Translate

01 september 2017

1 - Vertrek

Als je boekt sta je er eigenlijk niet zo bij stil. Dan klinkt 's ochtends zeven uur vertrekken best aantrekkelijk. Ben je nog diezelfde ochtend om half twaalf in je Spaanse hotel, pik je toch mooi nog effe de hele middag en avond mee. Maar ja, je moet twee uur van te voren al op Schiphol zijn. Reken anderhalf uur rijden. Koffers in de auto tillen. Aankleden, douchen, tandenpoetsen. Kortom, je moet om twee uur 's nachts al je nest uit. Een tijdstip waarop je vroeger juist je bed ín ging, om dan vervolgens om zeven uur fris en monter naar je werk te gaan. Maar twee uur in de nacht uit bed stappen is zo simpel nog niet. Wil je nog een paar uur slapen, moet je al om negen uur de ogen sluiten. Op werkdagen, als ik op de bank naar het journaal zit te kijken, sukkel ik zo weg, maar als het moet, lukt het niet. Zal wel psychisch zijn. Net als met opstaan. Door de week heeft de wekker de grootste moeite je onder het zeil vandaan te krijgen, maar in het weekend kan je om half zeven al je bed op Marktplaats te koop aanbieden, want je bent uitgeslapen. Een mens zit raar in mekaar. Het leek me daarom verstandig pas rond half twaalf te bedde te gaan. Beetje normale tijd.

Trouwens, misschien wel leuk om even tussendoor te vertellen, dat ik dit verhaal schrijf, zoals ik dat alle groten der aarde tegenwoordig zie doen. Ik noem een Kleine Viezerik, een Brace, een BolleBof, de hele vriendenclub van Ali B. zeg maar. Gewoon rechtstreeks op mijn iPhone dus. Jaja, hip(hop) hè? Ja, het is een beetje noodgedwongen. Dat komt, mijn iPad is gestolen. Ja, erg hê. Ik vermoed door een van die vrienden van Ali, want het is niet te doen dat typen op je phone. Ik heb nu het lettertype maar op standje beeldschermvullend gezet. Dan gaat het net. Nog mazzel dat ik korte verhalen schrijf. Je zou Lord of the Rings op zo'n manier moeten schrijven. Nou, dan had Frodo die ring een stuk sneller in die grote open haard kunnen mikken, dat zeg ik je toch. Dan was het hooguit een novelle geworden, een film van 80 minuten. Maar goed, dan weet je dat ik me grote moeite heb getroost om al die letters voor je op de goeie plek te krijgen. Langzaam lezen graag.

Dus kroop ik om half twaalf onder de spreekwoordelijke wol, want we hebben een vierseizoenen dekbed. Koud in de winter, warm in de zomer. Ik ging ontspannen liggen, in een comfortabele houding en concentreerde me op mijn gesloten ogen. De stilte was overweldigend. Langzaam voelde ik me wegzakken. Nou, dat gaat best nog snel, dacht ik mezelf wakker. Hè! Dat moet ik dus niet meer doen, denken. Ik veranderde van houding. Nee, die vorige was beter, dus weer teruggedraaid. Gek genoeg was die prettige houding van net nergens meer te vinden. Zucht. Na nog wat gedraai en getrek aan het kussen, vond ik toch weer een acceptabele slaappositie. Ik concentreerde me weer op mijn gesloten ogen en zakte langzaam weg. Totdat ik op het raam hoorde kloppen. Hè, wat? Ik was weer wakker. Had ik dat nou echt gehoord of had ik het me verbeeld? Het klonk alsof er iemand op het raam klopte, alleen, we slapen boven. En uit de richting waar het geluid vandaan kwam, zit helemaal geen raam. Daar staat een muur met daarachter de badkamer. Klop klop. Daar was het weer! En ja, het was echt. Ik wist ook meteen wat het was. De vaatwasser was aangesprongen en als die water vroeg, hoorde je een slag in de waterleiding. Oké, dus ik kon weer rustig gaan liggen. Nou ja, liggen. Het werd wederom draaien en trekken en draaien totdat een min of meer geschikte slaappositie was gevonden. Hoe laat was het nu? Ik richtte me voorzichtig op om mijn slaappositie niet te verliezen en toch op de wekker te kunnen kijken. Half één! Dan heb ik nu nog maar anderhalf uur slaap tegoed. Opschieten dus en liggen!

Mensen die mij kennen of al vaker iets van mij gelezen hebben, weten dat ik een echte globetrotter ben, een reiziger in hart en nieren. Ik grijp elke gelegenheid te baat om erop uit te trekken. Alle werelddelen heb ik al bezocht, met uitzondering van Africa. En Antartica. Oh, en Australië, daar ben ik ook nooit geweest. Maar Amerika wel! Dat wil zeggen, New York. En regelmatig bezocht ik de Chinese Muur, een restaurant op de Schelmseweg, dus daarmee is Azië wat mij betreft wel afgedekt. En ik maak zelf regelmatig chili con carne, dus Zuid-Amerika kan ook van het lijstje. Nee, ik ben echt geen reiziger. Ik heb slechts 6 Europese landen bezocht en Curaçao en New York. Nou, voor een gepassioneerd thuisblijver vind ik dat toch heel wat, maar zelfs met de beste wil van de wereld zou ik dus geen top 10 kunnen samenstellen. Het reizen zit me gewoon niet in het bloed. Nergens heb je zoveel luxe als thuis. Op vakantie is het toch altijd behelpen. De douche is klein en vaak ook niet erg fris. De bedden liggen voor geen meter. Je hebt geen auto voor de deur en zelfs als je zoiets simpels als een pot pindakaas wilt scoren, is daar een goed georganiseerde expeditie voor nodig. Curaçao vormde de uitzondering. Daar hadden we drie badkamers, een auto voor de deur en een Albert Heijn om de hoek. Heel relaxed. En gek genoeg kom ik ook in New York helemaal tot mezelf. Dat voelt als thuiskomen. Heel apart. Waarschijnlijk was ik in een vorig leven Peter Stuyvesant of zo. Tja, en dan, hoe kan het ook anders, het meest relaxte Europese land, met de vriendelijkste bevolking en het lekkerste eten van allemaal, Griekenland! Dat is dan mijn top drie. En dan komt er heel lang, helemaal niks. Dus je snapt dat vakantie voor mij altijd iets dubbels heeft. Ik kijk er naar uit en ik zie er tegenop. Een afstuderend psycholoog zou aan mij een dankbaar langjarig studieobject hebben.

Het was inmiddels één uur! Al dat nadenken, je kan het niet stilzetten, helaas. Men zegt het van drank, maar vaker zijn het je eigen gedachten die meer kapot maken dan je lief is. Nog een uurtje proberen te pakken. Beter iets, dan niets. Het ritueel van draaien kon weer beginnen. Ik lag en zakte langzaam weg. Toen stond Linda op. Ja, wij slapen al enige tijd samen. Ze ging in stilte naar de badkamer. Kroop voorzichtig terug in bed, maar kon ook de draai niet vinden. Half twee zijn we er maar uit gegaan. Hadden we een half uur langer om ons voor te bereiden op de reis. Konden we lekker rustig aan doen. Da's ook fijn. Je ziet, ik ben dan wel geen reiziger, ik ben wel een geboren optimist.