nog steeds heerlijk hoor, daar niet van, maar ja ... je bestelling wordt, als het klaar is, wel altijd hard door de zaak geroepen. "Nummel vielendettig met witte lijst!" Want het feit dat Aziaten moeite hebben met het uitspreken van de "r" is blijkbaar ineens hartstikke beledigend en stigmatiserend. Tja, en om dan die man te dwingen zichzelf voor gek te zetten, ten overstaan van alle andere wachtenden, dat wil ik niet op mijn geweten hebben. En nee, ik hoef er geen sambal bij.

Ik wilde laatst iets hebben om een mooie grote foto in op te hangen en de lijstenmaker vroeg mij welke kleur het moest zijn. Ik durfde toen toch werkelijk waar niet te zeggen dat ik "witte lijst" wenste. Zover is het al met me!

En wat dacht je dan van de armoede in Nederland? Dat is toch vreselijk. Veel mensen, zo berichtte ons onlangs de pers, leven op of onder het bestaansminimum. Dat is toch vreselijk. En niet veel later las ik, dat in de Randstad 1 op de 4 kinderen opgroeit in armoede. Dat is toch vreselijk. Maar ... wat wij in Nederland "bestaansminimum" noemen, wordt door het grootse deel van de mensen op deze wereld toch echt gezien als "schathemeltjesrijk". Hoe zit dat dan met die armoede bij ons? Even een rekenvoorbeeld.

Stel je woont als alleenstaande ouder met twee kinderen van 6 en 4 in een klein huur appartementje en je werkt niet. Nooit gedaan ook, want ja, dat deden je ouders ook niet. Een mooie familietraditie. Je krijgt dan een uitkering van 1200 euro. Ja, da's geen vetpot natuurlijk, zeker als je dan ook nog geld nodig hebt voor je roken en de verzorging van twee uit de kluiten gewassen vechthonden. Want ja, de helft van alle mensen met een lager dan modaal inkomen, zo wijst onderzoek uit, hebben een of meer huisdieren en zijn blijven roken. Jaha, dan is het inderdaad best lastig om dan ook nog je kinderen met ontbijt naar school te sturen. En van dat soort stress ga je dan weer meer roken en drinken. Zo kom je in die vieze cirkel terecht. Ja toch? Kan je niks aan doen toch?
Eh nee, wacht even, ik vergeet nog te vertellen, dat je in zo'n situatie wel kan rekenen op nog zo'n 800 euro extra aan toeslagen. Huurtoeslag, zorgtoeslag, kindertoeslag, dat soort dingen. Dus bij elkaar spreek je dan over een totaal inkomen 2000 euro per maand. Netto! Dat is wat we in Nederland dus het bestaansminimum noemen. 2000 euro netto voor een eenoudergezin met twee kinderen.

Maar ja, er is echt wel een groeiend verschil tussen de wat rijkste rijken hebben en wat de gemiddelde Nederlander heeft. Dat scheelt miljoenen. Maar hoe erg is dat nu echt? Even een rekenvoorbeeld.

Stel dat je een taart moet delen met 10 personen. Nou, dan snij je de taart in 10 gelijke stukken. Ja toch? Maar vervolgens geef je 7 van die stukken taart maar aan 1 persoon. Die andere 9 mensen moeten het dan doen met de 3 overgebleven stukken taart. Ja, da's inderdaad niet eerlijk. En dat is dus precies hoe in Nederland de welvaart is verdeeld. De rijkste 10% bezit 70% van ons totale vermogen. Niet eerlijk, zou je kunnen denken.
Maar ... die Nederlandse taart, is geen gewone taart. We zijn namelijk een heel rijk land. Die taart die we moeten verdelen, die weegt wel 20 kilo! Dus die ene persoon die 7 stukken taart krijgt, krijgt dat nooit op! Dat klopt. Maar die 9 mensen die de overgebleven drie stukken moeten verdelen, krijgen ondanks alles, toch nog altijd een flink stuk taart, namelijk meer dan een halve kilo taart per persoon. Da's toch nog best een flinke hap? Ja, het is minder dan die ene heeft gekregen, maar op zich, als je niet naar die ander kijkt, krijg je toch nog meer dan voldoende taart? Wat is dan eigenlijk precies het probleem? Je hebt toch taart? Meer dan een halve kilo taart is toch niet nodig om gezellig een verjaardag te kunnen vieren? Of is het toch voornamelijk afgunst en jaloezie? Niet zulke mooie eigenschappen, wel?

Tot slot - ja, ik kan er niet omheen - Corona, of zoals TikTokTammo het noemt, de Coronings. Het virus dat een pandemie heeft veroorzaakt en waarvan een nog altijd groeiende groep mensen beweert dat het slechts een griepje is. Hoe dan? Ja, het klopt dat er in een gemiddeld griepseizoen ook sprake is van oversterfte door griep. Dat verschilt echter flink per seizoen. In seizoen 2013/2014 was de oversterfte door griep bijvoorbeeld (nul). Gemiddeld ligt het rond de 4000. Het klopt ook dat in die eerste coroningsweken een oversterfte van 9500 werd gemeten. Die is inderdaad vergelijkbaar met de oversterfte van 9400 mensen in griepseizoen 2017/2018. Dan zou je kunnen denken dat de coronings vergelijkbaar is met een heftige griep.
Maar dan moet je wel weten, dat de oversterfte door griep wordt gemeten over een periode van 18 weken, terwijl de oversterfte door de coronings is gemeten over een periode van slechts 7 weken! Da's dus meer dan de helft korter. Bovendien, golden er in 2020 al meteen strenge maatregelen. In 2017/2018 schudden we nog gewoon handen, werkten we op een kluitje op een slecht geventileerd kantoor, konden we ongelimiteerd knuffelen, gingen we zo vaak en met zoveel naar oma als we wilden, kropen we met Kerstmis, Pasen en Ramadan gezellig allemaal bij elkaar, schreeuwden we met tienduizenden tegelijk in stadions en op feesten. Dat deden we in 2020 dus allemaal niet meer. Hadden we ons toen niet aan die beperkende maatregelen gehouden, waren de coroningscijfers veel en veel hoger uitgevallen. En het bewijs daarvoor zie je in landen als India en Brazilië. Daar kunnen de ziekenhuizen en de uitvaartondernemers de tsunami van coroningspatiënten en -doden niet meer aan.
Inmiddels weten we ook dat de sterftekans door de coronings zo'n 10 keer hoger ligt dan bij een griep. En zelfs na milde klachten hebben mensen soms nog maanden lang last van vermoeidheid en concentratieverlies. Dat heb je na een griepje echt niet! Hoe kan je dan met droge ogen nog beweren dat het slechts een griepje is?

Toen ik dit enige tijd terug ook op sociale media plaatste, reageerde ene scoebiedoe36 met: "jij bent een schaapje jij geloofd kutrutte de kanker wetenschappers en de linksemedia ik denk zelf na"
Tja, ik vraag me dan toch af, waarmee? Waarmee denkt deze scoebiedoe36 dan zelf na? Er is mijns inziens immers geen sprake van een normaal functionerend brein. Toch?

Nou ben ik niet bang uitgevallen, maar types als scoebiedoe36 baren mij toch in toenemende mate zorgen. Heel social media zit er vol mee. En het worden er steeds meer. Ze vermenigvuldigen zich blijkbaar zonder geslachtsgemeenschap. Dwars door de firewall heen. Een unicum in de biologie! Daar zouden ze eens onderzoek naar moeten doen, in plaats van in de regenwouden van Verweggistan op zoek te gaan naar het zoveelste nog niet eerder ontdekte insect. Ik zeg, eigen insecten eerst! ;)

Groetjes, Salvatore