Translate

15 november 2014

de intocht

"Jeetje, hoe zie jij er dan uit?" zei Anja geschokt tegen Bert.
Bert zat onder de butsen en blauwe plekken en was later dan normaal op zijn werk deze maandagochtend.
"Ben je in het weekend soms weer gevallen?" riep Anja er een beetje lachend achteraan, terwijl Bert zich op zijn werkplek installeerde. Bert was een fanatiek crosscountry fietser en het gebeurde de laatste tijd regelmatig dat ie onderuit ging. Volgens Anja had dat te maken met zijn leeftijd; volgens Bert was het gewoon een combinatie van toeval en pech.
Bert nam een slok uit het plastic bekertje koffie dat Anja voor hem op zijn bureau had gezet.
"Ja, die zal nu wel koud zijn. Je bent ook zo laat. Maar vertel eens, wat is er gebeurd? Heb je gevochten?" lachte Anja.
"Ja," zei Bert zacht.
"Hè? Wat? Heb je gevochten?" reageerde Anja verbaasd. Bert mocht dan leiden aan zelfoverschatting door te denken dat hij op zijn leeftijd nog als een wilde door de bossen kon crossen, maar Bert was geen vechtersbaas. Bert was feitelijk een hele rustige man, gek op zijn gezin en helemaal weg van zijn twee kleinkinderen.
"Nou, vertel dan!" riep Anja ongeduldig.
Bert zuchtte.
"Ik was afgelopen zaterdag met de kleinkinderen bij de intocht van Sinterklaas," zei hij besmuikt.
"Dat meen je niet!" zei Anja ongelovig en sloeg haar hand voor haar mond.
"Ja, toch wel," zei Bert schuldbewust. "Ik wilde de kleintjes laten zien hoe het vroeger ging met Sinterklaas, zoals ik het ken."
"En je had de kleinkinderen mee? Dat is dom Bert. Echt dom! Is met hen alles goed?"
"Ja, die mankeren niks. Dat moest er nog bijkomen." En hij schudde meewarig zijn hoofd.
"En vond je dochter het goed dag je ze meenam?" vroeg Anja nieuwsgierig.
"Die had ik het natuurlijk niet verteld."
"En je vrouw?"
"Die wist ook van niks."
"Bert!" riep Anja ontsteld.
"Ja, ik weet het, ik weet het. Ik had het niet moeten doen, maar het was allemaal zo onschuldig vroeger. Ik dacht...."
"Ja Bert, vroeger! Hoe dom kan je zijn? Het is toch al lang niet meer zo. Vroeger is voorbij Bert! Vroeger kon je ook door de bossen crossen zonder te stuiteren," zei Anja bozig.
Bert bleef stil en keek wat verweest voor zich uit.
"Weet je," begon hij met een zucht, "ik dacht dat het wel los zou lopen. Ik had Anneke en Lisa verteld dat ik naar de megabakker zou gaan met de kinderen. Gewoon, om Sinterklaas daar uit de taart te zien komen, zoals we dat tegenwoordig doen. Dat de bakkers, wit van het meel, met hun vrolijke bakkersmutsjes en schortjes een sinterklaastaart bakken waar Sinterklaas dan, als bij toverslag, ineens uit stapt. Om dan vervolgens door heel het land, samen met de bakkers, snoep en cadeautjes te komen brengen. Maar ik geloof daar niet in Anja. Ik heb daar nooit in geloofd."
"Bert, je bent een volwassen man!"
"Ja maar, ik kan mijn jeugd toch niet vergeten!? Hoe mooi was het niet dat we samen langs de kade stonden te trappelen van de kou, te wachten op de stoomboot, met al die Pieten, waar je toch een beetje bang voor was. Maar als je snoep wilde, moest je je angst overwinnen en op zo'n Piet afstappen en om snoep vragen. Het educatieve element wat daarin zat, is nu toch helemaal weg! Dat slappe gedoe van tegenwoordig, dat is louter gericht op de commerciële kant. Dat heeft geen enkele relatie meer met onze geschiedenis!"
"Dus ben jij naar zo'n illegale intocht gegaan! Met je kleinkinderen!"
"Ja. En het begon heel rustig, bijna net zoals vroeger."
"En waar was het dan? Ik zou niet eens weten waar zo'n intocht wordt gehouden."
"Ja, via via had ik gehoord dat de intocht in de industriehaven zou worden gehouden. Nou, er waren toch een twintigtal mensen met kinderen. Er werden liedjes gezongen. Ook die van de stoomboot. En toen kwam er een klein jachtje aan varen, met Sinterklaas en drie Zwarte Pieten. Ja het leek in de verste verte niet op hoe het vroeger ging, maar toch schoot ik vol."
"En de kinderen?"
"Die vonden het maar raar! Die vroegen maar steeds waar sinterklaas bleef. Ze herkenden hem niet eens, zo met die baard en die tabberd. Dus had ik niet in de gaten dat achter ons busjes met oproerpolitie waren aangekomen om de bijeenkomst uit elkaar te slaan. Ik kreeg een paar flinke tikken. De kinderen lieten ze met rust. Maar Sinterklaas en de Pieten werden hardhandig gearresteerd en meegenomen. De kinderen huilen natuurlijk. Ik snel terug naar huis. Hoop gedoe thuis natuurlijk. Lisa boos. Hoe ik het in mijn hoofd haalde om haar kinderen mee te nemen naar die shit. Ze heeft ze meteen opgehaald en meegenomen."
"En wat zei Anneke?"
"Die vroeg of ik dement geworden was. Ze is uiteindelijk wel meegegaan naar de dokterspost, want die hoofdwond wilde maar niet stoppen met bloeden."
"Jezus Bert! Vind je het zelf ook niet oerstom?"
"Maar wie heb ik dan in godsnaam kwaad gedaan?"
"Je weet dat discriminatie verboden is! Daar staan zware straffen op. Je mag van geluk spreken dat je niet ook bent opgepakt!"
"Maar ik discrimineer toch niet! Ik wilde gewoon...."
Bert maakte zijn zin niet af.
"Ik begrijp dit land niet meer! Waarom hebben we ooit de democratie vervangen door de menocratie?"
"Zodat ook minderheden hun recht kunnen halen. Dat is op zich wel goed toch?"
"Ja maar het pakt helemaal verkeerd uit! Dan weer is het homohuwelijk toegestaan, dan weer is het verboden. Euthanasie, abortus, omdat die christelijke minderheid aan de macht is, is het alweer tijden verboden! Waar zit de winst?"
"Pas je nou gewoon aan Bert, dat heb je je hele leven gedaan. Waarom moet je nu, op je vijfenzestigste, ineens tegendraads en rebels worden? Dat past niet bij je! En het is bovendien zinloos. Het brengt alleen maar ongeluk, dat zie je nu toch ook wel in?"
Bert bleef stil.
"Hoe is het nou met Anneke en Lisa?"
"Ach, zondag zijn we weer gewoon naar de meubelgigant gegaan. Gewoon zoals het hoort. En ik heb moeten beloven dat ik niet meer zulke rare dingen zou doen."
"Dat lijkt me inderdaad wel het minste!"
"Hoe bedoel je?"
"Nou, als ik Anneke was had ik je ook je fiets afgepakt," zei Anja stellig.
"Daarom is het maar goed dat wij niet getrouwd zijn," lachte Bert.
"Nee," zei Anja lachend, "dat was nooit lang goed gegaan!"
"En toch werken we al weer zo'n zeven maanden goed samen," zei Bert.
"Dat is waar," beaamde Anja. "Wat dat betreft is het jammer dat we over drie maanden weer moeten switchen."
"Ja, da's ook zoiets waar ik maar niet aan kan wennen, iedere tien maanden verplicht een andere klus en andere collega's," zei Bert treurig.
Anja lachte.
"Je wordt echt tegendraads Bert! En je moet nog vijftien jaar!"

Salvatore Cocco
15 november 2014

24 oktober 2014

afscheidsappje

Ik kreeg een appje van je, zag ik
Het was een boodschap van belang
Je wilde nooit meer met mij praten
En wist dat eigenlijk al heel lang
Nu zit ik naar mijn phone te staren
Mijn duim rust op het toetsenbord
Zal ik dan maar op zenden drukken
Nu het toch nooit meer wat wordt

Ik schreef een hilarisch afscheidsappje
Ik lig dubbel als ik 'm lees
Maar voor jou, mijn beste dame
Is het lezen vast geen feest

Wat fijn dat jij het mij uitmaakt
Ik was blij toen ik het las
De reden dat ik je niet voor ging
Omdat de seks nog gratis was
Maar echt goed was dat nu ook niet
Ik voelde mij vaak necrofiel
Je kan ook beter maar niet praten
Dan klink je als een randdebiel

Ik schreef een hilarisch afscheidsappje
Ik lig dubbel als ik 'm lees
Maar voor jou, mijn beste dame
Is het lezen vast geen feest

Je muffe parfum ga 'k niet missen
Net zo min je okselgeur
En waar ik ook fijn van verschoond blijf
Die zware putlucht uit je scheur
En als jij zelf aan 'visagie' deed
Werd het een kleuter kleurplaat
Als jij dan ook nog 'leuk' gekleed ging
Durfde ik niet mee op straat

Ik schreef een hilarisch afscheidsappje
Ik lig dubbel als ik 'm lees
Maar voor jou, mijn beste dame
Is het lezen vast geen feest

Maar er zit twijfel in mijn duim bij
Het typen van haast ieder woord
Ik hoop niet dat je het je aantrekt
En dan denkt aan zellufmoord
Niet dat ik je ooit ga missen
Maar het is niet wat ik wil
Geeft maar gedoe en handenschudden
En je hebt geen codicil

Ik stuur je een laatste afscheidsappje
Met een selfie ook erbij
Hierop sta ik breed te lachen
En die tranen zijn van blij

Gr. Salvatore

09 oktober 2014

100 meter stilliggen

Beste Mark,


Sporten is goed voor je. Je voelt je er beter door, je wordt er vrolijk van, het werkt stress verlagend, het geeft je energie, je valt er van af, het verlaagt de kans op kanker en het is vooral leuk. En met 'sporten' bedoel ik natuurlijk niet, met een bord friet op schoot naar Studio Sport zitten kijken. Nee, ik bedoel echt zélf sporten. Want dat is zó belangrijk, vindt ook jouw regering. We bewegen immers veel te weinig en weinig bewegen is, als je de deskundigen erover moet geloven, een grotere bedreiging voor ons welzijn dan asbest, klimaatverandering en IS bij elkaar! Daarom lopen er dure campagnes om iedereen aan het sporten te krijgen. Op campagnefoto's zie je louter fris ogende, lachende mensen met een superfiguur. Maar helaas is dat allemaal niet de waarheid, want, zoals bij iedere reclamecampagne, is ook deze sportcampagne één grote leugen!


Vorige maand deed ik mee aan de Posbankloop, als toeschouwer welteverstaan. Een hardloopwedstrijd over een afstand van 6,2 of 15 kilometer voor liefhebbers. En ik doe niets af aan de prestatie die iedere individuele deelnemer daar heeft neergezet - ik doe het ze niet na -, maar ik zag niet louter fris ogende, lachende mensen met een superfiguur over de finish komen. In tegendeel. In een alles overheersende wolk van onfrisse lichaamsgeuren zag ik veel blubberende lichamen met natte plekken, van pijn verwrongen gezichten en pezige hinkelaars. Het waren juist de mensen langs de kant die fris oogden en lachten. Anders gezegd, die realiteit is voor mij geen stimulans om dit nu zelf ook te willen.


Voor zover je het nog niet door hebt, ik ben geen sporter. Ik hou van bier en pils en van vaak, veel en lekker eten! Al die campagnes om mij aan het sporten te krijgen, zijn een zondige verspilling van tijd en geld. (Ik wilde hier eigenlijk schrijven 'zondige verspilling van gemeenschapsgeld', maar dat vind ik zo'n raar woord, gemeenschapsgeld. Als je na bewezen diensten een prostituee betaald, dán pas spreek je van gemeenschapsgeld. Maar ik dwaal af.) Verspilling dus van tijd en geld, omdat al die campagnes gemaakt zijn door sportliefhebbers. Die kunnen allemaal beamen (tussen haakjes: hier staat, be-amen en niet 'biemen') hoe fijn je je na het sporten voelt, hoeveel energie het je geeft, hoe je erdoor ontspant, hoe vrolijk je ervan wordt. Maar ik, welke sport ik ooit ook beoefende en dat waren er velen kan ik je melden, heb nog nooit ook maar iets van die euforie mogen ervaren. Nooit, never, nada, jamais! Dus alles wat er over sporten wordt beweerd in die campagnes en door sportfundamentalisten, het blijkt allemaal niet waar! Althans, het gaat niet op voor mensen zoals ik, de ongelovigen, de mensen zonder roeping, de dwaze luiaards, die men juist aan het sporten wil krijgen. Mensen die al die positieve effecten van sporten wél ervaren, die sporten al lang. Die hoef je niet meer te motiveren! Die hebben geen dure campagnes nodig. Maar als je mij aan het sporten wil krijgen, moet je toch echt met iets beters komen. Kortom, die campagnes zijn zonde van het geld. Toch?


Ik word trouwens ook niet geholpen door een fanatieke instructeur. "Je kunt het!" is voor mij een aanmoediging om te bewijzen dat ik het niet kan! Een als stimulans bedoeld "Doorgaan!" is voor mij juist het signaal om het bijltje er definitief bij neer te gooien. Nee, als het om sporten gaat, is mijn ambitie een bodemloze put. Als je denkt dat je het laagste punt hebt bereikt, kan het toch nog lager.


De sportpropaganda heeft zelfs een averechts effect op mensen zoals ik, want alles wat blijkbaar voor veel mensen wél geldt, geldt voor mij en mijns gelijken he-le-maal niet! Ik ervaar geen euforie na een sportprestatie. Integendeel, ik denk, waar ben ik in godennaam mee bezig? Bij mij werkt sport niet stressverlagend. Integendeel, ik sta nagelbijtend op de klok te turen als ik weer aan de beurt ben! Sporten geeft mij geen energie. Integendeel, ik ben de hele avond geen 2,2689 eurocent (voormalig stuiver) meer waard! Dus ook het verhaal dat sporters betere seks hebben, kan wat mij betreft regelrecht naar de Efteling worden gestuurd. Misschien kunnen die er iets leuks mee in het sprookjesbos.

Heus, in de dagen voorafgaand aan een sportactiviteit, zoek ik naar excuses om niet te hoeven. Ik grijp alles aan. "Nee, ik kan niet, want ik moet de goudvissen nog water geven." Tijdens het sporten denk ik voortdurend aan mogelijkheden die voortijdig stoppen zouden kunnen verklaren. "Ja, zonder lenzen op de hometrainer is echt te link." En direct na afloop ben ik alweer bezig met de smoesjes voor de volgende keer. "Nee, dan kan ik niet, want de AH heeft dan de chocoladepieten in de aanbieding."

Hoe denk je types zoals ik ooit te bewegen te gaan bewegen als de boodschap hen niet beweegt?


Dan komt de wetenschap om de hoek. Tal van wetenschappelijke onderzoeken zouden hebben aangetoond hoe goed sporten is voor een mens. Maar, waarom? Waarom zou ik mezelf 30 keer moeten kunnen opdrukken of 15 kilometer in 1,5 uur moeten kunnen afleggen? Ik heb voor ieder apparaat een afstandsbediening en dankzij stuurbekrachtiging kan ik een vrachtwagen besturen met mijn pink! En zijn het niet diezelfde onderzoekers, die ons aanbevelen baby's dan weer op de zij, dan weer op de buik en dan weer op de rug te laten slapen ter voorkoming van wiegendood? Wat weten deze wetenschappers nu echt zeker? Nee, van die wetenschappelijke onderzoeken raak ik ook niet onder de indruk. Kappen dus met die onzin. Besteed het vrijvallende geld maar fijn aan de ouderenzorg.


Groetjes, Salvatore