Translate

01 september 2019

Kefalonia: Twee dagen rijden

Had ik al verteld, dat het op Schiphol stikte van de muizen? Nee? Nou, op Schiphol stikte het van de muizen. Ja echt! Muizen! Na de douane, dus in niemandsland. Ja, zo slim zijn ze wel, die kleine krengen. Ik denk trouwens dat het Mexicaanse muizen waren, want ze waren zo snel als Max Verstappen op een verregend circuit. Allemaal Speedy Gonzalessen waren het. Of je nou boven liep of beneden, overal zag je ze in sneltreinvaart voorbij schieten. Vliegensvlug is in dit geval misschien toepasselijker. Maar goed.

Voor vandaag stond er weer een reis op het programma. Wij gingen er met de auto op uit. Van Lassi, niet die hond maar de plaats waar wij tijdelijk woonden, via Argostoli met de ferry over de baai naar Lixouri en dan naar Xi Beach. Vervolgens via Akrotiri en Kipoureon naar Pitani Beach en dan om de baai heen terug naar Lassi. Een rechttoe rechtaan ritje.

Het ging al mis bij de eerste splitsing. Nergens een bord te bekennen. We gokten rechts en dat bleek best een goede keuze, want even later zagen we het bord "Argostoli linksaf". In Argostoli zelf moesten we naar de haven, dus volgenden wij de pijl onder de tekst "Port". Daarmee kom je immers óf bij de haven terecht óf bij een lekker wijntje. Beiden zijn goed, wat mij betreft.
De weg - smal, druk, onoverzichtelijk en met voorbij razende brommers aan alle kanten - veranderde halverwege in eenrichtingsverkeer, dus moesten we weer kiezen. Naar boven afslaan of naar beneden afbuigen? Naar beneden leek ons een logische keuze. Een haven ligt meestal laag aan het water en niet bovenop een berg. En ja hoor, de haven kwam in zicht. Er lag een groot cruiseschip aangemeerd. Wij wisten echter dat de ferry nog ruim vóór de aanlegplaats voor cruiseschepen lag, dus moesten we terug. Alleen we konden nergens keren. Dan maar ergens links en weer links. Daar mochten we niet in. Wat bleek, de hele binnenstad van Argostoli was een doolhof met halverwege afgesloten wegen en plotseling opdoemend eenrichtingsverkeer. Meerdere keren moesten de speciale verrichtingen van het rijexamen eraan te pas komen. Keren op dezelfde weg, bochtje achteruit, hellingproef en noodstop. Alles kwam langs. Maar, en vraag niet hoe, ineens zagen we de inrit naar de ferry. Ik gooide het stuur om en kon rechtstreeks de boot op rijden en nog geen vijf minuten later zaten we al op volle zee! We hadden er precies een half uur over gedaan. De afstand, hemelsbreed, twee kilometer. Nou, dat viel dan best mee toch? 

Eraf ging ging wel soepel én de borden gaven duidelijk aan dat we linksaf moesten. Nou ja, wij waren met stomheid geslagen. Zo maar een verkeersbord op de goede plek, in Griekenland! Het is namelijk zo, dat als er al überhaupt borden staan, deze meestal verdekt zijn opgesteld. Of net achter een struik, of precies om de hoek zodat je hem pas ziet als je toevallig de goede afslag al had genomen. Bovendien, en dit is wel een dingetje, zijn ze vaak geschreven in het Grieks. Logisch natuurlijk, we zijn immers in Griekenland, maar dat Griekse schrift met die wiskundige tekens is niet te lezen. Dus het blijft een kwestie van logisch nadenken, inzicht, gokken en vertrouwen op God.
Kortom, wat je ook plant en uitzoekt, het is altijd maar afwachten of je er ooit aankomt.
Nu hoor ik de slimmerds onder de lezerts al denken, dan gebruik je toch gewoon Google Maps. Maar, lieve mensjes, dit is een berggebied. De ontvangst is bagger. 4G is sowieso niet beschikbaar en de 3G is zo traag als dikke ... advocaat. Dus wat overblijft, is ouderwets op de kaart rijden. Retro, vintage en spannend ook nog erbij.

Griekenland zou echter Griekenland niet zijn als de wegen in het echt toch net iets anders liepen dan je volgens de kaart zou mogen verwachten. Een rechte streep op de kaart, kon in werkelijkheid een haarspeldbochtige weg omhoog, langs diepe afgronden blijken. En geen vangrail te bekennen uiteraard. Dat soort onzin, daar doen ze niet aan in Griekenland. Voordeel van dit alles, de kans op een snelheidsovertreding neemt zienderogen af. Rijden in de bergen bied je wel vaak majestueuze uitzichten over het schitterende landschap. Echt prachtig! Dat dan weer wel.

Ons autootje was een klein, rood Pandaatje. Dat dingetje reed verrassend prettig. Het koppelde en schakelde fijn, de stoelen zaten lekker, de airco deed het prima en de radio speelde meestal helemaal niks, want zoals gezegd, in dit berggebied is de ontvangst zero komma zero. Alleen het vermogen was wat aan de lage kant. In het berglandschap waar wij doorheen reden, bleek dat toch een minpuntje. Aangezien achter iedere bocht een nieuwe steile helling schuil ging, kwam ik soms hele stukken niet verder dan de 1. Sterker nog, slecht af en toe kon ik naar de 2 en een hele enkele keer, heel even, de 3.
Je denkt misschien, dat als alles heuvel op gaat, het ergens ook wel weer heuvel af gaat, en je dan dus lekker kan doorschakelen. Nee! Dan moet je vol in de remmen, met de parachutes uit, om niet uit de bocht te vliegen. En uit de bocht vliegen wil je hier echt zoveel mogelijk voorkomen. Oké, in een sloot terecht komen is geen pretje, maar een zestig meter diep ravijn in duiken is toch net even lastiger te overleven. En dan zit ik ook nog eens in de auto met naast me een levende snelheidsbegrenzer, die constant roept dat ik te hard rij. Als namelijk een bord 40 aangeeft, wil dat volgens de begrenzer nog niet zeggen dat je ook inderdaad zo ontzettend keihard moet rijden. Stapvoets is volgens haar in dit landschap eigenlijk onder alle omstandigheden de beste keuze.

Toch was het een prachtige rit. Ik heb alleen niet de gave om, zoals Tolkien, de prachtige landschappen en vergezichten uitvoerig te kunnen beschrijven, maar neem van mij aan dat we prachtige panorama's hebben gezien. Zo geweldig mooi en ruig! Dan snap je wel hoe Homerus zijn verhalen kon schrijven over Odysseus en de Sirenen en cyclopen. Ja, hier zie je toch een andere schoonheid dan bij een ritje door de Flevopolder.

Ik moet eerlijk zeggen dat Pitani Beach ons tegenviel. Ja, het was een prachtig strand en prachtig gelegen tussen hoge bergwanden, dat was niet veranderd in de loop der jaren. Maar in de beschrijvingen lazen we steeds dat het nog niet zo toeristisch was. Nou, dat bleek compleet achterhaald en onjuist en nepnieuws. Het was zo'n beetje het meest toeristische stukkie strand, dat we zijn tegengekomen. Druk! Druk! Op de smalle, steile weg van en naar het strand stonden over een stuk van honderden meters lang, links en rechts auto's geparkeerd, liepen mensen bepakt en bezakt, zodat je er zelfs met onze Pinda bijna niet langs kon. Bij tegenliggers moesten wij of de ander tientallen meters achteruit om een plek te vinden waar we elkaar konden passeren. Daarom volgt nu een actuele en gratis reistip van wereldreizigers Cocco and Company: MIJDT PITANI BEACH!

Voor mijn werk, zo herinnerde ik mij ineens, moest ik nog naar Musis Sacrum. En ik was al aan de late kant, dus ik moest vlug vlug opschieten. In no time was ik er en ging ik bij collega's aan een tafeltje zitten. Iemand naast me vroeg of ik wat wilde drinken. Ik keek om en zei dat ik wel een biertje lustte en keek recht in het gezicht van Karin Bloemen. Ze lachte vriendelijk, stond op en ging speciaal voor mij een biertje halen. Ze was ook meteen weer terug en ging naast me zitten. Ik zei dat ik dat heel lief van haar vond en waar ik de moed vandaan haalde weet ik ook niet, maar ik gaf haar als dank een kus op haar wang. Ze reageerde gecharmeerd met "Oh!" en legde haar hand op de gekuste wang.
Ineens realiseerde ik me dat Linda niet wist waar ik was. Ik was vlug vlug vertrokken en ze was toen niet thuis, dus die moest ik eerst maar even appen. De ontvangst was binnen erg slecht dus liep ik naar buiten. Eenmaal buiten bleek ik in de haast zowel mijn eigen mobiel als de mobiel van Linda te hebben meegegrist. Wat dom! En nu?
Bezorgd twijfelend over wat te doen liep ik wat in het rond, toen ik me ineens realiseerde dat ik ook het vaste nummer kon bellen. Dus lopend pakte ik mijn mobiel en wilde inloggen, maar mijn vingerafdruk werd niet herkend. Hoe kan dat nou weer? Ik probeerde en probeerde, maar het lukte niet. Dan maar de code intoetsen. Maar ook die werkte niet. Wat was dit? Ik probeerde nog eens en nog eens en toen blokkeerde het hele toestel. Aargh! Ik keek op en zag dat ik ondertussen ergens op Presikhaaf liep. En het was donker en stil op straat. Ik zag alleen een groepje van drie donkere jongens op een stoepje zitten. Dit was niet goed. Maar gelukkig ben ik niet angstig uitgevallen. Ik liep recht op de jongens af en zei dat mijn telefoon was geblokkeerd en of ik even met een mobiel van hun mocht bellen. Een van de jongen vroeg stuurs om mijn mobiel dan eens te laten zien. Ik dacht nog, nou, die ben ik kwijt. Maar ja, ik wist niks anders dan gewoon  eerlijk te blijven. Ik pakte mijn mobiel en.... Hè? Het was ineens een heel andere mobiel? Met een heel raar dik beschermhoesje erom heen. Foei lelijk! De jongens stonden inmiddels om mijn heen en ik probeerde in te loggen op die vreemde mobiel. En toen zag ik dat Linda naast mij lag te slapen, de airco snorde en alles in de kamer wees erop dat dit ons vakantieadres was. Dat klopte wel. Ik pakte mijn telefoon en die werkte gewoon. Het was half 4 in de morgen. Ik droom anders nooit. Dat wil zeggen, ik herinner me nooit iets van wat ik droom, want volgens de geleerden droomt iedereen, iedere nacht. Maar hier in Griekenland is dus alles anders. Ik ging het bed uit, plassen, meteen weer aanvullen met een paar slokken water uit de fles en weer liggen. Gelukkig sliep ik meteen weer in. 

Op de tweede reisdag stonden het Meer van Melisani en de Grotten van Drogarati op het programma.
Na slechts enkele foute afslagen, kwamen we binnen de uitgetrokken ruime reistijd aan bij het Meer van Melisani. Net voordat wij het parkeerterrein opdraaiden parkeerde een grote touringcar pal voor de ingang. Het was de bus die ik eerder voor had laten gaan om van het gedruk achter mij af te zijn. Nou, dat doe ik dus ook nooit meer. Maar goed, na wat gedraai en gesteek vond ik een parkeerplaats. In de volle zon. En het was een bloedhete dag. Maar, en dat maakt het Meer van Melisani bijzonder, het is een ondergronds meer. Dus koel. Alleen bleek de rij voor de ingang langer dan de rij vorige week bij De Baron in de Efteling. Dat betekende wachten in de hakka takka burning sun! Gelukkig sleept Linda altijd en overal een jerrycan water mee naar toe, dus was echt super handig.
Het was het echter allemaal waard. Glashelder water, helemaal afkomstig van Argostoli via een ondergrondse rivier, hier verzameld in een meer, dat ondergronds doorloopt naar zee. Het meer lag in een grot met helemaal bovenin een gat waar doorheen het licht van de zon prachtige schitteringen en een fenomenaal kleurenspel verzorgde. Het bleek helaas onmogelijk dit mooi op foto of video vast te leggen. Maar wij waren er en hebben het met eigen ogen mogen zien.

Bij de Grotten van Drogarati was het dan weer heerlijk rustig. Ik moet bekennen dat ik dat in eerste instantie een beetje verdacht vond. Viel hier überhaupt wel iets te beleven? Die zorg bleek onterecht. Er was juist veel te beleven. Er was een goed gesorteerd winkeltje, een prima bar, een restaurant en er was zelfs een hele mooie free swimmingpool. Ja en dus die grotten. Drogarati is bijzonder, omdat in de grootste ondergrondse druipsteengrot de akoestiek zo mooi is, dat er regelmatig concerten worden gegeven. Enig minpuntje is, er is geen lift. Je moet via een smal, steil trapje met ongelijke treden 95 meter naar beneden. Onderweg naar beneden kom je hijgende en puffende mensen tegen die de trap oplopen. Halverwege is een rustpunt waar je even op adem kunt komen en daar was het onrustbarend druk.
Ook die grotten waren echt heel bijzonder, maar ook dit kan je niet echt goed op de foto krijgen. Eigenlijk net alles dat je hier ziet niet te filmen is. De weidsheid van de indrukwekkende panorama's zie je op een foto niet meer terug. Maar wij waren er en hebben het met eigen ogen mogen zien. Daarnaast was dit bezoekje ook op een andere manier heel indrukwekkend. De trappen op lopen ging me namelijk best heel goed af. Nou, dan ik kan dat abonnementje bij Basic Fit ook nog wel even uitstellen. Jippie!

Precies en week geleden liepen wij over de Posbank, tussen de paars bloeiende heide. Werkelijk prachtig ook! En ook dat is niet echt goed op foto vast te leggen. Maar ook daar zijn we geweest en ook dat hebben we gezien. Twintig minuten van huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten