Translate

19 februari 2021

11

Het mooiste getal uit de oneindige reeks die er bestaat, is wat mij betreft, zonder meer en ongetwijfeld, het getal 11. Natuurlijk heeft 3 ook wel wat en 7 mag er ook zijn en een bedrag met heel veel nullen op je bankrekening klinkt ook aantrekkelijk, maar het getal 11 is toch echt magisch.

Om te beginnen is 11 het gekkengetal. Immers, op 11 minuten over het 11e uur van de 11e dag in de 11e maand opent de Raad van 11 het carnavalsseizoen. Hoe bijzonder, dat de Eerste Wereldoorlog in 1918 officieel eindigde op het 11e uur van de 11e dag in de 11e maand. Magisch.

Verder is het ook gewoon een gezellig getal. Ik bedoel, 1 is maar alleen. Maar 11, dat zijn twee eenzame 1-tjes knus bij elkaar. Leuk toch?

Het is ook echt een fijn getal, 11. Het is net effe meer dan 10, maar nog wel minder dan een heel dozijn. Het is ook een belangrijkgetal, 11. Een voetbalteam bestaat niet voor niets uit 11 spelers. De penaltystip ligt op 11 meter. Apollo 11 was de eerste raket die een mens naar de maan bracht. En in het jaar 11 trok Julius Caesar het Romeinse leger terug over de Rijn. Belangrijk dus, want anders hadden we hier nu allemaal Latijn gesproken. Veni, vidi, foetsie!

Maar, over belangrijk gesproken, wat dacht je van de 11 apostelen uit de Bijbel? Nu hoor ik de kenners zich al weifelend afvragen: "Maar, die apostelen, dat waren er toch 12?" Ja, dat klopt wel, maar laten we eerlijk zijn, die Judas kan je toch moeilijk een goede apostel noemen. Dus feitelijk waren er maar 11. 

Ook is 11 het enige getal dat in de Nederlandse taal als zelfstandig naamwoord een eigen betekenis heeft. De elf is namelijk, naar algemeen wordt aangenomen, een sprookjesfiguur met, als ik Tolkien mag geloven, puntige oren en zo groot als een mens, terwijl J.M. Barrie de elf vooral als een klein, stoffig en gevleugeld wezentje beschrijft. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen.

Wat? Stoffig? Een elf? Jazeker! Elfenstof. Zoek maar op. Het is een soort stuifmeel, dat afkomstig is van die kleine elfjes. Het schijnt verschrikkelijk te jeuken en alles wat het ermee in aanraking komt, wordt een paar centimeter opgetild. Dat kan in bepaalde situaties misschien best handig zijn, maar omdat de werking ervan maar kort duurt, een minuutje of zo, is het verder nooit als "hulpmiddel" in de apotheek terecht gekomen, althans, bij mijn weten.

Er valt echter nog veel meer over 11 te vertellen. Zo zouden er volgens verschillende theorieën maar liefst 11 dimensies bestaan (waarvan ik er maar 3 echt ken), omvat een zonnecyclus een periode van gemiddeld 11 jaar en bestaat Substantie P (dat in ons zenuwstelsel de signalen doorgeeft) uit precies 11 aminozuren. Dat kan toch geen toeval meer zijn?

Ja, het getal 11 is eigenlijk het zout in de getallenpap. Geen wonder dus dat het element met atoomnummer 11 natrium is, de basis voor ons keukenzout. Kortom, het getal 11 is een heerlijk getal.

Groetjes, Salvatore

13 februari 2021

over schaatsen

Het woord komt in Van Dale niet voor, schaatsgekte, en ook mijn iPhone kent het niet, maar op nl.wiktionary.org hadden ze 'm wel, met als uitleg: het verschijnsel dat veel mensen bijzonder enthousiast worden vanwege de mogelijkheid te schaatsen op natuurijs.

Dus "veel mensen", niet zomaar een groepje, die "bijzonder enthousiast worden", zeg maar gerust hysterisch, "vanwege de mogelijkheid", dus van de gedachte alleen al, "te schaatsen op natuurijs", dus als het belachelijk koud is. Dat is schaatsgekte. En de mensen die ermee behept zijn, worden door de normale mensen "schaatsgekkies" genoemd. En ook dat woord staat niet in Van Dale.


Nederland telt best veel schaatsgekkies. Ik denk meer dan Italië, zelfs in absolute zin. Het hele jaar door voeren schaatsgekkies meestal een fatsoenlijk en onopvallend leven. Ja, ze hebben schaatsen op zolder liggen, maar dat hebben zo'n 6 miljoen andere Nederlanders ook. Zelfs ik heb schaatsen op zolder liggen. Nog van vroeger. Noren. Lage noren, om precies te zijn. Of toch hoge? Nou, dat weet ik niet meer, ik zal ze eens opzoeken, maar op zich is het bewaren van schaatsen op zolder (of kelder of schuur) dus niet zo bijzonder. Nee, schaatsgekkies vallen bij temperaturen boven nul dan ook niet als zodanig op. Net zoals vaak van psychopatische seriemoordenaars wordt gezegd, zijn ook schaatsgekkies in het dagelijks leven overwegend rustige en vriendelijke mensen.

Maar ... als de temperatuur ónder nul daalt, dan draaien deze schaatsgekkies helemaal door. Dan is alles erop gericht om zo snel mogelijk met de schaatsen onder het natuurijs te betreden. Zelfs al is het ijs nog flinterdun, ze zijn niet in staat weerstand te bieden aan hun dwanggedrag. Velen halen daarbij een natte broek, want na één nachtje matige vorst is het ijs echt nog niet dik genoeg om een mens te kunnen dragen. Echter, als door de duivel bezeten, kunnen zij met hun volle verstand geen weerstand bieden aan de drang het flinterdunne ijs op te gaan. Zij moeten, als willoze vazallen van Koning Winter, het toch proberen. Plons! En daar staat er weer één tot zijn kuiten in het ijswater van de sloot, trots in de camera kijkend. En ze weten zelf ook wel dat het echt niet kan, dat het ijs na een enkel nachtje vriezen nog veel te dun is, maar ja, ze kunnen het niet laten. "Liever een nat pak, dan het niet te hebben geprobeerd," aldus een verloren schaatsgekkie.

Steeds als in Nederland de temperatuur onder nul raakt en meteorologen aanhoudende vorst voorspellen, wordt er in praatprogramma's steevast iemand uitgenodigd die komt speculeren over de mogelijkheid van een Elfstedentocht. Meestal is dat dan een bekende oud-schaatskampioen. Een Erben Wennemars of Mark Tuitert. Ook worden oude Elfstedentochtwinnaars afgestoft en uit de mottenballen getrokken om te vertellen over deze Tocht der Tochten. Meteorologen leggen uit dat juist de opwarming van de aarde de kans op een Elfstedentocht doet toenemen. Het weer wordt er namelijk extremer van. Steeds warmer in de zomer, hoezee, maar ook een toenemende kans op extreem koude winters. Ik zie al voor me hoe een Erben Wennemars zijn huis met oliestook verwarmt, de ramen wijd open, om maar zoveel mogelijk CO2 uit te stoten en al doend de klimaatverandering te versnellen, opdat ook hij, bij leven, nog een Elfstedentocht kan schaatsen. Fuck de kleinkinderen! Ik sil reedride!

Wat is er mis met je, als je je, bij een temperatuur van -16° Celsius, en schrale oostenwind met een gevoelstemperatuur van -30, op twee geslepen ijzertjes, 200 kilometer ver, over hobbelige ijs wilt voortbewegen? Vrijwillig! Met als beloning een kruisje aan een stukkie gekleurd stof met een speldje erdoor. Terwijl je die afstand sneller, gemakkelijker en comfortabeler in een van alle gemakken voorziene automobiel zou kunnen afleggen. Ja, vroeger was het misschien een uitkomst, die bevroren sloten. Hoefde je niet helemaal naar de brug te lopen of te fierljeppen. Bovendien, er was sowieso niet veel anders te doen, en van ganzenborden kreeg je ook wel een keer genoeg. Ja toch? Niet dan? Maar nu, anno 2021, met auto's, smartphones en Netflix, kunnen we onze tijd toch wel beter besteden? Maar nee, half schaatsminnend Nederland staat op z'n kop, bij de mogelijkheid van een Elfstedentocht. Miljoenen mensen, die zelf niet schaatsen, willen wel op de plekken staan waar schaatsers langs klunen. Ze willen erbij zijn, zodat ze later trots kunnen vertellen, dat ze geen gevoel meer hebben in het topje van de rechterpink, omdat die bevroren raakte, toen zij erbij waren. Oh ja, ik ben Hollands genoeg om wel te gaan kijken als die Elfstedentocht er zou komen, maar dan wel op TV, liggend op de bank, de verwarming op vol vermogen en verse erwtensoep met Hewa-worst pruttelend op het Groningse gas. Geniet van wat je ziet, zeg ik dan maar. Doe maar gek, ik kijk wel.

Ach, weet je, 50 jaar BC (Before Corona) heb ik ook geschaatst en pret beleefd aan ijs en sneeuw. Maar toen was ik 10! Kinderen verdienen ijspret. Voor hen is het bedoeld. Dan kregen we ijsvrij en gingen we gewapend met sleeën en schaatsen op pad naar de beste plekken in de stad. Geweldig was dat! Maar als ik het nu over ijsvrij heb, bedoel ik dat ik onze stoep en oprit ijsvrij heb gemaakt. Bij mij is dat veranderd, omdat, zoals oude gezegden reeds deden vermoeden, ik met het stijgen der jaren ook meer verstand heb gekregen. Maar kennelijk doorlopen schaatsgekkies een andere ontwikkeling. Maar daar lees je niets over in de evolutietheorie van Darwin. Darwin zal ook wel gedacht hebben: te moeilijk! Dus dit soort kennis, moet je dan toch weer helemaal zelf ontdekken. Nou, ik heb het ontdekt! Ook al lijken we uiterlijk heel veel op elkaar en delen we hetzelfde genenpakket, schaatsgekkies zijn toch een andere soort. Een mensachtige, dat wel, maar ook niet meer dan dat. Misschien zijn het niet de mannen, maar de schaatsgekkies die van Mars komen; daar ligt de gemiddelde temperatuur immers rond de -60° Celsius, daar kan je altijd schaatsen, er is immers water gevonden, toch?

Van de andere kant, voor de mensen die het leuk vinden, is het natuurlijk heerlijk als het weer eens lekker vriest zodat er geschaatst kan worden op natuurijs. Dat het niet mijn ding is, doet niets af aan het feit dat het wel hun ding is. Ik gun ze dat plezier van harte. Heus! Hoewel ik het zelf niet heb, kan ik me best voorstellen dat je er heerlijk van kunt genieten. Maar zullen we dan wel afspreken dat er ook niet meer geklaagd wordt als het 's zomers warm is? Zullen we dan afspreken dat we niet in grote getale lopen te zuchten en te puffen en te kreunen en te zeuren als het kwik eens boven de 25° uitkomt? Wil je mij dan ook niet voor gek verklaren, omdat ik dat wél een heerlijke temperatuur vind om lekker actief bezig te zijn? Is dat dan afgesproken?

Groetjes, Salvatore

28 augustus 2020

Walem Trilogie - 3 - De slimste mens

Er klopt iets niet. Ik vermoed een ernstige vorm van discriminatie. Wat is er aan de hand? Nou, dat ga ik je nu vertellen. Luustert.
Je smartphone houdt, als je dat wil, automatisch bij hoeveel stappen je zet. Ja toch? En als je hebt gewandeld, is het leuk om te kijken hoeveel je hebt gewandeld. Ja toch? Niet voor het klassement, maar gewoon voor de fun. Ja toch? Maar die "fun" bleek helemaal niet zo grappig. Als mijn wandelmaatje precies dezelfde route had gelopen als ik, namelijk naast mij, dan had zij steevast meer kilometers afgelegd, meer stappen gezet en meer verdiepingen bedwongen dan ik. Nondeju! En niet zo maar een klein verschilletje, nee, kilometers, honderden stappen en tientallen verdiepingen. Ja, dat is echt niet grappig meer. Mijn wandelmaatje meldde ter geruststelling, dat ik dan waarschijnlijk verkeerd loop! Hoe dan? Gewoon de ene voet na de andere toch? Maar ze bedoelde dat ik grotere passen maakte. Zij maakt mooie, sierlijke damespasjes en ik zet lompe boeren stappen. Bam bam bam, høken! En mijn iPhone hanteert daarvoor dan blijkbaar, via een onduidelijk algoritme, een forse kilometeraftrek. Nou lekker dan. Daar sloof je je dan voor uit. Ik word hier als man ernstig benadeeld en gediscrimineerd. Op naar het Malieveld! Van wie kan ik een trekker lenen?

Terwijl het in de rest van Nederland steeds frisser en regenachtiger werd, bleef het in het zuiden aangenaam en droog. Goed geregeld. <duimpje omhoog> En omdat alle vakanties waren afgelopen was het overal ook behoorlijk rustig. En als het ergens wat drukker werd, liep je gewoon een andere kant op. Alleen bij de kabelbaan in Valkenburg was het even onaangenaam druk. In de rij voor de kabelbaan stonden achter ons mensen die niet begrepen wat die strepen en rode kruizen op de grond betekenden. Ze stonden ons zowat in de nek te hijgen. Dat ik er op luide toon een opmerking over maakte, maakte geen indruk. Ze reageerden op geen enkele wijze. Doof waarschijnlijk en blind ook erbij en hersenloos. Best sneu eigenlijk, zulk volk. Ik was uiteindelijk blij in de gammele bak van de kabelbaan te kunnen stappen. Ik heb daarna, hangend boven onheilspellende diepten, nog een paar keer omgekeken, maar ze vielen niet uit hun bakje.

Rondrijdend door de zonovergoten heuvels van Zuid-Limburg, over verlaten landwegen met weidse blikken over het schitterend, glooiend landschap en smalle, stijle straatjes door kleine, oude dorpjes, langs berg en dal zonder hoorngeschal, heb ik toch vaak ook aan Frankrijk moeten denken. Natuurlijk, de bergen zijn daar hoger, maar toch ... het is hier minstens zo mooi. Grootste verschil: in Zuid-Limburg is alles wél netjes en goed onderhouden. Dus waarom zou je een tweede huisje in Frankrijk willen, als je ook in Zuid-Limburg kan zitten? En, misschien wel het belangrijkste argument dat voor Zuid-Limburg pleit, er zijn geen Fransen! Je hoort er soms Duits en een enkele keer iets Scandinavisch, maar geen Frans! Hoe fijn is dat? Zo combineer je een prachtig landschap met lieve, vriendelijke, gastvrije mensen. Ik zeg Fuck Frankrijk, Vive le Limbourg!

Het plannen van je activiteiten vraagt in Nederland een enorme flexibiliteit. En als je, zoals ik, aanleg hebt voor autisme, is dat soms best even een dingetje. Tegenwoordig voorspelt men al 14 dagen vooruit het weer. En hoewel je weet dat er geen ene moer van klopt, toch hou je er rekening mee. Dom, maar het gebeurt. Je trapt er met beide benen in. Dus je verwacht een rustig zonnige weertype, wat blijkt, een herfststorm. Dus zijn we tijdens het ontbijt voortdurend bezig de planning aan te passen aan de meest waarschijnlijke realiteit van de dag. Mijn vaste reisgenote is daar erg goed in, moet ik zeggen. Ik zou gewoon de planning hebben afgelopen en met stortregen die wandeling hebben gemaakt en bij 30 graden de halve dag in de auto hebben gezeten. Gepland is gepland. Maar mijn wondertje van flexibiliteit weet dat altijd prima te reguleren. Zolang ik me er maar niet mee bemoei, komt het allemaal goed. Zo is het gelukt om heerlijk te wandelen, fijne autoritten te maken en heerlijk te dineren. Hulde aan reisorganisatie Linda, voor al uw broodnodige uitjes.

Het weer leek die dag minder dan verwacht, dus werd het programma omgegooid. Wij gingen een stuk van de uitgemergelde route rijden. De Mergelroute. Dat is een door de ANWB (daar is ie weer) uitgezette autoroute door Zuid-Limburg. Je hoeft alleen maar de 5-kantige bordjes te volgen en je rijdt vele kilometers lang over rustige wegen, langs mooie dorpjes en kastelen en dergelijke. Je snapt het wel. Onderdeel van de route, een bezoek aan Vaals met het Drielandenpunt, waar je in drie stappen van Nederland naar België naar Duitsland en weer terug naar Nederland kunt, tevens het hoogste punt van ons landje. Een plek waar ik al bijna zestig jaar lang over heb horen verhalen, maar waar ik nog nooit was geweest. Zin an!

Wij zouden onze route starten in Simpelveld. Dat leek ons ... ja, simpel. Alleen toen kwamen we erachter dat we dan eerst 100 kilometer moesten rond rijden eer we in Vaals zouden aankomen. Je kan de route namelijk alleen tegen de klok in rijden en niet met de klok mee. Dus kozen we een ander startpunt. Het werd Mheer, want dan hoefden we Mhinder ver te rijden. Logisch.
Van Walem naar Mheer is hemelsbreed 14 kilometer dus met een half uurtje waren we er. En we zagen ook al meteen de vijfkantige bordjes van de Mergellandroute, dus tijd voor een tussenstop! Het weer was nog goed en we namen plaats op een terras waar we werden bediend door een onverstaanbare Limburger met een hippe man bun. We zeiden ja op zijn voorstellen en kregen uiteindelijk twee koffie met een rijstevlaai en een kersenvlaai, beiden met slagroom. Dat was dus ook helemaal goed gegaan.
Overmoedig geworden door zoveel voorspoed, stapten wij weer in de auto om verdere invulling te geven aan de plannen, via de Mergelroute naar Vaals. De zon begon steeds uitbundiger te schijnen en voorzag het landschap van een sprookjesachtig sfeerlicht. De schaduwen van de wolken dreven over de velden met liggende, herkauwende koeien en golvende korenvelden. Hier en daar stapten we even uit om onze ogen te laven aan deze zomerse pracht en in de auto ging de airco op standje vriezen. De weersvoorspellingen bleken ongeldig voor Zuid-Limburg. Daar is het leven nog goed en hebben ze standaard Brand op de tap. Wat een land!
En overal zagen we de bordjes van de Mergellandroute. In tegenstelling tot de berichten op de ANWB-site, de site voor verzuurde ouderen, dat die bordjes slecht te vinden waren en meer van dat soort ouwelullengezeik. Niks van waar. Wij bleven geheel op koers en volgden alle bordjes met groot gemak. Totdat....

Daar verscheen rechts langs de weg ineens een horizontaal, rechthoekig blauw bord met een witte rand, waarop in witte, goed leesbare letters "Simpelveld" stond. Huh?! Simpelveld? Daar zijn we nu juist niet gestart, omdat we dan via de Mergelroute 100 kilometer tegen de klok in naar Vaals zouden moeten karren. Daarom waren juist in Mheer gestart. Dan zouden we eerst Vaals en pas later Simpelveld krijgen. En we hadden ook geen bordjes gemist? Nee, want anders waren we tenslotte ook niet in Simpelveld aangekomen. Hoe dan? Wat was er mis gegaan en waar is Vaals?
Dus vol in de ankers, remparachutes uit en even rustig in de berm de hele reis analyseren. Kijkend op onze mobieltjes, zagen we waar we de fout in waren gegaan. Er was een punt waar de route niet rond liep, maar waar je, om bij Vaals terecht te komen, rechtsaf moest en over dezelfde weg weer terug om de route te vervolgen. Wij zijn daar dus gewoon lekker rechtdoor gekard en nooit rechtsaf geslagen. En dit alles zou moeten hebben plaatsgrijpen, en dat is het rare, bij het plaatsje Raren! Jaja!
We hebben toen de TomTom maar weer aangezet en Vaals als bestemming in gevoerd. En ja, toen reden we dus dat hele eind weer terug, gingen bij Raren links (want we kwamen van de andere kant aanrijden natuurlijk) en maakten de klim naar Vaals.


En het was er precies zoals ik me had voorgesteld. We hebben de trappen van de Julianatoren beklommen (de lift is voor watjes) en hijgend en puffend van het majestueuze uitzicht genoten. We hebben er de lunch genuttigd (uiensoep en twee kroketten met brood, zalig) en in drie stappen van Nederland naar België naar Duitsland en weer terug naar Naderland gelopen. En in België en Duitsland hebben wij GEEN mondkapje opgezet. Virusgekkies!

Vanaf Vaals vervolgden wij de Mergellandroute weer. En het werd een deja vu. Oh, kijk, daar heb je die oude watermolen weer. En ziet, die grote herenboerderij weer. En hier, die mooi gelegen B&B weer. En kijk, dat bosrijke dal ligt er ook nog steeds. En hier, dit kasteeltje. Komt jou dat kasteeltje bekend voor? Nee, dat kasteeltje hebben we nog niet eerder gezien, toch? Nee, dat hebben we nog niet eerder gezien, nee. En die kerk? Zegt die kerk jou wat? Nee, die kerk zegt mij niks. We hadden nu toch ook al lang weer in Simpelveld moeten zijn? Ja, we hadden al lang weer in Simpelveld moeten zijn. Maar we hebben geen bordje.... Nee, we hebben geen bordje "Simpelveld" gezien. We hebben ook al heel lang geen bordje "Mergellandroute" meer gezien. Waar zitten we dan nu weer in hemelsnaam?

En daar verscheen rechts langs de weg ineens een horizontaal, rechthoekig blauw bord met een witte rand, waarop in witte, goed leesbare letters "Schin op Geul" stond. Zo maar, uit het niets. Schin op Geul. Ons vakantiekamp lag er naast. Hoe wist onze auto dit zo feilloos te vinden en aan te voelen dat we er eigenlijk ook wel klaar mee waren voor vandaag? Wat een fijne auto hebben wij toch! Hier kende ik de weg inmiddels, dus met drie keer sturen reden we het parkeerterrein op. Helemaal naar achteren, want daar was een geheime doorgang en dan waren we, hups, meteen bij onze hut. De dag was wederom heel anders gelopen dan gepland, zowel qua weer als qua route, maar het was toch weer een heerlijk dagje geweest.
In de bungalow gooiden we onze schoenen uit en liepen lekker op blote voeten.... Nee! We liepen lekker op slippers door het huisje, maakten koffie, ploften op de stoelen buiten in de tuin en begonnen plannen te maken voor het diner. Lekker uit eten! Wat een leven!

Zo verliep eigenlijk de hele vakantie heel anders dan gepland. Geen Griekenland, maar helemaal prima. Tot en met de laatste dag liep alles nog anders, want op die laatste dag, toen waren we alweer thuis. Ja, op die laatste dag moet je altijd al heel vroeg uit zo'n huisje, en we zaten zo in het vakantieritme, dat we geen zin hadden om ons te haasten. Dus hebben we een dag eerder de auto inpakt en zijn naar Maastricht gereden. Daar hebben we een heerlijke zonnige dag beleefd met vlaai en alles erop en eraan. We zijn daarna naar huis gegaan, hebben Chinees gehaald en met een bord nasi op schoot, lekker op onze eigen bank, naar "De slimste mens" gekeken. Ha! En de slimsten, dat waren wij zelf. Toppie!