Translate

01 september 2017

3 - Onmacht

Verdomme. Er is thuis iemand overleden. Was het tijdens de vorige zonvakantie een goede collega, nu is het de vader van een goede vriendin. Niet geheel onverwacht, maar toch weer veel te snel en in ieder geval veel te jong. En dan zit je daar maar, in Spanje, tussen de feestende vakantiegangers, op een onoverbrugbare afstand, een beetje machteloos te wezen. Stil zijn, is dan het enige.



Voor een geslaagde strandvakantie zijn kinderen onontbeerlijk. Je eigen kinderen, wel te verstaan. Heb je tenminste wat om handen. Een zandkasteel bouwen is dan bijvoorbeeld een prima bezigheid en volledig geaccepteerd. Maar als je dat gaat doen met onbekende kinderen van een ander, wordt er toch vreemd naar je gekeken. Ook als je als volwassen man in je eentje aan de slag gaat, loop je het risico van jaren eenzame opsluiting en gedwongen therapie. Kortom, kinderen zijn onontbeerlijk. Je eigen kinderen dus. Die van anderen zijn alleen maar lastig en lawaaiig en onuitstaanbaar.
Zo zagen we in de lobby van het hotel een kind de pas blinkend gemopte vloer onderkotsen en wegrennen. De zooi achterlatend voor de onderbetaalde schoonmaakster. Aan het strand zorgt het langs rennende spul voor bergen zand op het door jezelf zorgvuldig zandvrij gehouden bedje. Het schreeuwt en het gilt te pas en te onpas, terwijl de doodvermoeid ouders in een niet te verbreken slaapstand verkeren. Zelfs de met oma en al van het afstapje op de stenen gestuiterde baby bleef maar krijsen, terwijl het toch alleen maar was geschrokken. Er was niks aan de hand! En oma, die der hele knie had open liggen, hoorde je niet. Die was alleen maar druk met de kleine. Schuldbewust, maar onmachtig het kind tot bedaren te brengen. Nee, kinderen van vreemden kan ik missen als kiespijn. Als ik een aan een pleintje grenzende tuin zou hebben, zo'n pleintje waar kinderen graag voetballen, zou ik altijd een scherp, puntig mes bij de hand houden. Als die bal dan over de schutting komt, gaat het mes erin. In die bal, bedoel ik. Zo erg ben ik nou ook weer niet.

In werkelijkheid was het echter allemaal anders. Die oma waar ik het over had, viel inderdaad met de baby op de arm op de harde stenen vloer, maar ze mankeerde in het echt gelukkig niks. Maar oma was waarschijnlijk harder geschrokken dan de baby. Ach, wat keek ze treurig toen ze weer rechtop stond en de baby ongedeerd in de armen kon sluiten en troosten. En opa, opa zat aan de bar en dronk bier. Hij had het wel gezien, maar hij dronk bier.

En dat jongetje waar ik het over had, dat in de lobby had overgegeven, was in het echt eigenlijk heel zielig. Heus! Hij was een jaar of zes en zat met de rest van zijn familie te wachten in de lobby. Ze gingen terug naar huis. De vakantie zat er op. Echt bruin waren ze niet geworden en dik waren ze waarschijnlijk al. Engelsen. Het was een druk gezin, met oma, opa, kinderen en dus dat jochie, een kleinkind, het zoontje van de dochter. Hij was niet druk. Hij lag daar maar een beetje stil op de bank. En ineens gebeurde het. Moest ie overgeven. Zijn vader zat naast hem en was heel lief. Wreef 'm over de rug en sprak lieve woordjes. Oma kwam heel efficiƫnt in actie met doekjes en plastic zakken. En de dochter, de moeder van het jochie, die stond te bellen. En te bellen en te bellen en te bellen. Zelfs toen ze uiteindelijk klaar was, schonk ze haar zoontje, dat nu bijna doorzichtig was, geen enkele aandacht. En zo moest het joch aan zijn lange reis beginnen. Gelukkig had ie zijn vader nog.



Oh, en als er ooit een bal in mijn tuin terecht komt, steek ik 'm echt wel lek. ;)